fflllS- H Miffl’M-1)1111 M BE «Mm h bit iemssht s.hh. i If 5 5 No. 34 1888. N Gh 3 S 3 N S- J as A P IM L. U I T DE PERS. k. ■il. F.S I A E L .1 a, Le 0. Sneek, den 24 April 1888. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZSecretaris. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden /I.franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave ol redactie betreffende, franco in te zenden ie ar E n 9 a- 0. te m ;ot da en bij'* ne he h* Je 0 er ADVERTENT1ÈN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7*/i Cents. Bij abonnement is de prijs be langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. >0 0. o. 1: BEKEND MAKING. SCHUTTER IJ. Bij kon. besluit is bepaald dat de zitting van de nieuwe Kamers der Staten-Generaal zal m I gevolgd worden. Anders zou men terecht aan dat jeugdige blad te gomoet voeren B’t Is niet genoeg dr. Schaepman tot hoofdre dacteur te hebben, gij behoort u ook netjes te gedragen.” beginsel des bovennatuurlijken geloofs. Niemand immers kan ontkennen, dat de verkregen meer derheid in de vertegenwoordiging verkregen werd door hen die het geloof aan een bovennatuurlijke openbaring zijn toegedaan wat meer zegt, dat juist dit geloof de band was, welke twee overigens in meer dan één punt onderling heterogene doelen des volks vereenigde in den strijd en deze de overwinning op de tegenstanders bezorgde. Het ging, meent de Tijd, aan de stembus van Maart om geen quaestien van ondergeschikten aard, om geen belastingcijfer of eenige andere uitsluitend economische of politieke zienswijze, het ging om het grondbeginsel van alle economie, van alle politiek bovennatuurlijken godsdienst of niet; God in do school, in hot leven, in den Staat of niet. „Wat nu?” zegt de Tijd. „Zullen wij van onze positie als meerderheid in de vertegenwoordiging hetzelfde gebruik maken dat wij onzen tegen standers jarenlang tot grief hebben aangerekeud? Zullen wij gelijk zij liberaal geregeerd heb ben zoo ook nu met gelijke munt hen betalen en in omgekeerden zin een tijdperk doen aan vangen van verdrukking of verongelijking voor degenen, die zich met onze beginselen niet mee nen te moeten vereenigen De vraag reeds brengt het antwoord medeIn den bovenbe doelden zin kan of mag er van revanche aan onze zijde geen sprake wezen. Geheel iets anders echter is hetof onder de thans opgetreden regeering niet tevens een tijdperk moet aanbre ken in ons volksleven, geheel verschillend van hetgeen de jaren der liberale heerschappij te aanschouwen gaven.” Het is noodig, zegt de Tijd ten slotte, dat het kabinet uit de rechterzijde inderdaad ingrijpende verandering in den gang van ons staatsleven teweegbrenge. Het nieuwe ministerie wordt ook doof het Venloosch Weekblad met gejuich begroet Door te zamen de regeering te aanvaarden zijn de verbonden mogendheden eerst waarlijk een politieke partij geworden; een partij „ebenbürtig” aan de liberaleneen partij die de vroegere conservatieve partij vervangt en dit voor heeft dat zij niet als de conservatieve, met behulp van het zwarte spook uit te roeien is. De liberalen zitten er mee opgescheept, en voor altijd. Wel bekome het hun Het Venl. Weekbl. vermoedt .intusschen dat de eerste ontmoeting van het nieuwe kabinet met de Kamer zal meevallen. De liberale Kamerleden zullen zich wel kalm houden en, gesteld zij kunnen hun gramschap niet bedwingen, dan nog zal het de nieuwe bewindslieden niet aan verdediging ontbreken. Standaard en Centrum staan gereed. Op de vraaghoe weet gij dit laatste ant woordt rnr.H.