FBI IflllMS- Eï IIIIKHinTil BI.ill TOOK M 1 1886, E E N“E N-V EERTIGSTE JAJLRGANG. No. 53. STOOM-MEELFABR!E\. Secretaris. UIT DE PERS. 1. 2. 3. X1' r. BEKENDMAKING. De BURGEMEESTER der gemeente Sneek 1885. 5. Een schrijven van den heer Commissaris des Konings, in zake de oprichting eener schiet baan voor de dd. Schutterij. i r BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, brengen, ter voldoening aan art. 8 der wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad nu. 95) ter algemeene kennis, dat zij vergunning hebben verleend aan de firma N. J. Wouda alhitr en hare rechtverkrijgenden, tot het op richten van een Stoom-meelfabriek, in het ge bouw, kadastraal bekend gemeente Sneek, Sec tie B n°. 2135, gelegen aan het Achterom. Sneek den 2 Juli 1886. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. J. W. BENNEWITZ, Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post f 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. op Zaterdag 3 Juli 1886, ’s namidd. te 7 uur. Punten van behandeling: Resumtie der notulen. Mededeeling van ingekomen stukken enz. Benoeming van een onderwijzer aan School no. 3. 4. Aanbieding der gemeente-rekening, dienst De BURGEMEESTER der gemeente Sneek brengt ter openbare kennis, dat het Kohier der Personeele Belasting no. 1, dienst 1886/87, dezer gemeente aan den Heer Ontvanger der Directe Belastingen ter invordering is ter hand gesteld, en dat ieder verplicht is zijnen aanslag, op den bij de wet bepaalden voet, te voldoen. Sneek den 30 Juni 1886. De Burgemeester voornoemd. ALMA. Het Wag. Weekbl. geeft nog een enkel woord over den uitslag der verkiezingen. „Op kibbe larijen tusschen de bladen der verschillende partijen gaan wij niet in, schrijft het blad. De pot verwijt den ketel dat hij zwart is. Vrome praatjes beteekenen in deze niets. Wanneer bijv, de Stand, beweert„Onder de liberalistische kiezers zijn de vloekers, dronkaards, bordeel houders, met heel de bent van Jan Rap en zijn spotténden maat”, en dat het door dgrzulkeu hulp is, dat die partij in de kamer meesteresse dan hangt ze zelve op onwaardige an deren over hunne onbehoorlijkheden terecht te zetten. Immers weet ieder, die bezuiden den Moerdijk geen vreemdeling is, hoe het daar onder de roomsche kiezers gesteld is. De kerk wordt niet verzuimdwat Heer-oom zegt is een evangelie. Maar heeft men zijn „plicht” ge daan, dan brengt men ’t overig deel van den Zon- of feestdag in de sociëteit of herberg door. Of wil de Stand, er de roomschen buiten laten doelt ze alleen op haar speciale aanhangers, i zou ze wijzer gedaan hebben de bo- UITSLAG DER HERSTEMMINGEN. Te Zuidhorn is gekozen de heer Mr. E, J. J. B. Cremers l., aftredend lid, met 675 stemmen. Op den heer Huber, a. en c. waren 400 stem men uitgebracht. Bij de eerste stemming ver wierf mr. Cremers 497, mr. Huber 283 en de heer Feringa 230 stemmen. In Haarlemmermeer werd gekozen de heer Mr. F. J. M. A. Reekers k., aft. lid, met 845 stemmen. Op den heer Bultman l. waren, 685 stemmen uitgebracht. Bij de eerste stemming verkreeg Reekers 698, Bultman 547, Hovy 190. Te Leiden zijn gekozen de hh. O. Baron Van Wassenaer Catwijk a. met 1898 en Mr. J. P. Smeele, k. met 1515 stemmen. Op de candidaten der liberalen, de hh. Van Stirum en Rinkes Borger, werden 1338 en 1068 stemmen uitgebracht. Bij de eerste stemming verwierf de heer Wassenaer, 920, de heer Smeele, 1014 en de hh. Van Stirum en Borger respectievelijk 1041 en 952 stemmen. Te Goes werden gekozen de heeren jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman a. met 1431 en A. baron Schimmelpenninck van der Oye a. met 1439 stemmen. De liberale candidaten, de hh. Pompe en Bybau, verkregen 1067 en 962. Bij de eerste stemming waren op de candi daten der liberalen uitgebracht 921 en 841 stemmen. Op die der anti-revolutionairen 867 en 835, terwijl aan den candidaat der katholieken 829 hun stem hadden gegeven. In deze dagen van socialisten-rumoer acht de Arnh. Ct. het niet overbodig te waarschuwen tegen een ernstig gevaar. Er doen zich toch teekenen voor van reactie, van terugkeer tot BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek brengen ter openbare kennis, dat de Commissie uit het plaatselijk bestuur, bedoeld bij art. 15 der Wet op de Schutterijen, dit jaar hare tweede zitting zal houden in het Gemeentehuis alhier op Woensdag den 14 Juli aanstaande, des voormiddags ten 11 ure, tot onderzoek van alle reclames, door de ingeschre vene en geloot hebbende personen van dit jaar, en door de reeds vroeger ingelijfden ingebracht, alsmede tot onderzoek van hen, die, bij num- inerverwisseling voor anderen verlangen op te treden. De belanghebbenden worden gewaarschuwd om alsdan op te komen, vermits zij anders zullen gehouden worden, geene redenen tot vrijstelling te hebben, en, voor zooverre zij dienstplichtige nummers getrokken hebben en niet vallen in de termen van art. 3 der wet, van den 11 April 1827, sub letter a, b, c, 1 en m bij de Schut terij zullen worden ingelijfd, blijvende het hun evenwel vrij, om hunne redenen tot vrijstelling in een volgend jaar te doen gelden. Sneek den 25 Juni 1886. