J No. 98. D R I E-E N“ V E E R T I G S TE J A R G A N G. 1888. N 3o 10. er y z A. T EJ I< I 8 13 E O E Al IS E 11. van U I 1 DE PERS. ver- ,'19 uk raa Alle brieven in te zenden. !- en 12 h ;o. )0. :)0 lo. d: ta in, Burgemeester en Wethouders voo rnoenid, ALMA, Burgemeester BENNEWITZ, Secretaris. Oftsium. 15. Alsvoren 16. Alsvoren Reclame tegen den Hoofdelijken Omslag, 17. dienst 1588. ADVERTENT1ÈN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents’ voor eiken regel meer 7 */a Cents. Bij abonnement is de prijs be langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave oi redactie betreffende, franco TWEEDE KAMER. Alsvoren van een lid der Commissie -j op het Middelbaar Onderwijs. 14. Alsvoren van een Curator van het Gym- In ’t Hand, komt een artikel voor van mr. Joan Bohl over de „vroolijke broeders” de fratres gaudentes, waarmede de heer Rutgers onlangs in de 'Tweede Kamer dr. Schaepman vergeleek, toen deze gemeend had hem de les te moeten lezen over ’t geen hij tot den heer Keuchenius had gezegd. Hij begrijpt niet waarom mr. Beelaerts den heer Rutgers in de rede viel. In den naam der broederschap toch ligt niets onaangenaams. De „lustige broeders” of „vroo- lijke monniken”, gelijk zjj al zeer kort na hun ontstaan in Italië genoemd werden, vormden een half geestelijke, half wereldlijke orde, welke in 1261 erkend en bevestigd werd door paus Ur- banus IV, op verzoek der edellieden Catalano dell’ Andolö en Lodoringo de’ Malavolti. Hun werd daarbij den titel verleend van „Milites Mariaesoldaten van Maria” en zij zwoeren „als ridders van Santé Maria weduwen en weezen te beschermen, als bemiddelaars op te I treden om vrede te stichten, het recht te ver- een eersti dedigen en het onrecht te bestrijden.” I ken door Een slaand bewijs, dat in dien naam niets onaangenaams lag, biedt het feit, dat twee der vroolijke broeders in 1266 tot bestuurders van Florence gekozen werden. Dit gemeenebest was, gelijk geheel Italië, verscheurd door de aanhangers van den Pausde Wellen, en die des keizers de Gibelijnen. Beide partijen waren weder gesplitst in onderdeelen. De liberalen, die eenigen tijd te Florence aan het roer geweest waren, geraakten door den slag van Benevento, I 26 Febr. 1266, in de engte, en de pausgezinder konden weder met vrucht het hoofd opsteken. Dientengevolge werd het Staatsbewind verdeeld tusschen een vriend en een vijand van den Paus: den Welf Catalano en den Gibelgn Loderiugo. Heeft mr. Rutgers van Rozenburg door te herinneren aan die frati godenti, niet met een enkelen trek in het licht gesteld, dat Nederland een opmerkelijke overeenkomst aanbiedt met het Florence van 1266?.... Ook ten onzent is, na de verzwakking der liberalen, het staatstoo- neel ingenomen door partijen, waarvan de eene den Paus huldigt, de andere hem verwerpt. Heilzaam zijn de lessen der historie en onbe twistbaar is het recht die ten allen tijde te doen hooreu. De „vroolijke broeders” zonken later diep, maar ’t was eerst toen zij zich lieten overvleu gelen door heersch- en hebzucht. Liefderijke vermaning, meent mr. Joan Buhl, aan priester en predikant om geen begeerlijken blik te slaan op de wereld en te beproeven twee heeren te dienen. Noch de kerk, noch de maatschappij hebben daarbij op den duur welgevaren. ’t Woord van mr. Rutgers is dus een treffende les. Partijen, die aan het gezag komen, worden allicht onvoorzichtig en overmoedig; loopen groot gevaar, tot afkeurenswaardige practjjken te ge raken. Nu eenmaal de predikant