e
SIEMS- ES' MW RIIS BI
CEffiWE HIIET MöiWSSIEf SBH. I
I.
O
No. 4.
!888.
ID R I E-E N-V E E R T I
zaterdag
eer
I
3e-
14 J A N U A 11 1.
^saswacaagB
verklaring uit te lokken en te verkrijgen, niet wezig maar meerdere, dan komen de gebreken plaats een zekere ongestadigheid in de keuze
woordelijkheid voor die machtuitcefening bij de
oor-
ver-
Misieid door den z waren mist, die reeds den
L*
den Dag geeft, met het
als
een
Het is
een
Maar gelukkig is
De Tweede Kamer zal, naar het Vad.
neemt, tegen 8 Februari bijeenkomen.
er-
ins
tier
ing
ten
ia
Deze COUUaDT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden /l.franco per post L25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
ond
tar
ten,
gte,
tie
ren
H8
10 a
JO.
1.
o,
3.
De ontworpen pensioenregeling voor weduwen
en weezen van rijksambtenaren buiten het al
gemeen bestuur is thans zoover gevorderd, dat
de voordracnt over een maand de Tweede Kamer
zal kunnen bereiken.
I.
>u.
ADVERTENT1ÈN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents’
voor eiken regel meer Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voerwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
[J,
to’n I
-
ird:®
iha- m
K ENNIS GEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente SNElhK. brengen ter openbare kennis,
dut op Maandag 23 Januari e. k.’s voormiddags
van 11 tot ’s namiddags 1 uur, ten Raadhuize
alhier eene vergadering van Kiesgerechtigden
voor Leden dor Kamer van Koophandel en
Fabrieken in deze gemeente zal worden gehou
den, ter verkiezing van een nieuw lid.
Sneek, 6 Januari 1888.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
regeering blijft.
Aan iedere uitoefening van macht is echter
verbonden de verantwoordelijkheid voor de ge
volgen, Nu draagt de regeering wel uiterlijk de
verantwoordelijkheid, maar de volksvertegen
woordiging krijgt allengs de schuld op haar reke
ning van de verkeerde maatregelen der regeering.
En men gaat in den regel nog een stap verder
en komt bij hen die de volksvertegenwoordiging
hebben gekozen bij de kiezers. Zij worden ten
slotte verantwoordelijk gesteld en het resultaat
het parlementarisme
naar uitbreiding van
BEKENDMAKI N G.
De BURGEMEESTER der gemeente Sneek
brengt ter kennis van de ingezetenen, de volgende
K ENNISGEVIN G.
De COMMISSARIS des KONINGS in de
provincie Eriesland,
Gelet op het besluit van Gedeputeerde Staten
dier provincie, van den 5 Januari 1888, no. 45,
le afdeeling B, alsmede op art 11 der wet vau
13 Juni 18o7 (Staatsblad no. 87)
Brengt ter kennis vau de belanghebbenden
1°. dat de sluiting der visscLery in deze
1 rovincie is bepaald op Woensdag den 1 Februari
1888, met uitzondering van de paling visschery
door middel van aalfuiken, waarmede voorshands
cp deu bestaanden voet zal kunnen worden
voortgegaan
2°. dat <le wederopening der visscherij is
bepaald op Vrijdag den 1 Juni 1888, met uit
zondering van bet visschen met de zegen, het
geen niet vóór Zaterdag den 1 September daar
aanvolgende zal zijn geoorloofd.
En zal deze op de gebruikelyke wijze worden
l en aangeplakt.
Leeuwarden den 7 Januari 1888.
De Commissaris des Honings voornoemd,
(get Van HAKINXMA thoe SLUOTEN.
Sneek den 12 Januari 1888.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA,
i'
der middelen. Voorts het feit, dat ook deover-
groote menigte der niet-bezittende klassen eeuig
eigendom heeft, of kans op een of ander buiten
kansje, een erfenisje enz. En eindelijk het feit,
dat de wetgever niet almachtig is.
Dit laatste wordt door deo heer De Beaufort
nader aangetoond. De staat kan do zedelijke
plichten der maatschappij niet op zich nemen
hij kan die niet eens tot wettelijke maken.
