fflnffliBlBMJMHrsUIL HOTS- n IDffllWIHUD TOOR M ggg| D R I E-E N-V EERTIQSTE J 1888. 0, e* n- Z^LTEIID^lo- 7 JULI. ffi UIT DE PERS. van eld red Kamer door herleving van de enquete-commissie. zoo onzeker en afwisselend, dat op geregelde E. der een leid TE cht ild, an- serd den lar, te gezegd heeft„ik heb nu het mijne gedaan, ik heb gewild en dat is in het groote genoeg." Het Haagsche Dagblad, dat geheel met deze ongunstige oordeelvellingen instemt, drijft meer bijzonder den spot met het artikel, waarin wordt verklaard dat de burgemeester de winkeltarieven zal moeten vaststellen, als er onder de neven of nichtjes van den werkgever ook winkeliers zijn. „Als men in aanmerking neemt, zegt het blad, dat de sociaal democraten altijd tegen do bestaande autoriteiten ageeren, nooit iets goeds van eenig gezaghebbende willen hooren, en zich een samenleving droomen, waarin eigenlijk alleen de sociaal democraten de baas zullen zijn, dan is het zeker een wonder dat de heer Nieuwenhuis zulk een macht aan den burgemeester wil toevertrouwen. Het gezag is dus alleen goed genoeg om een instrument in de handen der sociaal democraten te zijn." Het Dagblad besluit haar beschouwing aldus „Wij betreuren het dat een man als de heer Domela Nieuwenhuis, door tot lid der Kamer te worden gekozen, haar met een voorstel als ’t besprokene kan lastig vallen. „Aan wie daarvan echter de schuld? Voor de doeltreffende beantwoording dier vraag wende men zich naar een gedeelte van de anti-revolu- tionaire partij in het district Schoterland. „De Tweede Kamer zal veel genoegen hebben van dit sociaal-democratisch lid. De „nationale tijd" zal toch worden verknoeid, de werkman zal worden opgehitst en aan de samenleving daardoor een niet te vergoeden nadeel worden toegebracht. „Buiten de Kamer kan men zijn beschouwin gen, in Recht voor Allen geleverd, stilzwijgend voorbijgaanthans moet over zijn voorstellen deftig worden beraadslaagd de afdoening van andere werkzaamheden wordt door zulk tijdver- kwisten vertraagd. „Mocht daarover door de anti-revolutionairen worden geklaagd, dan zal men een deel van hen kunnen toevoegenTu l’as voulu, Georges Dandin. Het is te hopen, dat deze zomerles voor de anti-liberalen, die op den heer Nieuwen huis stemden, en voor hen, die het hun niet krachtig en onomwonden genoeg ontraadden, heilzaam zal wezen. In 1892 zoo niet vroeger zal van die ervaring dan de vrucht kunnen worden geoogst." Het Hand, wijdt een meer'gezette beschouwing aan het ontwerp en juicht de poging, door den voorsteller gedaan om aan het misbruik een einde te maken, toe. Het blad toont echter aan dat het voorstel, gelijk het is ingediend, te gebrekkig en te onvolledig is om aangenomen te worden, ja zelfs om te worden verbeterd. Het hoopt echter dat het voor de regeering edn nieuwe prikkel zal zijn om het zoo noodige onderzoek in deze verder voort te zetten, ’t zij van wege de regeering, ’t zij van wege de jrr i u Leidt daartoe het gebrekkig voorstel van den heer Domela Nieuwenhuis, dan zal men reden hebben zich over de indiening te verheugen. De Standaard waarschuwt de broeders om toch Schaepman en Lohman niet in den steek te laten met het reglement van orde. Het blad insinueert, dat er bij de liberalen wat achter zit, en dat zij argelooze antirevolutionairen en Roomschen bewerkt hebben, zoodat het verslag zoo ongunstig is uitgevallen. Die vrienden vermoedden niet wat politiek spel ze met zich spelen laten. Ze beeldden zich in, slechts over zekere tormuleering van artikelen te handelen en ze merkten niet, hoe achter deze artikelen Keen w -'i-‘v de eerste wigge school, die men nu reeds in do wat üij trouwens dan ook zoo ongeveer regeeringspartij poogt in te drijven. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post f 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden, De Staatscourant bevat het volgend koninklijk besluit van 3 dezer no. 25. Wij Willem III, enz. Gezien de voordracht van Onzen Raad Ministers van 30 Juni 1888, Geheim Gelet op art. 32 der Grondwet Hebben goedgevonden en verstaan 1°. te bepalen dat door Onze Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Justitie in eene openbare vereenigde vergadering der Staten- Generaal zal worden ingebracht een ontwerp van wet tot regeling der voogdij over Hare Koninklijke Hoogheid Wilhelmina Helena Pauline Maria, prinses der Nederlanden, voor het geval van minderjarigheid bij Hare komst tot den Troon 2°. de leden der beide Kamers uit te noodigen zich op Maandag 16 Juli aanstaande, te 2 uur, ter behandeling van genoemd wetsontwerp, in de