ffll EH T£ IIKT iRMNSSEW SIH. i' w Wriiïimi w fla Nalioaals KiB. No. 9. 1889. VIE R-E N-V E E R TIGS T H ggo WOENSDAG 30 JANUARI, ‘11 ij i v i; i. t i), >ver U I T DE P E II 3. ek- ian van dag gen jn» Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden fl.franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave ol redactie betreffende, franco ia te zendon. ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels,gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7’/s Cents. Bij abonnement is de prijs be langrijk lager. Voerwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. I nu de afgevaardigden ter Eerste Kamer van de Stateq-Generaal. Sneek, 29 Januari 1889. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. do de den rins pnü mie, blad zij 'til meu in 353 u* ad rst eu icbl tde' illen men uw- A.an enot ahti IfdQ ;8 8 V16 als .zoodanig steeds openlijk een verklaarde voor- Na een langdurig lijden is Vrijdag in Den i Haag, in den ouderdom van 60 jaren, overleden j den Voorzeker, maar de thans aanleg van staatsspoorwegen, ridder van den men tegen den persoonlijken dienstplicht is Wij zouden hem toevoegen „En generaal Reu ther dan „Het mag gerust gezegd worden en deze verklaring is door het blad met sprekende letters gedrukt: Het behoud der plaatsvervanging is een katholieke zaak in Nederland. Wie daar aan raakt, raakt den appel van ons oogen. Onder ile dingen die ons doen juichen op Neer- lands grond geteeld te zijn, is de plaatsvervanging zoo al niet het voornaamste dan toch een der voornaamste. Vreemd mag het daarom schijnen dat het bestuur van den Algemeeneu Bond van R. K. kiezers-vereenigingen zich zoo lang onbe tuigd laat.“ Volgens het Dagblad moet het wetsvoorstel, waarbij wijziging wordt gebracht in de verdee- ling der provinciën in kiesdistricten, gereed zijn. si- 5 20 5 30 ge a KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek noodigen, naar aanleiding van een van den heer Commissaris des Konings in Friesland ontvangen besluit, alle houders van pretentiën ten laste van het Kijk, den dienst van 1888 betreffende, uit, hunne declaratiën zoo spoedig mogelijk in te zenden, en het uiterste tijdstip van indiening, zijnde den laatsten der maand Juni e. k., niet af te wachten, vermits die pretentiën, op dat tijdstip niet ingediend zijnde, volgens de wet van 8 November 1815 (Staatsblad no. 51) worden gehouden voor verjaard en vernietigd. Sneek den 29 Januari 1889. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. De ziekte des konings aldus lezen wij in de Haagsche kroniek van de N. Gr. Crt. heeft het gewone verloop. Tot nog toe nemen de krachten minder snel af dan men aanvankelijk vreesde, maar, al moge de Staatscourant schier eiken avond de natie in schijn geruststellen door de vermelding van kalmte en rust van den hoogen lijder, ik meen wèl te doen met mijner zijds tegen illusiën te waarschuwen. De phase van apathie, die reeds voor een dag of vier scheen te naderen, is nu werkelijk ingetreden. Z. M. slaapt veel, niet enkol ’s nachts, maar ook bij dag ’t is de slaap der uitputting, niet de verkwikkende sluimering vau den zieke, die, ontwakeud, zich versterkt gevoelt. De eetlust blijft ook zeer gering en wat de ofliciede bulletins niet vermelden is de hoofdzaak, de polsslag wordt allengs minder krachtig en do geest verzwakt voortdurend. Nu en dan is de koniug in de laatste dagen nog eeus opgestaan, maar alleen voor weinige oogenblikkenhij teekent nog alle stukkeu, maar werkt overigens niet meer in den eigenlijken zin des woords. De geneesheeren ontveinzen zich geen oogenbik het blijvend gevaar en het vermoedelijk spoedig einde, dat wel in eeu zacht inslapen zul zijn gelegen Het is waar, dat prof. Rosenstein de mogelijkheid van een zeer langdurig ziekte proces heeft toegegeven, maar niet onvoorwaar- delijkhij moet H. M. de Koningin, die hem na zijn laatste consult ontving, onbewimpeld hebben verklaard, dat, zoodra er in den toestand van opgewondenheid, waarin Z. M. in de vorige week verkeerde, een wending kwam, de afloop spoediger zou zijn dan op dat oogenblik waste wachten. En die wending ze is helaas sedert Woensdagavond gekomen. Van toen af heeft de onrust des lijders voor een onheilspellende kalmte plaats gemaakt. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek herinneren alle ingezetenen, die in 1870 zijn geboren en zich tct dusver niet voor de Nationale Militie, lichting 1890, hebben doen inschrijven, aan hunne verpl chtiug, om zich daartoe alsnog aan te geven vóór of uiterlijk op 31 Januari e. k. ter Secretarie dezer ge meente. Sneek, 11 Januari 1889. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. Ook het Venloosch Weekblad mengt zich in den strijd, die in de Roomseb Katholieke pers is uitgebroken over de afschaffing der plaats vervanging en sluit zich, gelijk zich liet ver wachten, geheel aan bij de Maasbode en andere organen, die afschaffing met alle mogelijke middelen willen tegenhouden. Het middel door de Maasbode aangegeven een pertinente verklaring door de katholieke kiesvereenigingen dat zij in geen geval een lid der Tweede Kamer zullen herkiezen, indien doorhem de persoonlijke dienstplicht in beginsel mocht aangenomen worden lacht het Venl. Wbl. zeer toe en wel voornamelijk omdat vele anti-revolutionaire leden mede aan de katholieke kiezers hun zetel te danken hebben. Zij die er aan hechten om in 1891 herkozen te worden, zullen dus hun best doen dat alles bij het oude blijve, waarmede veel, ja alles zou gewonnen zijn. Het staat toch als een paal boven water dat er van geen voorstel tot afschaffing der plaatsvervanging quaestie kan zijn, wanneer de geheele rechterzijde er mordicus tegen is. Dan kunnen er honderd rapporten van staats-com missiën komen, de prik kel om het te laten zal triomfeeren. „Van de anti-revolutionairen vervolgt het V. W. hangt alles af. Komt de persoonlijke dienstplicht, dan is die een geschenk van die heeren. Aan onze waarde bondgenooteu dient dus kenbaar gemaakt op de meest delicate wijze natuurlijk dat het cadeau niet in onzen smaak valt en wij dus vriendelijk verzoeken daarvan verschoond te blijven. „In districten, waar alleen katholieken gekozen zijn, is de verklaring der kiesvereenigingen, naar het blad doet opmerken, minder noodig. Er bestaat toch niet het minste gevaar, dat een katholiek afgevaardigde het ooit in zijn hersenen zou krijgen, voor de afschaffing der plaatsver vanging te wezen. o „Twee generaals hebben onze katholieke ka- sprake, raerleden in hun midden, de heeren Reuther en teruggegeven, maar wordt het te veel betaalde Van der Scurieck. Beiden zijn voor het behoud volgens nieuwe regelen ten bate van weduwen der plaatsvervanging. Wie het beter wilde weten en weezen der ambtenaren aangewend. Welke dan zij, zou al heel verwaand moeten wezen. reden is er nu, om die bate alleen te doen De heer Reuther is daarbij nog verscheiden jaren j strekken voor die ambtenaren, die bij deinwer- minister van oorlog geweest en heeft zich ook kingtreding der wet nog niet gepensioneerd --ru--voor- zijn? Men moet ergens een grens stellen, zal de heer Witsen Elias, hoofdingenieur bij stander der plaatsvervanging betoond. Wie durft worden geantwoord. V_:jj— nog beweren, dat het niet gekleed staat of getrokken grens is willekeurig. Waar men het j Nederlandscheu Leeuw. weiuig vaderlandsliefde getuigt, wanneer thans levende geslacht kan doen genieten van i Volgens de Tijd is aan het bestuur der rijks- kweekschool voor onderwijzers te Nijmegen niets bekend van een opheffing der school vóór den aan vang van den nieuwen cursus. KENNIS GE VING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, voldoende aan het besluit van heeren Gedeputeerde Staten van Friesland van den 24 Januari 11., no. 54, 3e afdeeling stati stiek, Provinciaal blad no. 23, brengen ter kennis van de ingezetenen, navolgde UITNO 0DIG1NG: „De Gedeputeerde Staten van de provincie Friesland, Gelet op art. 73 der wet van den 4 Juli 1850 (Staatsblad no. 37), zooals dit artikel is gewijzigd bij art. VII der additioneels artikelen van de grondwet Noodigen de inwoners der provincie uit om, bij aldien zjj in andere provinciën in de rijks directe belastingen zijn aangeslagen, daarvan vóór den 1 April aanstaande aan hunne verga dering te doen blyken, ten einde door haar daarop kunne worden gelet bij het opmaken van de lijst der hoogstaangeslagenen voor de verkiezing van Het Centrum neemt inmiddels tegenover de quaestie van den persoonlijken dienstplicht een standpunt in, afwijkende van dat der meeste roomsch katholieke bladen. Het wenscht kalm en bedaard het rapport der staatscommissie af te wachten, vertrouwen stellende in de tegenwoor dige regeering, waarvan twee bekwame en dege lijke katholieken, als de ministers van justitie en oorlog, deel uitmaken. Noch voor het vader land in het algemeen, noch voor de R. K. partij in het bijzonder, ziet het blad eenig heil in de hartstochtelijke en opgewonden manier, waarop hier en daar in katholieke bladen de quaestie