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. DE JONGH, L.-Secretaris. verouderde en veroordeelde regeeringsbeginselen bij de tnachthebbenden in Nederland Men mag die verklaren uit den besmettenden invloed van enkele onzer naburen, uit de nevelen, door de verwarring tusschen kerk en staat, geloofszaken en politiek, onzienlijke dingen en materieele be langen gebaard, waarin de waarlijk vrijzinnige en vrijgevige beginselen meer en meer bedekt en verduisterd zijn geraakt. Daarom echter mag de reactie niet worden goedgekeurd noch ver goelijkt of door de vingers gezien het blijft de plicht van hen, die de vlag van het liberalisme in alle omstandigheden willen omhoog houden, er op te wijzen en er tegen te waarschuwen, Vooral over de houding door de Nederland- sche regeering tegen de sociaal-democrateu aan genomen, merkt de Arnh. Ct. sporen van re actie. Het onthouden der erkenning als rechts persoon aan den Sociaal-demoeratischen bond op motieven, die bij andere vereenigingen tegen de erkenning geen bezwaar hebben opgeleverd, het ontbinden van openbare vergaderingen door po- lietiecommissarissen op gronden, die misschien door de rekbare bewoordingen der wet van 1855 kunnen gedekt worden, maar toch moeilijk overeen te brengen zijn met haren geest, het vervolgen van drukpersdelicten met al de be denkei jjke gevolgen van dien het zijn alle feiten, waaruit kan worden afgeleid dat de Ne- derlandsche regeering een bepaalden kruistocht tegen de sociaal democratische dwalingen onder nomen heeft, dat zij hen nu wel niet geheel en al stelt buiten de wet, maar hun toch niet dan schoorvoetend en mondjesmaat de vrijheid van woord en meening toemeet, waarop in ons vrij gevochten land iedereen recht heeft. Die partijdigheid keurt de A. C. af. Niet uit sympathie met de leerstellingen der sociaal democraten natuurlijk en nog minder uit belang stelling voor de volksleiders, die hun onnoozele aanhangers met machtspreuken en onwaarheden om den tuin leiden en in hun eigen verderf voeren. Maar wel, omdat strijd verzet wekt, omdat repressie, schoon met de beste bedoelin gen en het strengste recht aan haar zijde, ten allen tijde wel schuldigen heeft gestraft, maar nog meer onschuldigen heeft doen lijden. De Nederlandsche sociaal-democrateu maken een zey ruim gebruik, zelfs misbruik, van de vrij heid van spreken en schrijven, maar een "ver standige regeering, die zich krachtig gevoelt, zal de grenzen van het geoorloofde zoo ruim mo gelijk nemen en vertrouwen dat juist in de vrijheid de grootste waarborg tegen het misbruik van de vrijheid gelegen is. Ter ondersteuning van haar meening wijst de A. C. daarbij op ’t geen in 1872 in Den Haag is geschied, toen het congres der Internationale daar bijeen kwam. Sommigen drongen aan op verbod en voorzorgsmaatregelen, maar de minis ter van justitie, de heer De Vries, weerstond allen aandrang. Het congres beraadslaagde in volle vrijheid en het praatte zich dood. Zoodra de gemeenschappelijke band van het verzet tegen hatelijke bestuursmaatregelen ont brak, raakten de leden aan ’t harrewarren en feitelijk is de Internationale, die vreeswekkende i werd, vereeniging, in Den Haag overleden aan j wijze den vrome uit en verbeurt het recht de Nederlandsche vrijheid. i Het gevaarlijkst verschijnsel van reactie is de vervolging tegen den heer Van de Stadt. De man verkondigde in een vergadering van sociaal-democraten de onzinnige theorie, dat het volk de een of andere wet niet behoefde te eerbiedigen, omdat het die wet niet zelf had gemaakt, en schijnt nu voor deze dwaasheid, die eigenlijk een, in een onkundige verschoonbare staatsrechtelijke ketterij is, te moeten terecht- ea doelt staan, als hebbend „boosaardiglijk en openbaar Q^k dan VERGADERING van den Gemeenteraad van Sneek, venaangehaalde woorden in de pen te houden. Onder de Kuyperianen en hun nasleep zijn ook tal van schurftige schapen. En of ze dan al wat minder in de kroeg komen en Gods naam niet misbruiken, wanneer ze niettemin