MECWS-II' IBIimnHUB IWII1 ffinfllHIIETlRlIOllllSSfflElTSSH. No. 35 D R I E E N- 1888. MFI. 2 al ®E op patent, aangifte bepaald UIT DE PERS. Het radicale Groninger Weekblad ziet in de i'W ADVERTLNT1ÈN van 1 tot 4 regels,gewone letter, 40 Cents» voor eiken regel meer 7’/i Cents. Bij abonnement is de prijs be langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. B EKEND MAKI N G. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, Gelet op de artikelen 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1875, (Staatsblad no. 95), tot regeling van het toezicht bij het oprichten van inrich- tingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken Brengen ter openbare kennis, dat ter Secre tarie dor gemeente ter visie is gelegd, een ver zoek met bijlagen van Lammert de Jong, Smid, wonende alhier, om vergunning tot het oprich ten eener kachels meder ij, in het gebouw, staande aan de Boschstraat alhier, Wijk 16, no. 133, kadastraal bekend gemeente Sneek, sectie C, no. 512. Dat op Woensdag den 16 Mei 1888, des middags te 12 uren, ten gemeentehuize gelegen heid zal zijn, om tegen die oprichting bezwaren in te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te lichten en dat zoowel de verzoeker, als zij, die bezwaren hebben in te brengen, gedu rende drie dagen vóór evengenoemd tijdstip ter Secretarie der gemeente, in de gewone bureau- urcn, van de ter zake ingekomen schrifturen kennis kunnen nemen. Sneek, den 2en Mei 1888. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. De Maasbode wijst op do moeilijke taak, dio den nieuwen minister van Financiën wacht. Hij vindt onder de liberalen geduchte tegenstan ders Mees, Gieichmau, Van Houten, Veegens, en vooral Verniers van der Loeff. Staan tegenover de bestrijders in de oppositie evenveel verdedigers in de gelederen der rech ter zbde? Het is mogelijk, dat onder de Okma’s, Oppedyk’s, Bosgra’s tot dusver onbekend geble ven iiuancieele specialiteiten schuil gaan, die zich in de kamer van honderd /heerlyk zullen ontwikkelen, maar hot oude element in de vroegere kamer, op de rechterbanken gezeten, is in den regel gekozen onder de leus: „voor of tegen de schoolwet”, en aan financieele specialiteiten was er geen overvloed onder de mannen van de rechterzijde. Neen eerder gebrek. jetten de noodige inlichtingen zullen bevatten, voorts, dat bij de bezwaarschriften, ingevolge art. 1 der Wet van 4 April 1870 (Staatsblad no. 60) een duplicaat vau het aanslagbiljet, ’t welk tegen betaling van vijf cent bij den Ont vanger verkrijgbaar is, moet worden overgelegd. Sneek, den 17 April 1888. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris, KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, maken aan de ingezetenen bekend, dat het door hen vastgesteld Primitief- Kohier van belasting op de binnen deze ge meente gehouden wordende Honden, voor het jaar 1888, aan den Gomeente-Ontvanger ter invordering is ingezonden en alzoo een ieder verplicht is, zijn aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Sneek, 2 Mei 1888. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, brengen ter openbare kennis dat het Primitief-Kohier van den Hoofdelij ken Omslag, dienst 1888, goedgekeurd door heeren Gedeputeerde Staten van Friesland, bij besluit dd. 19 April 11. no. 57, aan den Gemeente ontvanger ter invordering is ter hand gesteld en een ieder verplicht is, zijn aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen dat een afschrift van dit Kohier van af heden, gedurende vijf maanden ter Secretarie dezer gemeente ter inzage is nedergelegd, alle werk dagen van ’s morgens 9 tot ’s namiddags 1 uur. Sneek den 2en Mei 1888. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. samenstelling van het nieuwe ministerie een groot gevaar voor den vooruitgang. Wat de Standaard ook moge zeggen, wij staan niet tegenover een clericaal maar feitelijk tegenover een conservatief kabinet. Noch Kuyper, noch Schaepman over won hier, maar het behoud. En wat meer zegt, de stembus-moerderheid vindt haar uitspraak in deze regeering niet terug. „Dat noemen wij een gevaar, vervolgt ’t Wad. De moeste liberale organen denken er anders over. Zij beweren dat juist deze omstandigheid het nieuwe ministerie spoedig zal doen vallen. Zij meenen dat de uiteenloopende politieke gevoelens, waar het opbouwen betreft, voor deze regeering de dood zullen zijn. Maar wij zien hierin juist een lang leven van deze regeering, omdat haar politiek in hoofdzaak zal zijn behouden en