en de priester invloed hebben op ’s lands bestuur, heeft ieder er belang bij, dat deze frati godenti de klippen vermijden, waarop zij, eer dan menig ander, kunnen stranden. Het was dus geenszins overbodig, dat een be voegde stem hun het beeld voorhield van Flo rence in 1266. De hedendaagsche joviale broe ders toonen familietrekken met hun Italiaansche voorgangers. Daardoor strekt de argelooze priester, die een man in de poëzie en een schaap in de politiek is, met zijne ongenees lijke goede trouw tot speelbal aan den doleerenden patriarch, die voor de zijnen in’s lands regeering en vertegenwoordiging, in magistratuur en verderen staatsdienst behoeften openbaart, als ware hij het hoofd eener door geeuwhonger bezochte schare. De heer Bohl eindigt zijn beschouwing aldus: „Sinds de eerwaarde heer Schaepman lid der Kamer is, heeft het katholicisme in Neder land op geestelijk en staatkundig gebied onbe rekenbare schade geleden. Zoo rijk als zijn geest is aan fantasie, zoo arm ie hij aan kennis; en het getuigt evenzeer i als voor het bescheidene gehalte zijner c ving, dat hij, in weerwil van zgn gebrek studie, in veler oog voor „De waarlijk geleerde en bekwame afleen- heerscher der antirevolutionairen heeft spoedig gezien, hoeveel partij van zulk een hollen bond genoot te trekken viel. Hij heeft, wat ieder natuurlijk zal vinden, den gemoedelijkon dichter gebruikt om zijne partj uit hare onbeduidend heid op te voeren tot de glansrijke hoogte, waar zij, zoo al niet de koninkrijken der aarde, toch de gewesten van Nederland en Insulinde over ziet en beheerscht. „Maar juist op zulk een standpunt is het eerste eisch der wijsheid, zich te kenmer- van een Armvoogd, van een Weesvoogd. 1889. 5. r 6. Adres Kas“ om 1 7. Adres van L. d"e Groot. 8. Alsvoren van K. A. Bosch. 9. Voorstel tot wijziging in de regeling der jaarwedde van te benoemen onderwijzers. 10. Adres in zake den eigendom van het Justitiepaleis met het rapport der Commissie. 11. Benoeming van een chirurgijn by de Algemeene Arm voogdij. 12. Idem van een lid der Commissie van ■toezicht op het Lager Onderwijs. 13. 1 -- Toezicht toe de rol vervuld worde der frati godenti, aan wier verschijning de heer Rutgers van Rozen burg te juister tijd en ten gemeenen beste heeft herinnerd. „Felix quem aliene pericula docentwie i zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht.” Het Venloosch Weekblad brengt den leden der rechterzijde lof toe voor de blijken van tucht, door hen den laatsten tijd aan den dag gelegd. Het voorstel tot verhooging van het plantloon der koffie, verleden jaar door een aan tal leden van de rechterzijde verworpen, werd thans door hen goedgekeurd en, dank zij hun medewerking, aangenomen. Alleen de voor zitter stemde als ’t vorige jaar tegen en hij moet van ’t blad een scherpe berisping hooren over deze zijn houding. „Er vallen bittere pillen te slikken ver volgt het Weekblad niet alleen voor do kiezers, maar ook voor de Kamerleien. Da eersten moeten niet geiooven dat de laatsten op rozen liggen. Op het oogenblik dat wij dit schrijven heeft er een hoogst betreureus waardige discussie over godsdienstige zaken plaats, niet alleen tusschen de linkerzijde en den minister van koloniën dit ware niet erg maar ook tusschen dezen en di. Schaep man, die verstoord is over sommige uitingen van de praatzieke Excellentie. Wij behoeven niet te zeggen, dat de liberalen hierin groeien. Zj zien de verbonden mogendheden in hun verbeelding reeds gescheiden en