HfflfS- II WEiHM -BUD Ml DS «HE H BIT mDMHSfflW SffiH. 1 BF No. 45 D R I JE-E N-V EERTIG8TE 1888. I Nationale Militie. 6 J U M. ■M9a®s Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden fl.franco per post f1.25. Alle brieven en stukken, uitgave oi redactie betreffende, franco in te zenden ADVERTENT1ÈN van 1 tot 4 regels,gewone letter, 40 Cents’ voor eiken regel meer 7 */a Cents. Bij abonnement is de prijs be langrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij de a Uitgever. k’.l de vraag zijn, of het denkbeeld zoo geheel ver werpelijk ware, om stevig gebouwde mailbooten, van niet te groot kaliber, met geschut te wapenen, en op deze goedkoope manier het uit- en inloopen van de prauwen der kuststaatjes te beletten. Ten deele strekt het betoog van de Standaard om te doen uitkomen, dat de „liberalisten" de meeste schuld van den oorlog met Atjeh hebben. Wij kunnen dit gedeelte laten rusten na al ’t geen hierover reeds is geschreven en verwijzen belangstellenden, desbelust, naar het artikel van den heer Kielstra in de Vragen des Tijds van deze maand. Hij toont daar met de stukken aan, dat de woordvoerders der anti liberale groepen o. a. de heeren Elout van Soeterwoude en Van Nispen van Sevenaar herhaaldelijk de noodzakelijkheid van den oorlog met Atjeh hebben erkend, na de houding door dat rijk aangenomen. Men moge den oorlog zelf betreuren of de wijze af keuren waarop hij is gevoerd, het ontstaan zelf kan aan geen partij geweten worden. De clericalen aan het werk, luidt de titel die Mr. S. van Houten heeft geschreven boven het artikel in het jongste nommer van de Vragen des Tijds, waarin hij den politieken toestand van het oogenblik bespreekt. „Wie drie maanden geleden had voorspeld ZOO luidt de aanhef dat in die korte spanne tijds in ons vaderland ieder tevreden zou zijn of otk maar tevreden zou schijnen, zou ongetwijfeld Voor een ouverbeterlijken optimist zijn uitge raakt. Dag aan dag hadden onze clericalen en sociaal-democraten het volk opgezweept tegen het „veertigjarig wanbestuur der liberalisten"; geene staatspartij was ooit zoo schuldig als de liberale nooit had een volk zoo geleden als het oozein de geschiedenis was geen voorbeeld van zooveel ellende en onderdrukking, als waaraan ons land was prijs gegevenmen begon Waarlijk bijna te twijfelen aan de juistheid van oigen indrukken, en men moest eens de statistiek for hand nemen, om persoonlijke gunstige waar neming® door dorre, maar ook volkomen ob jectieve cijfers bevestigd te zien. En nu is ieder tevre(ien en moet men omgekeerd haast vragen of alles wel zoo rooskleurig is, dat onze wetge- vende macht feitelijk al vast het jaar 1888 vacantie nemen en zich tot het verlengen van oot bankoctrooi bepalen KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente SN EEK, Gelet op het besluit van den Commissaris des Konings dezer Provincie van den 8en Mei 1.1. Ie Afdeeling M en S' no. 402 (Prov. blad no. 51) brengen ter openbare kennis, dat het onder zoek van de verlofgangers der militie te land in deze gemeente zal plaats hebben op ZATER DAG den 23en J uni e. k.des voormiddags ten ure; dat aan dat onderzoek zullen behooren deel te riemen alle binnen deze gemeente gevestigde Miliciens-Verlofgangers voor zoover zij vóór den laten April jl. in het genot van onbepaald verlof zijn gesteld, om het even tot welke lichting zij behooren en alzoo die der lichting 1883 ook aan ’t voorschreven onderzoek moeten deelnemen; dat de verloiganger bij het onderzoek moet verschijnen in uniform gekleed en voorzien van de kleeding- en uitrustingstukken, hem bij zijn vei trek met verlof' medegegeven, vau zijn zak boekje en van zijn verlofpas dat, behoudens het bepaalde in art. 130 der wet op de Nationale Militie, een arrest van twee tot zes dagen door den Militie-Commissaris kan worden opgelegd aan den verlofganger 1°. die, zonder geldige reden, niet bij het onderzoek verschijnt 2U. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige redenen, niet voorzien is van de hiervoren Vei melde voorwerpen 3U. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij het onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden 4°. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een ander toebehoorende, als de -zijne vertoont. De verlofgangers worden herinnerd dat de strafbepalingen van art. 144 der aangehaalde wet ten strengste zullen worden toegepast op degenen die zonder geldige roden niet verschijnen. Sneek den 18 Mei 1888. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. UIT DE PERS. In tegenwoordigheid van den ministir van marine, van binnenlandsche zaken, van koloniën en van waterstaat en zeer vele genoodigden, meest burgerlijke en militaire autoriteiten met hunne dames, werd Zaterdag middag precies te 12 uur de Kunstnijverheidstentoonstelling te ’s Hage geopend. De plechtigheid werd ingeleid door feestmuziek van da Koninklijke Militaire kapel en een feestzang van de Koninklijke zangvereeniging „Caecilia”. Dr. Mulder, voorzitter van het tentoonstellings- comité, verwelkomde de genoodigden, dankte voor de ondervonden medewerking en gispte de tegenwerking door het comité van een zijde ondervonden. De heer Conrad, voorzitter der Hollandsche Maatschappij van Nijverheid, opende de tentoonstelling na een rede, waarin hij de tentoonstelling noemde de vrucht van de weten schap en de energie van vroegere en tegenwoor dige Nederlanders. De tentoonstelling is nog niet geheel gereed, doch belooft zeer scuoon te zijn. Vele inzen dingen zijn reeds opgesteld. Vooral de Hinde- looper kamer in het gebouw en het Marker huis met de bewoners op het terrein, trekken zeer de aandacht. De tentoonstelling werd Zaterdag door ongeveer 250 betalende personen bezocht. De oiflcieele catalogus telt 357 nummers en wijst op de volgende onderwerpen Eerste afdeeling: Oude kunstnijverheid: kunst toegepast: op de versiering van gebouwen, op de stoffeering van gebouwen, op de bewerking van onedele metalen, op de bewerking van edele metalen en gesteenten, op glas en aardewerk, op stoffen voor kleeding en huishoudelijk gebruik, op voorwerpen van allerlei aard, zooals ivoor, paarlemoer, schelpen enz. Grafische kunsten. Kunst toegepast op lederwerk. Middelen tot verspreiding van kunstzin en goeden smaak. Schilderijenenandere voorwerpen ter opluistering. Tweede afdeeling: Nieuwe kunstnijverheid: kunst toegepast op de versiering en op de stoffeering van gebouwen, op de bewerking van onedele metalen en gesteenten, glas, aardewerk, op stoffen voor kleeding en huishoudelijk gebruik, op vervoermiddelen, grafische kunsten, lederwerk, op versiering van tuinen en parken enz., alsmede middelen ter verspreiding van kunstzin en goeden smaak. De afdeeling schilderijen en kunstwerken van hedendaagsche meesters wordt afzonderly k geca talogiseerd. der macht verknocht, reeds zoo zwaar de anti liberale groepen zou drukken, dat zij aan niets meer durven tornen, acht mr. van H. inderdaad merkwaardig. Er heerscht een zorgwekkende epidemie van bescheidenheid. Dr. Schaepman wensclit noch minister, noch president der kamer te zynmr. Lohman erkent, dat hij niet in dit kabinet behoortde gauche onder dr. Kuyper trekt zich terug, geeft de droite het roer in handen en vergenoegt zich voorloopig met de portefeuille van koloniën, het terrein waarop mr. Keuchenius steeds het meest bescheiden in zijn eischen is geweest, En in den heer Bee- laerts openlijk tegenstander der doleerende richting wordt op eenmaal een uitnemende geschiktheid als kamerpresident ontdekt 1 Het program van het nieuwe kabinet is eerst recht bescheidennergens bespeurt men iets van een stellige overtuiging en desniettemin is dr. Kuyper er volkomen tevreden over en waarschuwt hij het volk dat het vooral niet mag „schrokken". Dat de Jiberale partij, bij wie men steeds de bedenkelijke neiging bespeurt om haar eischen tot een minimum te beperken, tevreden is, nu ’t blijkt dat de openbare school het wel zal houden en er van invoering van beschermende rechten geen sprake is, laat zich begrijpen. En wonder boven wonderzelfs de heer Domela Nieuwenhuis is door de beschei- denheidsziekte aangetast en interpelleert zoo kalm, dat het schijnt of een wetteke tegen de gedwongen winkelnering precies de maat is van het voedsel, dat het uitgehongerd gestel van zijn volgelingen verdragen kan. Zyn bescheidenheid wordt, zoo mogelijk, alleen overtroffen door den heer Godin de Beaufort, den nieuwen minister van financiën, waar hij het nieuwe bankoctrooi onveranderd van zijn voorganger o ver neemt. Alleen de conservatieve strooming in het land toont het versje te kennen Zij schrokt zooveel binnen als zij krijgen kan, op gevaar af dat een indigestie zal volgen. De twee doctors Kuyper en Schaepman hebben ons, naar mr. v. Houten doet opmerken, niet verwend door hun bescheidenheid. Zij krijgen voorshands niets, maar een politiek man iet minder op titels als hij de macht slechts in handen heeft. En de toestand, zooals hij thans is, heeft hun invloed tot een maximum opge voerd. De ministers mochten geen lid der kamer blyven, besliste de Stand., en zooals de zaken thans staan kan Kuyper, zelfs zonder de hulp van Schaepman, elk oogenblik de conservatieve elementen in het ministerie tot aftreden nopen. Elke organisatie van de droite is onmogelijk, zij