■WE EHEI IMDISSEIEff SfflK.
|BB II 1DIWWIHU0 11)011 Dl
I
No. 58
D R I E-E N-V EERTIG8TE JAAROANQ. 2
1888.
>o
tn OERWIJS.
Jaarmarkt of Kermis
welke geene bedelaars, rijfelaars,
21 J U L. I.
■MWWMMiHo
a
Ing
zee
Hid
n.
ZATERDAG
U7 vló±.fciF,ehJeel vuorbii
1
-+tD
110,1
I T DE PERS.
to
voor een
BI .V AEX L A A i).
•o up ueu uwsiuua
de regeering ingroo-
verbiedt, waar dan ten minste de controle der
-J
5
f holen
Bcliolen.
Betreffende de onlusten in Bantam is bij het
departement van koloniën onder dagteekening
o
it
een
sicli
jote
de
lais
itic
Illg
itea
k I
15
84
19
L'J
15
it
:i)
JO
eff
;en
f9
i
1,31
vo<-
6
3
1
uli,
idol
Hlgl
Ires
ink
MIL
4|'..
.50,
01)
,50
ADVERTENT1ÈN van 1 tot 4 regels,gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7’/a Cents. Bij abonnement is de prijs be’
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
is billijk in verhouding tot de waarde der Bank en de ver
plichtingen barer directie. Zij levert meer voordeelen aan den
Nederlandschen Staat dan eenig ander land, behalve Engeland
geniet.
De heer Domela Nieuwenhuis trok gaarne ailes terug wat
de heer Gleichman insinueerends in zijne woorden mocht heb
ben gevonden. Hij hield overigens zijne opinie vol en bestreed
de heeren Schaepman en van Houten, die ten zijnen aanzien
zeer uit de hoogte spreken. Na replieken is het algemeen de
bat gesloten. De heer Clercx heeft zijne motie ingetrokken.
De motie-Nieuwenhuis is verworpen met 72 tegen 1 stem. He
den de artikelen. (Zie Telegram,)
SHEERER COURANT
Bij den uitgever A, Egmond te Enkhuizen
is een brochure verschenen van den heer A. Huet,
waarin hij op nieuw een lans breekt voor een
open waterweg van Amsterdam naar zee in
verband met atdamming der Zuiderzee, hetzij
tusschen Enkhuizen en Stavoren, hetzij tusschen
Wieringen en de Friesche kust. Daarin ziet
hij het eenig middel om Amsterdam in staat te
stellen, den strijd te voeren met Antwerpen,
dat thans meer scheepvaart heeft dan Rotterdam
met Amsterdam en al de Nederlandsche havens
samen en deze scheepvaart uitsluitend aan de
diepte van zijn waterweg heeft te danken.
Op last van den officier van justitie te
Maastricht heeft de wachtmeester der marechaus-
sée uit Gulpen een onderzoek ingesteld te Wylré,
betreffende het hoofd der school aldaar, tegen
wien bij het parket een aanklacht is ingediend
vanwege het bestuur der gemeente. Hij zou
zich schuldig hebben gemaakt aan den verkoop
van schoolbehoeften die door de gemeente werden
geleverd om aan de kinderen gratis te worden
verstrekt, en het hiervoor ontvangen geld ten
eigen bate hebben aangewend.
Dit beweren wordt gestaafd door volwassen
ingezetenen dier gemeente, die verklaren gedu
rende hunne schooljaren nooit iets gratis te
hebben ontvangen.
Daarenboven zou hij zaken, voor zijn kost
leerlingen bestemd, mede op de gemeentereke-
ning hebben gebracht.
De gemeenteraad, die reeds voor dagen deze
zaak in handen der justitie wilde stellen, zag
toen daarvan af en bood den onderwijzer, op
aanraden van mr. G. D. Franquinet, district-
schoolopziener te Maastricht, zijn eervol ontslag
aan, onder voorbehoud dat hij aan de gemeente
f 1000 schadevergoeding zou uitkeeren. De raad
is echter Vrijdag 1.1. op dit besluit teruggeko
men en oordeelde het toen raadzaam, den officier
van justitie met de zaak bekend te maken.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden /l.franco per post 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
Van het comité der Volkspartij ontvangt de
Amst. de mededeeling, dat na een onderhoud
met den heer Okma, dat meer dan drie uren
duurde, de volgende motie is aangenomen
„Het comité der volkspartij in het district
Wolvega, bijeengekomen den 14en Juli 1888
„gehoord den heer R. K. Okma;
„met verwondering kennis nemende van de
tegenspraak des heeren Okma, wat betreft vele
der gereleveerde punten in de beslissingen van
Gedeputeerde Staten van Friesland en den Raad
van State
„Is eenstemmig van oordeel, dat het geen
voldoende gegevens heeft ontvangen om een
oordeel uit te spreken in de netelige zaak-Okma,
„en geeft nogmaals den wensch te kennen,
dat de heer Okma in ’t publiek optrede/
verplichting tot bewijslevering vóór dat van ons
eenige bewijsvoering kan worden verlangd, hou
den wij vast.”