van den persoonlijken dienstplicht besproken wordt. ’t Best kan het blad zich nog vereenigen me t het betoog van de N. IJselbode. Tegenover het betoog van de Tijd stelt het de vraag of dit blad niet de gevolgen uit het oog verliest van een toestand, waarin de rech terzijde zou kunoen gerakeu, indieu met den heer Bergansius het geheele ministerie dooreen roekeloosheid van de zijde der R. K. moest vallen. „Het wil ons toch voorkomen,” zegt het Centrum, „dat in zulk geval het bondgeuoot- schap tusschen katholieke en geloovige prote stanten wel eens zooveel schade kon lijden, dat aan een voortzetting van een anti-liberalo regee ring niet meer te denken viel.” In een artikel over het ontwerp tot bet pen sionneren van Burgerambtenaren en hun wedu wen en weezen maakt het Vad. de volgende opmerking De reeds gepensioneerde ambtenaren zullen alle voordeelen der nieuwe regeling missen. Zij hebben evengoed als de nog in dienst zijnde te veel bijgedragen, velen evenredig nog meer, om dat de diensttijd van nagenoeg allen voor een deel viel in de jaren der doorloopende kortingen, en zij moeten het aanzien, dat de door hen bijeengebrachte penningen worden bestemd voor de betrekkingen van diegenen, die toevallig langer in dienst zijn gebleven of later in dienst zjjn gekomen. Het springt in het oog, dat hun weduwen eu minderjarige weezen evenveel recht op ondersteuning hebben, als die van de nog niet gepensioneerde ambtenaren. Het is een onmogelijkheid aan de erven van allen, die ooit te veel hebben betaald, een hun toekomend deel terug te geven. Maar daarvan is hier geen Volgens de ontwerpen wordt niets de beraamde voordeelen, ziet men van zelf een grens aangewezen, waartoe het plicht is te gaan. En daartegen is geen onoverkomelijk practisch bezwaar. Wie thans pensioen genie ten zijn bekend, en gemakkelijk is na te gaan, in hoeverre zij in de termen kunnen vallen, om voor weduwen- en weezenpensioenen in aanmerking te komen. Daarnevens zou men behooren op te roepen weduwen en minder dan 18jarige weezen van overleden ambtenaren, die inderdaad naar billijkheid dezelfde aanspraken kunnen doen gelden. Tegen dit stelsel zal men wel allerlei bezwaren opperen. Wanneer ’t echter niet practisch ón mogelijk is, eischte de billijkheid, naar het blad meent, dat het wordt toegepast. De staat, die nu al zoovele jaren in verzuim is, ontleent aan deze plichtsverzaking zeker niet het recht hen, wie het toeval verhinderd heeft zoolang het ambtenaarsjuk te dragen, en de hunnen van het beloofde land uit te sluiten. V e r k i e z i n g e ii. KENNISGEVING en UITNOODIGING. De VOORZITTER van den Raad der ge meente Sneek, Gelet op artikel 7 der Kieswet van 4 Juli 1850 (Staatsblad no. 37) zooals dat artikel is gewijzigd bij art. VII der Additioneele bepalingen der Grondwet Noodigt de manneljjke inwoners dezer gemeente uit 1°. die in eene andere gemeente over het laatstverloopen dienstjaar in de personeele be lasting naar eene hoogere huurwaarde, dan die ■welke volgens art. 1, lift. A en B, van de wet van 24 April 1843 (Staatsblad no. 15) aanspraak geeft op vermindering tot eeu derde of twee derde gedeelten dier belasting naar de diie eerste grondslagen, of in de grondbelasting, tot een bedrag van ten minste tien gulden, zijn aangedigen, daarvan door overlegging der voor voldaai geteekende aanslagbiljetten vóór den 15 Feuruari e. k. aan hem te doen blijken; 2J. die op grond- van art. 1, sub C, of krachtens het 4de lid van art. 7 der Kieswet, aanspraak meenen te kunnen maken om geplaatst te worden op de kiezerslijsten, daarvan mede vóór den 15 Februari e. k. aangilte te doen, volgens het daarvoor vastgesteld, ter Secretarie verkrijgbaar, model, met overlegging der bewijs- stu eken, waartoe in het geval van het 4de lid van bovengenoemd artikel 7 moeten behooren bet aanslagbiljet of authentiek afschrift daarvan, eene opgaaf van het bedrag van het aandeel in den aanslag en de besc.ieiden betrekkelijk het gemeenschappelijk bezit. Sneek den 18 Januari 1889. De Voorzitter voornoemd, ALMA. MEEKER COIIROT L.00, m- ii loiwn w bl tn wok n JX. L I» 1.50 lo’ll Meer, Antjq Har* ioey- z. d. - l in l> 16 lM ir »r- ;ir 2 8'/* 2 16 6 1 8 8 ‘4 6 4 i, te nella ijutje -Gel- u te esira, r ia, te i, te j er, te ig. te i> te eek.) 6 12 70 i 7 27 8 15 door 8 36 door 8 56 door 9 11 door 9 25 door 9 42 k door n i M. au. 615 6 30 3 45 75 45 r 15 40 15 «v»«uS re uvcu uiyireu, reu oiuuc uvvr uoar

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1889 | | pagina 1