rm
IBIS- II 1MWW1HUD TOOR DE
«EIEEWTE £.V HET jIRIIOADISSEirm SHEER.
1
J
J
No. 49
D R I E-E N-V EERTIGSTE
1888.
U I T DE PERS.
hij inroept, nog behoeven,
t
i.
viei verdie-
Wat is
men
Alle brieven
in te zenden
o
De besturen der kweekscholen voor onder
wijzeressen te Haarlem en Arnhem hebben, naar
’t Pad. verneemt, van het ministerie van binnen-
landsche zaken aanschrijving ontvangen, dat zij
van het jaar 1890 af niet langer op rijkssubsidie
kunnen rekenen.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
„A1 is nu alles niet zooals wij wel zouden
wenschen, aldus besluit het blad, de hoofdzaak
dit erkennen wij gaarne is dat wij nu
eindelijk de staatscommissie hebben.
Met grond mogen wij van de vaderlandsliefde
der leden verwachten, dat zij allen gaarne hun
krachten zullen inspannen om bestaande of ra
zende bezwaren uit den weg te ruimen en een
drachtig samen te werken, ten einde in den
kortst tnogelijken tijd bun gewichtige opdracht
te vervullen. Hun arbeid zal dan ongetwijfeld
ten zegen kunnen strekken van het land, dat
reeds veel te lang gedrukt gaat onder een on
doelmatige en verouderde militaire wetgeving,
en zij zullen zich daardoor rechtmatige aanspraak
verwerven op de erkentelijkheid van vorst en
volk.**
De Avondpost Iaat er zich als volgt over uit
„De keus der personen beoordeelen wij niet.
Wij willen aannemen, dat al de benoemden de
rechte mannen op de rechte plaats zijn. Maar
de talrijkheid der commissie en de keus der per
sonen moet in elk geval den indruk maken, dat
er bij haar onderzoek veel meer omgehaald zal
worden, dan wenschelijk is om het te bespoe
digen. Men heeft hier inderdaad te doen met
een klein parlement, dat niet alleen overwegen
zal wat uit militair oogpunt noodig en wensche-
lijk is, maar tevens in zijn overwegingen
betrekken zal alle belangen, die maar eenigszins
met een regeling der defensie in verband te
brengen zijn.**
oorzaak van
dat
Onder den titel „Een noodkreet” brengt de
(pud?) Rott. Ct. ter sprake het treurig verschijn
sel der toenemende vervalsching van eet- en
drinkwaren. Daaromtrent zijn in de jongste weken
zeer bedenkelijke feiten aan ’t licht gekomen,
die stof geven tot ernstig nadenken. Zoo is
o. a. in Frankrijk een wijnvergiftiging op
reusachtige schaal ontdekt. De bewoners van
een gansche streek zijn door het gebruik van
dien wijn krank geworden en velen dier lijdenden
bezweken reeds. Voorts werd door desbevoegdeii
als slotsom van hun onderzoek medegedeeld,
hoe in verschillende soorten van meel allerlei
voor de gezondheid schadelijke bestanddeelen
werden gemengd. Bekend is het verder, dat
de melk, zij het dan ook op onschadelijke wijze,
en wel door verwatering, van haar voedende
kracht wordt beroofd. Bier en sterke dranken
worden maar al te dikwerf door bijvoeging,
zelfs van vergiftige ingrediënten, gevaarlijk voor
het leven van den consument gemaakt. Dan
zijn er nog een aantal artikelen, die, hoewel
ze niet tot de noodzakelijke levensmiddelen
belmoren, toch op de tafel van de meergegoeden
vaak een ruime plaats innemen en omtrent
welker vervaardiging men bjj chemische ontleding
tot zeer ontrustende resultaten kwam. De
scheikunde is de moeder der vervalsching.
Ken breede reeks van artikelen van gebruik
zou men kunnen opsommen, bij welker vervaar
diging da kunst de rol van de natuur vervulde.
Gelukkig voor de consumenten echter mag de
eigen wetenschap, die het bedrog mogelijk maakt,
tevens ais de reddende engel worden begroet.
W ederom toch door toepassing der chemische
wetten, kan de misleiding worden geconstateerd.
