.lijiilll IIMROWSSlfflT SfflS. 5IEWS- B fflWffllHLUI WOR BE I 1. t 1889. No. 28 VIE R-E N-V EERTIQSTE J N i d 6 APRIL, ZATERDAG 7 U I T DE PERS. do dO leo ■roo il. A zi&j M - 8 T ATEN GEN E RA AL. TWEEDE KAMER. SLEEKER (OIKAX rm er iO. B I V .V E y LAA IJ, Ouderwijzer 1 Januari i i i a id a gold. Mogen wij 1» Bij deze Courant behoort als bijblad, Feuil- leton-nummer 33. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. 5 j w JU o a 8 8 8 iet au >et 5. 6. Mr. Heemskerk rekent intusschen dezequaestie tot de amoenitates juris Belgici (de zoetigheden van het Nederlandsche recht). ver- Moi 15 30 45 5 45 VAN OP 4 112 7 6 f 27 i 15 oor i 36 oor >56 oor 11 oor J25 oor M2 ooi 3 ;s. JU eh do rp e- op nd »ot lec ia ij it iy de lit o- en >r- a- iet og er ig. en g- ,et >r- irF i'- ii- Thans wordt als zeker gemeld, ddt de kiezingeu voor de Prov. Staten den 14 zullen doorgaan volgens de oude tabel. *u 1. 2, 3. School no. 3. 30 00 o. 1: a- n, m 12 l. Dinsdag avond 8 uur is de erfprins van Nassau met gevolg op ’t Loo aangekomen. Z. H. werd van wege H. M. de koningin aan het station ontvangen door baron Taets van Amerongen, en begaf zich daarna naar het paleis. Woensdag zou hij weder vertrekken. Dat dit bezoek in verband wordt gebracht met de aangelegenheden van het Luxemburgsche regentschap, ligt in den aard der zaak. Uit Luxemburg wordt daaromtrent gemeld, dat de regeering een voorstel van den hertog van Nassau wil afwachtou voor een beslissing over het regentschap wordt genomen. ■nie,l blad 1 ’_t 1 begrooting der algemeens Arm voogdij, dienst 1888. I. 77_„ m - middelen voor dealgemeene Armvoogdy, voor^ 89. 10. Voorstel tot amotie van c_‘.--- panden in de Scheidingsteeg. II. 12. 13. van Het jongste nommer van de Gids bevat een i reeks vun zeer belangrijke by dragen. In de eerste Xiusveiuumgiugvu, lui tan UXJU dienstplicht, toejuichten, het bekende „faire bonne de Eenige dagen geleden stelde men de vraag voor welke van de beide R. Katholieke bladen de Tijd of het Centrnm waar zij beiden de beslissing van deu Bond der R. Katholieke kiesverenigingen, ter zake van den persoonlijken Vereenigde zitting van de beide Kamers Woensdag 3 April. Alle tribunes zijn stampvol. Alle ministers zijn tegenwoordig. Bij boofdclijke stemming werd eenparig besloten, dat het bij art. 38 le lid der grondwet omscbreven geval aanwezig is. (Art. 38 le lid der grondwet luidt als volgt: „Het Koninklijk gezag wordt mede aan een Regent opgedragen, in geval de Koning buiten staat geraakt de regeering waar te nemen.") Nu mededeeling van den uitslag der stemming ryzen alle leden van hunne zetels op, terwijl de voorzitter zegt; „Dit besluit, wel de meest bitter smartelijke beslissing waartoe de Nederl. vertegenwoordiging kan geroepen worden, zal op gron Iwcttige wijze worden afgekondigd. Mededeeling zal ge- da>m worden aan den Raad van State en aan den Minister- raad." Met de bede„God behoede het Koninklijk Huis" sloot de voorzitter de vergadering. De geloofsbrieevn van den heer van Gyn zjjn Donderdag in- geKw.aea. tiet uebat werd voortgezet over art 5 der arbeidswet, zooals het gewijzigd is door de Regeering. Daardoor wordt de aibeidsduur voor mannelijke personen beneden 16 jaar en van j vrouwen in fabrieken en werkplaatsen beperkt tot 11 uren, met dispensatie voor bepaalde bedrijven bij bestuursmaatregel van aanvung en einde van den werktijd, terwijl de Commissaris des Konings in exceptioneele gevallen den werktijd tot 13 uren kan uitbreiden. De Minister van Justitie bestreed de amende- menten-de Geer en Bahlman De zitting wordt geschorst tot 2 uur, om de amendementen te doen drukken. Amendementen zyn nu voorgesteld op art. 5, van de heer en Bahlmann, om den werktijd van 12 uur faculties t~" Heldt, om voor kinderen van 12 tot 14 jaren een werktijd te bepalen op 9 uur; Veegens c. s, om den werktijd op 9 uur te bepalen voor kinderen beneden 14 jaar en nacht arbeid voor hen en voor vrouwen te verbieden verder bij be stuursmaatregel, na Ged. Staten te hebben gehoord, gelegen heid te openen den aanvang en het einde van den arbeid te regelen voor verschillende gemeenten met het oog op plaatse lijke toestanden De minister ontried de aanneming van het amend-Heldt, liet het amend.