I
I
Een milliocn Pond.
Frieslands bodem
ve
in
ell
F
door
mi
uil
st<
ne
sla
de
va
e
c
2
bi
I ZU
te
uil
me
zi
k;
w
V
be
er
ki
aa
d
J!
b
d
I
t
b
v
d
z
z
I
(1
I
i
t
i
i
g
e
d
en tot welken prijs. De aanwezigheid van
buitenlandsch fabrikaat zal niet uitgesloten zijn,
doch inzendingen daarvan zullen op de tentoon
stelling aangewezen worden als zoodanig, en
buiten mededinging zijn. De tentoonstelling zal
gehouden worden van 15 November tot uit.
December van dit jaar, in het gebouw van de
vennootschap aan de Keizersgracht 133. De
commissie van beoordeeling zal gekozen worden
uit de inzenders.
mij alzoo overgaan op het u reeds bekende. De
jonge dame behoort tot eene zeer voorname
familie; haar vader is Lord Norman, groot
grondbezitter en pair van Engeland.”
„Uit het nederige en eenvoudige voorkomen
van het meisje zou ik moeilijk hebben kunnen
opmaken dat het hoofd barer familie zulk eene
positie inneemt. Zij is toch zeker in den kring
barer familie opgevoed geworden
„Zeker, althans zóó lang als haar geestelijke
toestand zulks toeliet. Later echter zag lord
Norman zich genoodzaakt haar aan het toezicht
van bekwame geneesheeren toe te vertrouwen,
teneinde haar zoo mogelijk van hare krankzin
nigheid te genezen.”
„Zeg mij eens, mister Carringshliff, waarin
haar manie eigenlijk bestaatik moet u rond
weg bekennen, dat ik ook niet het geringste
bij haar heb kunnen ontdekken wat aan een
beneveling van haar verstand doet denken.”
„Dat verwondert mij volstrekt niet, mister
Lund, want de geneesheeren hebben reeds be
paald bevestigd, dat de verstandsverbijstering bij
haar slechts bij periodes intreedt.”
„Maar verklaar mij dan toch, hoe hare geest-
verstoring zich eigenlijk openbaart
„Dat laat zich niet met een enkel woord be
schrijven,'’ zei de andere voorzichtig, „en ik
moet buitendien bezwaar maken, mij als leek
over een zaak uit te laten, die voor het forum
der vakgeleerden behoort. Voor zooveel ik van
de in Bedlam dirigeerende geneesheeren heb
vernomen, is in het bedoelde geval in ’t bijzon-
der sprake van een soort verstandsverbijstering
die men met den naam van vervolgingswaanzin
bestempelt
„En deze waanzin openbaart zich...\ vroeg
Walther.
vertegenwoordiging Zondag éénstemmig besloot
het regentschap te verzoeken op zijn post te
blijven totdat prins Ferdinand van Coburg ko
men zou om de teugels van het bewind in
handen te nemen. Tegelijkertijd werd een com
missie van zes leden benoemd, die nog dienzelf
den dag naar den Prins gaan zou, om hem te
verzoeken zulks onverwijld te doen. Daarop
heeft bet regentschap het ontslag van het mini
sterie aangenomen en den minister van justitie,
Stoiloff, met de vorming van een nieuw kabinet
belast.
Stoiloff behoudt dezelfde portefeuille in het
nieuwe ministerie en zal er voorloopig ook het
departement van financiën bij waarnemen, ter
wijl zijn collega Natchovitsh eveneens zijn por
tefeuilles, die van buitenlandsche zaken, eere-
dienst en posterijen, behoudt. Verder treedt
Stransky op als minister van binnenlandsche
zaken, Tschomakow (een geneesheer te Philip-
popel) voor onderwijs en Patrow, chef van
den generalen staf, voor oorlog. In het land,
zoo seint men uit Tirnova, heerscht overal rust.
De eerste regeeringsdaad van het nieuwe
ministerie was het afkondigen van een amnestie
voor alle politieke gevangenen en vluchtelingen.
