Iflffl'S- B 1MWW1HUD Will! 111
CEIEEK7E E!ï KKT URMNSSEISST WK.
1
y J
i
Ir
f
1889.
Z A. T* E K I>
U I T DE P E R 8.
zoo eervol.
vau
fU
verband
stilstaan.
I
>n
MM|
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cenhj
voor eiken regel meer 71/, Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bjj den
Uitgever.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave ol redactie betreffende, franco
>n te zenden.
zoo
maar misschien ook nooit
'1
lo
lo
cc
M
re
tie,
lad
aj
;h
maar elke stap in die richting verwijdert haar
van
vorsten zijn die den heer Keuchenitts aantrekken,
echter volgt elke richting haar eigen lijn
deze lijnen wijken allengs verder van
De overwinning is verkregen en wat blijkt
nu? Niets meer ot minder dan dat men er
geen hervormingen voor het volk van te
*;erwachten heeftDe geheele nalatenschap fier
vorige conservatieve kabinetten wordt metterdaad
aanvaard, ’t Gaat even goed of even slecht
onder den heer Mackay als onder zijn twee
naaste voorgangers.
Mr. Van Houten zegt: „even slecht” en in
óen opzicht slechter. De kabinetten—Van Lijnden
en Heemskerk namen toch nooit den schijn aan
hervormingsgezinde kabinetten te zyn, maar het
tegenwoordige ontstond uit een meerderheid,
die bij de stembus ingrijpende hervormingen op
elk gebied beloofde. Het is dus in zedelyken
zin slechter, daar het, in strijd met de beloften
waarop de meerderheid erlangd is, conservatief
handelt en naar het schijnt in merg en been
---Van verandering in staatsbeleid
blijkt niets. Zonder recht en reden zijn eenige
gelden aan inrichtingen van onderwijs onthouden
en evenzeer zonder recht en reden uit de koloniale
geldmiddelen eenige subsidien aan kerkelijke
instellingen toegekend, maar ziedaar het eenige
verschil waarvan nog gebleken is, de eerste
positieve vrucht, die de verdoolde radicalen door
hun véreeniging met de clericalen hebben doen
rijpen.
De verdere loop van zaken zal, naar mr.
V. H. doet opmerken, afhangen van de houding
j-en niet-christelijko radicalen, die
de leus hebben aaugehevenliever een clericaal dat zij losraken 1
1en instemming hebben gevon- 1 voorgaven te staanhet volk.
den bij de christenen, die inzonderlijk in Fries
land de verkiezingen ten nadeele der liberalen
hebben doen keeren, onder het wachtwoord
Kiest in geen geval den liberaal 1 Zullen zij zich
weten te doen gelden en het kabinet-Mackay
kunnen bewegen den conservatieven weg te
verlaten Ziedaar een vraag naast welke er meer
rijzen. Zal de linkerzijde der anti-revolutionaire
party langzamorhftnd weder versmelten in den
conservatieven hoofdgroep Zullen de ougeloovige
radicalen, onmachtig de clerioaal-conservatieven
in beweging te brengen en evenzeer buiten staat
een eigen partij te stichten, hun natuurlijke plaats
bij de voorhoede der liberalen hernemen of zich
ontevreden uit den politieken strijd terugtrekken,
in welke zij zoo ongelukkig hebben gedebuteerd
Op deze vragen zal de schrijver niet beproeven
het antwoord te geven. Alleen wil hij een
wensoh en een opmerking uiten de wensch dat de
radicale richting zich zal doen gelden, b j monde
van wien ook de opmerking dat de heer Dotnela
Nieuwenhuis, die meer dan eenig ander hoeft
bijgedragen tot het samengaan met de clericalen,
in de Kamer zoo goed als niets heelt gezegd
on gevraagd dan hetgeen sedert jaar on dag
door de liberalen was verkondigd en geëischt.
Wat van al het door hem gewenschte tot
dusverre in onze wetten en zeden verwezenlijkt
is, hebbeu wij aan de liberale party van het
verleden te danken en wat daarvan nog niet tot
stand gebracht werd is daarop afgestuit, dat
eenige acuterbly vers der liberalen steeds en
onvoorwaardclijk door de geheele oonservatief-
clericale party ia hun tegenstand werdengesteund.
