imMmwSHL
No. 47.
E E N-E N-V EER.TIGSTE J
1886,
O
a
3e
50,
oer
50.
ZATERDAG
13 .1 L >I,
DE VERKIEZINGEN.
io
F—
/V&/‘
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te lenden.
11
au
ea
ne
,d-
Qt,
>r-
let
:ib
00.
eur.
00,
12
4
i0.
nt
,n
.n
00,
Jü,
lo.
d:
ia
ën
eens geworden over
de schoolwet,
leerde ons
gehouden,
Dat de kerkelijke partijen in de Kamer met
haar zoogenaamde nonpossumus- of liever: non
ADVERTENT1KN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents
voor eiken regel meer 7’/i Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bjj den
Uitgever.
NON POSSUMUS NON VOLUMUS.
Toen in April 1872 de grondlegging van Ne
derlands vrijheid werd herdacht, was er een
partij in den lande die weigerde het feest mede
vieren, ’t Waren de Roomsch-Katholieken. Zij
stelden toen hun non possumus tegenover den
algemeenen jubel. Men herinnert zich wellicht
nog Schimmel’s schoon gedicht „Aan mijn va
derland”, ’t welk van innige en vurige vader
landsliefde blaakte.
aldus gaf hij hun taal weder,
Maar het antwoord bleef niet uit. De stem
van den onvervalschten afstammeling van den
watergeus klonk
En daarop deed Schimmel een beroep op
de vroeden en vromen in de gelederen dergenen
die weigerden mede feest te vieren. Hij riep
hun toe
terwijl hij eindigde met den vurigen groet
De strijd, in 1872 gevoerd, kwam ons, zegt
de Zw. Cl.waaraan we dit overzicht ontleenen,
in de gedachte nu het nonpossumus wij kun
nen niet op nieuw de leuze is geworden.
Toen stonden de Roomsch Katholieken alleen,
thans trekken hun heftigste bestrjjders van vroe
ger met hen éen lijn, maar weder is het, als
toen, w(j kunnen niet.
In de woorden zelf ligt iets dat ontzag kan
wekken. Wij denken aan de verklaring van
Luther: „Hier sta ik, God helpe mij, ik kan
niet anders,” en al wijkt een meening van de
onze af, wij eerbiedigen iedere eerlijke overtui
ging. De houding der Roomsch-Katholieken in
1872 mocht men betreuren, men gevoelde dat
op den bodem des harten iets lag, waartegen
niet te redeneeren viel.
Waarom boezemt het non possumus van heden
dien eerbied, dat ontzag niet in P Waarom
aarzelen wij nu niet het te bestrijden
De strijd over de school dagteekent reeds van
jaren her. Dank zij den invloed der liberalen
is in 1848 voor het bijzonder onder wijs alle
mogelijke vrijheid verkregen dank zij Thorbec-
ke en zijn garde mogen de Roomsch Katholie
ken in Nederland zich in algeheele vrijheid ver
heugen. In het Wageningsch Weekblad werd
er nog onlangs den liberalen een verwijt van ge
maakt dat, dank zij hun tusschenkomst, de
Roomschen hun tegenwoordigen invloed hebben
bekomen. Jaren lang bleven dan ook de Ka
tholieken de liberalen trouw. Zoolang de poli
tiek der vrijzinnigen strookte met hun belangen,
kon men op hun steun rekenen.