-Bahlmann aan de Kamer over en ontwikkelde verschillende bezwaren tegen het amend.-Veegens. Adres der Zeilvereeniging. Alsvoren van de weduwe J. de Vries c.s. Reclame tegen het 2e Suppletoir Kohier den hoofdehjken omslag, dienst 1888. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en W ETHOUDERS der gemeente Sneek. maken bekend dat voor het dienstjaar 1889 tot Schatter en herschatter der huurwaarde van perceelen waar sterke drank in het klein wordt verkocht, zijn benoemd W. van der ZEE en J. van AKKEREN. Sneek, den 5 April 1889. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. Volgens verklaring van prof. Rosenstein en de geneesheeren des konings is, bij langzamen achteruitgang van den algemeenen toestand van Z. M. ook een geringe toename der plaatselijke ziekteverschijnselen waar te nemen. mine a manvais jeu* 9. Vaststelling van den Taux der genees- onbewoonbare Rekening der begrafenisrechten over 1888. A Is voren van het Old-Burger over 1888. Alsvoren der Brandweer van tet 15 Maart 1889. 8. Af- en overschrijving op de In overeenstemming met den minister van binnenlaudsehe zaken, heeft de minister van oor log, in afwachting van nadere voorschriften aan de militaire autoriteiten en van wetsvoorstellen in dien geest, eenige bepalingen vastgesteld om trent het huisvesten van detachementen militai ren, die tot handhaving der openbare orde wor den uitgezonden. Deze detachementen zullen niet meer op de gewone wyze by de ingezetenen worden ingö- kwartierd, maar in openbare of andere gebou wen onder dak worden gebracht. Met betrek king tot de voeding van de militairen en van de paarden worden maatregelen getroffen. Indieu op de huisvesting van detachementen buitengewone onkosten vallen, nl. haogere kos ten dan hei bedrag der gewone vergoeding, zal dat hoogere bedrag aan het rijk in rekening kunnen worden gebracht. Door deze bepalingen, die reeds bij de uit zending der laatste detachementen in toepassing zijn gebracht, worden de ingezetenen en de ge meentebesturen van een groote en meermalen kostbare verplichting ontheven, terwijl mede verschillen ais onlangs te Beesterzwaag voor kwamen, worden vermeden. ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels,gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7*/„ Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. Maasbode gelooven, dan is de Tijd hier de gefopte. De Maasbode, die zoo mogelijk nog krachtiger dan de Tijd tegen den persoonlijken dienstplicht optrad, noemt de verklaring van ’t bestuur van den Bond zeer zacht. Volgens den Bond is zij in geen enkel opzicht wenschelijk. Zeer goed, maar de wonschelykheid sluit de noodzakelijkheid niet uit De lasten des volks moeten en kunnen, volgens het oordeel van den Bond, in elk geval verminderd worden. De persoonlijke dienstplicht is intusschen geen beperking, maar een verzwa ring van lasten en kan dus ónmogelijk, blijkens het program bij de verkiezingen, in de bedoeling van den Boud liggen. Het Bondsbestuur had daarom, volgens de Maasbode, niet van wensche- lykheid moeten spreken, maar zich vierkant en loyaal moeten verzekeren, dat door de vroegere verklaring de