het ministerie aan het wankelen. Maar de heeren maken zich illusies. Er bestaat volstrekt geen gevaar. De docter zal wel weer alles in orde brengen. „Om vrede te bewaren is het beste middel in moeilijke oogenblikken aan de kiezers te denken, die zich zooveel getroost hebben om aan do antiliberalen de meerderheid te bezorgen. Al hun inspanningen zouden te vergeefs zgn, alle offers ijdel en onnut, indien de met gemoe- ne kracht gekozenen in onmin raakten. Tucht is dus voor de rechterzijde niet genoeg, om zich staande te houden. In de eerste plaats wordt een groote mate van wedeizijdsche in schikkelijkheid vereischt. Er bestaan zooveel punten van verschil en hoe licht valt er niet een woord dat aanstoot geelt. Vooral als man zooveel en zoo lang praat, als de minister van koloniën. Het secuurste ware in de kamer zoo weinig mogelijk redevoeringen te houden en tot de liberalen te zeggen: „Wg hebben zoolang gepraat, praat gy lieden nu ook eens. Voorshands is het ons genoeg u te overstemmen. Beroemt u nu maar meesters in het debat to zijn, wij gunnen u dat gdel genoegen. Gg moet toch iets hebben om u te troosten.” De Delftsche Opmerker gaat de verhouding na der partyen in de Tweede Kamer. Zij stelt o arm is hij aan kennis; de vraag, wie van de kerkelyke partijen het voor zijn fraaie talenten best door hare alliantie gediend is. In schijn omge- de anti-revolut. Deze wint zetel bij zetel en k aan I heeft in het Kabinet de overgroote meerderheid, docter” kan doorgaan. De antirevolutionairen afficheeren, de Koomsch- Katholieken affaceeren zich. Nocatans men vrage deuRoomsch Katholieken eens, hoe zij denken over de schitterende gaven van een van der Borch, een Okma enz., hoe het hun te moede is, wanneer zij naast de jonge mannen van karakter en bek waamhoid, waarmede hunne gelederen werden versterkt, Bevers, Travagliuö, de Ram, Borret, Harte de povere figuren stellen, die de rijen der anti-revolutionairen komen vullen. Kunnen zij niet buiten de hulp der anti revolutionairen Het tegendeel is waar: wan-- gematigdheid, opdat niet ten einde neer morgen het bondgenootschap uiteenspat BEKEND HA KI N G. Inschrijving voor de Nationale Militie. N®a^fc^“eeeVrr V‘ldel' °f V°°8d he‘ iU Art. 17. Voor de militie wordt niet ingeschreven' VERGADERING. van den Gemeenteraad van SneekJ op Zaterdag den 8 Dec. 1888, ’s namidd 6 uur. Punten van behandeling: 1. Resumtie der notulen. 2. Mededeeling van ingekomen stukken enz. 3. Rekening van het Bumaieen over 1887/88. J' BögroMing van het O. B. Weeshuis, dienst Reglement voor de Muziek- en Zangschool. -J van de Vereeniging „de Kerkelijke bestrating bij de kerk. SMEEK I COURANT ■ns- h nmjimni 1:1.111 nk i «■niHHiuinefflWM. 333 i iu*ii A; I I G» i IC. 15 ,W 6 la 6 30 645 75 7 45 8- 825 830 agtn* ini irp en de lig en, ;en ’s middags 's namiddags 0. 0, O* en 05 Terwyl overigens de inschrijving ter Secretarie dezer gemeen te kan geschieden van 's morgeus 9 tot ’s namiddags 1 uur. b'NEEK den 7 December 1888. 