De samenwerking werd evenwel verzwakt
toen het liberale program meer en meer in vervul
ling kwam en het beginsel van vrijheid, van zelf
standigheid, vooruitgang op elk gebied, in wetsont
werpen belichaamd, tot het volk doordrong. Dat
beginsel strookte niet met de meening der Kerk-, de
band werd al losser en losser, om eindelijk ge
heel ontknoopt te wordende vrienden van
voorheen staan thans tegenover elkander. Dat
een lezing van art 194
Dat zulks moeite heeft gekost
dr. Schaepman in zijn rede, te Breda
waar hij, natuurlijk zonder den sluier
op. te lichten, «uu vu audci vei telde over
GG WOrdlügSgGSCJllGCléüls Ixvo «...uudvniuuin
En dat het moeite kostte de verbondenen bijeen
te houden, is gebleken in het debat, gebleken
vooral toen de hh. Van Baer en Brouwers
twee Roomsch Katholieken den heer Mackay
verplichtten een kleine concessie terug te nemen,
die hij had willen doen. Van een belichaming
der conscientiekreet, zoo vele jaren aangeheven,
was geen sprake. De Standaard was ontevreden
en het Wag. Weekbl. hield stijf en sterk vol,
dat de anti revolutionairen het hoofd hadden
gebogen voor de katholieken; de Roeper, een
calvinistisch orgaan van onverdacht gehalte
liet zich in nog krasser termen uit en sprak
van het eerstgeboorterecht, dat voor een schotel
linzen was verkocht. De heer De Savornin
Lohman verklaarde, nadat de minister Heems
kerk de verplichte schoolgeldheffing uit zijn
ajuendement had gelicht, dat het nu bepaald
onaannemelijk was geworden het was het
dus vroeger niet de heer Schaepman be
antwoordde te Breda de vraag, waarom hij en
zijn vrienden zich niet vereenigd hadden met
het voorstel-Heemskerkdat, zoolang men kans
had het meerdere te verkrijgen, het mindere
achter moest staan. Zeer verstandige woorden
inderdaad, maar waar blijft hier de op de
spits gedreven gewetensdwang Een principieel
bezwaar tegen Heemskerk’s voorstel bestond
niet, dat leeren ons de woorden, door de beide
kampioenen der rechterzijde uitgesprokenhet
was een loven en biedeneen poging om iets
meer te krijgen door wat langer zijn streng
vast te houdeneen geschipper, geen beginsel
strijd. Past hier het non possumus, het fiere
woordwy kunnen niet Past bier de verze
kering van den heer Do Savornin Lohman, dat
gesteld de natie beslist gelijk de liberale
partij meent dat geschieden moet de burger
krijg zal voortduren, niettegenstaande hij ons
land bederft en verwoest Neen, het is louter
een wij willen niet, dat u uit die overleggin-
aan den strijd over het onderwijs.
Het woord, in het manifest der Liberale Unie
uitgesproken„Blijkbaar was het er hun
(de° verbonden anti-liberale groepen) om te doen
het politieke wapen, waartoe de onderwijsquaestie
met de grootste overdrijving en met behulp van
de meest scheeve voorstellingen sinds jaren ge
bruikt wordt, niet te verliezen”, is werkelijk
moeilijk anders te spreken, als men ziet hoe
mannen als De Savornin Lobman en De Geer
van Jutphaas het aanbod weigeren, door de hh.
De Beaufort c. s. gedaan, een aanbod dat ge
heel overeenstemt met hetgeen zij zelf in 1884
in het Grondwetsrapport aan den Koning voor
stelden. De slotwoorden toch in hun advies
luidden„Het is om die redenen, dat onder-
geteekenden Uwe Majesteit eerbiedig adviseeren
art. 194 in dien zin te wijzigen, dat de vrijheid
van het geven van onderwijs gewaarborgd blijye
en dat de regeling van het openbaar onderwijs,
zonder eenige beperking, aan den gewonen wet
gever wórde overgelaten.” In 1884 was dit
hun wensch. Nu in 1886 die wensch, dank
zij het voorstel van de heeren De Beaufort c. s.,
kon worden verwezenlijkt, en daarbij tevens de
deur werd geopend voor de zoo lang verwachte
en noodige hervormingen, weigeren zij mede te
werken.
roZwmus-politiek hoog spel speelden en daarvan
ook ten volle overtuigd waren, bleek uit da
verklaring van het hoofd der anti-revolutionai-
ren„wij mogen den strijd niet opgeven, of
schoon die, wii m£t andere
woorden zeggenals wij niet in alle opzichten
ons zin krijgen, dan in Godsnaam de boel maar
onderste bovenDie eisch durfde men reeds
stellen toen de vereenigde kerkelijke partijen
zelfs nog niet eens de meerderheid hadden;
datw(j willen nietdurfde men wel niet
openlijk uitsprekenmaar toch in toepassing
brengen, op het oogenblik, toen een welbegrepen
vaderlandsliefde meer dan ooit eene welwillen
de samenwerking vorderde om het gewichtige
werk der grondwetsherziening een dringende
eisch des tijds tot een goed einde te brengen.
