L MlillVS- IS IDin'TlMlD MR HI ffllfflïl El I1EÏ1M1IISSEW SI®. i' r 4) 188!». No. 18. VIE R-E N-V EERTIGSTE N G. ■■M Z A. TE1I> A. O >8.0(1 n BEKENDMAKING BIT DE P E R 3. an latuu hem in den regel koud; misschien wel 3°. 4°. verschijnen Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden f\.franco per post 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels,gewone letter, 40 Cents» voor eiken regel meer 7’/a Cents. Bij abonnement is de prijs be- langrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. uwe epü' do do ieo fine pre| mid blad zii I xlo I stein ;gen, brengt ter kennis van de ingezetenen, de vol- trondu ereul f8 30 80. too •0,00 zittng uitspraak zal worden gedaan omtrent: 1". 2°. oiale- edenr ver- ndei t d arol 15 Juh tot Donderdag den 15 Augustus. Eu zal de** L- 11-- deii afgekondigd BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, Gelet op de artikelen 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1875, (Staatsblad no. 95), tot regeling van het toezicht bij het oprichten van inrich tingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken Brengen trr openbare kennis, dat ter Secretarie der gemeente ter visie is gelegd, een verzoek met bijlagen van Geert Goinga, van beroep Kuiper, wonende te Sneek, om vergunning tot hot oprichten eener Kuiperij in het gebouw, staande aan de gedempte Pol alhier, Wijk 3, no. 121, kadastraal bekend gemeente Snoek, Sectie B, no. 118. Dat op Vrijdag den 15 Maart 1889, des middags te 12 uren, ten gemeentehuize gelegen heid zal zijn, om tegen die inrichting bezwaren in te brengen en deze mondeling en schriltelyk toe te lichten en dat zoowel de verzoeker, als zij, die bezwaren hebben in te brengen, gedu rende drie dagen vóór ovengenoemd tijdstip ter Secretarie der gemeente, in de gewone bureau- uren, van de ter zake ingekomen schritturen kennis kunnen nemen. Sneek, den 1 Maart 1889. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. wegens ziekelijke gesteldheid, of gebreken, of gemis van de gevorderde lengte. Sneek, den 1 Maart 1889. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. BEKENDMAKING. De BURGEMEESTER der gemeente Sneek 1 brengt ter openbare kennis, dat het Kohier der Patent Belasting no. 5, dienst 1888/89, dezer gemeente aan den heer Ontvanger der Directe «v. .o w* uauu gcavu.d, en dat ieder verplicht is zijnen aanslag, op den bij de wet bepaalden voet, te voldoen. Sneek den 28 Februari 1889. De Burgemeester voornoemd, ALMA. l/. 7. K E N N I 8 G E V I N G. NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, gevolg gevende aan art. 150 der wet op de Nationale Militie van den 19den Augustus 1861 {Staatsblad no 72), noodigen de lotelingeu der Nationale Militie van deze ge meente uit, die verlangen bij de Zeemilitie te dienen, zich daartoe vóór den Isten April bij hen aan te melden. Sneek den 1 Maart 1889. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. en door de Kamer worden aangenomen, i 2. de lotelingeu, die vrijstelling verlangen zoo geestig op zinspeelt, wel het diepste wezen :uige; >oor- ba< i de irra| Belastingen ter invordering is ter hand gesteld. M. i'ebr, 7» sluiting valleu en alle overige lotelingen. Zullende voor dien Raad alleen behoeven te volle uitwerking te laten. 1. Zij, die zich als vrijwilliger voor de Militie komen hebben aangeboden KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente Sneek, voldoende aan art 87 der wet op de Nationale Militie van den 19den Augustus 1861 {Staats- d°$ blad no. 72), brengen ter openbare kennis, dat door de eerste zitting van den Militieraad voor deze gemeente zal worden gehouden in het Gemeen- gaarne voor een niet-katholiek geestverwant als tehuis te Bolsward op Woensdag den 20 Maart e, k, des voormiddags ten 10*/4 ure, in welke jaloersen, wanneer met een politieke overwinning aan de stembus schier enkel voor de niet- de verschenen vrijwilligers voor de Militie; katholieke bondgenooten de spolia opima bewaard de lotelingen, die redenen van vrijstelling schijnen; de benoemingen in de Staatscourant hebben ingediend laten hem in den regel koud; misschien wel de lotelingen, die in de termen van uit- ai te inschikkelijk betoont hy zich, om aan den i ouden calvinistischen zuurdesem van souvereini- teitswaan bij andersgezinde landgenooten zijn Maar laat de wet j op den persoonlijken dienstplicht in de Kamer i en door de Kamer worden aangenomen, I en gij zult zien of de schapennatuur, waar