Daaruit moet echter niet worden afgeleid, dat
de staat niets doen kan tot de oplossing van
maatschappelijke vraagstukken. Integendeel,
veel kan door hem worden gedaan, in de eerste
plaats door wegruiming van alles wat de maat
schappij belet haar zedelijke verplichtingen na
te komen. De staatslieden en wetgevers van
onzen tijd hebben er zich voor te wachten, dat
zij niet, door te groote aandoenlijkheid medege-
sleept, een genezing beloven, die zij niet kunnen
teweeg brengen. Maar zij moeten aan de andere
zijde diep doordrongen blyven van het besef,
dat de lagere standen in den staat nog iets
anders moeten kunnen zien dan de politieagent,
die hen in hun vrijheid van beweging belem
mert, en den kantonrechter, die hen veroordeelt.
„Uit de maatschappij moet de hervorming
voortkomen,” dat woord kenschetst geheel de
strekking van het betoog des hoeren De Beau
fort. De kracht van een volk ligt niet in zijn
instellingen, zij ligt allereerst in dat volk zelf.
Bemoedigend klinkt dan ook zijn slotwoord.
Geen twisten over den regeering»vorm verdeelen
ons. Wij zijn als één man trouw aan het
regeerend stamhuis en die trouw is ook verzekerd
aan de jeugdige vorstin der toekomst. De on
kreukbaarheid onzer rechtsbedoeling en de eer
lijkheid van ons beheer hebben aan onze rech
terlijke macht en onze ambtenaren de eereplaats
in onze maatschappij doen behouden, die in
andere landen dreigt verloren te gaan. Wij
hebben bovendien de kostbare gave om bjj al
onze staatkundige en godsdienstige verdeeldhe
den elkander te blijven waardeeren, elkanders
overtuigingen en bedoelingen te eerbiedigen.
„En indien aldus besluit de schrgver
eindelijk ons nationaal karakter de eigenschap
heeft van strengheid voor ons zelven, van eerder
te kiagen dan te juichen, van de zwarte schaduw
het eerst te zien, dan heeft ook zeker die eigen
schap haar goede zijde maar aan hen, bij wie
zg zeer sterk ontwikkeld is, zouden wy toch bij
den aanvang vau dit nieuwe tijdperk in onze
geschiedenis willen herinneren, dat het drukkend
bewustzijn van de onvolmaaktheid allen men-
schelyken arbeid eigen, nooit gevaarlijker werken
kan, dan wanneer er vóór alles zelfvertrouwen
noodig is om zich tot een nieuwe taak aan te
gorden.”
JH afgekondigd
Het Nieuws van c... D».,
oog op deu aanstaanden verkiezingsstrijd,
haar meening te kennen, dat de regeering
programma behooit te ontwikkelen. EL
niet te verwachten, dat de regeering zulk
manifest zal publiceeren. y--- -^
de Eerste Kamer weder bijeen en kan zij op
"verklaringen aandringen. Dit hooge politieke en
trots zijn plutocratische samenstelling altijd terecht
geëerde staatscollege heeft het in zyn hand,
in het moeilijke, donkere tijdsgewricht, dat we
doorleven, do nevelen voor de kiezers althans
een oogenblik te doen cpklaren. Meer dan ooit
is het thans geroepen en in staat, ons kiezers- l
volk veer te lichten, door van de regeering een
Het tijdschrift Jong Nederland, uitgegeven
door de bh. Nygh V an Dituur, heeft eenige
wijziging ondergaan. Het zal voortaan tweemaal
i ‘s inaands verschijnen en telken reize een goede
In i gravure geven. De hh. A. J. H. van der Sloot
de eerste plaats gemis aan kennis van de mid- en A. Groene veld zijn met de redactie belast,
delen, vooral van de meer verwijderde, waardoor i
In de tweede j
Bij deze Courant behoort als bijblad, Feuil-
leton-nummer (1).
VERGADERING
van den Gemeenteraad van Sneek,
op Zaterdag 14 Januari 1888, ’s namidd. 7 uur.
