1 IM111E EinWiWmffl SIBL Mil IT X- ET IDTEilTEfflHEll) M DE n» No- 74. E E N-E N-V EERTIQST E 1886. Tl! c 1,20 visch .10 dat met ronde woorden is verklaard, dat dit oproer zeker niet zou zijn uitgebarsten, als de politie i van eden Alle brieven in te zenden. eko* [e in 353 ADVERTEXT1ÈX voor eiken regel langrijk lager. Uitgever. nden jwak zeer gden de maal reen* ont* medei De ge* aueu staat idei'9 liet uilen ïieu* ■elgie giscli i van* ivoer .50 a keur 10. 18.50 iJ den Nederlandschen Rijnspoorweg het toe conversie van in de termen vallen. voorgelicht Maandblad en van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents meer 7 */j Cents. Bij abonnement is de prijs be* Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den A.M. Sept. '9/u l‘l2 1 andere competente vakmannen, een te wel ge vestigd oordeel over zijn eigen bieren zoude hebben dan dat men belang zou stellen in het geen in andere landen daartegen werd gesproken, veel minder zijn oordeel daarnaar zou wijzigen. In de tweede plaats blijkt voor eenieder,die niet gewend is om de zaken uit haar verband te rukken, uit den geheelen schertsenden toon, Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS, Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave ol redactie betreffende, franco worden de hooge rangen samengesteld ter wijl het tevens herinnert dat de telegrafisten i 3e kllasse als hulppersoneel moeten worden be schouwd. Wil men, ten koste van het gehalte van het personeel, bezuinigen, dun is de weg aange wezen. Door den cursus op te heffen, beperkt men van zelf het getal telegrafisten der tweede klasse. Men heeft dan verder den dienst van het hulppersoneel slechts uit te breiden en het doel is bereikt. Maar de vraag is of op deze wijze het open baar belang zal worden bevorderd. Juist dezer dagen verscheen in het licht een werk van den heer A. Kruyt, commies bij het departement van waterstaat: „Handleiding voor den administratie ven dienst der rijkstelegraaf.” In de inleiding tot dat werk wordt gezegd„Wat echter de toekomst van de Nederl. rijkstelegraaf zij, met grond mag worden aangenomen, dat zij haren goeden naam zoowel in het binnen- als in het buitenland zal handhaven, zoolang voor de toelating tot dezen tak van dienst dezelfde mate van ontwikkeling en kennis blijft gevorderd, als de thans nog geldende voorwaarden aanwijzen. Dan, maar ook dan alleen kan een kern van bekwame en degelijke ambtenaren bewaard blijven, aan wie het publiek zijn telegrafische belangen veilig zal kunnen toe vertrouwen.” Dit werk is uitgegeven met goedkeuring van den minister van waterstaat. Men mag dus aannemen, dat de minister van den inhoud heeft kennis genomen. Stemt hij in met de hier aangehaalde woorden van den heer Kruyt, hoe kan hij dan, vraagt het blad, de verantwoorde lijkheid aanvaarden voor den daarmede strljdigen maatregel, door het hoofdbestuur der rijkstele graaf voorbereid Bij alle takken van dienst zijn steeds aan de ambtenaren hoogere eischen van ontwikkeling gesteld. En niets natuurlijker dan dit. Aan de ambtenaren worden gewichtige belangen tcevertrouwd en alleen in bekwame handen zijn die belangen veilig. Dit geldt in het algemeen voor allen op wie de openbare dienst rust en het geldt niet het minst voor den telegraafamb tenaar, die met zoo velerlei belangen, van den staat en van het publiek, in aanraking komt, en op wiens nauwgezetheid, kennis en oordeel men zich moet kunnen verlaten. Om eenige duizenden guldens uit te sparee, zich te willen behelpen met een personeel amb tenaren van lager gehalte, is zoo luidt het slotwoord wei het ongelukkigste denkbeeld, dat ooit bij de regeering kon opkomen. Aan het slot van een artikel over de nieuwe veranderingen op het venten van gedrukte stukken, te Amsterdam in ’t leven geroepen na de onlangs daar voorgevallen onlusten, schrijft de Amst „Over die onlusten en over de wijze waarop zij gedempt zijn geworden, is in den raad geen woord gevallen. De houdiug van de autoriteiten is goed- noch afgekeurd. Geen enkel raadslid heeft inlichtingen gevraagd, geen hunner ook op een onderzoek aangedrongen. Dit is zeer bevreemdend. In het buitenland komen rustverstoringen, als waarvan wij hier onlangs getuigen waren, niet voor, of er volgt zoo spoedig mogelijk een onderzoek, waarvan de resultaten publiek worden gemaakt. En al ware dat niet het geval, de omstandigheden, waaronder dit oproer is uitgebroken, eischen er een helder licht opga over de aanleiding tot en de oorzaak er van. Nu eenmaal in de Werkmansbode, het orgaan van den heer Heldt, De Parijsche correspondent van de Haarl. Cour., die onlangs eenige min vriendelijke woor den