Stemmen van conservatieven of clericalen, dia
zich met de liberalen vereenigden, als b. v. Van
deu heer lusinger voor de afsohaSag der suike?*
belasting, van den heer Van Zinnieq Bergmaan
voor de afschaffing der doodstraf, vau den heer
Gefken voor de afschaffing van het dagbladzegel,
bly ven door hun zeldzaamheid in herinnering.
Wie met de parlementaire geschiedenis bekend
is, weet dat nooit uit conservatief-clericalo
kringen op groote schaal voor een liberalen
maatregel ondersteuning te wachten is, tenzij de
zaak zoo overrijp geworden is dat hun oppositie
bij de stembus door langeren tegenstand lydeu
zou, of wel haar tot stand komen eeuig politiek
voordeel belooft. Slechts voor óen gebied moet,
althans tijdelijk, een uitzondering worden gemaakt
i en-wel ten aanzien der verhouding vunaerken
staat Op dat terrein is eenige toenadering te
bespeuren ten gunste eener liberale rechtswijzi-
giug bij de liukerzyde der anti-revolutionaire
party. Maar zelfs op dit gebied is, nu zy de
leiding in handen hebben, niets te bespeuren
wat naar actie of slechts naar voorbereiding
van actie zweemt.
De billijkheid gebiedt den heer Van Houten
echter te erkennen, dat de ministers persoonlijk
het minst schuldig zijn aan het bedryf waarin
zij hun rol spelen, ’t welk echter niet wegneemt
dat hun partij de meerderheid niet zou gekregen
hebben als men geweten had wat zij zouden
doen, of juister gezegds wat zij zouden nalaten.
Een bloemlezing uit de Standaard van vóór de
verkiezingen en uit de houding door ’t blad
aangenomen tegenover enkele feiten in de Kamer
o. a. de motie Van Houten in zake de koffie
cultuur kan dit nader bewijzen.
Een weinig verlegen met hun positie raken
de staatslieden, die voor de anti-liberalen het
woord voeren, wel. Zij pleiten verzachtende
omstandigheden, zeggen dat men niet alles te
gelijk kan, dat er onderscheid is tusschen
verkiezings- en repeerinpsprogram enz. enz., maar
het gevolg daarvan kan niet anders zyn, dan
i van den bodem, waarop zij
Willen zij alles
te begrypen met ’t oog op de houding door hem
aangenomen. Een minister, die aan zijn kerkelijke
sympathieën en antipathieën niet het stilzwijgen
weet op te leggen en daarbij de eischen van de
meest alledaagsche voorzichtigheid uit het oog
verliest, is een gevaarlijk minister en gevaarlijker
naarmate zijn bekwaamheden grooter sfijn. De
verantwoordelijkheid voor zulk een minister
moet onverdeeld aan de rechterzijde blijven.
In het tweede gedeelte van zijn betoog onder
werpt de hoogleeraar het kabinet aan een
analyse, om te weten welke kleur het eigenlijk
draagt. Inderdaad treedt een sterk uitgedrukt
conservatief karakter zeer op den voorgrond. Dit
kon trouwens moeilijk anders zijn. Wanneer
twee of meer staatkundige richtingen kunstmatig
met elkander verbonden worden, dan zullen zij
de aansluiting zoeken ter plaatse waar zij het
meest met elkander overeenkomen en hier dus
het koord dat hun te zamen houdt, wringt naar de opvatting van den hoogleeraar, niet aan
van het ministerie, maar in hun eigen
en dreigt al spoedig daar, waar men midden, in de onheilspellende teekenen van
-uu -g en ontbinding, vooral te Amsterdam
Het is een niet genoeg te waardeeren aan ’t licht gekomen. Het slotwoord van het
voorrecht voor de liberale partij, nu minderheid artikel is daft ook een vermaning tot eensgezind-
geworden, dat haar vereenigde tegenstanders heid, tot het opruimen der vooroordeelen,
elkander wederkeerig bewaken met een zorg, aansporing tot het moedig textoken ra
veel grooter dan zij zei ven zou kunnen aanwen- 11
den, want in die onderlinge waakzaamheid ligt
een afdoende waarborg, dat elk van beiden,
ijverende voor de triomf van hun eigen beginselen,
binnen zeer nauwe grenzen zal opgesloten blijven.
