fflUHB El BET IMJMIBI STEEL
i
OmodisI onfler de WapBMn.
Bi
I
Si
No. 44
1888.
N
h
-r.e j
2 J U M.
I:
r
a
'5
ds
an.
r
r
Alle brieven
in te zenden
Lhndbouwcoinmissie.
dan
geen
d.
m
5,
Io
0.
er
le
;e
en manen,
i aan
tingen. Korpsen.
Bij deze Courant behoort als bijblad. Fauil-
leton-nummer 11.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS,
Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post /1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave oi redactie betreffende, franco
genootschappen, aan welke door de Nederland-
sche regeering, ook in Indie, volkomen gelijke
rechten, volkomen dezelfde bescherming moet
worden ver leend, wordt het zendingswerk uitge
oefend. Wat beteekent net dan dat de minister
van koloniën, dat de regeering zich richt tot
één bepaalde yereeniging, vertegenwoordigende
één bepaalde richting in één der christelijke
kerkgenootschappen De aanleiding een her
innering in een Engelsch blad aan een tien j aren
geleden in Duitschland uitgesproken redevoering
is zeker al hoogst onbeteekend. Kan, met
het oog op deze verschillende omstandigheden,
wel ontkend worden, dat hier althans schijn
bestaat van bevoorrechting, van zekere voorkeur,
aan die vereeniging en aan dat kerkgenootschap
door de regeering verleend Het blad acht het
wensebelijk, dat binnen een niet al te lang tijds
verloop de redenen worden opgehelderd, welke
den minister van koloniën hebben bewogen,
zich in deze te wenden tot één bepaalde ver
eeniging, en dat alle twijfel voor goed worde
en blyve uitgesloten omtrent het beginsel, dat,
welke ook de persoonlijke voorkeur moge zijn
van de verschillende ministers, door de regeering
gelijke waardeeriug, gelijke sympathie en gelijke
bescherming worde geschonken aan den zen-
dingsarbeid der onderscheidene christelijke ge
zindten, welke zich in Indie met de bekeering
van heidensehe volken bezighouden.
De Standaard verklaart, dat de anti-revolu
tionaire richting, krachtens haar beginsel, tegen
protectionisme en vóór vrijheid van voortbren
ging en verkeer is. „Onze party als partij staat
gekant tegen de Staatskerk en pleit voor de
vrije kerkijvert tegen de Staatsscnool en voor
de vrije schoolen is zoo ook krachtens haar
beginsel tegen alle kunstmatige trekkast-teelt,
waaraan de overheid zich eertijds ook op mercan-
tieel en industrieel gebied zoo gaarne overgaf.
„Voor de vrye school en tegen vrijheid van
handel ijveren, is inconsequent en brengt u van
de lijn der beginselen af.
Dit dit principieel pleidooi tegen Staatsbemoei
ing, ook op het gebied van voortbrenging en
handel, volgt echter geenszins, dat deswege de
anti-revolutionaire partij onder geen beding en
onder geen omstandigheden tot o verheids-voor
ziening zou mogen raden.
Lieten alle andere landen de productie en het
vertier vrij, dan zou het resultaat, waartoe we
kwamen, bepaald worden door de schikkingen,
die God de Heere in zijn voorzienig bestel voor
de onderscheidene natiën gemaakt beeft. Stond
het zoo, dan zou uiteraard de anti-revolutionaire
partij ook ten onzent voor stille berusting in
deze schikking des Heeren pleiten i
dat we ons te onderwerpen hebben aan wat
God de Heere over onzen bodem en ons volk
brengt.
Maar dit is niet het geval. Integendeel, de
van God gestelde regeling is over het grootste
deel der wereld verstoord en wordt belemmerd
in haar doorwerking.
Productie en verkeer zijn niet meer vrij, maar
staan in de machtigste rijteen onder de controle
van een diepingrijpende Staatsbemoeiing. Hier
door nu is een abnormale toestand in het leven
geroepen, die uiteraard ook op ons land en onze
sociale verhoudingen terugwerkt en ons het kind
van de rekening maakt.
