k-i. ill El BET MfflMIElT S1EEE.
f
SfflIÏS- EïlDimElTIHUDWORll!
No 30.
E E N-E N“V EERTIGSTE J
1886.
de
D.
WOENSDAG
5 31 E I,
mr.
van
U I T DE PERS.
<a
t
wet i
regeling
een
gaat
l- 1
y
e
vragen. Maar zelfs daarover wil het blad geen
rechter zijn.”
De slotsom van de Stand, is, dat de anti-
j „elke grein van verant-
BURGEMEESTERen WETHOUDERS
Sneek,
Gelet op het bepaalde in artt. 6 en 7 der
van 2 Juui 1875 (Staatsblad no 95), tot
j van het toezicht bij oprichting van in
richtingen, welke gevaar, schade of hinder kun
nen veroorzaken
Brengen bij deze ter openbare kennis, dat ter
Secretarie dier gemeen te ter visie ligt een bij
hun college ontvangen verzoekschrift met bijla
gen van Johannes de Maat, van beroep koper
en blikslager, wonende alhier, strekkende tot
hot erlangen van vergunning tot het oprich
ten eener Koper- en Blikslagerij in het gebouw
Wijk 5, no. 58, kakastraal bekend in sectie B,
uo. 293 der gemeente Sneek.
Dat op Woensdag den 19 Mei 188G, des
Middags te 12 uur, ten gemeentehuize aldaar
gelegenheid zal worden gegeven om tegen het
gedaan verzoek bezwaren in te brengen en deze
Mondeling of schriftelijk toe te lichten en dat
zoowel de verzoeker als zij, die bezwaren heb
ben in te brengen, gedurende drie dagen voor
evengemeld tijdstip ter Secretarie der gemeente,
M de gewone bureau-uren, van de ter zake in
gekomen schrifturen kennis kunnen nemen,
Sneek, den 5 Mei 1886.
Burgemeester en Wethouders voornoemdi
ALMA.
De Secretaris,
J. W. BENNEWITZ.
Deze COUBANI verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.francc per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
Voor zoover onze bladen zich over de thans ,.v
weder uit den weg geruimde ministeriëele crisis had hij een onderhoud met den Koning kunnen
uitlaten, toonen zij zich weinig ingenomen met
hen loop der zaak. Is werkelijk aan den heer
Mackay de opdracht gedaan een ministerie sa-
Men te stellen, maar is hem daarbij als voor
gaarde gesteld dat hij de grondwetsherziening
ADVEIt'I INHÈN van 1 tot 4 regels,^fewone letter, 40 Cents
voor elkon regel meer 7 Cents. Bij abonnement is de prijs be.
langrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
houden er aan vast met onverzettelijke taaiheid. hebben geeischt: art. 194 voorop. Beter zou
het zeker geweest zijn eerst de toekomstige
samenstelling der volksvertegenwoordiging te
regelen, maar juist dat wilden de clericalen niet.
Deze houding is in de oogen van mr. Van
Houten alleen verklaarbaar, als men hun be
sluiten beschouwt als meerderheidsbesluiten der
voorwaarde natuurlijk niets anders dan een
weigering te verwachten, en dan is van een
j ernstige opdracht aan de leden der rechterzijde,
die door hun weigering om mede te werken
tot grondwetsherziening, de crisis in het leven
riepen, geen sprake geweest. Spoedig zal daar
omtrent ongetwijfeld licht worden verschaft.
De Amst. verheugt zich inmiddels in het
vooruitzicht dat Heemskerk een nieuwe poging
wil wagen om de kiestabel te herzien en tot
een radicale censusverlaging te geraken. Hij
zal daarmede het land een dienst bewijzen.
Tot een grondwetsherziening komt men op dit
oogenblik toch niet. De weg voor algemeen
stemrecht, hoe noodig het blad de invoering
daarvan ook acht, is, daar hij over het Binnen
hof moet loopen, nog niet geëffend.
Welnu, dat dan door herziening der kiestabel
en cencusverlaging een nieuwe Kamer ontsta,
waarin rechter- of linkerzijde een betrouwbare
meerderheid bezitte, welke zich onmogelijk aan
de regeeringstaak onttrekken kan. Dan zal men
althans gewonnen hebben, dat de Kamer van
het doode punt wordt afgevoerd.
Dan zal er weder sprake zijn van politiek in
dien zin, dat de eene of de andere partij haar
beginselen in daden aan de natie tot toetsing
voorlegge.
