.9
MEl'WS- H .WIIHSIIHLID NOR DE
I, HI LL VII n BET im.WSSEW SBH
1
jl
w
I
No. II.
1889.
VIE R-E N-V E E R T I G8 T E
i
11.
3 'Nb
«-
4
V.
7.
V" erlciezingen.
SVEEK
I 01 K IV
versto-
U I T DE PERS.
uin
10*11
i.
17deu December 1861 (.Staatsblad no. 127)
is de man, aan wien deze moeilijke zending is j
1 I mits men de zaken maar goed bestudeert en
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
sboren
;e Zoet
leftig
imoa
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS,
Abonnementsprijs voor 3 maanden /l.franco per post 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave ol redactie betreffende, franco
in te zenden.
Om als vrijwilliger bij de Militie te kunnen
worden aangenomen, moet men
vermag
Bezit
'10
L VAS
ingenj
-R’
ir
ur-
ar
I w
m’
n«
ad
rst I
en 1
ich I
ido I
du J
<10 I
dea I
tins I
P'ÜIM
iT!w
Oh!
ziia
111
i ver
ht it
Huitc
Jan, -
oot, ti
Spijker,
ker, -
leeg
zum -
tnd, -
neer
■chtunü
Lje, di
<eud,-
Sneet
)ina do
- Hiekfl
GerriB
cbarne*
il.OJ
kornet
e ii
i, 353
i
I
k
r vooi
sway'j
,n vat’
i abbot
ht in
id ds
eer dj
1 l.Ot
I ll\
'ientr
dood
e be
weid
doo-
r hetI
i-zeli
inzin
vel kef
voor
e bij.
Wie met een gezegde, reeds in zijn brochure aange- niet zal voorstellen.
met het ander tevreden.
BEKENDMAKING.
Oproeping Vrijwilligers voor de Nationale
Militie.
'"BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek,
Gelet op art. 9 van het Kon. besluit van den
I opgedragen? Verstaat en spreekt hij de taal
l\L
pöbr.
I
8
5/
/8
9,
/1 0
De heer A. W. P. bespreekt in de N. Veend.
Crt. de plaatsvervanging bij de Nationale militie
en de verwachting dat de bestaande wet op den
dienstplicht en op de inrichting van het Neder-
landsche leger eerlang eene belangrijke wyziging
zal ondergaan althans wanneer het tegen
woordige ministerie gehoor durft geven aan de
stemmen van velen die geen vrede hebben met
den tegen woordigeu toestand.
Rechtvaardiger dan het bestaande stelsel van
r^^’a^STée^e dmnsïpfic^.11 Wbl
eenstemming met het artikel der Grondwet,
inhoudende dat alle Nederlandsche burgers ver
plicht zijn om mede te werken tot handhaving
onzer onafhankelijkheid.
Indien niemand zich aan den krijgsdienst
mocht onttrekken, zoodat ook de zoneu der
rijken en aanzienlijken de wapens moesten dra
gen, dan zou veel meer gezorgd worden, om
dien last licht en zelfs om den krijgsdienst
Voorts zouden dan de
lichamelijk voor
haald, dat alles eenvoudig is in krijgszaken, I
hem te gemoet ziet en wel
Ook durven wij
voor
tot haar
om ze,
op te
H1/,
6 12
7 6
7 27
8 15
door
8 36
door
8 56
door
911
door
9 25
door I
9 42
door
K E NNISGEVING.
De BURGEMEESTER van Sneek,
Gelet op de mededeeliug van den Landmeter
voor den Velddienst te Sneek, gedaan bij zijne
missive van 2 Februari jl. no. 270;
Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de
gewone kadastrale op- en uitmetingen, voor den
dienst 1890, in deze
aangevangen op Vrijdag 8 Februari e. k.
Sneek, 5 Februari 1889.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
KENNISGEVING.