In zulk een toestand eischt de Standaard, dat
ook onze overheid inerbarming ons volk gedeuke.
Meedoogenloos elke inmenging van Staatswege
als ongeoorloofd at te wijzen, wareniet volgens,
Immers het beginsel isStaatsbemoeiing tegen-
l voor de regeling van Gods
ADVERTENT1LN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer V'ti Cents. Bij abonnement is de prijs be-
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
Het schrijven, door den heer Keuchenius als 1
- minister van koloniën tot de Nederlandsche
l Gereformeerde Zendingsvereeniging gericht, om
uitbreiding van den arbeid onder de heidenen
in den Indischen archipel, heeft algemeen de
aandacht getrokken.
Door de Stand, werd daaraan lof toegezwaaid.
Ook het Wag. Weekbl. is er ten zeerste mee
ingenomen. Niet aldus het Hand. „Is het
raadzaam vraagt het blad voor de rust
in Indie, dat van de regeering een schrijven
uitgaat, hetwelk zich niet bepaalt tot de bevor
dering van het zendingswerk uit een oogpunt
van beschaving ja, dat doel volstrekt niet
noemt maar uitdrukkelijk de bestrijding van
den Islam als drijfveer stelt Kan dat dienstig
zijn voor de handhaving van het Nederlandsch
gezag Zal zulk een aanschrijving door de Mo-
hammedaansche drijvers niet worden beschouwd
als een uitdaging, hun door de regeering toege
worpen, waarvan zij gebruik zullen maken om
des te ijveriger op te treden en den geest van
verzet aan te wakkaren
En naar aanleiding van de opmerking van de
Stand., dat het stuk een „christelijke regeering44
waardig is, vraagt het Hand.'. „Behoort een
„christelijke regeering44 niet te denken om hare
verantwoordelijkheid voor de handhaving van
vrede en rust in de koloniën Merkwaardig is
het zeker, dat de aanschrijving berust op een
betoog van een L'uitsch genootschap uitgegaan en
dat tien jaar oud is, en op een artikel in een
öingapoorsch blad. Behoort een Nederlandsche
minister, die tot zulk een ingrijpende daad over
gaat, niet andere beweegredenen aan te voeren
dan een beroep op de buitenlandsche pers? Is er
geen gouverneur-generaal wiens advies over zulk
een daad eerst had moeten worden ingewonnen?
Zijn er geen Nederl.-Iudische ambtenaren, die in
staat zijn den minister voor te lichten? Zonder
echter daarop te wachten, schrijft de nieuwe
minister, reeds 14 dagen na zijn optreden, een
brief, waarin bestrijding van den Islam op den
voorgrond treedt. Als geloofsdaad kan zulk een
demonstratie eerbied verdienen, maar als regee-
lingsdaad is zij hoogst bedenkelijk en versterkt
zij maar al te zeer de beduchtheid, die wij en
anderen te kennen gaven toen de heer Keu-
caenius de portefeuille van koloniën in handen
werd gesteld.44
De Standaard wijst er het Hand, op, dat de
minister Keuchenius, zeer voorzichtig, heeft ge
sproken van den toenemenden invloed van den
Islam onder de heidenen en zich met geen woord
heeft uitgelaten over de kringen waar de Islam
liet reeds won. En met bet oog daarop vraagt
de Stand, tweeërlei: „Ten eerste, kent de redactie
van het Hand, de streken van Indie waar de
heidenen wonen en acht ze het optreden van
zendelingen in die streken bedenkelijkEnten
anderen gaat de regeering van een christelijk
volk, naar het oordeel van het Hand., te ver,
als het, waar nog heidenen voor hunne afgoden
knielen, gewenschter acht, dat deze heidenen
de roepstem des Evangelies hooren, dan dat ze
inslapen in den geestelijken dood van de Isla
mitische stararbeid
Gelijk zich verwachten liet, beschouwt de Tijd
de circulaire uit een eenigszms ander oogpunt.