Het Hand, hoopt niet, dat de regeering weder
met een gewijzigde kiestabel zal komen en de
poging hervatten, in t vorige jaar mislukt. Op
die wijze zal de parlementaire crisis niet opge
lost worden. Daarvoor is iets geheel anders
noodig: een zeer groote uitbreiding van het
kiesrecht, ver buiten de grenzen die de bestaande
census toelaat. „Indien dit de grondslag is voor
de intrekking van het gevraagd ontslag, bestaat
er, naar het blad meent, uitzicht op een bevre
digende oplossing. Indien het kabinet, nu de
geheele grondwetsherziening, volgens zijn eigen
oordeel, gevaar loopt, voor alles artikel 76
tracht te doen herzien, in ruimeren zin, met
een voorloopig kiesreglement in den geest der
heeren Farncombe Sanders en Van Houten, dan
kan het een einde maken aan den verwarden
toestand, waarin onze politiek zich bevindt.
Terugkeer dus tot het uitgangspunt, dat men
nooit had moeten verlateneerst beperkte grond
wetsherziening, bepaaldelijk wat het kiesrecht
betreft. Dan blijven de andere vraagstukken,
waarover de partijen strijd voeren, in haar ge
heel en wordt haar oplossing overgelaten aan
een nieuwe vertegenwoordiging, op breeder
grondslag opgebouwd.
Ook de Standaard geeft thans haar meening
ten beste over den loop, dien de ministerieels
crisis heeft genomen. En die meening vat zij
saam in een woord van protest tegen de han
delwijze, welke de heer Heemskerk heeft ge
volgd. De aanbieding aan baron Mackay is
geen ernstige aanbieding geweest, want deze is
niet tot een bespreking van de politieke aan
gelegenheden uitgenoodigd, maar heeft slechts
een brief ontvangen. Wat die brief eigenlijk
inhield, deelt de Stand, niet medezij houdt
zich aan ’t geen het Vad. daarvan bericht, en
zegt alleen dat dit „al den schijn heeft van
juist te zijn.”
De heer Mackay kon niet anders doen, dan
„even leuk als hem de opdracht was aangebo
den, even leuk die ai te wijzen. Misschien
ze er tegen opkomen, dat Heemskerk een kies-
wetwijziging zou willen beproeven. Dat is wel
sinds 1878 het constante program van de rech
terzijde geweest, maar Heemskerk mist, volgens
de Stand., het zedelijk recht om dien weg in
te slaan.
De Tijd schrijft de regeering den volgenden
weg voor
„Indien zij waarlijk iets doen wil, dan moet
zij tot een krachtigen maatregel komen:
maatregel, die niet boven haar krachten
ook. Zij moet in den kortst mogelijken tijd
bij de Staten-Generaal aanhangig maken
a. een tabel tot verlaging van den census
b. een tabel tot herziening der kiesdistricten
en aanvulling der Kamer met 9 of 10 leden
en c. als noodzakelijke aanvulling van dit
alles, een ontwerp tot wijziging van art. 100
der kieswet, waarbij voor dit jaar de periodieke
verkiezingen gesteld worden op den tweeden
Dinsdag in Augustus Het is dan ook mogelijk,
bij gelegenheid der periodieke verkiezing de
Kamer te ontbinden en de algemeene verkiezing
te doen plaats hebben in de nieuwe districten
en volgens den nieuwen census.
„Op deze wijze zou men tot een oplossing
der’crisis komen. Op den derden Maandag in
September zou de Koning dan een volksverte
genwoordiging voor zich zien, op wier lust tot
gemeen overleg hij kon rekenen. Misschien
zou het de laatste maal zijn, dat hot kabinet-
Heemskerk hem omgaf. Voor dit kabinet zou
den de boven geschetste maatregelen daden van
zelfverloochening en zelfopoffering zijn. Maar
zelfverloochening en zelfopoffering brengen haar
loon mede in de getuigenis van het geweten.”
Het hoofdorgaan der anti revolutionaire partij
wijdt haar aandacht aan de houding der partij
en tracht die te verdedigen. Het erkent dat
de rechterzijde obstructionist is geweest, maar
dat kon niet anders, daar de liberalen bleven
weigeren de kieswet te veranderen. Toen men
dat weigerde, en er, gelijk de Stand, er bij
voegt, op bleef staan, dat de stembus onzuiver
zou blijven werken, toen heeft de rechterzijde
met ouberispelijken tact gezegd: „Welnu dan
word ik obstructionist, nu zal ik u althans be
letten, urn ons volk nog dieper te bederven.”