LOTING VOOR DE NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek,
Gelet op art. 28 der Wet op de Nationale
Militie van den 19 Augustus 1861 (Staatsblad
no. 72) en artt. 20 en 21 van Z. M. besluit
van den 8en Mei 1862 (Staatsblad no. 46)
Brengen ter openbare kennis, dat de LOTING
voor de lichting der Nationale Militie van 1889
dezer gemeente, zal plaats hebben in de Con
certzaal alhier op Donderdag den 28 Februari
e. k., des voormiddags te 9 '/2 ure
dat op den len Maart d. a. v. ter gemeente
secretarie door of vanwege de lotelingen aan
vrage kan geschieden voor do getuigschriften
ter bekoming van vrijstelling van den dienst
wegens broederdienst of als eenig wettig zoon
voorts dat om vrijstelling wegens eigen mili
tairen dienst of dien van broeders te verkrijgen,
de paspoorten of andere bewijzen van ontslag,
uittreksels stamboeken of bewijzen van werke-
lijken dienst, ten minste tien dagen vóór den
dag, waarop de eerste zitting van den Militieraad
wordt geopend, ter Secretarie voornoemd moeten
worden ingeleverd.
Sneek den len Februari 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
n. iror,,,r Tindal. schrijver van de bro
chure „Is Nederland m gevaar t" neett aan
den hoofdredacteur van ’t N. v. d. D., den
heer De Veer, een schrijven gericht, waarin
hij nader de juistheid betoogt en volhoudt van
zijn mededeelingen en opmerkingen. Hij heelt
een onderhoud gehad met de commissie van
rapporteurs uit de Eerste Kamer over de
oorlogsbegrooting, de hh. Van der Goes, Van
Lynden, Van Roijen en De vos van Steeuwijk,
en hun duidelijk gemaakt (volgens hem zelf)
in welke gevallen op de door hem beschreven aantrekkelijk te maken,
verrassingen moet worden gerekend. Verder aanzienlijken naast de geringeren in de gelederen
staan en door hun kameraadschap tot eene betere
vorming en ontwikkeling dier geringen niet
weinig kunnen bijdragen. De verbroedering
der standen zou er door bevorderd worden.
Maar algemeen e dienstplicht behoort tot
de onmogelijkheden. Werden ieder jaar alle
twintigjarige jongelingen onder de wapens ge
roepen, dan zou de bloedbelasting aanmerkelijk
verzwaard, het leger te groot en het budget van
oorlog te hoog worden.
Tegen afschaffing der plaatsvervanging verzet
zich voorts de roomsch katholieke party, zoodat
wij vermoeden, dat ons ministerie dien maatregel
Wij voor ons, wij zijn noch met het één noch
Wij verlangen een
KENNISGEVING en UITNOODIGING.
De VOORZITTER van
meente Sneek,
Gelet op artikel 7 der Kieswet van 4 Juli
1859 {Staatsblad no. .r-‘
gewijzigd bij art. Vil des Additoneele bepalingen
der Grondwet
Noodigt de mannelijke inwoners dezer ge
meente uit:
1°. die in eene andere gemeente over het
laatstverloopen dienstjaar in de porsoneele
belasting naar eene hoogere huurwaarde, dan die
welke volgens art 1, litt. A en B, van de wet
van 24 April 1843 {Staatsblad no. 15) aanspraak
geeft op vermindering tot een derde of twee
derde gedeelten dier belasting naar de drie eerste
grondslagen, of in de grondbelasting, tot een
bedrag van ten minste tien gulden, zyn aange
slagen, daarvan door overlegging der voor voldaan
geteekende aanslagbiljetten vóór den 15 Febr. ek.
aan hem te doen blyken
2°. die op grond van art. 1, sub C, of
krachtens het 4de lid van art. 7 der Kieswet,
aanspraak meeneu te kunnen maken om geplaatst
te worden op de kiezerslijsten, daarvan mede
vóór den 15 Februari e. k. aangifte te doen,
volgens het daarvoor vastgesteld, ter Secretarie
verkrijgbaar, modelmet overlegging der
bewijsstukken, waartoe in het geval van het
4de lid van bovengenoemd artikel 7 moeten
behooren het aanslagbiljet of authentiek afschrift
daarvan, eene opgaaf' van het bedrag van het
aandeel in den aanslag en de bescheiden betrek
kelijk het gemeenschappelijk bezit.