In de meening aldus wordt het adres be
sloten dat wij de onjuistheid van uwe opgaaf
zouden moeten bewijzen, hebt gij voorgesteld de
benoeming van een commissie van vijf personen,
om uit te maken wat de werkelijke waarheid
is. Op dit voorstel, zooals het is gedaan, kunnen
wij nu niet ingaan, doch, indien gij voor zoo
danige commissie de juistheid van uwe opgaaf
wilt staven, en aan haar tevens wilt opdragen
het onderzoek van hetgeen door ons tot bewijs
van de onjuistheid van die opgaaf daarna zal
worden bijeengebracht, dan verklaren wij ons
nu reeds in beginsel genegen tot die wijze van
oplossing der quaestie mede te werken, en zullen
wij gaarne met u o mtrent de samenstelling van
die commissie nader in overleg treden.”
gouverneur-generaal van Ned. Indie ontvangen:
„Mede vermoord te Tjilegon zoutpakhuismees
ter Bachet, boormeester Grondhout en diens
vrouw. Rust, sedert niet verstoord, kan hersteld
geacht worden. Patrouilles hebben vele verdach
ten, waaronder hadjies, opgevat, maar de leiders
nog niet. Kampong Dedji wordt vermeld als
brandpunt. Omtrent oorzaak onlusten nog geen
bestemde rapporten. Ik vermoed vonnissen
inlandsche rechtbanken en daarop gevolgde
geestdrijverij. Veroordeelde adsistent-Wedana
was, na openbreken gevangenis, aanvoerder der
muiters. Resident gelooft voorshands de zaak
niet van uitgebreide beteekenis. Onverklaarbaar
dat plaatseiijk bestuur geheel onkundig was dat
er iets broeide. Ik zend den directeur van
binnenl. bestuur Van Vleuten tot onderzoek."
Onder het opschrift: „De spoorwegen in Ne
derland” bevat de Amst. Ct. het volgende
ingezonden stuk:
In 1835 weigerden de Staten-Generaal, om
geld toe te staan, om in ons land spoorwegen
te leggen. Koning Willem I besloot toen, in
1836, om uit eigen fondsen een ijzeren spoorweg
te leggen van uit Amsterdam naar Utrecht, de
Grebbe en Arnhem. Z. M. gelastte aan den
hoofdingenieur Goudriaan, om met den adjunct-
ingenieur de Quartel naar Engeland, Schotland
en Ierland te gaan, teneinde aldaar eene keuze
te doen uit de diverse spoorwegstelsels. Reeds
iu 1837 werd een aanvang met den Rijnspoor
weg gemaakt; later werd een zijtak gelegd van
Utrecht naar Rotterdam en een andere naar
den Haag.
Omstreeks dien tijd werd door den ingenieur
Brade, en later door Conrad, een spoorweg ge
legd van Amsterdam naar Haarlem, den Haag
en Rotterdam. Later kwam een zijtak van
Amsterdam naar Zutfen en de grenzen; zulks
door eene particuliere maatschappij. Ook de
Centraal van Utrecht naar Zwolle werd door
particulieren daargesteld.
De minister van Hall begon in later jaren
met den aanleg van Staatsspoorwegen, onder
het toezicht van den ingenieur van der Kun.
Onder den minister van den Bergh waren de
zelve bijna voltooid.
In 1868 stelde men een raad van toezicht
aan, om toe te zien op al die spoorwegen.
In plaats van nu zelf de Staatsspoorwegen
te beheeren en te onderhouden, werd met het
Rijk eene overeenkomst gesloten, waarbij een
particuliere maatschappij op zich nam, om de
Staatsspoorwegen, door den Staat betaald, door
de Staatsingeuieurs en Staatsbeambten daarge
steld, te exploiteeren Ien te onderhouden.
Die allervreemdste en allerkostbaarste regeling,
alleen gemaakt tot profijt van een aantal heel
zwaar betaalde directeuren, inspecteuren en
commissarissen, werd een rijke bron van allerlei
lastige en dure chicanes en tallooze processen.
