WEIWS- HlllMTffllHLIII M BE
1 i
ij
I
I
v
'M
No. 32
1889.
VIE R-E N-V EERTIGSTE J
I
«I
1 W*-
Z A. T E 1< I <31
20 APRIL,
T
afgevaardigd zullen worden naar de Staten. Niet
niet
dient alleen om de
UIT DE PERS.
Bij deze Courant behoort als bijblad, Feuil-
leton-nummer 34.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden fl.franco per post 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave ol redactie betreffende, franco
in te zenden.
do i
.10 1
lea
•me
ch
do
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels,gewone letter, 40 Cents,
▼oor eiken regel meer 71/» Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij
den Uitgever,
Weekblad, wordt mede de vraag behandeld wie
t. -"1 J 1 1 - wx n Z-» z 1 (fel i* r\. V\ NT 1 zaI-
op personen, maar op eigenschappen moet men, lijk, alles gaat zijn gewonen gang; de stoate-
•f gezonden
ei
me, 1
jlad J
ziUH
t i 1
naar ’t blad meent, de aandacht vestigen.
In de eerste plaats moet ieder, die lid j wil
worden van onze Provinciale Staten, daartoe de
bekwaamheid hebben. Is de aanbevolen candi-
daat een bekwaam man, heeft hij verstand van
rings-plaatsen konden innemen, maar machteloos
zouden blijken de regeering te voeren. Natuur»
op het gebied der belastingen tot verkrijging
van gelijkmatiger druk, door afschaffing van een
of meer schadelijke accijnzen en door belasting
verkoop van sterken drank in het klein, dienst
Het blad ziet daariu eeu hoopvol verschijnsel
voor haar partij.
In de Vaderlander, het herleefde Wageningsch voorspelden, dat de anti-liberalen wel de regee- schoolgaande kinderen de bijzondere scholen
STATE N-GENERAAL.
Gedeeltelijke herziening van de wet tot
regeling van het lager onderwijs.
ook van het roerend kapitaal.
De moeste bladen bepalen zich tot heden tot
de mededeeling der artikelen van ’tnieuwo
onder wijs-ontwerp. Tijd en Standaard vinden
iutuaschen gelegenheid om met enkele woorden
van hun vreugde over dit voorstel te doen
blijken.
De Standaard zegtHet eerste wetsvoorstel
van den premier strekt tot beëindiging van den
schoolstrijd. Tot beëindiging niet door den een
aan den ander op te offeren niet door den druk
te verplaatsen niet door de tegenstanders van
onze christelijke scholen te bemoeilijken of te
verongelijken. Integendeel. Zelfs aan door hen
geopperde bezwaren komt hij tegemoet. Zijn
streven is niet slechts het christelijk, maar elk
onderwjjs te verbeteren en meer algemeen te
maken de financieels lasten dragelijker te doen
zijn en meer gelijkelijk te verdeden aan allen
meer vrjjheid van beweging te verschaffen.
Het blad beweert niet dat door dit wetsvoor
stel aan alle wenschen voldaan ware. Dat is
onder onze tegenwoordige grondwet onmogelijk.
Maar dit ontwerp brengt eongrooten st ip vooruit,
omdat het rechtsgelijkheid in beginsel eerbiedigt
omdat het de verplichting der ouders om zelve
in het ouderwijs te voorzien op den voorgrond
stelt; omdat het de vrijheid erkent van do re-
geenng om goede scholen, al zijn ze van een
godsdienstige richting, te steunen omdat het de
ontwikkeling der vrije school voorbereidt ou
bevordert.
De Tijd schroomt evenmin reeds nu te ver
klaren, dat de indruk, welken het miuisterieele
ontwerp op haar gemaakt heeft, eeu zeer gun
stige is. De hooge billijkheid der voorgesteldo
financieele regeling zal, naar ’t blad meent, ook
door de meest tot oordeeleu bevoegde liberaleu,
welke niet geheel door partijgeest verblind zijn,
worden erkend.
Inmiddels wordt ook tegenover het nieuwe
wetsontwerp reeds in enkele liberale bladen het
een en ander aangevoerd. Het Hand, wijst er
a.» van bijzonder
zoozeer wordt geklaagd,
De vraagWie willen wjj afvaardigen naar
de Provinciale Staten wordt algemeen in den
lande besproken.
In een vergadering, eenige dagen geleden in
Den Haag gehouden, gaf mr. W. H. de Beaufort
als zijn meening te kennen dat de partijstrijd
zich ook hier zal vertoonen en de jarenlang be
staan hebbende rustige kalmte zal verstoren.