Mannen vau naam nebben zich, vooral in den
jongeten tijd, aaugegord, om in het belang der
bedreigde samenleving, de veelvuldige bedrie
gerijen, ten aanzien van eet- en drinkwaren
gepleegd, aan de kaak te stellen.
Wat is nu echter het geval Men stuit,
zoodra men de bedreigers wil ontmaskeren,
op ouze ten deze nog gebrekkige wetgeving.
In andere landen met name in Duitschland,
zijn de strengste straffen gezet op het plegen
van bedrog by den verkoop van hetgeen de
inensch voor voeding en versterking behoeft.
Maar in het Nederlandsch Strafwetboek zijn
wei bepalingen opgenomen tegen het kwaad in
quaestie, ’t welk steeds meer om zich heen
gi'ijpc, doch de ervaring heeft reeds het onvol
doende van die voorschriften bewezen. Onder
andere schyuen de commissiëu van onderzoek
geen namen te kunnen openbaar maken van de
personen, wier bedrog in de retorten openbaar
werd. De waarschuwing van ’t publiek tegen
zulke bedriegelijke luiden kan dus niet geschieden.
In ’t algemeen is ons Strafwetboek veel te slap
tegen misdrijven, als waarbij we hier de aan
dacht bepaalden.
De nieuwe minister van Justitie zou dus aan
NederUüdsche volk eou grooten dienst bewijzen,
Ma hij de strafwetgeving op dit stuk belangrijk
veranderde en verscherpte. Door de regeering
Moge niet worden voorbijgezien, dat, waar de
volksopvoeding terecht haar belangstelling ver
dient en geniet, ook voor de volksvoeding wel
net een en ander mag worden gedaan, om tot
beter toestand te geraken, dan die thans
dank zy den vooruitgang onzer eeuw op
dat gebied moet worden betreurd.
Het Sociaal Weekulad is zeer ontstemd over
e benoeming der staatscommissie tot voorbe
reiding der wet betreffende ’s lands verdediging.
tJe opdracht der commissie geldthet instellen
Vau een onderzoek naar, en het uitbrengen van
bij het aanmaken van de strijkkachel in den
kelder van dat pand gebruik gemaakt is van een
kan met petroleum. Vermoedelijk is deze te dicht
bij een brandende lucifer gehouden en dienten
gevolge ontploft. De oudste der beide vrouwen,
die aan ’t werk waren, is dadelijk gedood. De
dochter, die met brandwonden in het gelaat en
op de armen en beenen naar het ziekenhuis was
gebracht, verkeert, hoewel in zorgelij ken toestand,
niet in oogenblikkelijk gevaar. De verwoesting
van het pand is groot. Het bovenhuis heeft
intusschen nagenoeg niets geleden. Het heeft
naast den winkel een afzonderlijken opgang.
Naar het schijnt, heeft de luchtstroom, na de
ontploffing, zich langs die trap een uitweg naar
boven gebaand daaraan zal wel het zonderlinge
verschijnsel te wijten zijn, dat, terwijl het
bovenhuis, gelijk gezegd, ongedeerd is gebleven,
het dak zware schade heeft geleden.
Uit Harderwijk werd reeds melding gemaakt
van den ongelukkigen uitslag der eerste reis,
door kapitein Juhles ditmaal ondernomen. Aan
t Hand, is door een der medereizigers, den heer
Wolff, het volgende geschreven
„Toen wij om half vijf opgestegen waren,
dreven wij al spoedig naar de Zuiderzee. Wij
waren voornemens die geheel over te steken en
dan ergens in Friesland neder te dalen. Doch
de wind dwarsboomde onze plannen, hij draaide
en wij werden iu volle zee gedreven.
„Om 7,10 hadden wij een hoogte bereikt van
4200 M. en daarop bleven wij gedurende onge
veer een uur. Onverwachts kwam evenwel een
hevige storm opzetten, terwijl bovendien een
ernstig on weder losbarstte. De ballon begon te
dalen, de daling werd sneller en sneller en ten
slotte vielen wij in volle zee. Het zal toen on
geveer 9 uur geweest zijn. Door den wind
voortgestuwd, huppelde de ballon als het ware
over de golven. Nu eens sleepte hij ons, die
den dood voor oogen hadden, door het water,
dan weder verhief hy zich met zijn vracht eenige
voeten er boven. Drie kwartier duurde deze
toestand, toen plotseling de ballon scheurde.