Aan bet twisten van al die Maatschappijen
onderling komt nooit een einde.
Waarom het goede voorbeeld van België,
Pruisen, Oostenrijk, Rusland en Italië in ous
kleine land niet gevolgd wordt, is onbegrijpelijk.
Van de thans opgetreden regeering wordt
alzoo stellig verwacht, dat zij spoedig een voor
stel aan de Staten-Generaal zal indienen:
1°. om al de spoorwegen, door particulieren
aangelegd, te doen naasten door den Staat
2U. om af te schaffen: den raad van toezicht
en de Exploitatie-Maatschappij te Utrecht;
3°. om al de spoorwegen in geheel Nederland
te brengen onder het rechtstreeksch beheer van
onzen minister van Openbare Werken en de
onder hem ressorteerende ingenieurs en Rijks-
ambtenareu.
P. J. De Quarter., ingenieur.
Utrecht, Juli 1888.
De Haagsche briefschrijver van het U. D.
schrijft in zijn jongsteu brief ’t een en ander
over de „Club de Scheveningue" in een zijvleu
gel in ’t Kuihaus te vinden. Er schijnt zeer
hoog gespeeld te worden. „Ik hebschrijft hij
de f 20,000 niet disponibel, die men beschikbaar
moet stellen om in dat heiligdom te worden
geïntroduceerd, en de demon der speelzucht heeft
mij gelukkig nooit aangegrepen, zoodat ik niet
uit aanschouwing spreken kan, maar de verhalen
die rondgaan over de fortuinen, welke des nachts
in die club worden verspeeld, zijn van dien aard,
dat men het bijna zou gaan betreuren dat de
wet het oprichten van een openbare speelbank
iuo<> mui* vuo, wauiuvc wy u verbiedt, waar dan ten minste de controle der
het is ons wèl, maar aan uwe I publieke opinie op de spelers zou worden uitge-
Gelijk zich liet verwachten hebben de verle
ners in Schoterland, die den heer Domela Nieu
wenhuis hebben uitgenoodigd de juistheid zijner
beschuldiging, aan hun adres gericht, te staven,
geen lust betoond op zijn nadere voorstellen in
te gaan. In een schrijven tot den afgevaardigde
van hun district gericht, leest men:
Dat wij de door u opgegeven cijfers onjuist
achten, ligt opgesloten in de uitnoodiging, zooals
die door ons aan u is gedaan; twijfelden wij
toch niet aan de juistheid van uwe opgaven,
dan zou er geen enkele reden bestaan voor onze
uitnoodiging. Het is dus uiterst vreemd, dat gij
van ons verlangt een verklaring over de juist
heid van uwe opgaven. Maar nog vreemder is
het, dat gij van ons vordert, dat wij, uwe op
gaven onjuist achtende, die onjuistheid zullen
bewijzen.
„Gij verliest daarbij geheel uit het oog, dat
gij bij uwe interpellatie op de gedane opgaaf
omtrent de inkomsten van een veenbaas (door
dezen zelf aan een veenarbeider verstrekt, zooals
door u is medegedeeld) tegen de veenbazen in
het algemeen de beschuldiging hebt gericht,
dat zij onwaarheid spreken, als zij verklaren
in de onmogelijkheid te zijn aan de veenarbei
ders een loonsverhooging van 10 cent per roede
toe te staan. Naar ons voorkomt, is het niet
aan redelijken twijfel onderhevig, dat hij, die
als beschuldiger optreedt, gehouden is te bewijzen
de feiten, waarop de ingebrachte beschuldiging
is gegrond. Indien gij dus vordert, dat wij
zullen bewijzen de onjuistheid van die feiten,
dan keert gij de zaken om en schuift gij een
last van u af, die als ernstig man op u rust.
Wij nemen die last dan ook niet op ons, zoo
lang niet door u het bewijs is geleverd, dat de
door u gedane opgaaf omtrent do verdiensten
van een veenbaas in den tegenwoordigen tijd,
aan de werkelijkheid is ontleend. Wilt gij dit
doen op een andere wijze dan door het houden
aepariemem van Koiomen onuer uugieenenmg yau een bijeenkomst met ons, waartoe wij u
van 16 Juli nog het volgende telegram van den I uitnoodigden, 1
aio
,50J
,0Ö.|lhier> op _w
yjBazardspelers of loterijen met kaartjes om Koek,
'vlas- en Aardewerk, Galanteriën enz., zullen
jorden toegelaten, dit jaar begint op Vrijdag
n 17en Augustus, des morgens acht uur, om
ie eindigen op Vrijdag den 24e» Augustus d. a. v.,
les morgens acht uur, en dat vóór den 26en
lier maand alle kramen, disschen, tenten enz.
uilen moeten zijn afgebroken en weggeruimd.’