Te Tirnova is een dankbetuiging aangeplakt
van prins Ferdinand van Coburg voor de vele
telegrammen en adressen van gelukwensching,
bij zijn benoeming tot Vorst van Bulgarije ont
vangen. Hij spoort daarin verder het volk tot
gematigdheid en geduld aan.
De deputatie, die prins Ferdinand van Co
burg de kroon van Bulgarije gaat aanbieden, J
werd Dinsdag avond te Weenen verwacht. De
Pol'd. Corr. zou het verstandig oordeelen als
het regentschap aftrad en de prins als regent
optreedt, in welke hoedanigheid Busland hem
misschien wel zou willen erkennen, onder voor
waarde dat hij eeu nieuwe Sobranje oproept,
die dan zijn benoeming tot vorst bekrachtigen
moest. Men weet natuurlijk niet of Rusland
zulks zou willen, doch velen brengen Bismarcks
onverwachte terugkeer van Friedrichsruhe naar
Berlijn, met een poging tot zulk een oplossing
der Bulgaarsche quaestie in verband.
De deputatie is inmiddelds Dinsdag avond
te Weenen aangekomen waar zij door
den secretaris van den prins en een aantal
Bulgaarsche studenten ontvangen werd. Gisteren,
Donderdag, werden de officieren, die het regent
schap vertegenwoordigen, aldaar verwacht, waar
op men gezamenlijk naar het kasteel Ebenthal
gaan zou om den prins de oirkonde van zijn
benoeming te overhandigen.
Zoover is het echter niet gekomen. De tele
graaf toch brengt thans het leuke bericht, dat
de prins van Coburg om familieredenen definitief
voor den troon van Bulgarije bedankt heeft 1
De Sultan van Turkije heeft Engeland we
der wijzigingen gevraagd, waardoor een nieuwe
overeenkomst betreffende Egypte noodzakelijk
zou worden en den Sultan het uitsluitend reent
zou worden toegekend, bij het ontstaan van
gevaar in Egypte tusschenbeide te komen.
Sir Henry Drummond Wolff, het voortdurende
Roman van P. E. van Akeg.
III.
Walther was de eerste, die op den morgen,
volgende op den vroeger beschreven nacht, in
de ontbijtkamer kwam. Van moeder of zuster
was nog geen spoor te ontdekken en ook de
gast liet zich nog niet zien. Hij zette zich
dientengevolge alleen aan het ontbijt, zonder op
de andere familieleden te wachten, want hg
moest punctueel op tijd op zijn kantoor in de
city zijn. Het was hem intusschen niet vergund
heden zijn ontbijt zonder stoornis te gebruiken;
het dienstmeisje kwam binnen en bracht hem
een kaartje, terwijl zij er bijvoegde, dat de
mijnheer, die het haar had overhandigd, om een
persoonlijk onderhoud met mister Lund verzocht.
Walther bekeek het kaartje. Het was een
gewoon visite-kaartje, waarop enkel de woorden
stonden: A. Carringshliff, Advocaat.
„Laat mynheer in de voorkamer,” zeide hij,
„en verzoek hem eenige oogenblikken geduld
te hebbenik kom zoo dadelijk.”
Het meisje ging heen om haar boodschap
over te brengen, en terwijl Walther zijn ontbijt
eindigde zei hij bij zich-zelt, dat hy hoogst
waarschijnlijk in den bezoeker den man terug
zou zien, wiens terugkomst hij door zijne af
wijzing van den vorigen avond geprovoceerd had.
Hy stond dus nu onmiddellijk voor de vraag, of
hij Alice weer zou uitleveren aan barer vervolger
van gisteren, of dat hij haar nog langer onder
mister Carringshliffkom dus onverbloemd met
uw verlangen voor den dagik luister
„Hetzelfde verlangen, ’t welk ik u reeds
gedurende den laatsten nacht te kennen gaf,
vervult mij ook nog in dit oogenblikwees zoo
goed, mister Lund, en lever mij de jonge
dame uit, die gij voor mijne oogen van de straat
in uw huis hebt opgenomenmijn rijtuig staat
beneden voor de deur, opdat ik haar dadelijk
mee kan nemen.”
„Gij vindt mij bereid aan uw verlangen te
voldoen, maar ik wensch daaraan eenige
voorwaarden te verbinden.”