persoonlijke dienstplicht reeds verworpen is. En door de alinea, die op de eerste verklaring volgt, wordt het nog erger. Daar wordt de noodzakelijkheid zelfs als mogelijk aangenomen. Men vertrouwt dat de kamer de plaatsvervanging niet zal afschaffen dan in de uiterste noodzake lijkheid. Maar in het program van den bond is die noodzakelijkheid reeds verloochend, want de afschaffing eischt verzwaring, en het bonds- program verlangt vermindering der lasten. Hoe de Tyd by zulke tegenspraak van het besluit er ten hoogste mede ingenomen kan zijn, is de Maasbode niet duidelijk. Afgescheiden van de inconsequentie, acht het blad de verklaring zeer gevaarlijk; immers, zij geeft den anti-revolutionairen en katholieken kamerleden carte blanche, om de plaatsvervanging af te schaffen. Zij behoeven slechts te verzekeren dat zij de afschaffing noodzakelyk achten, en de bond kan hun, wel niet volgens zijn program, maar dan toch volgens het besluit, dat het program omverwerpt, vrijspraak geven. Het verschil tusschen deze verklaring en de opinie van verreweg de groote meerderheid der katho lieken is groot. Dezen zeggenin geen geval afschaffing het bondsbestuur zegtafschaffing wanneer zy noodzakelyk is, en het oordeel over die noodzakelijkheid ligt by de leden der kamer. Hierdoor wordt het volk buiten de quaestie gedrongen de kamerleden, en zy alleen, zullen oordeelen of de plaatsvervanging afgeschatt moet worden of niet. De Maasbode wijst er ten slotte op, dat na de jongste mededeelingen van den minister Bergansius in de Tweede Kamer, het rapport van de staatscommissie en de wetten, door den minister toegezegd, wellicht zeer spoedig na elkaar zullen verschijnen. Dan is er geen tijd meer om maatregelen te nemen naar aanleiding van het rapport, maar moet men het doen naar aanleiding der wetten en dus de regeering aan vallen. „Na dit alles aldus besluit de Maasbode zal men het ons niet euvel duiden, dat wij facuitief temas^®^ I allerminst overtuigd zyn dat er thans geen reden voor polemiek meer is. Er bestaan, naar ons I oordeel, nog verkeerde en zeer gevaarlyke mee- ningen omtrent dit vraagstuk, en dus is het zelfs onze plicht, die overal te bestryden, waar wy ze ontmoeten. De 'lijd heeft zich bepaald met dit artikel van de Maasbode in hootdzaak over te nemen in haar „overzicht van de katholieke pers* maar wil zich niet verder in debat over de quaestie zelf begeven. Herhaalde malen is in de laatste dagen, ook naar aanleiding der brochure van prof. Spruyt, de vraag te berde gebracht, of men zich te recht op het gezag van Calvijn beroept ter verdedi ging van het bondgenootschap tusschen katho lieken en Calvinisten. Een citaat werd door de Standaard aangevoerd, waarin de groote Her vormer ten sterkste de Libertijnen veroordeelt en verklaart dat zij veel verderfelyker vijanden zijn van God en Zyn Waarheid dan de Paus. Thans is een brochure versclieuen van dr. A. J. Th. Jonker, pred. te Rotterdam getiteld: „Kalvinistische ingenomenheid met Rome, aan Kalvijn zelven getoetst.” Dr. Jonker levert daar in een reeks van citaten het bewijs hoe scherp Ualvyn tegen Rome is gekant. Voorts weer spreekt hy de meening van de Standaard, dat de Libertynen van toen kunnen worden verge leken met de Liberalen van nu. Hier tegenover beroept de Standaard zich op Groen ten betooge bat de Libertynen van toen en de Liberalen van nu in deu wortel een zyn. Grondwet in wordt gevonden. Aan controversen over de nieuwe artikelen, helder en scherpzinnig uiteengezet, ontbreekt het daarentegen niet. Op een paar daarvan worden door mr. H. enkele bescheiden opmerkingen gemaakt en wel op de opvatting van prof. B. omtrent de uitlevering van Nederlanders en over