Wij dachten dat ons laatste uur geslagen was.
Hoe zou ons in uit noodweer hulp kunnen
verleend worden
„Gelukkig bedrogen wij ons in onze vrees.
Schipper E. de Jong uit Sloten, had ons gezien.
Hij zette koers naar onzen ontredderden ballon
en slaagde er in ons, terwijl wij door koude en
ellende afgemat waren, te redden. Het duurde
echter nog geruimen tijd eer de ballon in het
vaartuig was. De schipper haastte zich ons
droge kleederen te verschaffen en wat versterkends
en opwekkends voor te zetten. Nu, dat hadden
we ook wel noodigNa een reis van anderhalf
uur kwamen we ’s nachts om kwart voor éénen
te Harderwijk aan, dankbaar dat wij den dood
ontkomen waren.
Het on weder, dat Donderdag en Vrijdag jl.
over een groot gedeelte van ons land heeft
gewoed, heeft hier en daar nog al schade ver
oorzaakt.
Vrijdag namiddag sloeg de bliksem in een der
lokalen van de Rijks lagere school no. 1 te
Frederiksoord, zonder veel schade te veroorzaken.
De kinderen, die aanwezig waren, zoowel als
de onderwijzers, kwamen gelukkig met den
schrik vrij.
Te Wehi’sloeg de bliksem in de bewaarschool.
Gelukkig bekwaam niemand eenig letsel.
l’e Oosterwyk sloeg de bliksem indeProtes-
tantsche kerk, beschadigde de voordeur en
vernielde een venster aan de achterzijde.
Te Puifluik is de bliksem geslagen in den
toren der R. K, kerk.
een advies met betrekking tot de wenschelijke
grondslagen voor de wettelijke regeling welke
getroffen zal moeten worden.** Het geldt hier
dus niet de inrichting van het gebouw, het
geldt de grondslagen waarop het moet worden
opgetrokken. Als men bedenkt dat eerst bjj de
inrichting de bezwaren zich recht zullen open
baren, dat juist daaraau de bedenkingen hun
kracht zullen ontleénen en hun gewicht, als
men leest dat de regeering zich heeft voorbe
houden het advies der staatscommissie te volgen
naar haar eigen inzicht, ’t geen haar plicht
is dan rijst een ongeloovige glimlach op de
lippen bij de herinnering aan de zttcht tot
spoedbetrachting, waarvan zoo hoog is opgegeven.
Men denkt aan de priesters van het oude Rome,
die, wanneer zij onder elkander waren, vroolijk
lachten, naar men zegt om der menschen goed-
geloovigheid.
Twee redenen kunnen er zijn waarom de
regeering dezen weg bewandelt. De minister
Bergausius kan werkelijk de voorlichting, die
hij inroept, nog behoeven, maar iu dat geval
benijdt het blad hem den euvelen moed niet
in de tegenwoordige omstandigheden als
- De onderstelling is
echter te kras tegenover een ernstig man.
De tweede reden kan zijn dat de politiek oen
woordje meespreekt. Bekend is het, dat met
name op het punt van den al of niet persoon
lijken dienstplicht de meesten der anti-revolu-
tionairen met de meesten onder de katholieken
het tegendeel van eensgezind zijn. Verwoede
tegenstanders zjjn dezen van wat genen met
warmte voorstaan. Met elkander vinden moeten
het de beide fraction der meerderheid, die zege
vierden bij de stembus; en beide te vriend
houden moet de regeering op straffe des doods.
Hoe kan zy daarin slagen, wanneer zij een
leger-hervorming voordraagt, waarbij kleur be
kennen onvermydelijk wordt Het geval is
lastig, tot benauweus toe. Maar nood leert
bidden niet alleen, ook middelen en wegen
vinden om, voor geruimen tyd ten minste, een
hinderlijken mantel, die u op de schouders viel,
van u af te schuiven. Waartoe ook zouden er
kapstokken zijn, indien ge er niet aan ophingt
datgene, waarvan ge gaarne tijdelijk u ontdoet?