6 12 76 7 27 8 la loer 36 lo or 8 56 loof 911 ioor 92J 100 r 9 -12 door By de behandeling der begroeting voor Suriname, in de zit ting van Woensdag jl.,'hield de heer Smidt een uitvoerige rede, waarin hij het belang van Suriname aantoonde voor ons land voor handel en nijverheid. Hij drong aan op vervorming der koloniale staten in een adviseerend college met municipaliteits bevoegdheden, op detacheering van Nederlandsche ambtenaren ter uitvoering der verordeningen, op bevordering der groote cultures en aanvoering van meerdere werkkrachten uit de Nederlandsche werkeloozen, op aankweeking van het particu lier initiatief. De heer v. Bijlandt sloot zich hierbij aan. De heer Schim- melpe.nninck van der Oye vroeg inlichtingen omtrent de emi gratie en de tabakscultuur. De Minister deelde in hoofdzaak de denkbeelden van den heer Smidt, maar wilde ook voorlich ting van den nieuw benoemden gouverneur afwachten. Het nieuw emigratie contract met Britsch-Indië heeft de minister niet bekrachtigd wegens ongunstige voorwaarden. De Minister van bnitenlandsche zaken deelde mede dat Frankrijk de conventie omtrent de regeling der grensscheiding tusschen Suriname en Cayenne door arbitrage had ondertee- kend. De conventie zal onderworpen worden aan de Staten- Generaal, waarna een arbiter zal worden gekozen. De Suri- naaiusche begroeting is aangenomen. Op de vragen van den heer Schepel omtrent het verbod tot invoer van vee in Duitschland verklaarde de minister van buitenlandsche en die van binnenlandsche zaken dat in geen gemeente van Gelderland besmettelijke longziekte heerscht, en dat het in Duitschland afgemaakte rund waarschijnlijk leed aan acute longontsteking. Ernstig tracht onze regeering de Duitsche te overtuigen van de ware toedracht. De heer Schepel drong nader aan op een onderzoek en wenschte dat de regeering onzen gezant te Ber lijn zou aanschryven een nader onderzoek omtrent de over blijfselen van het verdachte rund uit te lokken. De Minister belooft het onderzoek te zullen vóortzetten. Ingekomen is een ontwerp tot regeling van den dienst op de spoorwegen waarop alleen met beperkte snelheid vervoerd mag worden. De minister van waterstaat deed gisteren, Donderdag, mede- deeiing van de plaats gehad hebbende aanvaring der twee yeerstoombooten van de lyn Stavoren—Enkhuizen. Het onge Ink was het gevolg van hevigeu mist. Geen menschenlevens gingen daarbij verloren. De lichting van het gezonken wrak is ondernomen. In den dienst Wordt voorzien. Over de staatsbegrooting is het algemeen debat voortgezet. De heer Schaepman bestreed de bh. Lieftinck en De Beaufort. Deze regeering is wel homogeende vaccine is geen hooldzaak. Het verwyt aan gebrek van voortvarendheid is ongegrond. Ook de liberalen lieten in 1878 lang op de schoolwet wachten en deze regeering is in veel ongunstiger toestand. Zy moeteen nationale schoolwet maken. Dat de kleur van het kabinet conservatief zou zijn, is onjuist. Toch wil spr. behouden en vooruitgaan en de rechterzijde zal de regeering steunen met bezadigdheid, vastberadenheid en voortvarendheid; ofschoon de heer Domei a Nieuwenhuis over dreef, kan de bureaucratie wel wat tegengegaan worden. De heer Dtfckmcester zou stemmen voor alle hoofdstukken, behalve voor dat van Koloniën, wegens de politiek van den minister Keuchenius. Hy waardeert de kalme stap in zake de sociale wetgeving, hoopt dat de schoolwet aannemelyk zalzyn, drong aan op een belasting op roerend vermogen en wijziging der patentwet en op bezuiniging by de openbare werken. De heer Borgesius verdedigde de liberalen tegen de verwijten vair den heer Schaepman, wees op de grondwetsherziening als een nationaal werk der liberalen en drong aan op een billijker kiesrecht. Hij bestreed ook de stellingen van den heer Nieu wenhuis en beloofde de regeering steuu. Hij dringt aan op bevordering van de materieele en geestelyke belangen der lagere klassen. De heer Brouwers wees ook de noodzakelijkheid aan eener herziening van 't plaatselijk belastingstelsel en drong aan op de toekenning van nieuwe subsidiën voor kerkelijke doeleinden. De heer Gkichman zal alle hoofdstukken aannemen, behalve koloniën. Hij dringt aan op belasting-herziening, vooral het treffen van het roerend vermogen. 