„Laat hooren waarin deze bestaangij zult
mij bereid vinden, u in alle opzichten dienst
vaardig tegemoet te komen.”
„Het ie, dit zult gij wel niet kunnen ont
kennen, mister Carringshliff, in alle opzichten
een zeer eigenaardig gevalhet kan daarom
niet als een onbillijk verlangen mijnerzijds wor
den beschouwd, als ik, alvorens een eindbesluit
te nemen, mij vooraf wensch te informeeten
omtrent een en ander.”
„Gij zult,” zei de advocaat met een loerenden
blik, „gij zult uit den mond der zieke zelf reeds
een massa mededeelingen hebben ontvaugen,
die mij de moeite zullen besparen om eene ge-
heele schildering te geven van haar toestand en
de daarmee in verband staande omstandigheden.”
„Gij vergist u in die veronderstelling, mister
Carringshliff. Het meisje hield elke opheldering
met zorg achterwege, en het eenige wat zy ons
noemde, was haar naam.”
.Hm”, bromde de advocaat, maar hij begreep
en
tegemoetkomend moest betoonen, wilde hy berei
ken, wat hy zoo pas reeds in de hand meende
te hebben. Hij ging daarom nidus voort„Laat
OVERZICHT.
De leden der F r a n s c h e Kamer van afge
vaardigden, die met elkander de groep der
uiterste linkerzijde vormen, wilden nog vóór het
gewone zomerreces het kabinet tot aftreden
dwingen en richtten Maandag een interpellatie
tot den minister-president over den steun dien
het genoot van de rechterzijde. Zy kwamen er
slecht af, want na een langdurig, verward en
somtijds zeer hevig debat, stelde de minister
president de quaestie aldusIn deze kamer zijn
ongeveer 400 leden, die allen tot de linkerzijde
behooren, tegenwoordigals de helft daarvan
tegen ons is dan gaan wij heen. Daarop vroeg
hij de eenvoudige orde van den dag, die aange
nomen werd met 382 tegen 120 stemmen. Al
had dus de geheele rechterzijde zich onthouden
dan nog zou het kabinet een groote overwinning
behaald hebben.
De verklaringen, die het ministerie in den
loop van het debat aflegde, zijn na dit votum
van minder belang. Alleen releveeren wij dat
de minister verklaarde generaal Boulanger naar
Clermont-Ferrant gezonden te hebben, omdat
hij zich te Parijs in den politieken strijd gemengd
had, wat voor een generaal in actieven dienst, ook
al is hij minister van oorlog geweest, niet past.
Generaal Boulanger is echter niet van plan
om voortaan van zich te doen zwijgen. Hij was
voornemens 14 Juli op zijn nieuwe standplaats
een groot volksfeest te geven, wat echter,
wegens ongesteldheid, niet heeft plaats gehad.
De president der Kamer, Floquet, wou intus
schen aftreden, naar men zegt omdat hij in de
laatste zittingen zooveel moeite gehad heeft om
de orde te bewaren.
Dinsdag heerschte in de Kamer een zeer op
gewekte stemming. De vice-president las een
brief voor van Floquet, waarin deze verklaarde
zijn ontslag te nemen als voorzitter der Kamer.
De afgevaardigde Ricard stelde daarop als motie
voor, het ontslag te weigeren en Floquet te
verzoeken zyu post te blijven waarnemen. Deze
motie werd met 485 tegen 86 stemmen aange
nomen en Floquet trok later zijn verzoek om
ontslag in.
De afgevaardigde Steenackers diende een
voorstel in, waarvan de strekking is, een belasting
te heffen van hen, die vreemdelingen in hun
dienst hebben. Dit voorstel werd naar een
commissie verzonden.
Baron Reille bracht verslag uit over het ont
werp tot oprichting van nieuwe regimenten ca-
ÏÏZ rondom deï^^’ZS ooFweeJ dadelyk dat hy ^i bereidwillig
valerie. Dit ontwerp werd spoedeischend ver
klaard en de beraadslaging op Woensdag bepaald.
In de toen gehouden zitting heeft Flo
quet medegedeeld, dat hij zijn ontslag als voor
zitter der Kamer in trekt.