Inderdaad, de wijze waarop en de omstan
digheden waaronder de kerkelijke partijen de
politieke werkstaking provoceerden, levert wel
een treurig bewijs van den overmoed der cle-
ricalen, diezonder zich te bekreunen om de
teekenen des tijds, die met den dag luider en
dringender politieke hervormingen eischen
hunne partijbelangen bleven stellen boven het
algemeen belang en hunne kerkelijke aspiraties
boven het welzijn van den staat, ja daaraan zelfs
de toekomst van ons vaderland durven wagen
Arm Nederland als het dien weg op moet
Arm Nederland 1 als het werkelijk eens aan de
clericalen gelukte de macht in handen te krij
gen, om onze vrijzinnige staatsinstellingen te
ondermijnen wat niet lang zou uitblijven
en den staat dienaar te maken van de kerk.
Want de suprematie der kerk is en blijft
toch het einddoel der clericalen.
Maar gelukkig is het zoover nog niet.
Nóg hopen wij dat het gezond verstand der
kiezers ons voor die nationale ramp zal bewa
ren nog hopen wij dat dit eerste proefje van
clericale overmoed eene tijdige waarschuwing
voor velen zal zijn geweest om het niet tot een
tweede te laten komen. Dat dan allen die onze
vrijzinnige staatsinstellingen lief hebben, door
drongen van den ernst der tijden en gedachtig
aan de grqote belangen, welke .voor de toekomst
yan ons vaderland op het spel staan, zich krach
tig aaneensluiten en thans talrijker dan ooit op
11UU pusu zjyu, viu vp lu --
nigden aanval der clericalen af te slaan met
een even fier als krachtig Non possumus
Non volumus
Mogen ook de kiezers in ons hoofdkiesdistriot
daartoe weer krachtig meê werkendoor op
nieuw, met flinke meerderheid, hun mandaat
op te dragen aan de heeren
Air. S* WIJ HIL5GA,
Al.. BÜMA,
13. II. helut.
DE BETEEKENIS VAN DEN VERKIE
ZINGSSTRIJD
is de titel van een vlugschrift, dat mr. H. Goe
man Borgesius het licht heeft doen zien. Het
bevat een volledig overzicht van het langdurig
debat, dat in de Tweede Kamer werd gevoerd
óver de voorstellen tot wijziging van art. 194.
Uit tal van citaten licht de schr. de houding
toe van rechter- en linkerzijde, om duidelijk te
maken, hoe het aanvankelijk den schijn had, dat
de partijen ten slotte wel tot overeenstemming
zouden geraken, tot onverwachts de volte-face
werd gemaakt, het aanbod der liberalen van de
hand gewezen en door de oorlogsleus van het
non possumus de grondwets-herziening onmoge
lijk gemaakt.
kon moeilijk anders en ijdel is het pogingen te
doen om hierin wijziging te brengen. Wat niet
bij elkander behoort, trachte men niet door
kunstmiddelen bijeen te houden.
Naast de Roomsch-Katholieken en de anti
revolutionairen stonden in de Tweede Kamer
een tweetal conservatieve leden. Hoe zij het
met hun staatkundige beginselen overeen kon
den brengen de partij der kerkdijken te kiezen,
is moeilijk te begrijpen.
Wij zeiden: der kerkdijken, en gebruik
ten daar een uitdrukking, wier gepastheid door
de aanhangers dier partijen steeds wordt ontkend.
Zij beweren geen clericalen te zijn. Toch moe
ten zij het ons ten goede houden dat wij dien
naam bezigen, want zoowel nu als vroeger is
steeds het wapen, dat de dogmatiek aanbiedt,
tegen de liberalen gekeerd. Waar de vrijzin
nigen ieder vrij laten God te dienen naar zijn
overtuiging, en het dogma van het staatsgebied
verwijderd houden, daar krijt de anti-revolutio-
nair en zijn partijgenoot verdraagzaamheid voor
onverschilligheid uit, daar stelt hij de overtui
ging der liberalen tegenover „de belijdenis des
Heeren.” Geheele kolommen zouden gevuld
kunnen worden met soortgelijke verwjjteu, in
den regel in zeer scherpen toon en bitse woor
denkeus saamgevat. Wij doen enkele grepen
uit een paar anti-liberale bladen.