„Wij hebben het zelf op gevoelige wijze ondervonden. Toen de Standaard onlangs zei „dat de ommekeer in regime op zulk een wijze zou plaats hebben, dat de publieke opinie niet te sterken schok onderga”, noemden wij dat een kwaad teeken, wijl daaruit bleek dat de Standaard de liberale opinie vereenzelvigde met de publieke. De conclusie die uit deze opmerking werd getrokken, luidde„Dus wij krijgen geen franchement anti-liberaal kabinet, geen ministerie van redres, maar een van het „ware midden,” een schipper-of water-en-melk- kabinet.” Deze conclusie werd door het Centrum het orgaan van dr. Schaepman afgekeurd. „Het Venl. Weekbl. schimpt zeide het Centrum. „Dus roept mr. H. uit wie het verkeerd vindt dat de liberale opinie gemenageerd wordt, die schimpt altijd volgens het Centrum op het ministerie, dat plan heeft zulks te doen. „Want dat dit plan werkelijk bestaat, wordt helaas noch door Standaard, noch door Centrum ontkent. De eerste zegt in ’t geheel niets en de laatste eigenlijk niets dan: „Wie bedenkin gen durlt opperen, krijgt op zijn kop”. „Zeiden wy te veel toen wy voorspelden dat het niet aan verdedigers zou ontbreken „Alvorens het kabinet geboren is heeft zich reeds een verwoede verdediger opgedaan. Wat zal het zijn wanneer het in al zyn glorie zal schitteren „De Standaard treedt ook op als beschermer van het aanstaand kabinet, maar blijft daarbij bedaard. Mocht dit voorbeeld door het Centrum BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, Gelet hebbende op art. 7 van Zijner Majes- teits besluit van 7 September 1828 (Staatsblad do. 55), roepen op, alle personen, welke als ge huwd of als weduwnaar met kind of kinderen in de tweede klasse van de algemeene rol der schutterij, in het vorige jaar opgemaakt, zijn gebracht, doch sedert dien tijd door het overlijden van hunne vrouwen of kinderen, de bevoegdheid hebben verloren om in die klassen te verblijven, en dus als nu in de eerste klasse der voor dit jaar te formeeren algemeene rol gerangschikt moeten worden om van zulke veranderde omstandigheden ter Secretarie dezer gemeente kennis te geven, vóór den 15en der volgende maand, zullende bij yerzuim dezer aangifte de belanghebbenden, s ingevolge art. 8 van voormeld Koninklijk besluit, hij de Schutterij worden ingelijfd en bovendien tot eene geldboete en gevangenisstraf verwezen worden. Voorts wordt ter kennis van de belanghebbenden gebracht, dat zij, die hun 34e jaar hebben vol eindigd of gedurende vijf jaren bij de reserve hebben gestaan, desverkiezende kunnen worden ontslagen, wordende elk, die van dit recht wenscht gebruik te maken, aangemaand, om zulks uiterlijk vóór den 30en Juni aanstaande ter Secretarie aan te geven. Sneek den 13 April 1888. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. De Stand, begint zachtjes aan de menschen te beduiden wat ze te doen en te laten hebben onder de nieuwe politieke bedeeling. De rechters, die tot dusver nog geen vonnissen wezen in den geest der doleerenden, worden thans onderhouden. Ze luisteren niet naar de pleidooien, daar zit de foutOngetwijfeld is het aanhooren van pleidooien voor den rechter een zuur stuk arbeids, maar hij mag zich dien arbeid niet laten ver drieten. Het is zijn taak. Het hoort tot zijn ambt. Het maakt een deel uit van het beroep, dat hij koos. „Meer nog, vervolgt het blad, er ligt iets van de wijding in, waarop het rechterlijk ambt mag bogen. Immers, hij luistert om tot kennis van het recht te komen, en rechtte doen is zijn eere. Pijulijk, zeer pijnlijk doet het daarom aan, van meer dan óen kant te vernemen hoe meerdere rechters, als er voor kerken in Doleantie gepleit wordt, niet luisteren. Erger nog, het merken laten dat ze niet luisteren. Soms zelfs allerlei doen, waardoor ook aan hun mederechters het luisteren bemoeilijkt wordt, zoo niet belet. De rechterlijke autoriteit moge toezien. Nog staat ze in den roep van onpartijdigheid. Nog is het oprecht en meenens, als meer dan éen zich geprikkeld voelt, zoodra er aan die onpartijdigheid ook maar getwijfeld wordt. Maar laat men toezien. De gevallen die inbreuk maken, worden al te menigvuldig. De speech tegen de bladen bij het Utrechtsche studentengeval. Heel de droeve historie van de moordenares van den Japanscaen gezant. En nu weer de Doleantie!" Het Vadert, doet uitkomen