andere ongerechtigheden doen en daarbij de huik naar den wind hangen, dan achten we ze geen haar beter dan de openbare vloekers en dronkaards, gesteld dat men deze vergeefs onder de volge lingen van de Stand, zoekt.” „Maar, gelijk wij zeiden, aldus vervolgt het blad en wij denken hier onwillekeurig aan Haspelstok’s woorden in de „Kiesvereeniging van Stellendijk”: „Ik vind dat er nog al veel is dat hij niet zeggen wil, maar hij zei het toch maar” we zullen ons met deze zaken niet inlaten. We willen op wat anders wijzen. De Stand, weet de nederlaag te Zutfenaande partij van ds. Van Dijk te Doetinchem. En als haar nu wordt medegedeeld hoever ze in deze de plank missloeg, dan zegt ze zeer laco- nisch„Het is ons goed deze zekerheid te heb ben uitgelokt.” De Banier ergert zich aan dat antwoord en zegt „Is zoo iets niet gruwelijk „Op die wijze mag men allerlei verdachtma kingen en lasteringen uitstrooien. „Hoe zou de Standaard het noemen, als een der liberale bladen eens het bericht verspreidde: „De Redactie van de Standaard ontvangt jaar lijks een vaste som uit een zekere roomsche kas om daarvoor Rome zooveel mogelijk in de hand te werken.” En als dan dat zelfde blad, als dit bericht van allerlei bevoegde zijde was te gengesproken, op hoogen toon ging verklaren „De Redactie van de Standaard ontvangt geen vaste som uit een zekere roomsche kas. Het is goed, deze zekerheid te hebben uitgelokt.” Wij zouden geen oogenblik aarzelen zulk een handelwijze jezuietlsch te noemen.” Waarlijk, het is geen wonder, dat vele ge- loovigen zich van de Stand, losmaken, daar za van zulke praktijken gruwen. We verdenken de redactie van dit blad niet van schijnheiligheid, maar dat ze door aldus voor te gaan, die zonde in de hand werkt, kan moeilijk tegengesproken worden.” ADVERTBNT1ÊN van 1 tot 4 regels,gewone letter, 40 Cents voor eiken regel meer 7 */a Cents. Bij abonnement is de prijs be- 1 an gr ijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. op welke wijze ook, of door welk middel, de verbindende kracht der wetten aangerand,” ge lijk art. 3 der wet van 1 Juni 1830 (Stbl. no. 15) het noemt. „Dit bericht heeft ons een oogenblik versteld doen staan,” schrijft het blad. „Hoe om dezen, nauwelijks een schouderophalens waardigen uit val van een onkundige wordt een vergeten wet opgerakeld, een gelegenheids wet, gemaakt met het doel om het lands vaderlijk bestuur van on zen eersten Koning krachtiger te maken tegen de opruiers en onruststokers in de zuidelijke provinciën van het toenmalig koninkrijk der Nederlanden! Een wet, wat meer is, reeds door een andere in het Staatsblad opgenomen wet tegen 1 September 1886 uitdrukkelijk buiten werking gesteld, als strijdig met geest en letter van het nieuwe strafwetboek, dat het in 1830 nog strafbaar gesteld feit aanranding van de verbindende kracht der wetten niet als delict kent. Is het om voor het allerlaatst de Nederlandsche natie nog eens te laten gevoelen van welke onzinnige, bekrompen wetten het nieuwe, op milde beginselen gebouwd strafwet boek haar heeft verlost Dan had men de demonstratie met meer overleg en minder gevaar elders kunnen doen.” Ten slotte doet het blad uitkomen, dat men bij overtredingen van mond of pen niet naar de boosaardigheid of de bedoeling moet zoeken om de strafbaarheid te beoordeelen, maar naar de gevolgen. Een Belg, die op een openbaar feest „Leve de republiek” had geroepen, werd door d.n Belgischen rechter vrijgesproken, omdat hij in de kreet alleen een uiting zag van ’smans politieke overtuiging, die, zoolang zij op zichzelf bleef staan en geen aanleiding tot rustverstoring gaf, voor anderen en voor de politie een onver schillige zaak was. Zoo behoort het ook te zijn. „Men late aldus besluit de A. C. haar be langrijk artikel den sociaal-democraten daarom gerust hunne betuigingen van aanhankelijkheid, hunne afkeuring van bestaande instellingen, hunne wonderlijke denkbeelden omtrent de ver bindbaarheid der wetten uitgalmen; zij hebben het recht van vrije meening, dus van dwaling, en men kan van hen geen betere manieren verwachten dan waarmede opvoeding, voorbeeld i of berekening hen hebben begiftigd. Maar fei- telijk verzet t^gen de gestelde machten, feitelijke verstoring der orde moeten krachtig worden l tegengegaan en gestraft, niet om het weinig sympathetische van de bedrijvers, maar omdat de vrijheid en veiligheid van de rustige burgers wordt aangerand.” OBEKB» C9URA1 ti ii i ni: i uimiiiiiiiiii'.'i fl u sutk. warn I 0 /I r i 9

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1886 | | pagina 1