Dit conservatief optreden wordt nog versterkt
door 't feit, dat de Roomsch Katholieke party
in de combinatie een onmiskenbaar overwicht
heeft, een partij die, behoudens meer of minder
belangrijke individueele uitzonderingen, als ver
tegenwoordigster van de groote conservatieve
macht mag doorgaan. Of de anti-revolutionairen
zich niet op den duur zullen trachten los te
maken van het koord, door roomsche welwillend
heid gespannen, is een andere zaak. Volkomen
vertrouwen kan er niet in de roomsch katholieke
partij bestaan, daar haar ideaal slechts te ver-
wezenlyken is door opoffering onzerzijds van
veel, wat wij als het allerbeste van onze moderne
beschaving liefhebben.
Het laatste deel van het artikel is gewyd aan
hetgeen de naaste toekomst ons vermoedelijk
zal geven en aan de vooruitzichten der liberalen.
De aangekondigde herziening der schoolwet zal
de liberalen waarschijnlijk harde teleurstelling
brengen, maar aan dezen minister van binnenl.
zaken, van wien bij de verdediging zijner
begrooting is gebleken, dat hij gematigd en
voorzichtig is en streng rechtvaardig wenscht te
zyn, zal ’t misschien gelukken een ontwerp te
leveren, dat recht aan allen doet. De verknipping
der groote steden in enkelvoudige districten is
mede aangekondigd, maar al erkent prof. Buys
de billijkheid der splitsing, hij acht het volmaakt
on billy k deze enkele wijziging van het kiesrecht
aan te voeren en de anderen te vorwaarloozen.
Indertijd is bij de regeling van het kiesrecht
een soort van dading getroffende liberale party
heeft haar amendementen op de kiestabel inge
trokken, op voorwaarde, dat de verdeeliug der
groote steden achterwege bleef, ’t Zou onbillijk
zyn reeds in 1889 op laatstgenoemde beslissing
terug te keeren en de eischen van de liberale
party geheel onbevredigd te laten. Niet jlat de
hoogleeraar een nieuwe kiestabel zou willen
de Hemel beware mij 1 roept hij uit maar
omdat er nog andere wijzigingen zijn, die hoog
noodig moeten worden geacht, en wel in de conservatief *is?
eerste plaats het toelateu tot de stembus van
zoo velen, die door ontwikkeling recht hebben
op het uitbrengen van hun stem. Want wel
heeft het Centrum onlangs betoogd dat de kunst
vau lezen en schrijven niet behoort tot de
onmisbare benoodigdheden van een goedgeaard
kiezer, maar er zyn er nog altyd merkt prof.
B. leukweg op in ons lieve vaderland, naar
wier oordeel het individueele element in het
kiezerskorps niet geheel mag worden versmaad.
Alles te zamen genomen ucht hij de voor-
uitzichten van de liberale party in de naaste der christelijke
------- toekomst minder ontmoedigend, dan het zich
in conservatieve belangen. Uit dit kruispunt aanvankelijk liet verwachten. Houdt deliukerzyde dan een liberaal-
een
g toesteken van de
hand aan de kleine burgerij, thans mede tot de
regoerinsgtaak opgeroepen. Aan vertoogen ont
breekt het in deu regel niet, tegen geen enkele
gevolgtrekking wordt opgezien, maar men vergeet
te veel dat op staatkundig terrein als op elk
ander goede voorbeelden de beste preeken zijn.
Mr. 8. Van Houten bespreekt in het Januiri-
nommer van de Vragen des Tijds de beloften
der Standaard-partij en hun Vervulling.
De houding, door de mannen der anti-revo
lutionaire partij in de Kamer van Honderd
aangenomen, is voor het oog van mr. Van Houten
byna onverklaarbaar en geheel onverdedigbaar.
Daardoor schijnt de grondwetsherziening het
uitgangspunt te zullen zijn van een periode van
stilstand zondor voorbeeld zelfs ia ons land, waar
wij toch waarlijk niet aan onbesuisde werk
zaamheid gewend zyn.
Tijdens de verkiezingscampagne werden door
alle anti-liberalen zonder onderscheid in de
schrilste kleuren de rampen geschilderd die de
liberale partij over ons land had gebracht. Er
deugde zoo ongeveer niets, en onder biddend
opzien tot den Heere Héere werd gewerkt voor
een meerderheid die Nederland zou redden en
staande houden op het hellend vlak, waarop het
ontwijfelbaar ten verderve gevoerd werd als de
liberalen aan het roer kwamen.