men van den katholieken kiezer vormt! „Goede kameraadschap, wij verlangen ze minstens evenzeer als de Standaard" aldus luidt het slotwoord. En daarom willen we nu verder de vraag: wat de anti-revolutionaire Kamerleden zouden moeten doen, als de persoon lijke dienstplicht in do Kamer kwam, onbesproken laten. Eén ding slechts vragen we: dat de anti-revolutionaire party, - wij spreken nu van geen Kamerleden als zoodanig dat de anti-revolutionaire partij mét ons er voor moge zorgen, dat een zoodanig ontwerp niet iu de Kamer komt. Daaraan alleen is alles gelegen. Aan gepaste middelen er toe kan het niet ontbreken. Ontrouw aan beleden beginselen wordt door ons niet verlangd. Veeleer het tegendeel. De liberale pers zelve erkent dat in persooulyken dienstplicht „een liberaal beginsel” schuilt. In elk geval betreft het volgens het eigeu getuigenis van de Stand. hier een punt van détail, waaromtrent de anti-revolutionairen zelven het oneens kunnen zjjnl En daarvoor nu geheel onze toekomst, de vrucht van een jarenlangen strijd, in de waag schaal te stellen, achten wy ook op het standpunt der anti-revolutionaireu onverantwoordelyk.’' Naar aanleiding van den spoed, waarmede de regeering tracht de kiestabel iu haren geest gewijzigd te krijgen, zegt de Kamper Ct N'edèriadd vindt zich op dit oogenbhk in een treurigen en buitengewouen toestand geplaatst, De ziektetoestand des konings is van dien aard, dat de volle uitoefening van zijn kouinklyk gezag hem ontzegd is. Hoogstens heelt Z. M. nog de kracht om zijn uaam te plaatsen ouder de stukken, die zijne handteekening vereischen. Feitelijk ontbreekt op dit oogeublik in ons land het hoogste gezag. En elk oogeublik kan land eu volk de zware slag treffen, die reeds maanden lang dreigt. Op de mannen, met het vertrouwen des konings bekleed, rust in zulke omstandigheden een zwaardere plicht dan in gewone omstan digheden. Die plicht eisebt in de allereerste plaats, dat alles vermeden worde, wat de rust des lands, de ernstige stemming en de eensge zindheid onder de bevolking zou kunnen storen. Iri plaats echter, dat deze ministers diep door drongen zijn van dezen plicht, zullen zy van ’s Konings toestand misbruik maken om te be proeven langs inconstitutioneelen weg, met ge bruikmaking van gewelddadige middelen, een party-doel te bereiken Aan het sterfbed des Konings zal men onder de bevolking een gewelddadigen stryd te voor schijn roepen In ons vorig nommer hebben wij uit het Venl. Weekblad medegedeeld, hoe de heer Haffmans, lè.vieillard terrible der rechterzijde, daar rond weg er voor uit komt dat het doel der districts- verknipping voor de provinciën geen ander is, dan in de Staten „lui te hebben die anti-liberale leden naar de Eerste Kamer zenden.* De heer Haffmans neemt daar tevens een loopje met de geschiedenis der Grondwetsher ziening. Hij „herinnert* nl. alsof het volle waarheid was dat bij de Grondwetsherziening de heer Mackay had voorgesteld de leden der Eerste Kamer rechtstreeks te doen kiezen door dezelfde kiezers die de leden der Tweede Kamer afvaardigen, gelijk reeds in België geschiedt. „De geheele reenterzijde stemde daarvoor, maar het hielp nietde liberalen stemden er als óen man tegen en daar zij de meerderheid hadden, viel het amendement. Ware het aangenomen, de Provinciale Staten bleven thans ongemoeid. 59,01 55,01 Ikiln •erd', scha> De BURGEMEESTER der gemeente Sneek gende K E N N I S G E V I N G. De COMMISSARIS des KONINGS in de provincie Friesland, Gelet op het besluit van Gedeputeerde Staten dier provincie, van den 21 Februari 1889, no. 31, le afdeeling B, zoomede op art. 11 der wet van den 13 Juni 1857 {Staatsblad no. 87) Brengt ter kennis van de belanghebbenden dat de kooieenden in deze provincie, voor het jaar 1889, door den kooiman moeten worden opgesloten of gehokt van Maandag den 1 April tot Woensdag den 1 Mei en van Maandag den 1 i x TA 1 V 1 S Z Eu zal deze op de gebruikelijke wijze worden l en aangepiakt. Leeuwarden den 22 Februari 1889. De Commissaris des Konings voornoemd, (get.)ftVAN HARINXMA thoe SLOOTEN. Sneek den 22 Februari 1889. De Burgemeester voornoemd, KLNLK. Maar de hoeren wilden niet dat de Eerste Ka mer even spoedig zou kunnen omgaan als de Tweede Kamer, en daarom moest de indirecte verkiezing voor de Eerste Kamer behouden blijven.