Het veieenigt zich over ’t geheel met de opvatting
van de Stand, tegenover die van ’t Hand., maar
bet blad heeft een andere grief. Deze wordt
aldus geformuleerd:
De vraag dringt zich als vanzelf op, waarom
de minister juist deze gelegenheid koos, om zijn
gevoelens ten opzichte van de uitoreiding van i
het Christendom in indie bekend te maken. maar tegen het beginsel.
Door verschillende zendingsvereenigingen niet Ibve.1
udeen, maar door verschilfeude christelijke kerk- i staan, uit eerbied
W ederom is een rapport verschenen van de
-- Het is gewijd aan het
^“Mouu'onderuijs. Het vangt altius aan
«Terwijl in naburige landen reeds sedert gerui
sen tijd krachtige maatregelen worden genomen
Wü de landbouwers iu staat te stellen de wapenen,
ö>e de wetenschap hun schenkt, te gebruiken
e>‘ hun natuurlijke intelligentie te scherpen en
te ontwikkelen, is hier van staatswege, naar de
commissie doet uitkomen, nog slechts een enkele
schrede op dezen weg gezet. Het is onmiskenbaar
het buitenland ons een heel eind weegs is
'oeruitgestreetd en dat het gemis van voldoend
ouderwijs onzen landbouwers en daardoor het
êcueele vaderland een onberekenbare schade
berokkent.
\V anneer men echter thans krachtig doortast,
uu is de schade in zoover voor een goed deel
411 te halen dat wij, gebruik kunnende maken van
^•- ondervinding van hen die ons zijn voorgegaan,
cle fouten kunnen vermijden en veel tijd eu u7 “7; -rr— -
bosten kunnen besparen, welke ginds te jOul. cfo overzichryau het landbouwonderwijs m Groot
gegaan met uuttelooze of verkeerde proef- j "ritU"Te», Denemarken, Erankrijk,
beminëuu. L.och ttauneei. Inen b eüU Duitschland en Belgie.
UIT DE PERS.
regeling van het landbouwonderwijs hier te lande
aan den eenen kant dient te rade gaan met
hetgeen reeds op dit gebied in het buitenland
is tot stand gekomen, aan den anderen kant
moet betoog gehouden worden op Nederlandsche
toestanden, op hetgeen hier te lande bereikbaar
moet worden geacht, op de zeden en gewoonten
van onze landbouwers, in zoover deze met onzen
volksaard innig samenhangen, op organisatie van
ons onderwijs zooals dit tot dusver is in het
leven geroepen. Ons landbouwonderwijs moet
niet zijn een plant uit den vreemde hier over
gepoot, maar wij moeten met het voorbeeld van
anderen voor oogen de kiemen bij ons aanwezig
tot ontwikkeling en w'asdom brengen 44
Het gaat niet aan thans van het lijvige rap
port en de daarbij gevoegde nota’s een en
ander beslaat 30 kolommen in de Staatscourant
een meer gedetailleerd overzicht te geven.
Wij bepalen ons daarom tot de voorstellen, welke
de commissie aau ’t slot van haar rapport de
regeering in overweging geeft.
Bij het rapport zijn twee nota’s gevoegd. In
de eerste, van de bh. A. Mayer en drie anderen,
wordt bedenking geopperd tegen het denkbeeld,
om reeds de lagere school dienstbaar te maken
aan het landbouwonderwijs. In de tweede, van
den heer D. Fontein de Jong en 8 anderen, wordt
de aandacht gevestigd op de dadelijke behoeften
van den landbouw. Zij wenschen consulenten
aangesteld te zien, mannen, wetenschappelijk en
practisch gevormd, die zich met den landbouw
in betrekking stellen en die tevens op de hoogte
zijn van de eisenen in het buitenland. Consu-
lenten voor de zuivelbereiding zouden dadelijk
noodig zyn. Zy achten het wenscheiyk dat de
regeering bij aanvragen van maatschappijen of 1
vereenigingen 50 pet. subsidie geve van de be- 1
zoldiging enz., hun toe te kennen.