dat de combinatie weinig homogeen is, Aan bekwaamheid ontbreekt het intusschen de meeste leden niet Of er regeertalent .schuilt in dit achttal, zal moeten blijken het is billijk, waar zij te kort schieten, hun te vergunnen de verzachtende omstandigheid te pleiten, dat hun oefentijd nog beginnen moet. Met het oog echter op de verklaring dat het met de louter administratieve ministeries, die de zaken maar aan den gang houden, uit moet zijn, is het te begrijpen dat het gansche land nieuws gierig uitziet naar het politieke programma, waaromtrent deze combinatie het eens is gewor den. Aan welwillende adviezen van vriend en vijand, wat hun te doen stond, heeft het niet ontbroken. Thans voegt de wijze spreuk „Oordeelt niet vóór het tijd isdus weet of wacht. De Amst. bepaalt zich tot enkele opmerkingen over de verschillende ministers en eindigt ins gelijks met de opmerking, dat zij met spanning wacht op een duidelijk aatwoprd op de vraag: „Welk programma zal dit achttal ontwikkelen?” en nog meer op de daden. Het Centrum is ten hoogste verontwaardigd dat de N. It. Ct. het gewaagd heeft den heer Keuehenius zoo kras aan te vallen. Een zeer boos artikel wordt als volgt besloten „Wij hebben den heer Keuehenius niet te verdedigen die verdediging blijft aan zijn daden het best vertrouwd. Maar wij vermochten niet te zwijgen over deze onbeschaamdheid. Er is een grens aan alles. „Wij teekenen nog twee punten aan. De N. R. Ct. vermeldt, dat de heer Keuehenius de godsdienstige gevoelens van anderen bespot en beschimpt. Het verwijt klinkt zonderling uit dezen mond. Het wordt gestaafd door een zeer ongelukkig woord eens door den heer Keuche- nius gebezigd. Het is echter bekend, dat dat woord geen spottende bedoeling had. En de afkoer, dien de N. R. Ct. over dit woord aan den dag legt, onderstelt bij ons te groote onnoo- zelheid. Het is de N. R. Ct. niet te doen om onze godsdienstige gevoelens, maar eenvoudig om een steen tegen den heer Keuehenius." De slotopmerking van de N. R. Ct. dat de heer Mackay de medewerking van dr. Kuyper heelt moeten koopen met de benoeming van den heer Keuehenius, beantwoordt het Centrum aldus: „Met de vraag over het opnemen van mr. Keuehenius in het ministerie heeft dr. Kuyper niets te doen gehad. Alles wat hierover wordt medegedeeld, is eenvoudig verzonnen. Maar het heeft niets wonders, dat men steeds gelooft aan schacherij, als men van schacheren zijn ievens- bedryf heeft gemaakt." De onderstelling van den Haagschen corres pondent der Zutf. Ct. verdient hier mede een plaatsje. Hij vermoedt dat men den heer Keu- cheuius in het ministerie heeft opgenomen omdat men meende minder last van hem te zullen heb ben in den ministerraad dan als hy als kamerlid op de groene bank bleef zitten. De Tijd zet in een hoofdartikel de roeping van het kabinet uiteen, na met voldoening te hebben geconstateerd dat bijna de geheele liberale pers het ministerie met welwillendheid heeft begroet. Het punt van uitgang kan, naar het blad meent, geen ander wezen dan de huldiging van het BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente SNEEK, brengen ter kennis van jj belanghebbenden, dat de afschriften der vergun- mng tot verkoop van sier ken drank in het klein, dienst 1888/89, aan den gemeente-ontvanger zijn toegezonden en aldaar tegen betaling van het verschuldigde recht vóór den \en Mei e.k. moeten worden afgehaald. 