voorzichtig af breken. En dan zullen vele z.g. liberale kamerleden niet ongenegen zijn deze regeering te steunen. Als Mackay voorzichtig omspringt met de open bare school, staat De Beaufort zoover niet van hem af. Wanneer Hartsen de beschermende rechten voorloopig tot een onderwerp van over weging laat, zal zijn beleid niet vele liberalen ergeren. Wanneer Ruys niet terstond allevacante posten aan anti-liberalen afstaat en zijn geliefde doodstraf nog voorloopig blijft lief hebben in theorie, zullen velen hem zegenen by de gedachte aan Du Tour. Wanneer Godiu de Beaufort orde in ons financiewezen brengt, zonder invoering eener inkomstenbelasting, zal hij ook den steun erlangen van een groot deel der z.g. liberalen. Wanneer Bergansius, Dyserinck en Havelaar het niet al 'te duur maken, zullen zij even goed of evea slecht zijn als alle andere ministers van oorlog, marine en wateistaat, handel en nijverheid. Wanneer Keuchenius Ja, deze man zou een gevaar kunnen worden voor het ministerie, omdat van hem iets te verwachten is. Maar indien zijn voorstellen aannemelijk zijn, zullen de liberalen dau den moed hebben die voorstellen, uit partijzucht, te verwerpen Er ligt, wij herhalen het, een gevaar voor den vooruitgang in het nieuw opgetreden ministerie. Dat gevaar goed onder de oogen ziende, wacht de Volkspartij reeds dadelijk een ernstige taak. Deze regeering zal denk aan de richting het kiesrecht niet verder uitbreiden. Wat Kuyper wil, willen mannen als Mackay en Ruys met. De proef daarvan zal spoedig bewezen worden.” Het blad spoort het volk aan zijn pressie in deze aan te wenden en zoo mogelyk in Mei een groote demonstratie ten gunste van het algemeen stemrecht in Den Haag te houden. Het hoofd bestuur van den Ned. Bond voor algemeen kies- en stemrecht dient daarbij naar ’t meent voor te gaan, terwijl er spoed achter ’t werk moet worden gezet. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden /l.franco per post f 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave oi redactie betreffende, franco in te zenden BEKENDMAKING BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente SNEEK, brengen ter kennis van de ingezetenen 1°. dat de uitreiking der biljetten en decla- ratoiren voor de beschrijving van de personcele belasting en het patentrecht, over het dienstjaar 1888/89 zal plaats hebben in de maand Mei dezes jaars en wel op den 14cn dier maand en dat met de weder-inzameling daarvan acht dagen daarna een aanvang zal worden gemaakt 2°. dat evenwel hiervan zijn uitgezonderd de paten tplichtigen, vermeld onder nos. 3741) van tabel 14 der Wet van 21 Mei 1819 (Staats blad no. 34)zijnde slijters in wijnen, dranken en likeuren in ’t klein, tappers, kroeghouders en kofiiehuishouders, aan Welke door de ont vangers, dadelyk na den ingang van het dienstjaar, dat is op den tweeden Mei aanstaande, een declaratoir zal worden bezorgd, hetwelk, na verloop van drie dagen, van hen weder zal worden afgehaald 3°. dat degenen, welke, bij het aanbieden el bezorgen der biljetten of verklaringen, of ook bij het terughalen ervan, mochten zijn voorbij gegaan of overgeslagen, zich in geen geval op zoodanig verzuim mogen beroepen, maar inte gendeel gehouden zijn, de vereischte en behoorlijk iugevulde verklaringen, voor of uiterlijk op den 31 Mei e. k., in te dienen ten kantore van den Ontvanger, alwaar do biljetten ter invulling steeds verkrijgbaar zijn 4U. dat de patent-plichtigen van de tabellen 7 en 16 (zijnde kramers, vreemde kooplieden en schippers of gezagvoerders van vaartuigen, zoomede de debitanten van loterij-briefjes, voor zooveel zij hun beroep niet voor het eerst uitoefenen), ter bekoming van patent, aangifte behooren te doen ter Secretarie dezer gemeente, en voor de expiratie van den termijn voor de ophaling der gewone declaratoiren van patent bepaald 5°. dat, voor de sub 4° gemelde patent- schuldigen, op vertoon van de quitantie van de betaalde rechten, uitgezonderd degenen, welke bun aanslag bij termijnen kunnen betalen, aan welke zonder vertoon van quitantie het patent kan worden afgegeven, de patenten dadelijk verkrijgbaar zijnworden de patentplichtigen, vermeld onder no. 3740 van tabef 14, bij deze tevens opmerkzaam gemaakt, dat het patent, overeenkomstig art. 2 der Wet van den 24 April 1843 (Staatsblad no. 16), niet aan hen mag worden uigegeven, dan nadat zij de helft van hunnen aanslag voor het dienstjaar hebben betaald, en het verschuldigde van het vooraf gaande jaar ten volle zal zyu aangezuiverd, terwijl zij bovendien, wanneer zij ingebreke blijven de patenten af te halen, telkens dat zij de vereischte patenten, of afschriften van die aan de bevoegde Ambtenaren nier kunnen ver- toonen, volgens art. 21 1 der Wet van 21 Mei 1819 (Staatsblad no. 34) vervallen in eene boete van f 15. 