En daarop vervolgt de Stand.
„Men belet ons door vervalsching der stem
bus ons land en volk goed te doen. Het zij
zoo. Maar dan zullen wij u althans beletten,
dat ge ons volk nog erger kwaad berokkent.
„Obstructionist! Rustig afwachten, tot de
tegenpartij ten slotte zelve haar ergerend on
recht in belieft te zien en weg te nemen. Kalm
en gelaten den tegenstander woelen en gewor
den laten, wetende dat hij ten slotte toch voor
schakel moet zinken. Althans kwaad voorko
men, waar het goed doen u voorshands nog on
mogelijk wordt gemaakt. Obstructionist niet
in kwaden zin, maar met eere. Niet als een
dwingend kind, dat zijn zin wil doordrijven,
maar als man van kalmte, ernst, wetende wat
hooger verantwoordelijkheid eischen.
„En daarom aldus besluit het blad eere hinderpalen uit den weg te ruimen. Zij verko-
aan onze rechterzijde, die door haar pal staan zen dit echter niet en gaven de voorkeur aan
op het stuk van art. 194 getoond heeft, dat ze het bestaande. Beweren zij nu dat zij geen
niet mikt op oogenblikkelijk succes, maar rustig waarborg hadden tegen een onpartijdige en »oede
afwacht wat de toekomst zal baren. Met dit samenstelling der volgende wetgevende macht
obstructionisme gaan we van harte mee. We dan treft hen de doodende repliek dat zij zelven
houden er aan vast met on verzette] iike taai hoi I hnhhon oonioolit- 10.4
En ook al kon het gelukken ons met Juni een
pas twee drie achteruit te zetten, dit zwichten
zou slechts prikkel tot nieuwe veerkracht zijn.
We hebben het getij met ons. En ook zonder
na
ons
onze wenschen toch.”
In n°. 17 der Staatkundige brieven van mr.
S. van Houten wordt eveneens de houding der
anti-revolutionairen in :t oog gevat. Maar hier
luidt het oordeel wel zoo ongunstig mogelijk.
Hij had niet gedacht dat zij zoo laag zouden
zinken als bij het debat over het voorstel tot
wijziging van art. 194 der Grondwet is ge
schied. Zij draafden door, evenals de katho
lieken, op de tastbare onwaarheid, dat de over-
heidsschool een moderne secteschool zou zijn
en op de even tastbaar onjuiste leer volgens
welke, als de staat een inrichting maakt die
1 aan een deel des volks meer nut en voordeel
brengt dan aan een ander deel, dat minder
begunstigde deel recht heeft zich op staatskos
ten aan te schaffen wat de meer bevoorrechten
uit de staatsinrichting genieten.
Tegenover de meening, dat de staatsschool
een moderne secteschool zou zijn, stelt mr.
v. H. de vraag, of dan de honderden katholieke
onderwijzers belijders der moderne theologie
zijn of niet onder de protestantsche onderwijzers
een aantal orthodoxe en irenische en Gronin
gers worden gevonden Ten opzichte van de
tweede bewering, die recht op subsibie of res
titutie zou kunnen wettigen, vraagt de schrijver
of dan ook alle steden en dorpen recht hebben
op spoorwegen, omdat de staat er eenige ge
meenten door heeft verbondenof iedere ge
meente recht heeft op een universiteit, omdat
de staat er een drietal in ’t leven heeft geroe
pen. ’t Zou hem weinig moeite kosten deze
voorbeelden te vermenigvuldigen, maar een paar
is z. i. voldoende om te doen uitkomen „hoe
onhoudbaar de leer is, dat de x'oomschen aan
spraak hebben, hunne seminaria door den staat
te doen bekostigen, omdat de inrichtingen van
hooger onderwijs onbruikbaar zijn voor de vor
ming misschien juister gezegd voor de dres
suur hunner geestelijken dat dr. Kuyper
den staat met de kosten eener universiteit mag
bezwaren, omdat hij en de zijnen het geheele
onderwijs wenschen doordrongen te zien van
den geest van het calvinisme dat degenen,
die voor de speciale behoeften hunner kinderen,
of tor wille van calvinistische of roomsche pro
paganda bijzondere scholen m>"«i’*«-,
dering xouden krijgen tegen den staat, om de
voor dit doel aangewende kosten geheel of ten
deele voor zijn rekening te nemen.”