Na een langdurige beraadslaging is het wets
ontwerp tot vermeerdering van ’t aantal regi
menten cavalerie aangenomen. De minister van
oorlog deed uitkomen, dat door dit ontwerp de
inferieuriteit der Fransche ruiterij tegenover de
Duitsche zou weggenomen worden.
Met algemeene stemmen is het wetsontwerp
aangenomen, waarbij de infanterie aan een re
organisatie wordt onderworpen en 18 nieuwe
regimenten worden opgericht.
Spuller, de minister voor onderwijs en schoone
kunsten, heeft bij de prijsuitdeeling aan de
kweekelingen der philotechnische vereeniging
zijn toespraak besloten met een zeer scherpe
toespeling op den ex-minister, generaal Boulan
ger. „Jongelingen”, zoo sprak hy, „gij zoudt
uw vaderen, waaraan wij 1789 en 1848 danken,
onwaardig zijn, gij zoude geen republikeinsche
nakomelingen waardig zijn, als gij in staat waart
u in het slijk te werpen en u te laten verplet
teren door eeu wagen, waarop niets te zien is
dan een afgodsbeeld, een triomphator van éen
dag, terwijl Frankrijk, en Frankrijk alleen, het
vaderland, voor uw oogen op dezen zegewagen
zitten moet, met de roemrijke vlag der bescha
ving en de fakkels der gerechtigheid en van
den vooruitgang. Burgers, die my aanhoort
alles voor Frankrijk en niets voor slechts éeu
man
Te Berlijn verzekert men dat Bismarck,
die Dinsdag aldaar onverwachts terugkeerde,
van plan is om af te treden als Pruisisch mi
nister van koophandel, welk departement hij
sedert 1880 voor zijn rekening had genomen,
en opgevolgd zou worden door Miquel, den
eersten burgemeester van Frankfurt. Zijn par
lementaire positie, zegt het Bert. Tgbl.t is daar
voor geen beletsel, want geen lid der Duitsch
conservatieve partij kan ministerieeler zijn dan
deze nationaal liberale afgevaardigde sedert lang
was. Bennigson, die halt op deze benoeming
voor zichzelf rekende, zal zeker weinig gesticüt
zijn over dit bericht, dat echter nog groote be
hoefte aan nadere bevestiging heeft.
Sir James Fergusson verklaarde in de Dins
dag gehouden zitting van het Engelsche La
gerhuis, dat de Sultan niet in de gelegenheid
geweest was sir Henry Drummond Wolff ver
leden week te ontvangen, doch thans een af-
scheids-audientie tegen heden, Vrijdag, is
voorbereid. Er bestaat geen plan, het reeds
zoo dikwijls aangekondigde doch telkens weder
verschoven vertrek van sir Henry Drummond
Wolff nog langer uit te stellen.
De Bulgaarsche ministerieele crisis is reeds
geëindigd. Nadat het ministerie zijn ontslag had
aangeboden en het regentschap, in plaats van
dit aan te nemen, verklaard had zelf te willen
heengaan, heeft de Sobranje Zaterdag avond
een geheime zitting gehouden en daarin de re
genten gehoord. Het resultaat was, dat de volks-
zijne bescherming zou houden. Hy was niet in
staat hieromtrent een bepaald besluit te nemen
en dat was met het oog op den aard der zaak
ook het natuurlijkst.
Toen Walther in de voorkamer kwam vond
hij daar een reeds bejaarden, tamelijk langen
en mageren mijnheer met een erg gerimpeld
gezicht en voorhoofd, die, met eene uitdrukking
van onverschilligheid op het gelaat, bezig was de
aan den wand hangende schilderijen te bekijken.
Hij was onberispelijk netjes in ’t zwart gekleed
en hield een nieuwerwetschen zwarten glimmenden
zijden hoed in de hand.
„Neem mij niet kwalijk, mister Lund,” zei
de advocaat, nadat beiden, even beleefd als stijf,
zwijgend voor elkaar hadden gebogen, „dat ik
op zulk een ongewoon uur en reeds zoo vroeg
u over zaken lastig kom vallen, maar onze ont
moeting van den vorigen nacht zal zeker wel myn
verlangen rechtvaardigen om u reeds heden
morgen te spreken, alvorens uwe eigene zaken
u in beslag nemen.”