Hoe betreurenswaardig hij het achtte, dat kennis
van de belangen der provincie op deze wijze
niet in de eerste plaats van den candidaat ge
vorderd werd waar de tegenpartij ook hier
de politieke quaestie op den voorgrond stelt, was
van de liberalen, naar ’t hem voorkwam, kwaljjk
edelmoedigheid te verwachten. Hij wees daarbij
met nadruk op het gewicht der Mei-verkiezingen.
Mocht toch eeu clericale meerderheid iu de
Eerste Kamer voet krijgen, dan zouden haar
heethoofden aan de meer kalme loden der re
geering steeds hooger eischen stellen, waar do
Eerste Kamer geen tegenstand meer bieden zal.
Het Centrum, 't welk op deze woorden de
aandacht vestigt, meent dat er voor de liberalen
moed tce behoort om do clericalen te durven
verwijten, dat zij het zjjn die den partijstrijd op
het terrein der Statenverkiezingen willen over
brengen. Het blad ziet trouwens in deze be
schuldiging voor zijn vrienden een krachtige
aansporing om hun ijvor te verdubbelen, opdat
de tegenpartij niet haar onrechtvaardige meer
derheid in de eerste Kamer behoude.
Gelijk wij reeds in ons vorig nummer konden
meedeelen, heeft de lijd intusschen reeds vroe
ger den strijd aangebonden tegen de liberale
leden der Staten en op de kansen gewezen, die
de vereenigde groepen der rechterzijde hadden
om de Staten en daardoor de Eerste Kamer
,om” te zetten. De Maasbode meent harerzijds
in het feit, dat zooveel liberale leden weigeren
op nieuw een mandaat te aanvaarden, het bewijs
te zien, dat zij hun kans verkeken achteu en
machine staat niet stil. Maar zij heeft verbete
ringen noodig. Daarom is de Grondwet herzien;
daarom moest naar eene meerderheid iu deaoenen
I of anderen geest worden gestreefd. Die meer
derheid is verkregen. Maar samengesteld uit
ten aan de orde komen? zijn vragen die niet
achterwege mogen blijven.
Voorts geve men aan niemand zijn stem, die
niet inderdaad is een onafhankelijk man, een
man die niet in de Staten komt met een keten,
met het een of ander program dat hij heelt on-
derteekend, met een belofte om lid te worden
van een club, die hem even vrij laat als de
wieken vrij zijn van een windmolen 1 Het blad
heeft hier in de eerste plaats de personen op
’t oog, die zich naar de Staten laten dragen op
een der vele om zich heen grij pende armen vau
de anti-revolutionaire partij-organisatie.
En dan moet het blad in de derde plaats bij
deze verkiezing voor leden van de Staten nog
op eeu vereischte aandringem Afhankelijke
menschen, medestervelingen, die zich de handen
lieten binden, vindt men by alle partijen doch
de anti-revolutionairen, die het program onder-
teekenen, die door ’t centraal comité zich laten
aanbevelen, die zich stilzwijend op het schild
laten heffen door kiesvereenigingen by ’tcentraal-
comité aangesloten, kan men nu in geen geval
steunen. Zij worden immers gekozen als bond-
genooten van de roomschen in den gezamenlijken
aanval op de Eerste Kamer. Dat Staatslichaam
moet wijken. Eu is dat gelukt, is de Eerste
Kamer in anti-revolutionairen geest „omgezet“
dan is ons land in de macht der clericale
geallieerdend. w. z. dan is ons land de goede
prijs der ultramontanen. Wie dit niet wil, mag
er ook niet aan medewerken.
„Laat ons aldus besluit het blad zooveel
mogelijk mannen zoeken en steunen, die ons
volk niet los willen maken van zijn protestantsoh
verleden; die werkelijk het geweten eerbiedigen,
en onze vrijheid, van welke zijde ook bedreigd,
verdedigengeen spotters maar ernstige mannen;
geen ijveraars vooreen neutraliteit,die het leven
niet kent, maar vertegenwoordigers van een
beginsel, dat evenzeer wortelt in het hart als
rekening houdt met het verstand.
„Zulke maunen zijn in de laatste jaren ter
zijde geschoven. In het mechanisme der partij-
taktiek waren zij niet te gebruiken. Zij waren
te eerlijk, om door onoprechte leuzen de menigte
te winnen; zij waren te zelfstandig, om zich te
laten spannen in ’t gareel. Laat hen nu te
voorschyn treden; of liever nog te voorschijn
geroepen wordenMet hun bekwaamheden,
met hun ongeveinsd geloof kunnen zij het land
uitnemende diensten bewijzen.