Sneek den 18 Januari 1889.
De Voorzitter voornoemd,
ALMA.
verrassingen moet worden gerekend.
welke maatregelen men moet nemen om volkomen
gevrijwaard te zijn, niet alleen tegen alle in
zijn brochure aangehaalde gevallen, maar tegen
elke verrassing. Hij heeft die heeren duidelijk
bewezen hoe men elke verrassing doelloos maakt,
hoe men haar voorkomt. Het deed hem groot
genoegen van de heeren te vernemen, dat zij
alles wat hij zeide zeer duidelijk en begrijpelijk
vonden en ook dat de maatregelen, die hij i
aanraadde, hun zóo eenvoudig voorkwamen, dat i
zij hunne verwondering te kennen gaven, dat i
men dit bij het departement van oorlog niet
wist. Een opmerking, die hij beantwoordde
Het Sociaal Weekblad wijdt eenige woorden
aan de voorgenomen reis van den heer Van
Waalwijk naar Argentine, een reis die, zooals
werd gemeld, van wege het Nieuwsblad voor
Nederland, wordt ondernomen ten bate van onze
landgenooten, die er aan denken naar dien staat
te verhuizen.
Het Weekblad meent te moeten waarschuwen
tegen reclame. Wel durft het zulk een reclame
op zichzelf niet ongeoorloofd of afkeurenswaardig
noemen, maar wèl kan en wél moet zij voor de
belanghebbenden een reden zijn om met de
noodige behoedzaamheid aan te nemen wat hun
geboden wordt.
„Vooral vervolgt het blad moet dit het
geval zyn, waar er bij die aanbieding, zooals
zy geschiedt, toch reeds aanleiding bestaat om
met vertrouwen niet te scheutig te zijn.
Roepen op zoodanige ingezetenen, die verlan- des lands zóó, dat hij naar alle kanten
gen als vry willigere bij de Militie op te treden, i heen te dringen door de oppervlakte?
om zich daartoe aan te geven ter Secretarie der hij de eigenschappen om critisch te verwerken
de gegevens die men niet in gebreke zal blijven,
smakelijk toebereid, hem voor te zetten? Ein-
i het antwoord
j aan zÜn
den dienst geschikt, ten minste omvangrijken lastbrief naar eisch voldoen in
de korte spanne tyds van drie maanden uit
en thuis, die met de lange zeereis heen en weer
verminderd moeten worden? Waarlijk, meer
grond is er om van dezen reiziger oppervlakkige
indrukken te verwachten, dan „verslagen, die
een volkomen vertrouwbare vraagbaak zullen
zijn.” En wel wat haastig gebakerd was onzes
inziens de redacteur van Gelria, toen deze
betuigde, dat „dit voornemen van hei Nieuws
blad voor Nederland ten hoogste gewaardeerd
mag worden door allen die nog eenig medelijden
gevoelen met hun minder bedeelde landgenooten,
wier nooddruft hen noopt het land hunner
vaderen te verlaten.”
„Wat ous betreft, wij geven hun liever den
raad, de voorlichting, welke zij wenschen, te
zoeken bij de regeering, die in den heer L. van
Riet te Buenos Aires een uitnemend consulair
agent heeft, ijverig en kundig, door een verblijf
van ettelyke jaren met volk en zeden bekend.
Reeds heeft zij in de Staatscourant, en eveneens
in de 19e aflevering der Consulaire Verslagen
over 1888, een uitvoerig rapport van diens hand
openbaar gemaakt. Wij weten, dat zij verdere
mededeelingen van 1
niet onder zich zal houden. C
er voor instaan, dat men, met bepaalde,
beantwoording vatbare vragen zich
wendend, haar bereid zal bevinden
nog noodig, ter afdoening
voorzoover
zenden.
„Men verwijt der regeering wel eens, dat zij
in zaken als deze te weinig doet uit zichzelf.
Omgekeerd zou niet misplaatst zijn bet verwijt,
dat men veel te veel ongebruikt laat de
diensten, die zij bewijzen kan en die de bevolking
van haar mag vorderen. Die diensten hier
in te roepen, dat is zoowel voor de onmiddellijk
belanghebbenden als voor wie om hunnentwil
er belang in stellen, naar het ons voorkomt, de
veiligste weg.”
zijn gezond verstand gebruikt.