het meerderjarig worden der Koningin voor haar 18e jaar door een huwelijk. Wat dit laatste punt betreft, zij vermeld dat mr. Heemskerk de meening èn van den minister Mackay èn van den heer Buys in deze bestrijdt. Hy is van oordeel dat bij huweljjk van de Prinses vóór haar 18e jaar van zelf alle voogdij vervalt. Door het huwelijk verwerft de Koningin evenals elke Nederlandsche vrouw plaats een zuiver letterkundige van den heer j volgens het Burgerlijk Wetboek de burgerlijke C. van Nievelt; voorts een historisch litteraire meerderjarigheid en behoeft dus niet meer op ¥an dr. H. J. Polak: Constantin Huygens en I je grondwettige meerderjarigheid te wachten. het derde stuk van Fruin’s uitmuntende studie over Prins Willem III en zijn verhouding tot Engeland. Daarop een zeer actueelo beschou wing van dr. Th. Swart Abrahamsz over den soldaat in Ned. Indie, een levendig politiek betoog van dr. E. D. Pijzel„een wijsgeer over politiek*, een beschouwing van mr. J. Heemskerk 1 over het derde deel van Buys’ grondwet en het woord door prof. Quack gesproken aan het graf van J. A. Alberdingk Thijm. In de letterkundige kroniek wordt Gorter’s Mei* onder handen genomen. Het artikel van mr. Heemskerk verdient èn ter wille van het onderworp èn ter wille van den schrijver zeker meer bijzonder de aandacht. Het is minder een beschouwing van ’t werk van prof. Buys dan wel een aankondiging, maar de staatsman, die zijn naam aan de grondwet van 1887 heeft verbonden, kan dit ligt in den aard der zaak niet over het groote werk spreken zonder er een en ander bij op te merken, dat voor de practijk dienstig kan zijn. Terwijl prof. Buys in de deelen I en II van zijn werk een volledige verklaring en beoordeeling der bepalingen van de grondwet van 1848 heeft gegeven, heeft deel HI ten onderwerp de ware beteekenis en de waardoering der veranderingen, die in 1887 tot stand zijn gekomen. Ware die cr tiek een vingerwijzing voor een nieuwe herziening, zij zou thans zeker niet noodig zyn. Ja, mr. Heemskerk gaat verder. Hij zou zich moeilijk een meer onstaatkundige handeling kunnen deuken. Zekere mate van stabiliteit is in het leven der staten onmisbaar en zoowel tegenover het buitenland als met het oog op deu binnenlandschen toestand zou het een dwaasheid zijn alles na een korte poozo weder op losse schroeven te zetten. In dat opzicht staat mr. Heemskerk intusschen, naar hij zelf doet opmerken, niet tegenover maar naast prof. Buys. De critiek toch in dit deel lil geleverd is alleen wetenschappelijk en retrospec tief en de hoogleeraar erkent trouwens in de voorrede van zyn werk zelf dat de grondwet van 1887 niet spoedig herziening zal behoeven, omdat zij aan den gewonen wetgever in vele zaken vrijheid laat om naar omstandigheden te handelen. De opmerking van prof. Buys dat hem bij de herziening der nieuwe Grondwet zulk een groot materiaal ten dienste stond, by ’t welk echter de hoeveelheid het van de hoedanigheid won, trekt mr. Heemskerk zich een weinig aan. Hy wyst er op dat het debat in 1887 moer ingewikkeld was dan dat in 1848. Een van de hoofdredenen was zeker dat de Tweede Kamer het recht van amendement bezat en er een ruim gebruik van maakte. Als leerboek bevat het werk, volgens mr. Heemskerk, eenige leemten, terwijl er uit den aard der zaak weinig over de praktyk der nieuwe I VERGADERING. ,:i den Gemeenteraad van Sneek, Zaterdag den 6 April 1889, ’s namidd. 6 uur. Punten van behandeling: Resumtie der notulen. Mededeeling van ingekomen stukken enz. Benoeming van een Onderwijzer aan Idem van een Stembureau voor de ver kiezing van leden der Provinciale Staten. Weeshuis,

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1889 | | pagina 1