6°. Dat ingevolge art. 29 2 der Wet op het personeel van 29 Maart 1833 (Staatsblad no. 4) tot tegenschatters dezer gemeente zyu benoemd: Bernardus de Jongh, Pieter vau der Werf, Tjeerd van der Steele en Nolke Petrus Molenaar, allen wonende te Sneek Wordende den ingezetenen voorts indachtig gemaakt op de wijzigingenwelke een der vrijstellingen van vrouwelyke dienstboden bij art. 5 der Wet van 9 April 1869 (Staatsblad np. 59) hebben ondergaan, en op die, welke in de twee eerste paragraien van art. 27 der Wet van 29 Maart 1833 (Staatsblad no. 4) bij art. i 7 der zeilde Wet van 1869 zyn gebracht, Waaromtrent de uit te reikeu beschrijvingstol- Daarenboven zal de minister den tegenstand hebben to bverwinnen vau de doctrinaire ambte naren aan zijn departement. Het gevaar bestaat in de allereerste plaats hierin, dat elk economisch plan der nieuwe regeering, zelfs in zijne geboorte, onmiddellijk aan de tegenpartij bekend gemaakt wordt. Het is soms of er eene telepbonische verbinding bestaat tusschen den Haag en het hoofdorgaan van het Ned. liberalisme. Vanuit de bureaux der N. R. Ct.. kunnen dan de noo dige bevelen gegeven worden, om de genomene maatregelen te bestrijden, te verlammen, te be letten. Daarbij komt, dat voor allerlei maatregelen in de eerste tijden veel geld zal noodig wezen. De bezuinigingen op onderwijs zullen eerst op tijd werken en verslonden worden door hoogere eischen van andere departementen, Wegens al deze voetangels en klemmen, die op zijn weg liggen, gelooft De Maasbode niet, dat de minister in de eerste jaren tot doortas tende maatregelen zal overgaan. Men zal leven bij don dag. Eene vierde leening van zestig millioen is spoedig gesloten. Rente en aflossing kunnen gemakkelijk genoeg gevonden worden uit de grootere voordeelen van het nieuwe con tract met de Ned. Bank. Desnoóds eenige opcenten meer op het personeel. Nog gemak kelijker kan de minister vier jaar zonder finan cieele hervormingen aan het roer blijven, als hij zijn ambtgenoot voor koloniën weet over te ha len de Staatsspoorwegen op Java voor 50 a 60 millioen te verkoopen. Is de minister van plan aan de veldwinnende protectionistische beweging tegemoet te komen, dan zal men er spoedig meer van hooren. Zoo niet, dan hoopt De Maasbode, dat door kamerleden daartoe het initiatief zal worden genomen. Aan don ex-premier mr. J. Heemskerk wordt door het Hand, een woord vau hulde gebracht. Aan den vooravond der optreding van de nieuwe Vertegenwoordiging na de grondwetsherziening is dit zeker een woordje op zijn pas. Het slot schrijven wy hier af „Is Heemskerk een groot man Hierover - kunnen de meeningen uiteenloopen. Men kan beweren dat de tijden hem niet gunstig zijn geweest om in het groote te schitteren dat hij een Bismarck in ’t klein zou zijn geworden, in dien hier als in Pruisen conservatieve staatkunde tot groote uitkomsten had kunnen voeren. Voor velen zal hoofdzakelijk Heemskerk de man blijven van het minutieuse, groot in het kleine. Zoo was zijn geheele optreden, zijn welsprekendheid, zijn aanleg. Zijn eigenlijke staatkundige invloed is dan ook in en buiten de Kamer in de laatste jaren uiterst gering geweest. Hoevele Neder landers Heemskerk ook waardeeren, „Heeins- kerkianen” zijn er niet. „Voor iederen veldtoc/it in het parlement, wij mogen wel zeggen voor iederen velds/ap, moest de legeraanvoerder zijn troepen telkens winnen, door overreding, door te doen uitkomen hoe gevaarlijk de vyand was, soms door bedreiging. Maar was de strijd gestreden, dan ging ieder zijns weegs, niemand erkende Heemskerk als zyn veldheer. Ook in de pers, iu bladen van de meest uiteenloopende richting, zijn zeer dikwijls hoogst welwillende woorden vernomen omtrent den afgetreden premier, maar een Heemskerkiaansch blad bestaat niet. Heemskerk houdt ook niet van de couranten althans niet sedert hij minister is geworden. „Meer dan eens is den minister verweten, dat hij door zijn lust tot regeereu de regelmatige ontwikkeling en den geregelden gang van het constitutioneel organisme heeft belemmerddat het beter ware geweest een zwakke meerderheid OEEKER (OIRAAT o—’

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1888 | | pagina 1