Een derde nota, by het rapport gevoegd, geeft 1
sï A‘s’
OBBK
I COURAN
Jims- a im a
1885.
n
n
1886.
Q
Comp.
n
n
L
1
r>
a
I.
r
t
i
i
i
t
r
T>
3e Keg. Vesting-Artillerie
n
0
l.
ir
8-
J.
J.
de le, 2e en
pitaalsoidateif
le Reg. Vesting Artillerie
le Reg. Vesting-Artillerie
n
n
BURGEMEESTER der gemeente Sneek roept op de al-
gevestigde Verlolgaiigers der Militie te land, lichtingen ISS5
körosen \n?r.u.h0'?r Ï‘J J,.ehoOTeu tot <1« hieronder vermelde
■s nSdduss ten ??e% W
te begeven, te weten:
Licit-
Regiment Grenadiers en Jagers
le Regiment Infanterie
w
n
2e Reg. Vesting-Artillerie
j-
le, 2e, 3e, 1
4e,- 5e en
Ce Batterij
(geheel)
korps Genietroepen
worden t_; L„l.
-om bij do opkomst onder de winpimn
Zlju van al Weeding-en
vertrek met groot verlof medegenomen, en’ zich
r i e dagen vóór den dag van opkomst ter gemeen-
-3 te doen
voor de'vëtmrëffi^ d^vaTtX^bJstaun. °UtVaU«ea- zü0
»aakienlüt^.es?ns ziekte ldet ttau deze oproeping op den be-
kui,ln,e“ voldoen, zullen ter zake van
dei 4®^ ^.we^elijken dienst voor diligent worden gehou-
lue,’no° verphcht van hunne verhindering tijdig ter ge-
“aX STte doea blijkon door inlevering eenefgeneel
WrX duu herstel
len slotte wordt nog hierop opmerkzaam gemaakt
van j VOOr ‘l®?? opkomst geen gebruik gemaakt kan worden
dezedhpJ2rVnerbÜJ.etten de zakboekjes voorkomende, zijnde
MpenmS °Pk°m8t ouder de
keusd.athde “““kappen, die zich bij de opkomst aan dron-
s“eek,hde^2fSe^888 strells zulleu "n gestraft.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
2e
3e
4e
5e
6e
7e
8e
le
2e
3e n
Korps Rijdende Artillerie
Pontonniers
Veld-Artillerie 1
Genietroepen (de vesting-
telegrafi sten uitgezonderd)
3e Compagnie Hos-
4e en 7e Como.
löe
5e en 8e
<Je
2e en 3e
Se&lOe Comp.
2e en 4e
5e, 6e,
7e en 9e n
4e en 8e Comp.
5e en 7e
le en 3e
2e 10e
11e
2e
3e
5e
13e
8 e, 10e
en I2e
Korps Genietroepen (de vesting-
telegrafisten uitgezonderd)
De vesting telegrafisten van het
tevens herinnerd
I. Zoodra aan de meest'dringende behoeften, in de volgen
de rnoneken vermeld, zal zijn voldaan, zullen aan een der
uuiversiteiten bijzondere leerstoelen voor landbouwkunde wor
den opgericlit en een doctoraat iu de landbouwkunde in het
leven worden geroepen.
II. Afdeeling B (meer wetenschappelijke afdeeling) van de
landbouwkundige school te Wageniugen blijlt behouden.
III. a. Afdeeling A (practisolie afdeeling) van de landbouw
kundige school te Wagcuiugen blylt, met inachtneming van
enkele wijzigingen goedkooper internaat enz. behouden.
b, Er worden scholen iu het leven geroepen van geleken aard
als aideeliug A. c. Er worden winlerscholeu opgericlit, bij
voorkeur op daartoe geschikte plaatsen, waar hoogtre burger
scholen gevestigd zijn.