Men zou niet zeggen dat het hier een staot-
kundigen strijd gold
Maar laat ons voet bij stuk houden ,en ons
niet verliezen in beschouwingen over kerkelijke
motieven in den tegenwoordigen strijd. Gelukkig
dat, hetgeen aanleiding gegeven heeft tot de
bestaande crisis, duidelijk het werkelijk streven
aan den dag doet komen.
De vereenigde rechterzijde was het eindelijk
wi:i:ki;k oi baat
raws- hi mmiwHiD took de
it*
6
ildfl,
;um,
•ma)
te
V
h|
I
.00
jn
Gij vraagt ons mee uw feest te vieren I
Wjj kunnen niet, wij willen niet!
Want wat gij tooit met uw laurisren,
Dat ia het onrecht, ons geschied.
Gij wilt op *t feest ons welkom heeten
Ons mêe doen deelen in uw leus:
Maar wij, wij zjjn nog niets vergeten,
Wij gruwen van uw Watergeus.
Hoe durft kü u vermeten
Een schimp op onzen strjjd,
Waardoor dit nooit vergeten I
Gjj vrije burgers zijt
Waardoor gij, zonder vreezen
Voor straffe of bloedplakkaat.
Wat ons bet liefst moet wezen
Kunt vlekken met uw smaad!
Den bril afgelegd der verstorven geslachten
Staart stout in het rond, van traditlën vrij
Ot anders de stroom der moderne gedachten
Vaart over uw hoofden of stuwt u ter zij
Gegroet, Republiek der Vereenigde Landen,
Die ’t eerst de banier der geloofsvrijheid hief’
Wy voelen het harte in ons binnenste branden,
Wij hebben in u onze Vaderen lief!
De anti-revolutionairon, in -i-üd ««.«a»
het non possumus doen hooren, hebben zich steeds
tegen het liberalisme verzet. In het „Program”
vindt men hun politieke overtuiging nedergelegd.
Wij kunnen moeilijk de daarin uitgedrukte be
grippen hier alle herinneren. Het best zijn zij
saam te vatten in de woorden van een hunner
aanvoerders, mr. De Savornin Lohman. In zijn
brochure, verschenen in 1883 en getiteld „Wat
wil de anti-revolutionaire partij P” zegt hij o. a.
„Over de toepassing der goddelijke wet moge
vaak verschil van gevoelen bestaanwat recht
is moge soms twijfelachtig kunnen zijn, en ter
beslissing overgelaten moeten worden aan een
meerderheidmaar dat er een goddelijke
wet is, die alle partijen onvoorwaardelijk bindt,
daarover bestaat bij den anti revolutionair geen
twijfel. Bij zijn tegenstander wèl,” en verder:
„Dit is de regel van de anti-revolutionaire partij
Verzet tegen de overheid, om des gewetenswflle
en al moet men er om lijden. Maar ook
dat predikte Paulus toen hij stond onder een
niet goedgezinde overheid gehoorzaamheid
om des gewetenswille. Verzet, het koste wat
het wil, tegen een volksschool, waarin het ver
boden is te leeren of te spreken in den naam
van den Heer Jezus. Maar ook ouder werping
zoolang de overheid, zij het ook ten koste van
zeer groote opofferingen, nog een weg open laat
om, zonder gewetensverkrachting, een volksschool
in het leven te roepen.” Wij laten de juistheid
der hier neergelegde verklaringen voor hetgeen
zij iswij constateeren slechts.
De vraag is ea blijft: Mag, zal het in 1886 ten tweede male
gebeuren dat in het christelijk Nederland, bij grondwetsherzie
ning, het christelijk deel der natie (als waren ze bastaardzonen)
van rechtsgelijkheid wordt beroofd.
Do vraag is thans; Vóór de Goddelijke Ordonnanties en tegen
de revolutie.
Neen, neen, Nederland is eenmaal een gedoopt land, en
Christelijk zal het bljjven. r
Het is zelfs voor den minder ontwikkelde duidelijk geworden
dat de vraag, die aan de stembus beantwoord wordt, eigeribyX?’-
luidt; Vóór of tegen Christus? Vóór of tegen het voortbestaan
des Christendoms op vaderlandschen bodem