„J Tevens wordt hierbij herinnerd aan art. 12
a ler Algemeene Politie-Verordening, waarbij is
lepaalddat niemand eene tent, kraam, tafel
of iets dergelijks op den voor den openbaren
'i lenst bestemden grond mag opslaan of daarop
eelt Uitstallingen van goederen hebben, dan overeen-
ige‘ lomstig de aanwijzing van den Marktmeester
W f, by ontstentenis van dezen, van de Politie en
I ia voldoening van het marktgeld.
Sneek, den 19 Juli 1888.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
emeente Sneek, herinneren belanghebbenden
an de hieronderstaande bepalingen van het
Reglement voor de openbare lagere scholen in
eze gemeente
Art, 3. De aanvraag tot toelating op de
nos. 1 en 2 geseniedt bij de hoofden dier
I Wat school n°. 3 en 4 betreft, heeft dit plaats
M de Commissie van toezicht op het lager
onderwijs in tegenwoordigheid van de hoofden
■er scnolen. Burgemeester en Wethouders
beslissen over de toelating.
II Art. 4. De toelating van leerlingen geschiedt
\ienmaal 's gaars, op den eersten September.
L Alsdan worden degenen toegelaten, die den
iuderdom van zes garen bereikt hebben, of vóór
den le» Januari van het volgende jaar bereiken.
lusschentijds kunnen leerlingen worden toe-
igelaten, die zich in de gemeente komen vestigen,
|lu hunne vorige woonplaats onderwijs hebben
ontvangen en zes jaren oud zijn.
I Geen leerlingen worden toegelaten
kukelen dagelijkschen schooltijd of voor een of
■uder leervak uitsluitend.
Sneek, den 20 Juli 1888.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA.
De Secretaris, BENNEWITZ.
TWEEDE KAMER.
Het.algemeen debat over de Bankwet is Donderdagvoortge-
heer van ^aar was voor vcilenging, mits op voordee-
ian ™orwaa.rUen voor den Staat. Hy drong by de regeering
rreciea aan te geven tot hoever wijzigingen kouden
■uaann»77SK‘>i“.v“i', ua moüe-Domeia aieuwenbuis achtte hij
I liüL’ *t°enielUk- Oe neer Rutgers was niet tegen eene verlen-
fle V,7i lt'f conlract. maar zag geen reden tot vrees, indien
dnn weigerde de gewijzigde voorwaarden aan te nemen
8iaat«h»^?en O1 met eeu an<ler kunnen contracteeren, öf een
srediet^'n °P™*ltea- Sterk kautte hij zich tegen landbouw-
leer °ï?r dc Bank, als nadeelig voor de landbouwers. De
bestreed den heer Nieuwenhuis. Hij wees er
«Mvimj Zag de diensten der Bank en de
dat ma..? .<u nationale productie bezorgd. Hij ontkende
1?G3,r001 bedoelde en deed uitkomen, dat een staats-
loinisch Lv.a,‘.ee> la 2011 kuill‘0ii zijn voor het crediet en eco-
Van aï .“j 8emis van vertrouwen, ervaring en kennis
■en aeptaande bankdlrectie. De heer Haffmans drong bij
|mngei“ wyzigtagen!eSaaUl1 Zij“ te“ aauzie“ vau aau te
leebi/i1!!8*61 vu? financiën constateerde in hoofdzaak, dat het
on hot„de.r.wetin proefhoudend is gebleken. Hij wees
Van nnfewic^t der ^ank, juist met het oog op den toestand
tei nmmuntwezen. Een Staatsbank zou
♦e«o.!j-de“ Jansen en leiden tot eeu inquisitoriaal' on-
SrootB.. ,?.aar eredietwaardigheid. De winsten zouden ook niet
Bloeien uu Sewaarborgd zijn, daar een Staatsbank zou
coucurreereu tegen de Ned.Bauk, De wiustverdeeling
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
;emeente Sneek maken bekend dat de
las- en Aardewerk, Galanteriën enz., zullen
rdweB. Augustus, des morgens acht
ha-|
312
76
in
il5
oor
oor
oor
■vind™ re guveu uu uoever wijzigingen kouden
p>5 l«uauiine^irnbraf'hh motie-D°mela Nieuwenhuis achtte hij
iot
oor
aouren bestreed