schreef over de qualiteit van het bier, dat uit Amsterdam naar Parijs wordt gezonden, en omdat hij geen namen noemde door dr. Van Hamel Roos in zijn Maandblad onder handen werd genomen, antwoordt thans. Hij schrijft „De reden waarom ik niet meer van de zaak zeide is zeer eenvoudig en, dunkt mij, afdoende: Ik meende, dat men in Nederland, - door de redactie van bedoeld Mc met meer tact ware opgetreden, is het van het hoogste gewicht, dat zulk een ernstige bewering afdoende worde weerlegd. De burgerij heeft recht te weten of zulk een weerlegging door dé feiten gegeven kan worden De raad is niet verantwoord met zulk een afgrijselijke geschiedenis dood te zwijgen. Wan neer te eeniger tijd dergeiijke toonoelen zich mochten herhalen, moet de gemeenteraad zich bewust zijn, dat geen enkel verzuim hem mede aansprakelijk maakt voor zoo droevige rampen. Blijft de raad in gebreke zich van deze plicht te kwijten, dan kan de volksvertegenwoordiging tot zulk een onderzoek het initiatief doen nemen, en de heer Heldt zal in dat geval, naar wij mogen verwachten, zich op zijn post bevinden. Doch beter ware het o. i. dat de gemeenteraad zelf, die de Amsterdamsche burgerij, welke het in de eerste plaats aangaat, vertegenwoordigt, duidelijk toonde hoe het hem om licht te doen is, waar het duister wantrouwen en verdenking kweekt. Wij beleven een moeilijken tijd aan het karakter van dien tijd moet de zorg en nauwgezetheid der bestuurslichamen geëvenre- digd zijn.” Te Tessel is de roerpen aangespoeld van de vermiste blazer 2’ X 84. Aan het vergaan der schuit valt dus niet meer te twijfelen. De beide opvarenden laten twee weduwen met acht kinde ren in hoogst benarde omstandigheden achter. In den nacht van Zaterdag op Zondag is in de Buitensocieteit te Arnhem ingebroken en de fooienbus der bedienden, welke ruim f 100 be vatte, gestolen. Daar des Zaterdags avonds altijd nog laat bezoekers zijn, en ook nu de laatste niet voor één uur is vertrokken, terwijl de dag al om vijf uur aanbreekt, moet de dief met kennis van zaken hebben gehandeld. Trouwens ook de plaats, waar zich de bus bevond, moet hem zijn bekend geweest. Den vorigen nacht moet er ook een laken van het biljart zijn ont vreemd. UIT DE PERS. De regeering heeft de hand geslagen aan de voltooiing der werken te IJmuiden. Om de haven- en sluiswerken te IJmuiden meer aan de eischen der groote scheepvaart op hetNoord- zeekanaal te doen beantwoorden, heeft zij aan de Staten-Generaal onteigening aangevraagd van eigendommen in Velsen, noodig voor den bouw eener schutsluis ten noordoosten van de Noord- zeesluizen, met verbindingskanalen met de Noord zee en de buitenkanalen en voor den aanleg eener visschershaven bezuiden het buitenkanaal met een steiger voor de lossing van visch en terrein voor spoorwegverbinding. De kosten worden geraamd op f4,247,000 als maximum. Een voerman is Zaterdag te Arnhem in sla penden toestand van den wagen met hout, dien hij bestuurde, gevallen. De wielen gingen hem over het lichaam en de man bleef op de plaats dood. Hij laat een vrouw met zes kinderen achter. Tengevolge van het overlijden van mr. S. Wybenga zal een verkiezing van een lid van de Tweede Kamer plaats hebben in het hootdkies- district Sneek op Dinsdag 5 Oct. e.k.; herstem ming, zoo noodig, Dinsdag 19 Oct. d.a.v. Nu de heer Wybenga overleden is, is de heer mr. P. Blussé van Oud-Alblas het oudste lid in jaren van de Tweede Kamer der Staten- Generaal, zoodat de eerstvolgende zittingen na de openingsplechtigheid door den afgevaardigde uit Deventer zullen worden geleid. Naar het Vad. verneemt zal de regeering voor het volgend dienstjaar wederom de heffing van 5 buitengewone opcenten op het personeel voorstellen. In de begrootingen zijn verschil lende bezuinigingen aaugebracht, doch de be- grooting van marine is wederom hooger dan verleden jaar. Aan het ministerie van waterstaat is, naar ’t zelfde blad meldt, een wetsontwerp in be* werking, waardoor het mogelijk zal worden gemaakt binnen zekere grenzen de wettelijke regelen op de exploitatie van locaalspoorwegen toe te passen op lijnen, die als gewone spoor wegen zjju aangelegd. Het gerechtshof te Amsterdam veroordeelde gisteren Belderok tot een jaar gevangenis, waar bij de preventieve hechtenis van ruim 2 maan den, die hij heeft ondergaan, in mindering komt. Zijn voorloopige invrijheidstelling is gelast. Het hof nam alleen aan de bedoeling om den persoon des Konings te hebben willen beleedigen. Het verzoek om gratie ten behoeve van me vrouw Bulkley ingediend, is door den Koning afgewezen. waarin mijn stukje geschreven was, duidelijk, dat ik geen beteekenis hechtte aan