3/ 8 ïie 16 'liB 'il6 BüRGEMEESTKR en WETHOUDERS der gemeente Snoek. Gelet op art 19 der Wet op de Nationale Militie van 19 Au- (sTanublad e” °P d° Wet V“Q 1 Mei ls#s BtokeTntn-d°°r .deiZe t®r,ke'lnis <iel' ingezetenen, dat bij lioofd- IH dler wet halldelende over de in3chrüyiD vJ00r d ttlline, ouder anderen voorkomt het navob'ende mannJ-l Jaarlijk:s worde? voor de Militie ingeschreven alle hun u A lusezeteuen' die op den Jsten Januari van het jaar <iun 19de jaar waren ingetreden. J Voor ingezeten wordt gehouden; liin hoiHnWif11SiV?der’ °f’ is deze overle<len, wiena moeder, ot, ^nbd^ volgens de wet' dle! se“n ?uders of V0°od hebbende, gedurende de aats,te, aan bet in de eerste zinsnede van dit artikel vermelde dSeld- voorafSaande. achttien maanden in Nederland verblijf 3. hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was. ai houdt V°°gd 80e“ Ulsezeten' mits binnen het rjjk verblijf rJ-20r?n.sezeten ,wordt niet gehouden de vreemdeling, behoo- r,lu^ e?ue? Staat? 'vaar de Nederlander niet aan den ver- d h sïnrA?8hdle,n^ ?s onderworpen of waar ten aanzien der Uumen OhtIgheld het beginsel vau wederkeerigheid is aange- Art. 16 De inschrijving geschiedt: i»ee? ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of, vo^a oveileden, ue moeder, of, zijn beiden overleden, dé uoga woont; viiar™]1 woomehUWde °n Va“ ee“ w°du'™aar in de gemeente hSra’ di,e seeu J'ader’ moeder of voogd heeft of door oezen is achtergelaten, of wiens voogd buiteu ’s lands geves- is, in de gemeente waar hjj woont; 8 u van len buiten ’s lands wonenden zoon van een Neder- “der, ,d‘e ter zake van’s lands dienst in een vreemd land „2’ de m een vreemd Rijk achtergebleven zoou van een in gezeten, die geen Nederlander is -• de in een vree nd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon -u i een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten dienst V"0‘i-';al\den Noderlander, die, terzake van ’s Lands .“2 s Ryks Overzeescne bezittingen ot Koloniën woont. sehL: lk’ dle volgens art. 15 behoort te worden inge- ho ml611’*8 verplicht, zich daartoe bij Burgemeester en Wet- “™<iers aan te geven tusschen den isten en Sisten Januari «ij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn valer ziin vnnT. bver^edeu> zijue moeder, ot ziju beiden overleden, a ï°,?gd tot het doen van die aangifte verplicht. doch die eerst na het intreden van zijn 19de jaar, ver i?h?r Aet volbrengen van ziju ruste ingezeten wordt, ié zeven Jlch’ zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te S.hLblJ Bur8emeester en Wethouders der Gemeente, waar de “Stiinjving, volgens art. 16 moet geschieden. art.a“b'i seldtJn de bepalingen der 2de en 3de zinsnede van tnn2'?' “auleidlng van bovenstaande bepalingen maken Burge- iten b f.e“ Wethouders verder bekend, dat op WOENSDAG den tin» UARI Issa, ten Gemeen tehuize alhier, eene bijzondere zit- 1 Würde“ gehouden tot inschrijving der mannelijke in- ia'e-Z;?dle op den lsteu Januari 1889 hun 19de jaar zijn sttreden, en die alzoo geboren zijn in 1870, en wel voor Wijk 1, 2, 3 en 4 ’s voormiddags 9 uur. 5, 6, 7 en 8 io r, 9, 70, 11 en 12 ii r 13, 14, 15 en 16 ’s middags 12 17, 18, 19 en 20 's namiddags 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1888 | | pagina 1