Punten van behandeling:
Resumtie der notulen,
Mededeeling van ingekomen stukken enz.
Pensioen-aanvrage van R. H. Monkel.
Verzoek van C. Zwanenburg om afstand
van gemeentegrond.
5. Wijziging der Verordening op de heffing
van Hoofdelijken Omslag in deze gemeente.
dus van de gebreken van
is van zelf een streven
stemrecht.
Dit streven naar uitbreiding van stemrecht is
de krachtigste drijfveer geweest, die de grond
wetsherziening van 1887 in het leven heeft ge
roepen. Maar het had nog een anderen grondslag.
Elke verandering van beginselen eener staatsre
geling heelt, naast een staatkundig, ook een
maatschappelijk karakter. Niet alleen verbetering
van de wijze van regeering, maar ook wijziging
vau de maatschappelijke verhoudingen is het
doel. In 1848 was het maatschappelijk karakter
der hervormingsbeweging gelegen in de overtui
ging, dat het beginsel der staatkundige gehjkhoid
zeer onvolledig werd toegepast. Thans, in 1887,
heeft de maatschappelyke terugzetting haar
kracht doen gevoelen. Het maatschappelijk
verschil tusschen de lagere en de hoo|;e standen,
bovenal tusschen ryk en arm, teekent zich bij
de grootere openbaarheid van ons maatschappe
lijk leven scherper af, de meerdere ontwikkeling
der lagere standen heeft daarbij behoeften doen
ontstaan, tot welker bevrediging hun de mid
delen ontbreken, en de door deze wanverhouding
geprikkelde ontevredenheid vindt weerklank bij
hen, die onder den invloed eener eenzijdige
levensbeschouwing, het levensgeluk te uitsluitend
aan stoffelijke welvaart verbonden achten. Er
zweeft iu onzen maatechappeiijken dampkring
een onbestemd gevoelen, dar de tegenwoordige
toestand onrechtvaardig is en de staat ais hand
haver van het recht, die niet langer mag be
stendigen.
De moaning van sommigen dat door algemeen
of zeer uitgebreid stemrecht de maatschappelijke
wonden zullen worden weggenomen, deelt de heer
De Beaufort in geenen deeie. Tegen het stelsel
op zichzelf heeft hg geen principieele bezwaren,
maar hg doet uitkomen, dat het nergens dien
invloed heelt gehad, welke men het in ons land
wil toekennen. Nimmer heeft ook de wetgever,
uit het algemeen stemrecht voortgekomea, zich
gewaagd aan ecu ernstige oplossing van da vraag:
hoe verzekert men den arbeider het voile bedrag
der opbrengst van zgn arbeid of althans voor-
loopig een zoo groot deel, dat hij eten, wonen
en zich kleeden kun naar behooren. Nimmer
beeft ook de wetgever de haud geslagen aan
een ernstige oplossing van die quaestie. integen
deel, juist met voorliefde ziet men hoe hy zich
wydt aan hooger beschermende rechten, die
juist de bezitters rijk maken en de niet-bezitters j
laat betalen.
Vele zyn de redenen die daartoe leiden.
gij regeering van Nederland, welke zijn uw
beginselen welke uw voornemens werwaarts
wilt gy ons voeren wanneer straks de verkie
zingen zullen zijn afgeloopen?
Het Llaagsche Dagblad kan zich zeer wel ver-
eenigen met dat denkbeeld. Zulk een belijdenis
van beginselen is zelfs te meer onmisbaar, nu
do nieuwe grondwet zooveel aan den gewonen
wetgever heeft overgelaten. Het kan dus voor
de kiezers van belang wezen te weten, in welken
geest dit kabinet, zoo het aan het bewind blijft,
de uitvoeringswetten zal ontwerpen. Met een
programma van actie, in waarlijk verzoenenden zin
j zou de regeering zieb, naar het blad meent,
I kunnen handhaven.