IV. Waar in het leerplan van een lagere school zijn opge
nomen de beginselen der landbouwkunde en daarin onderwijs
wordt gegeven, genieten de onderwijzers, met dit onderwijs
belast, die een akte van lager landbouwonderwijs bezitten,
hiervoor van rijkswege een afzonderlijke vergoeding boven
hun jaarwedde.
V. a. Aan de kweekscholen eu normaallessen, door de re
geering aan te wijzen, wordt geregeld door bevoegde leeraren
ouuernclit gegeven iu de landbouwkunde, b. Deze leeraren
kunnen zijn zoowel zij, die iu het oezit zijn der landbouwakte
middelbaar ouderwijs, als de eventueel aau te stellen land-
bouwleeraar.
VI. Aan vakscholen wordt ouder bepaalde boven nader
omsehreveii voorwaardeu een subsidie verleend van hoogstens
50 pet.
VLI. Onder hetzelfde voorbehoud wordt ook aan op te rich
ten wintercursusseu een tegemoetkoming van 50;pct verzekerd.
VIII. Wanneer proefvelden kosteloos eu tegen behoud der’
vruchten onder de leiding van daartoe aan te wijzen rijks-
ameteuareu worden gesteld, zullen hetzij de helft der exploi
tatiekosten, hetzjj de kunstmest, de zaden ot het gebruik der
werktuigen van rijkswege worden verstrekt.
IX. x.r zullen, onder den uaarn van landbouwleeraar, amb
tenaren worden aangesteld en wel, zooveel noodig en mogelijk
iu iedere provincie minstens één, belast met: a. de leiding van
het elementair landbouwonderwijs op de lagere scholen o het
toezicht op het ouderwijs op de vakscholenc. het toezicht
op de wiu.ercursussen; d. de leiding der proeven op de gesub
sidieerde proefveldene het geven van landbouwonderwijs op
de kweekscholen en normaallessen het houden van laud-
bouwkunuige voordrachten.
X. Deze laudbouwleeraren zullen het eindexamen van afdee
ling B. te Wageiungeu met goed gevolg moeten hebben
afgelegd, of aan vereischten hebben voldaan, die daarmede
gelijk staan eu bovendien het bewijs hebben geleverd, dat zij
den landbouw practisch hebben uitgeoefend en daarin be
kwaam zgu.
XI. Het oppertoezicht over het landbouwonderwijs wordt
toevertrouwd aan een curatorium, bestaande uit vijf onbezol
digde leden, van welke minstens twee practischelandbouwers.
Deze raad vau toezicht treedt onmiddellijk met de regeering
iu betrekking. De laudbouwleeiaar staat ouder de directe
bevelen van het curatorium.
7
J20 Aug.e.k.
27 Aug.e.k.
1 Aug.
13 Aug.
13 Aug.
5 Juni e.k.
9
18 Sept.
5 Juni e.k.
7 Aug.
18 Sept.
5 Juni e k.
10 Juli
14 Aug.
18 Sept.
12 Juni e.k.
19 n n
26 w
10 Juli
24
14 Aug.
18 Sept.
2 Juli e. k.
7 Aug.
aau
- »C1
hunne verplichting
voorzien te ziju van al de kleedfng-
non bij het vertrek met groot verlc
1 1 uag vail opkomst te
utkZï e te vervoegen, ten elude hun verlofpas
tilhtkeneu eu daggeld met vervoerbiljetten te ontva
uitrustingstukken, door
oproeping op den
hunne
voor diligent
De
hier i
1CÏ.,. --vxvi lumwu UC 1UUG, IK
en 18^6, voor zoover zij behooren tot de hierondi
roept op
ure
Dag van
Ondebdbblen. Opkomst.
(geheel) 13 Aug. e. k1