De overwinning is verkregen
In het Januari-nommer van de Gids komt
een artikel voor van professor Buys over den
staatkundigen toestand van het oogenblik. Wij
wenschen ’t betoog in hoofdzaak weer te geven.
De aanloop der beschouwing levert de hard
nekkige liefde van den minister van koloniën
voor het Heilig Verbond, waarbij de schrijver
de commontaar voegt, dat het niet Ot namen der
maar de beginselen welke zij vertegenwoordigen
en het doel waartoe die beginselen tot samen
werking weiden opgeroepen; d w. z. de gemeen
schappelijke strijd tegen alles wat uit de Fransche
omwenteling is vooitgekomen. Die gemeenschap-
kpelijk geknoopte band is thans ook in ons staat
skundig leven le bespeuren en het is te begrijpen
<dat de herinnering aan vroegere dagen daardoor
Vwordt lerhischt.
ha Prof. Buys wijst in het eerste gedeelte van
Wliju artikel op de weinige verandering die in de
hefaült.r van Honderd te bespeuren is tegenover
wie vroegere. De oude leden blijven op den
Het dc omslachtige voorbereiding is
Magliamu^ de behandeliug der staatsbegrooting
tot zyn met dezelfde verschijnselen van vroeger
thans uh Ouk. ditmaal een vloed van woorden in
Peruzzi ,aug, en nauwelyks tyd om de voorstellen
k cieu eu'jco aan jlet slot. Nieuw is de schets
heeteu. de schryver hier van onze Tweede
vaaidigdgeeft, maar zy is juist en pikant.
laudbouUp geeft de noogleeraar een beknopte
karakteristiek van de Kamer en de onlangs
4 gevoerde debatten. De belangrijkste eigenaardig
heid was ditmaal de groote kalmte en de by
uitstek fiolF'jlyke toon. De critiek der oppositie
ithans de liberalen was zoo gematigd
mogeiyk en met loftuitingen doorvlochten. Daarin
is op zichzelf geen bijzondere verdienste gelegen,
’’t Is in Liooldzaak de vrucht van de omstandigheid
dat zich eindelyk weder eens de gelegenheid
Iheeft opgedaan het parlementair stelsel zuiver
'toe te passen, iets dat in tien jaar het geval
niet was geweest. Voor de liberale partij is
'hier een schoone taak weggelegd. Als zij zich
bereid too ut de pogingen der regeering te steunen
jen, naast de meerderheid staande, haar rijke
jervaring en haar zeer uitnemende talenten be
schikbaar stelt ten einde de deugdelykheid der
aangeboden wetsontwerpen te verhoogen, dan
zal zy in den goeden zin van het woord een
leidende oppositie zyn en zich na verloop van
drie jaar met beter gevolg aan de grillige kansen
van de stembus kunnen onderwerpen, dan wan
neer zy op geen andere zegeteekenen heeft te
wijzen dan op die, welke van haar tegenstreven
en belemmeren getuigenis zouden afleggen. Tot
dusver is aldus gehandeld. Dat tegenover de
heer Keuchenius een uitzondering is gemaakt, is
n lijn en 1 in de Kamer zich aan de gedragslijn die zij
elkander zelve onlangs afteekende, dan zal zij het tot
af, zoodat zij, aan hun basis gekomen, door een stand komen van veel goeds machtig kunnen
breeden afstand gescheiden worden. Is eenmaal bevorderen en tevens zorgen dit velerlei kwaads
het verbond gesloten, dan tracht natuurlijk elke wel niet vermeden, maar aanraerkelijker getum-
party meer zichzelf te zijn en te dien einde at j p«d wordt. Haar taak is misschien nooit
te dalen naar het punt waar haar basis ligtmoeiljjk als thans,
JL- -f-K -- c. zoo eervol.
de boudgenooten, vermeerdert de spanning 'Iet grootste gevaar dat de liberalen bedreigt ligt,
van I - -- ------ l i. J
eenige nagels los van het gemeenschappelijk l de zijde
verband en dreigt al spoedig daar, waar men j midden,
nog slechts te kiezen heeft tusschen afbreken en scheuring
aan
vu: Ek
I CCURO
<a
t
i. i a*.
U1 bt3U «iy U Ulü KIVU UW1 jLWUUHUI-IIUB UÜI1 Itl Ufi
i