moeten heengaan of meegaan, en verliest heen gaande alle kracht om zich tot een gesloten geheel te vereenigen. In de kamer zouden Mackay en Godin de Beaufort, bij verschil met dr. Kuyper, de kern kunnen blijven van een toekomstige conservatieve partij. Nu zij dooi de stembus aan de gratie van dr. Kuyper on derworpen zijn is dat onmogelijk. Zij moeten, als het land zich weder tot de liberalen wendt, de evolutie van onze doctoren medemaken of zij willen of niet. Uit het voorstel van de heeren Lobman en Schaepman in zake het reglement van orde blijkt volgens mr. Van Houten reeds hun wensch om overwicht uit te oefenen over de regeering. In de vaste begrootingscommissie van 15 leden zullen zij de meerderheid hebben en zij zullen daardoor feitelijk de Kamer naar hun wil kunnen leiden. De commissie zal niet geven verscher- j ping van administratief toezicht, maar concentratie van politieke macht en wel buiten het daarvoor oankoctrooi bepalen mag." aangewezen grondwettig orgaan, nl. het verant- Dat de verantwoordelijkheid, aan het bezit woordelijk ministerie. De behandeling van het voorstel in de Kamer zal moeten leeren of de geheele anti-liberale meerderheid dien weg op wil. ’t Zou zeker iets grappigs zijn, wanneer de theoretische verdedi gers van het koningschap bij Gods genade, de regeering in de practijk overleverden aan de genade van een parlementaire commissie. Mr. Van Houten hoopt echter dat de oppositie, die zich in de sectien ook bij leden der meerderheid openbaarde, stand zal houden. Mackay c. s. moeten de leiders der meerderheid zijn en blijven. Staan anderen feitelijk boven hen, dan behooren zij aan deze de leiding over te laten, door in hnn plaats aan de ministerstafel plaats te nemen. „De regeering, aldus besluit mr. Van Houten zijn beknopt artikel, de regeering blijve in ons staatswezen het centraal orgaan bescheidenheid nope haar niet de dienares te worden van anderen, die hunnerzijds met de bescheiden positie van kamerlid of journalist tevreden zijn.” De Tijd is alles behalve ingenomen met het denkbeeld van de Standaard om het gebied van de zending te doen afbakenen door de regeering. Op deze manier zou de tijdelyke minister, de tijdelijke gouverneur-geueraal als een soort van opperherder voor de koloniën moeten optreden. ’t Blijkt nader dat de veelbesproken circulaire van den minister Keuchenius tot alle zendings- vereenigingen in Nederland is gericht. De kerk genootschappen zyn er buiten gebleven. Daar nu de R. Katholieke kerk de missie regelt kon deze natuurlijk niet in aanmerking komen. De Standaard behelst een artikel over A tjeh. ’t Volgende is daaraan ontleend Het euvel van den tegenwoordigen toestand schuilt in het feit dat onze positie om Kotta- Radja is wat men noemt, „te veel om te sterven en te weinig om te leven", of, wil men met een ander beeld, „te groot voor een servet en te klein voor een tafellaken"terwijl we aan den anderen kant de macht missen om den vijand zijn toevoer van ammunitie uit de Strait-Settle ments en Singapore af te snijden. Het laatste was van meet af de kapitaalste fout die begaan is. Indien men ia 1874 ter stond 100 millioen voor kleine kruisers had besteed, zou onze gouvernements-mariue geducht versterkt zijn, en de tegenstand om Kotta Radja sinds lang gebroken. De zeer geaccidenteerde kust van Atjeh met haar diepe insnijdingen leent zich uitstekend tot kustvaart. Die kustvaart bezorgt den Atjeher goud voor peper. En voor dat goud koopt hij achterladers en schiet er uitmuntend mee. Blokkade van zijn kunst is daarom het eenig middel van bedwang, dat ge tegen Atjeh hebt. Zoo effectief als deze maatregel eertijds zou geweest zijn, is hij thans echter niet meer. Want er zyn thans eenmaal honderden achterladers in zijn bezit, en stellig is zijn ammunitie-voorraad nog niet uitgeput. Maar toch breekt blokkade zijn kracht, sterkt indirect onze marine, roeit den zeeroof uit, spaart onze soldaten en vergiet het minste meiischenbloed. En kon met deze effectieve blokkade een inkrimpen van onze linie om Kotta Radja tot op een twee-, drietal onneembare en dn tref bare kustiorten gepaard gaan, dan daalden allicht de kosten spoedig, en hield de Atjeh-guaestie als koloniale wondeplek eerlang op te bestaan. De vraag is maarHoe vindt ge aw blokkade- vloot Want met minder dan 50 schepen komt ge er niet. En zeer zeker, had men met een mogendheid te uoen, die over torpedo’s beschikte, dan stond deze guaestie hopeloos. Thans echter zou het I s= 0 =5» B I K A E B! S. A A' 3 Bescheidenheit ist eine Zier, Doch Weiter kornuit man ohne ihr

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1888 | | pagina 1