I Daarentegen spot de bekende Haagsche corres-
I pondent van do Zutf Ct. met het plan. „De
I schrijver in ’t zV. v. d. D. zegt hij schijnt
de uieening toegedaan te zijn dat, zoodra het
ministerie-Hoemskerk maar met het een of ander
program voor den dag kemt, de nieuwe verkie
zingen terstond zouden gevoerd worden onder
de leuzevóór of tegen het ministerie. Men
moet óf heel naief óf geheel onbekend zyn
met den werkelykcn toestand om zoo iets te
gelooven. Ik wil volstrekt de mogelijkheid niet
ontkennen, dat, als de Kamer van Honderd aan
geen enkele partij een flinke meerderheid be
zorgt, het ministerie-Heemskerk, aangevuld met
enkele frisscheelemeuteu, weer rustig blijft zitten,
maar wat ik wel onmogeiyk acht is dit, dat óf
de liberalen óf de clericalen zich by de verkie
zingen om dit ministerie zouden scharen.”
Naast de min of meer pessimistische beschou
wingen van prof. Buys ia zyn jongste Gids-
artikel wy gaven in een onzer vorige
nummers den hoofdinhoud er van weer verdient
ook bet artikel van den heer De Beaufort, in
ditzelfde nummer voorkomende, te worden gele
zen eu overdacht. Ook hij is niet geheel zonder
zorg voor den verderen loop der zaken, maar
hij tracut in elk geval het zelfvertrouwen op
te wekken of levendig te houden.
De schaduwzijde der parlementaire regeering
wordt ook door rar. Beaufort het eerst in ‘t oog
gevat. Die schaduwzijde is de zwakheid der
regeering. Krachtige regeeringen zijn, naar hij
doet opmerken, onder het parlementaire stelsel
niet ten eenenmale onmogelijk, maar zij zijn
slechts mogelijk onder voorwaarden die niet
altijd vermeid worden. Zy moeten den steun
hebben van een party die meerderheid is in het
parlement, eu om dien steun te behouden is
het uoodig dat zy bestaan uit de meest bekwame
en geachte vertegenwoordigers dier partij, en
daarenboven dat de party zelve krachtig eu
eensgezind zij. Een parlementaire party is als
regecringsparty alleen dau krachtig wanneer zy
in een bepaald tijdperk ecu vast doel wil berei
ken. Is dat doel bereikt, dan volgt na inspan
ning ontspanning, de eenstemmigheid maakt
plaats voor verdeeldheid, en de geestdrift in het
land verflauwt. Niets put daarenboven de krach
ten eener partij meer uit dan regeeren. Om
die krachten te kunnen herwinnen, moet zij een
partij tegen zich over hebben die dadelijk van
haar zwakheid gebruik maakt om haar de re-
geeriug te ontweldigen, en haar zoodoende de
rust verschaft tot wederopwekking der levens
kracht onontbeerlijk. Op die wyze steunen de
staatspartijen elkander juist door de vinnigste
bestrijding en blijft, by wisseling van beginselen
en personen, de leiding en derhalve ook de
grootste kracht iu deu staat voortdurend oy de
regeering. Zyn echter geen twee partijen aan- huu belangen worden bevorderd.
omtrent ’t geen de kiezers zuilen doen, maar I van het pdrlementair stelsel uit. De regeeringen, I
omtrent deze allergewichtigste vraagzeg mij, j die aan het roer komen, moeten naar een
zwaartepunt in het parlement zoeken, dat hen
staande houdt. De eerste vraag wordt voor hen
niet wat zij willen, maar wat zij kunnen tot
stand brengen. De grootste macht wordt door
een oogeublikkelijke en toevallige meerderheid
in de Kamer uitgeoefend, terwijl de verant-
U I T DE PER 8.
1
COURAN
««■BW»
BS^WMSSW?
.a i-nnn t- 'F rvzvzvn rl/A i.'-i \z o. rri-i'lnji rinnii rnonn mn hné v> I o »-»-» n TAz» n —^-.3 .-1 za—J7”,. L j. i. J 2. 1
15 5 X Kz’Uz/i.
45
30
1
I
I
A
ën-
- F”-7----
4
leee
ms-
Lags.
*45
T>
F 20
rso
1»
3
2
1
3/
8
i
^2
s
612
76
7 27
815
loor
s 36
loor
8 56
loor
911
loor
9 25
loor I
9 42 I
loor j
n