Dat gezegde heeren, met uitzondering van
den heer Van Roijen, vóór de begrooting stemden,
is, naar hij denkt, geschied om redenen van
hoogere politiek. Een ieder moet zijn stem
voor zichzelf verantwoorden; maar dat wil de
heer Tindal wel zeggen, dat wij met al onze
hoogorc politiek op weg zijn om onze onafhan
kelijkheid te verspelen.
Tegen den minister van oorlog richt de heer
Tindal verder dezelfde verwijten welke hij hem
reeds in zijn brochure toevoegde. Nu de minis
ter den man, die hem kan bewijzen dat hy de
zaken niet goed inziet, niet bij zich beeft laten
komen om hem te vragen hoe het dan moet,
heeft hij getoond eigenliefde en eigenbelang te
stellen boven het behoud van het vaderland.
In de Vragen des Tijds van Februari geeft prof.
P. van Geer te Leiden eou beschouwing over
de aanhangige pensioenwetten voor burgerlijke
ambtenaren.
Aan het slot gaat de schrijver na, wio van
de nieuwe regeling voordeel behooren te trekken,
behalve de ambtenaren, die nog in dienst zyn
en, wanneer ^j overlyden, hun weduwen ea
weezen. Hy meent dat ook de gepensioneerden,
wier aanstelling van 1816 digteekent en die
het bestaande fonds hebben gevoed, „zelfs over
voed,” van de voordeelen niet mogen
ken blijven.
Daarentegen ontkent de schrijver, dat de
onderwijzers en de burgemeesters en secretarissen
van gemeenten behooren te worden toegelaten.
Zij hebben voor het fonds niet bjjedrageu en
dus geen aanspraak op de voordeelen.
Hij dringt ten slotte aan op spoedige afdoe
ning. Duizenden ambtenaren zien haar met
spanning tegemoet.
s is
6 30
615
75
7 15
8
8 20
8 30
ugen
m.
-
7 15 I
8 I
8 40
den Raad der ge- gemeente in de gewone bureau-uren.
ongehuwd of delijk: al luidt op die vragen
37) zooals dat artikel is kinderloos-weduwnaar en ingezeten wezen, voorts alleszins bevredigend, hoe kan hij
irirhrnnMinhonnimtmn lichamelijk voor dca dienst geschikt, tenminste --i—xu_:_z - *-
1 56 M. lang, op den le Januari van het jaar
der optreding als vrijwilliger het 20ste jaar
ingetredeu zyn en het 35ste jaar niet volbracht
hebben, tot op het tijdstip der optreding aan
zijne verplichtingen ten aanzien van de Militie,
zoover die te vervullen waren, voldaan en een
goed zedelijk gedrag hebben geleid.
Het bezit van die vereischten, met uitzondering
van de lichamelijke geschiktheid eii van de
gevorderde lengte, wordt bewezen door een
getuigschrift van den Burgemeester, verkrijgbaar
op plaats en tijd bovenvermeld.
Hij, die voor de Militie is ingeschreven, wordt
slechts als vrijwilliger toegelaten voor de Ge
meente, in welke hij ingeschreven is, tenzij hij
geene verplichtingen ten aanzien van do Militie
meer te vervullen heeft.
Hij, die bij de Zeemacht, bij het Leger hier
te Lande, of bij het Krijgsvolk in ’s Rijks
Overzeesche bezittingen heeft gediend, wordt
niet als vrijwilliger bij de Militie toegelaten,
tenzij hij by het verlaten van den dienst, behalve
een bewijs van ontslag van den bevelhebber,
onder wien hij laatstelijk heeft gediend, een
getuigschrift heeft ontvangen, inhoudende, dat
hij zich gedurende zijn diensttijd goed heeft
gedragen.
Hij kan, heeft hij dit ontvangen, tot dat zijn
veertigste jaar volbracht is, als vrijwilliger bij
de Militie worden toegelaten.
Sneek den len Februari 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.