3 6 6 OEEKE ir o. U’ ri i- - - V w T WIX k* M V V X WUVU ^‘J ae/.c opalle manspersonen, binnen deze gemeente woonachtig, die op den 1 Januari 1888 hun 25e jaar waren ingetreden en mitsdien allen, die geboren zijn in het jaar 1863 om zich voor den fecautterlijken dienst te doen inschrijven, zullende daaitoe ter Secretarie dezer gemeente worden gevaceerd: WOENSDAG 16 MEI 1888, des morg. van 9 tot 10 uur voor die van Wyk 1, 2, 3, 4 en 5 j» H n n n n n 6,7, 8,' 9 en 10 11 12 11, 12, 13, 14 en 15 n midd. „12 1 16, 17, 18, 19 en 20 Verder wordt ter kennis van belanghebbenden gebracht: dat degenen, welke vroeger in andere gemeenten ingeschre ven. sedert de inschrijving van het vorige jaar, binnen deze gemeente zijn komen wonen, zich insgelijks op dien dag zul len moeten laten inschrijven, in het register, loopende over een der jaren 1854 tot en met 1862, waartoe zij volgens hun o.ideidom behooren; dat een ieder, hetzij hij al of niet vermeent tot de vrijge stelden of uitgeslotenen te behooren, tot deze inschrijving verplicht is; dat voor ingezetenen worden gehouden alle Nederlanders, alhier hun gewoon veiblyf houdende, alsmede alle vreemde lingen, binnen deze gemeente woonachtig, welke hun voorne men, om zich binnen het Rijk te vestigen, zullen hebben aan den dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelyke verklaring, hetzij door het werkelijk overbrengen van den zetel van hun vermogen of de hoofdmiddelen van hun bestaan; dut zij, die in meer dan eene gemeente hun gewoon verblyf houden of den zetel van hun vermogen hebben gevestigd, tot de inschrijving verplicht zijn binnen die gemeente, alwaareene dienstdoende Schutterij aanwezig is; dat de registers ter inschrijving van af 15 Mei tot 1 Junie.k. zijn geopend en dat allen, die bevonden worden, zich alsdan niet te hebben doen inschrijven, volgens art, 9 der wet op de Schutterijen, door het Gemeentebestuur ambtshalve zullen worden ingeschreven en door den Schuttersraad tot eene geldboete worden verwezen, terwijl zij bovendien zonder loting bij de Schutterij zullen worden ingelyfd, indien het zal bly- ken, dat er tijdens de verzuimde inschrijving, geene redenen tol uitsluiting of vrijstelling te hunnen aanzien bestonden dat eindelijk een ieder, die oinnen deze gemeente niet gebo ren is, wordt aangemaand zich tijdig van eene geboorteacte te voorzien, en zich alzoo van zijnen juisten ouderdom te verze keren. ten einde de inschrijving naar behooren geschiede en hij alzoo niet kome te vallen in de straf by het aangehaald hu. 9 bepaald. SNEEK, den 20 April 1888. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. 3U „Waarachtig het is or roept mr. Haffmans uit het on waarschijnlijk, ongelooflijk, ja! schijnbaar onmogelyk ding, waarvan onze voorouders nooit gedroomd hebben, dat nog heden ten dage door velen onbestaanbaar werd geacht, ’t Is er waarachtig, het ministerie gesproten uit de verbroedering van roomschen en calvinisten. Gij kunt het voor zeker aannemen, want het staat in de (Staatscourant, in de Nederlandsche Staatscourant die er zelfs niets van begrijpt. „Zyn dan de traditioneele antipatbiën (anders gezegdde papenhaat) in vergetelheid geraakt?” Integendeel. Er is reeds dikwijls, maar nooit met zooveel geweld op het klavier der traditioneele antipatbiën gespeeld als ditmaal door de liberalen. Zoo doende hebben de heeren nog twee zetels gewonnen, die ze anders stellig verloren had den. Maar het klavier heeft.veel geleden. „Liegt dan de geschiedenis?” Men zou het haast zeggen, ofschoon Kappeyne indertijd beweerd heeft, dat de geschiedenis niet kan liegen „Wie doet de geschiedenis liegen? Wie maakt (met andere woorden) dat roomschen en calvinisten, die vroeger elkaar meedoogenloos verscheurden, zich thans broederlijk omhelzen?” Dat hebben de liberalen met hunne neutrale school gedaan. Er is dus niets zoo slecht, of het kan iets goeds te weeg bren gen. Dat heeft, meer dan eenig ander, Kappeyne gedaan met zyn baldadige wet van ’78. Men kan dus met waarheid zeg gen, dat dezelfde man, die beweerde dat de geschiedenis niet kan liegen, de voorname oorzaak is geweest, dat zy liegt.” BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek roepen bfl 2/.0 OD! ftllft msintmmwinan hinnon die op den 1 Januari 1888 hun 25e jaar waren ingetredenen •fccautterlijken dienst te doen inschrijven, zullende daaitoe ter MEI Ib88,

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1888 | | pagina 1