* Men ziet zegt het Hbl. uit deze be kentenis, hoe volkomen juist wy hebben gezegd, dat het niet om een noodzakelijke hervorming by de Prov. Staten te doen is, maar om de clericaliseering der Eerste Kamer. Maar wat zeer opmerkelijk is van de „herinnering* des hoeren Haffmans is geen woord waar. Op Maandag 23 Maart 1887 is het amende ment van den heer Mackay om ook de Eerste Kamer rechtstreeks te doen kiezen verworpen met 58 tegen 17 stemmen. Tegen stemden 16 leden der rechterzijde. En daaronder de tegenwoordige ministers Keucheulua, Ruys van Beerenbroek en Godin de Beaufort benevens de hoofden van de beide deelen der rechterzijde, de heeren de Savornin Lohman en Schaapman. De heer Haffmans verhaalt dus een sprookje. De overgrooce meerderheid der Kamer, waarbij bijna de helft der rechterzijde, voor zoover die aanwezig was, verwierp het voorstel dat ten doel had „de Earste Kamer even spoedig te doen omgaan ais de Tweede Kamer.* Wy zyn den heer Haffmans recht dinkbaar voor zijn bijdrage tot het bewys, dat de diatricts- verdeeliug, die thans bij de Stateu der verschil lende provinciën is aanhangig gemaakt, niets auders is dan een partydaad van de eerste soort. Aan de leden der Staten van Friesland is Dinsdag door hun mode-lid den heer mr. A. BioemOergen Ez., aangeboden eeue Nota, be treffende het ontwerp tot wijziging vun de verdeeling dar provinciën in kiesdistricten voor de verkiezing van leden der Provinciale Staten. Hy begint met een uitvoerig overzicht te geven van de geschiedenis der wet van 5 November 1852 {staatsblad no. 197), wier wijziging wordt beoogd, eu toont aan, dat bij de genoemde verdeeling alleen het provinciaal belang op den voorgrond heeft gestaan. Na 1852 zyn ruim zesendertig jareu verloopen, zonder dat iu do destyds vastgestelde regeling ook maar de minste verandering is gebracut. Thans komt echter de regeering plotseling voor den dag met een plan, dat de radicale wijziging dier regeling beoogt, zonder dat de regeering eenig licht over de zaak verspieidt, zonder dat, gely k in 1851, voorafgaand overleg met Ged. Staten heeft plaats genad, of bouwstoffen van hen zyngevraagd, geon voldoende termijn hun zelfs is gelaten, om die, althans ten behoeve der Staten, byeen te brengen. De vraag, of het provinciaal belang inderdaad door de ontworpen regeling wordt gebaat, iu elk geval of daarmede voldoende rekening wordt gehouden, ook wanneer de behartiging van een ander belang (ontbinding der Provinciale Staten) hoofdzaak is, beantwoordt de schrijver op breede gronden volstrekt ontkennend. Wat by de regeeringsvoordracht in het by zonder de aandacht trekt, is, volgens hem, dat zij met de meest ruwe hand ingrypt in den bestaanden toestand en geen enkel aanrakingspunt aanbiedt tus- schen dezen en den nieuwen toestand, dien zij in het leven wil roepen, waardoor een overgang geleidelijk en gemakkelyk wordt gemaakt. Mochten de geruchten, dat de regeering het vooruemen zou hebben, na het tot stand komen der door haar voorgestelde nieuwe verdeeling, de Provinciale Staten te ontbinden, waarheid blijken te zyn, dan mag, volgens den schrijver, inderdaad worden gevraagdWaar gaan wij henen F* Onder den indruk der oogenblikkelyke op- De Tijd bakent ten slotte nog eens duidelijk de plaats af, door haar ingenomeu tegenover de Standaard in zake de afschaffing der plaatsvervanging, en waarschuwt nog eens duidelyk tegen de indiening vaneen wetsontwerp, ’t welk den persoonlijken dienstplicht op het oog heeft. „Wy behoeven nu niet van dreigementen te spreken, die ons evenzeer als wien ook tegen de borst stuiten” zegt de 'lijd „maar wanneer er in onzo politieke toekomst iets zeker kan genoemd worden, dan is het wel dit: komt de persoonlyke dienstplicht de kamer in, dan is het met de kracht der rechterzyde uit. Zoo al niet door een vormelyke scheuring in de kamer, dan toch zeker door het verloopen der katholieke kiezers. Men make zich geen illusien P Zeker, de roomsche kiezers is gemakkelyk tevreden te stellen; hy is ruim van opvatting en raakte nooit verwend door de gunsten der fortuin of door de gedienstigheden van tot aanzien geklom men politieke vrienden. „Een roomsch kiezer stemt in den regel even voor zyn geloofsgenoot; hij is in het minst niet ^1 SLEEKER (HR\\ >9*/'» ii* J» lo”ll ló '40 9 25 door 9 42. door nr ff* ;U' a 6 15 6 30 6 45 7ö 7 45 8 8 20 8 30 ll« J lid CIL R ich LHUg. •niüg ver* der 612 76 7 27 8 10 door 8 36 door 8 56 door :onij '•i s Vi t> I il 13 I. /1« I - NATIONALE MILITIE. f

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1889 | | pagina 1