hetgeen tegen het Nederlandsche bier werd ingebracht en het de moeite niet waard vond om er bij stil te staan. De onbelangrijkheid der zaak was blijkbaar oorzaak van het verzwijgen en dit laatste bijgevolg weinig onrustbarend.” Naar de N. R. C. verneemt bestaat ook bij voornemen eenige leeningen, die daartoe Op verzoek van het hoofdbestuur der Ne derlandsche vereenigiug tot bescherming van dieren wordt de aandacht gevestigd op de straf bepalingen, voorkomende in art. 254 en 455 van het onlangs ingevoerde Wetboek van Strafrecht. Zij luiden Art. 254. Mishandeling van een dier wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste honderd en twintig gulden. Indien het misdrijf in het openbaar gepleegd wordt, wordt gevangenisstraf vair ten hoogste vier maanden of geldboete van ten hoogste hon derd twintig gulden opgelegd. Indien tijdens het plegen van het misdrijf nog geen twee jaren zijn verloopen sedert een vroe gere veroordeeling van den schuldige wegens De X. R. Ct. heeft een tweetal artikelen aan hot enquête-voor stel van de hh. Borgesius c. s. gewijd. Het eerste artikel geeft van geen groote in genomenheid blijk. Vooreerst komt het onder zoek veel te laat. Andere landen hebben reeds lang gedaan wat hier thans slechts voorbereid wordt. In de tweede plaats zal het onderzoek de uitvoering van noodige en voldoende voor bereide zaken vertragen. De grondgedachte en strekking is echter van dien aard dat het bij ieder warm volksvriend in stemming moet vinden. En de X. R. C. komt dan ook in haar tweede artikel tot een gunstiger conclusie. Een nauwkeurig onderzoek naar ’t geheel waar men zal ingrijpen in de sociale ontwik keling, is zeer zeker een wenschelijke zaak. Maar vooral juicht het blad de gedachte, die aan het voorstel ten grondslag ligt, toe, omdat het voor genomen onderzoek een nieuw tijdperk voor maatschappelijke hervorming openen kan. Het zal loopen over het tegengaan van overmatigen arbeid en over den toestand van fabrieken en werkplaatsen met het oog op de veiligheid, de gezondheid en het welzjjn der werklieden zeker de meest urgente en ingrijpende onderwerpen. Doch de voorstellers wenschen de hervor ming niet binnen deze grenzen te beperken. Lit de rede, waarmede de heer Borgesius in de zitting van 13 Aug. het voorstel inleidde, blijkt, dat zij meer willen. „De voorstellers zeide hij zijn zich volkomen bewust dat, al wordt hunne euquete aangenomen en tot een goed einde gebracht, de duisternis, waarin hier te lande de sociale verhoudingen en toestanden gehuld zijn, nog slechts voor een klein deel zal zijn weggenomen en dat er nog veel te doen zal overbljveu. Br zijn ongetwijfeld nog vele audere sociale onderwerpen, die eveneens een grondig onderzoek vereischen ik noem hier slechts het verzekeringswezen met zijn begra fenis- en ziekenbussen enz. en de opleiding voor het bedrijf, maar de voorstellers hebben gemeend het terrein van onderzoek van deze enquete te moeten beperken tot datgene wat voor het oogenblik het meest urgent mag wor den geacht.” De ervaring zal, naar de X. R. C. meent, leeren dat dit juist gezien is en dat het bij den eersten stap niet zal blijven. Slechts éen voorwaarde stelt het blad en deze is: dat het onderzoek metgrootezorg, maar ook met voortvarendheid worde verricht. „Het zou de vraag kunnen zijn, voegt het er nog bij, of een parlementaire enquête voor een onderzoek als dit het best gekozen middel is. Zeker, ge wone administratieve enquêtes zouden geheel onvoldoende zijn. Maar waarom zou niet de Wetgever commission van onderzoek kunnen omkleeden met bevoegdheden tot het hooren van getuigen, het doen van plaatsopnemingen e. z. m. Voor de samenstelling van zoodanige commission hadde men veel ruimer keus men had daarin meer industrieelen kunnen benoemen en werkliedenthans zal de heer Heldt uit den kring dezer laatsten het eenige lid der enquête commissie zijn. De zaak ligt er nu echter eenmaal we, en ook de parlementaire enquête kan, bij oen oordeelkundige inrichting en verdeeling van het werk, goede vruchten geven.” De telegraafdienst wordt in de N R. Ct. besproken. Het blad geeft een overzicht van den dienst gelijk zij thans is geregeld, wijst op den cursus die moet worden doorloopen en de eischen die worden gesteld om tot telegrafist 2e klasse benoemd te worden uit dit personeel li «I L A lu’l- .lew ijk d. - jren i. Witte* ter, 52 Gebo* wer te ina te jschma ans te e Ileeg. i Oost* - Aal- Lube- rga). 61 72 7 23 89 door 82“. doof 848 door 94 door 919 door 937 9 ól door 3/4 ■3lt “lU i in i' :;ii 2 S XVlilikLR COURANT - AT_ 1 1 ta.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1886 | | pagina 1