Ge zet een staatscommissie aan het werk.
Bijkans twee maanden verstrijken vóórdat zy is
benoemd. „Grondig** moet haar onderzoek zyn,
en »rÜP“ haar beraad. Daarna eerst komt
gijzelt' aan de beurt, om ampel na te gaan wat
men u voorlegt. Wie zal het niet goedkeuren,
dat ook dit uwerzijds geschiedt met alle gron
digheid? Wie niet vatten, dat vervolgens het
in-elkaar-zetten van een wetsontwerp op de dan
eindelijk aangenomen „grondslagen** het over
winnen van practische moeilijkheden, welke
daarbij worden ontmoet, verre van vlug gaat
Tijd gewonnen, veel gewonnen. Zoo blijft de
zaak op een even kalme als lange baan.
Het Soc. Wéekbl. erkent dat beide onderstel
lingen kwaaddenkend zijn. Zy is echter dadelijk
bereid ze terug te nemen als men haar de
juistheid eener betere beschouwing aantoont.
Dö staatscommissie voor de defensie wordt door’t
Vad. integendeel met vreugde begroet, hoewel het
blad eenige bedenkingen heeft tegen de samen
stelling. Onder de leden had het zoo gaarne
ook prof. Buys gezien, terwyl het den minister
van oorlog zelf liever niet iu de commissie had
aangetroffen. Een paar leden uit het leger zelf
d. w. z. mannen vau de practyk hadden
er nog wel by gekund. Ook de uitgebreidheid
der commissie acht het Vad. geen voordeel. Een J pingen
bepaalde leiddraad zou in dezen nuttig hebben
kunnen werken. .j de ontploffing, deelt de N R. Ct. mede,
Ingevolge besluit op de vorige vergadering
van den Zuidhollandschen geneeskundigen raad
genomen, is de aandacht van den minister van
binnenlandsche zaken gevestigd op het feit dat
de verantwóórdelijkheid van den apothekersbe
diende in de wet niet voldoende geregeld is, ook
niet in het in 1886 ingediende wetsontwerp. De
voorgenomen wijziging der wet geeft gelegenheid
zoodanige verandering voor te stellen, dat de door
apothekersbedienden begane overtredingen niet
ongestraft blijven.
Het nieuwe gebouw der Louise-stichting
(door Prins Frederik indertyd in ’t leven geroepen
voor onverzorgde betrekkingen van vrijmetse
laren), is aan het Alexandersveld te ’s Graven-
hage verrezen en thans voltooid. De inrichting
is hoogst doelmatig, keurig net en ruim.
Het gesticht is gebouwd volgens plannen van
de Kotterdamsche architecten, de heeren Stok
en Zoon, door de aannemers de heeren Muller
en Drooglever Fortuyn, eveneens te Rotterdam.
Het gebouw mag met recht een sieraad voor
de orde der Vrijmetselaren genoemd worden,
maar ook voor de residentie. Tevens is het
een schoone hulde aan de nagedachtenis
van Z. K. H. Prins Frederik, den doorluchtigen
grondlegger van de Louise-stichting.
Vrijdag ochtend heeft te Rotterdam een
naphta-ontploffing plaats gehad ia den kelder
van de handschoen wasschery in de Hoogstraat.
Een vrouw is gedood, een ander zwaar gekwetst.
i Het huis ’t is een perceel van
is erg beschadigd.
Ais de meest waarschynlijke
ADVERTENT1ÊN van 1 tot 4 regels,gewone letter, 40 Cents»
voor eiken regel meer T’/i Cents. Bij abonnement is de prijs be-
lang rijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij de»
Uitgever.
Doch
om i
minister op te treden.
De tweede reden kan zijn dat de politiek
r
name op het punt van den al of niet
AVEEEi
QURAN
M
i.
it
Bl X E X L .1 M>.
i
i
i
i
2
7
5
r
5
r
r
L
r
r
J
te
te
te
ke
te
II
J.
ir
!-
e
;o
Wij