Subsidie en restitutie zouden gerechtvaardigd
zijn indien het onderwijzen der kinderen een
plicht was van den staat, niet van de ouders.
En juist niemand strijdt heftiger dan de cleri
calen tegen de leer dat het kind aan den staat
behoort en de staat dus ook zijn opvoeding moet
bekostigen. Maar ’t schijnt dat ook in de chris
tenwereld evenals bij de ouden de spreuk geldt
Virtus post nwnmos.
Daarna herinnert de heer Van Houten dat
een groot gedeelte der liberale leden zich be
reid toonden, de clericalen den weg vrij te
laten om hun zaak te bepleiten voor de komende
1' volksvertegenwoordiging en alle grondwettige
liinflnmolan nif* rlrvn rvnn- 4-n ^7.'-1_
zen dit echter niet en gaven de voorkeur aan
BEKENDMAKING.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
ALMA.
De Secretaris, J. W. BENNEWITZ.
revolutionaire partij
I woordelijkheid voor deze echijnvertooning met dat we ons zoo bijzonder inspannen, brengt,
zou moeten voortzetten, dan was op zulk een beslistheid afwerpt,” Niet minder beslist moet I korter of na langer dagen, de uitkomst
is hem daarbij als
iS®®3Ss®swa
3
I
i
t
1
I
iMscAofccucu woruon genouaen aue
alhier hun gewoon verblijf houdende, alsmede
h"'T"" I j„„-
1
1
1
1
i
1
I
5.
10.
15.
20.
n
j-
e
A
1, 2, 3, 4 en
6, 7, 8, 9
11,12,13,14
16, 17, 18, 19
gebracht
gemeenten ingesehre-
SNEEKER COURANT
SCHUTTER IJ.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek roepen bij
aeze op alle manspersonen, binnen deze gemeente woonachtig,
die op den 1 Januari 1886 hun 25e jaar waren ingetreden en
“RsMe'1 allen die geboren zijn in het jaar 1861 om zich voor
deu Schutterlijken dienst te doen inschreven, zullende daartoe
ier becretarie dezer gemeente worden gevaceerd-
t DONDERDAG 6 MEI 1886
smorgens van 9 tot 10 uur voor die van wijk
11 12
’smiddags 12 1 10,
Verder wordt ter kennis van belanghebbenden’
dat diegenen, welke vroeger in andere z--
ven, sedert de inschry ving van het vorige jaar, binnen' deze
gemeente zyn komen wonen, zich insgelijks op dien dag zulleu
moeten laten inschrijven in het register, loopende over een
der jaren 1852 tot en met 1860, waartoe ze volgens hun ouder
dom behooren;
dat een ieder, hetzy hij al of niet vermeent tot de vrij ge-
pllchMs uitgeslotenen te behooren, tot deze inschrijving ver-
i?_gez_etenen ?ï°rden gehouden alle Nederlanders
- iiuuuuuuc, mwwue alle vreemde
lingen, binnen deze gemeente woonachtig, welke hun voorne-
^en om zich binnen het rijk te vestigen zullen hebben aan
en dag gelegd, hetzij door een uitdrukkelijke verklaring, het
zij door het werkelijk overbrengen van den zetel van hun
vermogen of de hoofdmiddelen van hun bestaan
dat zy, die in meer dan eene gemeente hun gewoon verblijf
nouden of den zetel van hun vermogen hebben gevestigd, tot
r 1Hf®bryving verplicht zijn binnen die gemeente, alwaareene
dienstdoende schutterij aanwezig is;
dat de registers ter inschrijving tot den 1 Juni e. k. zijn ge-
en dat allen» die bevonden worden zich alsdan niet te
nebben doen inschrijven, volgens art. 9 der wet op de Schutte
rijen, door het Gemeentebestuur ambtshalve zullen worden in
geschreven en door den Schttersraad tot een geldboete worden
verwezen; terwijl zij bovendien zonder loting bij de Schutterij
zuilen worden ingelijfd, indien het zal blijken, dat er tijdens de
verziumde inschrijving, geene redenen tot uitsluiting of vrij
stelling te hunnen aanzien bestonden
dat eindelyk een ieder, die binnen deze gemeente niet gebo
ren is, wordt aangemaand, zich tijdig van eene geboorte-akte
ie voorzien, en zich alzoo van zijnen juisten ouderdom te ver
zekeren, ten einde de inschrijving naar behooren geschiede en
mj alzoo niet kome te vallen in de straf bij het aangehaalde
urt. 9 bepaald.
Sneek den 27 April 1886.