vergaderzaal van de Tweede Kamer der Staten-Generaal te vereenigen. Bij Kon. besluit is de heer R. Ten Raa, gewezen leeraar aan de hoogere burgerschool en het gymnasium te Sneek, voor den tijd van één jaar benoemd tot leeraar in de Engelsche taal en letterkunde en de aardrijkskunde aan de Kon. Militaire Academie te Breda. Naar wordt gemeld zal de minister van finan ciën bij zijn memorie van antwoord een gewijzigd voorstel betreffende de verlenging van de conces sie der Nederlandsche Bank aan de Tweede Kamer inzenden. Een nieuwe suikerwetgeving, naar aanleiding van de jongste suikerconfereutie te Londen, wordt mede aan het departement voorbereid. In het Venl. Weekblad spoort mr. Haffmans nogmaals aan tot het heffen van graanrechten. Wie hangt de kat de bel aan? Vraagt hij. Dat het kabinet er geen lust in heeft is te be grijpen, daar het dan dadelijk met de geheele liberale pers te doen heeft. Maar het moet toch geschieden, wil men niet dat de kiezers zullen zeggen: ’t is één pot nat de liberale of de rechterzijde. Mr. H. hoopt dat de heer Bahlmann het initiatief in deze zal nemen. ’t Hand, laat hierop volgen Laten de Limburgsche heeren maar voor den dag komen met hun voorstelWij zullen dan in de Kamer een zeer leerzaam debat krijgen over de vraagof het geoorloofd is, ten voor- deele van de grondeigenaars die gaarne weder hoogere pachtsommen innen, het geheele volk met een belasting op een eerste levensbehoefte te drukken Het wetsontwerp op de gedwongen winkelne- ing, door den heer Domela Nieuwenhuis inge land, wordt door eenige onzer bladen met champere opmerkingen begroet. De Arnh. Ct. wijst op de slotwoorden der icmorie van toelichting waar de voorsteller de ebrekkige vorm van zijn wetsontwerp veront- niuldigt met een Latijnsche spreuk die zegt: In het groote is het genoeg gewild te hebben.” aarlijk, roept het blad uit, dit is een nieu- ?e theorie; men ziet zelf geen kans om een aak te regelen, en als nu anderen het ook niet hermogen, werpt men de schuld op hen en dekt ich zelven met een latijnsche spreuk. Op et terrein der wetgeving echter geldt die spreuk iet. Het zou er bedenkelijk uitzien als de etgever zich daarmede tevreden ging stellen; wetten, hij wil geven. neer Domela Nieuwenhuis met zijn voorstel de Tijd wijzen op het _.i. personen, die tot hen in eenigerlei lantscbap of zwagerschap staan’en een winkel rijven of in een winkelnering betrokken zijn, uu waren niet hooger mogen verkoopen dan un door den burgemeester hunner gemeente u worden voorgeschreven.” Volgens de Tijd tat men met die bepaling regelrecht op het •cialisme aan. „Kan het onzinniger?” roept et blad uit. „In zekere klassen der maatschap- |h. bijzonder onder de neringdoenden, zullen leinig personen gevonden worden, die niet een »der, broeder, zwager, oom of neef hebben, elke als „werkgever” kan beschouwd worden, i alle winkeliers, welke in dit geval verkeeren, iaden op eenmaal „verdacht” worden verklaard 11 voortdurend de prijslijst hunner artikelen loeten doeu opmaken door den burgemeester Het Centrum raadt gezegde neven en nichten ln zich vooreerst nog maar niet ongerust te ‘aken. Als er voor zulk een denkbeeld een eerderheid gevonden wordt in onze Nederland se Kamer, zullen er vermoedelijk wel geen werkgevers en geen arbeiders, geen winkeliers B geen koopers meer zijn. Het meest dwaze is in de oogen van de Tijd ot overgangsartikel, waarbij eenvoudig wordt orkjaard dat de schatkist der schuld van de ibeiders zal betalen, terwijl door het overige ‘i. e pen wordt gehaald! Ook de Standaard laat zich zeer ongunstig t over het wetsontwerp. «Dat over het wetsvoorstel van den afge- lardigde van Schoterland, betreffende de ge dongen winkelnering, geen gunstig oordeel wordt weid, zal niemand verwonderen", zegt het blad. 11 zyn onvolledigheid draagt het ontwerpje het iomerk van dezelfde oppervlakkigheid als des ’«'stellers interpellatie te dier zake in de uSate Kamerzitting. En anderzijds bevat het onkele artikelen voorstellen van zoo ingrijpen- d aard, van zoo zuiver socialistische strekking, de voorsteller al wel zeer naief moet zijn, I to meenen, dat het ook maar eenige kans II kobben van aangenomen te worden. »kcn zoo groote mate van naïviteit kan echter oilyk bij den leider der socialistische partij 1 on ondersteld. En er blijft dan ook geen ore indruk, dan dat de afgevaardigde van .oteiland met deze indiening zichzelf de doening heeft willen bereiden, om te kunnen ADVERTENT1ÈN van 1 tot 4 regels,gewone letter, 40 Cents» voor eiken regel meer 71/, Cents. Bij abonnement is de prijs be langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. Van H. J. Schimmel wordt, naar wij in ’t Vad. lezen, weldra een nieuwe roman ver wacht: De kapitein der lijfgarde”, vervolg op „Sinjeur Semeyns”. Te Nieuwediep is Zondag een moordaanslag gepleegd, De stoker 2e klasse der marine, Sparenboom, viel twee meisjes, waarvan een zijn beminde was, op straat met een dolkmes aan. Een der meisjes bracht hij een wonde aan de hand toe, de andere werd ernstig in hare linker zijde in de nabijheid vau het hart gekwetst. De dader is door de wacht der mariniers gevangen genomen en naar het wachtschip gebracht. Bij den heer G. P. J. Klep te Breda had Zaterdag, volgens de N. Bred. Ct., een droevig ongeluk plaats. Nadat des avonds een der dienstboden de kinderen naar hun slaapkamer had gebracht, werd een oogenblik later mevrouw latijnsche spreuk. Op bedenkelijk uitzien an hem worden daden, aanneembare evorderd, het is niet genoeg, dat aven, maar hjj moet ze ook werkelijk nders kan hij wel thuis bljjven en dit kon o heer Domela Nieuwenhuis met zijn voorstel ok.” Het Centrum en <2_ rv„’ onderlinge voorschrift, dat „de werkgevers zel en ot personen, die tot hen in eenigerlei jenstbetrekking of in betrekking van bloedver- rijven of in Lohman en Schaepman gaven daarom blijk van veel tact, dat ze zich door de commissie van rapporteurs geen oogenblik van de wijs lieten brengen, maar mordicus aan hun voorstel vasthielden, en tegelijk genoeg in bijzaken toegaven, om elk verwijt van gemis aan inschikkelijkheid van zich te weren. „Van harte hopen wij dan ook, zegt de St., dat de regeeringspartij thans den ernst van het oogenblik en het gevaar, waarin ze zich heeft laten lokken, zal inzien. Viel ze Lohman en Schaepman niet als éen man bij, dan zoudt ge eens zien hoe heel de tegenpartij lachte in haar vuistje over de prach tige overwinning, die ze behaald had. „En ze zou gelijk hebben. „Zulk een overwinning, de eerste maal, dat men na een keer in het gouvernement, elkanders krachten meet, is goud waard, en onze geest verwanten zouden een zeer ernstigen misslag begaan, door dit niet, eer het te laat is, in te zien. „Critiek ook op eigen leiders is uitnemend, mits op één voor waarde, deze namelijk: dat men, om zich het genot van die critiek te gunnen, niet uit de batterijen zijner tegenstanders op eigen leiders vuurt." De „Fabrieksarbeiders in Nederland en hunne pensioneering,” door dr. H. Simons, is de titel eeuer brochure, dezer dagen bij gebr. Schröder te Amsterdam verschenen. De schrijver, die vier jaren geleden, bij de oprichting van het Pensioenfonds voor werklie den, reeds betoogde, dat de zaak niet de minste kans van slagen had, betoogt thans nader, dat de zaak hem onuitvoerbaar voorkomt: zelfs de laagste premie (25 ct. per week van het 30ste tot het 60ste jaar; immers met zijn 15e jaar zal wel geen werkman beginnen) is boven de macht van den werkman. En wat verkrijgt hij daarmeê? Op zijn 60ste jaar f2 in de week pensioen. Men kan in ernst niet meenen, dat zoo n man ook maar eenigszins gebaat is. Hij blyft, even goed als tot heden, overgelaten aan de particuliere liefdadigheid. Aan niemand kan de plicht om voor de toekomst te zorgen, worden gesteld, wanneer de zorg voor, het onmiddellijk noodige al zijne krachten in beslag neemt. En wat de opvoe ding van den werkman „tot hooger leveneischen” belieft, geef hem eene vermeerdering van inkomsten boven het minimum der dagelijksche behoeften, en hij is, als wij één geslacht verder zijn, ook daarin onze gelijke. De fabrieksarbeider kan de premie niet beta len het is onredelijk het van hem te verwach ten; zeer terecht wordt door de werklieden aan het pensioenfonds geen deelgenomen, en al neemt hij het zich voor, zijne inkomsten zijn betaling nooit zou kunnen en ook niet mogen gerekend worden. Evenmin kan de werkgever, die tegen de concurrentie bestand moet blijven, de premie voor den werkman betalen. Wil men de werk gevers dwingen tot het pensionneren der werk lieden, dan kan dit alleen geschieden als de staat het bedrag der pensioenen van hen als belasting heft en den werklieden uitbetaalt. De schrijver is echter van meening, dat het pensioneeren van den fabrieksarbeider, als zulks inderdaad noodig wordt bevonden, eene zaak is, die niet alleen den fabrikant, maar ons allen, gepatenteerde „werkgevers” aangaat. Wij allen, burgers van dea staat, zijn elkanders werkgevers en solidair aansprakelijk voor elkanders levenslot. BI1OOLANI). ■ve- jop OEEKER COURANT. -- wm v/m vaiu

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1888 | | pagina 1