Dat was dus de man met wien hij gisteren
avond reeds gesproken had. Al hadden de
woorden, welke hij zooeven had gehoord, hem
zulks niet bevestigd, dan nog zou hij den klank
zijner stem weer uit duizenden hebben herkend.
„Laat de tijd u niet hinderen, mister Car
ringshliff”, antwoordde Walther „om eene on
aangename zaak af te doen is het vroegste uur
niet te vroeg.”
„Zeer verplicht,” antwoordde Carringshliff,
terwijl hij eene buiging maakte. „Onder zulke
omstandigheden zal het niet noodig zijn, dat wij
als twee 1- -
waarin het gebraad ligt; laten we liever ter zake
komen, mister Lund, als ’t u goed is.”
„Gij hebt als myn gast het eerste woord} j
De toestanden in het „verre Westen schenen
hun zoo min rooskleurig, dat ze, na een verblyt
van eenige weken, besloten om Frieslands bodem
maar weder op te zoeken.
De Staten van Zuidholland hebben met 70
tegen 4 stemmen besloten, afwijzend te beschik
ken op het verzoek om subsidie voor de Zui
derzee-vereeniging.
De Staten van Noordholland hebben aan hot
verleenen eener subsidie van f 1000 voor due
jaren de voorwaarde verbonden, dat voorat, ten
genoege van Ged. Staten, gebleken moet zijn,
dat de som van f 125,000, die in het geaee
benoodigd is, bijeenverzameld was.
Woensdag nacht zijn te Zweelo drie naast
elkander staande boerenhuizen, toebehoorende
aan R. Nyhoving, W. Nijhoving, landbouwers
en kooplieden, en den landbouwer Huizing,
Met de woning van Huizing verbrandden twee
zijner paarden, en op alle drie plaatsen schapen
en runderen. De drie huizen moeten verzekerd
zijn, maar niet hoog, evenmin als de inboedel.
Te Breskens maakten in den laatsten tijd, vele
aannemers bezwaar in te schrijven bij aanbeste
dingen van onderhoud en uitvoering der werken
voor polders en waterschappen. In de algemee
ne bepalingen of voor waarden stond nl.: „ve
dij palen moeten zuiver gehouden worden van
mos en onreinheden en de aannemers moeten
zwart geverfd worden.” Toen men later vernam
dat voor „aannemers” moest gelezen worden
summers, namen de inschrijvingen ook weer toe.
De politie in Den Haag heeft een uitgebreid
onderzoek ingesteld in zake de levering van
.35000 kilogram steenkolen ten behoeve van het
departement van Marine. Van genoemde hoe
veelheid brandstof moet slechts de helft m de
bergplaats van ’t ministerie terechtgekomen zijn.
Het hoofdbestuur van den anti-dienstver-
vangingsbond heeft aan de Eerste Kamer een
adres gericht, het verzoek inhoudende om aan
hoofdstuk VIII der gewijzigde grondwet haar
adhaesie niet te schenken. De reden daarvan
is natuurlijk gelegen in ’t feit, dat de plaatsver
vanging niet wordt afgeschaft en het hoofdbestuur
voornoemd die afschaffing meer dan ooit noodig
acht, vooral ten behoeve van ons Indisch legei,
dat geen vrijwilligers kan bekomen omdat de
zoogenaamde „remplagantenbazen” het dubbele
der uitgeloofde premie bieden voor plaatsver
vangers.
Door het Kon. Ned. Handelsmuseum zal een
nieuwe vaktentoonstelling georganiseerd worden.
De keuze is nu gevallen op eene van toiletarti
kelen voor heeren en dames, op rook-, bureau-
en zakartikelen. Het doel is weder om te zien,
wat aan inlandsch fabrikaat van deze voorwer
pen kan geleverd worden, of de vervaardiging
zich tegenover het buitenland staande kan houden
1.
I
A
I
1
mi
nt
ve
wi
di
Of
6:
’I
SM I T E X L .t 15.