Het Hbl. maakt de balans op van hetgeen
de regeering, die nu één jaar aan het bewind
is, tot stand gebracht heeft, en zegt niets anders
dan teleurstellingen te vinden. Van het mioi-
steiiëele program is, behalve het arbeidsontwerp,
nagenoeg niets uitgevoerd. Zelfs van voorbe
reidingen is al zeer weinig vernomen. „Nu
zegge men niet“, schrijft het Hbl. ten slotte,
„dat de indiening van voorstellen is belemmerd
door de ziekte des Konings. Men kan er zeker
van zyn, dat de met de regeering bevriende
organen wel op die verhindering zouden hebben
gewezen, als er inderdaad arbeid van beteekenis
gereed was, die enkel op ’s Konings medewer- op, dat de „belemmering’
king wachtte. Zoo is dan reeds bewaarheid onderwijs, waarover go&uu>gu,
wat wij vóór de verkiezingen van 6 Maart 1888 niet heult belet dat thans reeds 27 pct. van de
de vraagstukken, die in de vergadering der Sta- grootendeels conservatieve elementen, komt zij
x 1 niet van hare plaats en C1 _*.l
vrijzinnigen, de hervormingspartij, van do rogee-
ring verwijderd te houden. Inderdaad, de kiezers,
die een jaar geleden zich door allerlei beloften
van hervormingen, afschaffing van accijnzen enz.
hebben laten overhalen om den clericalen de
meerderheid te geven, hebben, nu het jaar bjna
om is, wel reden zich over die keus te verheu
gen
„Mag dat echter zoo blijven Mogen wij
een tweede jaar van stilstand ingaan? Ons
dunkt, de vrijzinnige party der Tweede Kamer
behoort thans ernstig te overwogen of nog langer
mag worden gedraald en de bewijzen van de
machteloosheid der regeering nog langer worden
afgewacht. Waar het ministerie en de meer
derheid stilzitten, daar wordt het allengs de plicht
der oppositie, het initiatief te nemen tot de
dringendste hervormingen. In de eerste plaats
BEKEND MAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek, brengen ter kennis van belang
hebbenden, dat de afschriften der vergunning tot
I t, <7
aldaar tegen betaling van
i dat „de ratten het zinkende schip verlaten.”
Sneek, den 18 April 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
SNEEK
I COURAN
i.i'iii\([ n mniiimiiMw sm
i
S3
onder wys
r dien de w
11
L
J
7
5
r
5
r
r
1
r
5
r
2
•r
II-
ld|
jnJ!
I
ir’
r-
tf
1889/90 aan den Gemeento-ontvaneer zijn toe- gemeen teruadlugediend, worde opgemiuikt in overleg met Jen
jk^.4- I histncts schoolopziener, wiens advies ter kennis van den raad
- v moet worden gebracht, Dc Regeering ziet in dit examen dik*
werf een beletsel om de meest geschikte mannen op de rechte
plaats te brengen.
Voor benoeming als hoofd eener openbare school met meer
dan 200 leerlingen wordt eehter werkzaamheid van ten minste
5 jaren als hoofd van openbare of bijzondere scholen vereischt.
Voor het hoofd der school wordt, naar de sterkte der bevol
king, ceue bijdrage voorgesteld van f250 tot f600 ’sjaars Voor
elk der onderwijzers tot bestand van het hoofd zal eene som
van f200 worden uitgekeerd, behoudens verlaging tot f150
voor onderwijzers aan scholen van 41 tot 90 leerlingen en
verhooging tot f300 voor onderwijzers metden rang van hoofd
onderwijzer.
Het heften van een schoolgeld, dat verschillend is naarmate
van de gegoedheid der ouders, wordt thans in de wet mogelyk
gemaakt.
Het verplichtend examen in de nuttige handwerken vervalt
als vereischte ter verkrijging van de akte als onderwijzeres,
doch de gelegenheid wordt geopend op de akte aanteekening
te doen van een met goed gevolg afgelegd examen in het vak
der handwerken.
Ook meent de regeering, dat de wiskunde moet vervallen als
examenvak ter verkrijging van de akte van bekwaamheid als
hoofdonderwijzer Mitsdien wordt de wiskunde uit het pro
gramma voor hootdonderwyzer weggelaten, en eene afzonderlij
ke akte voor dit vak ingesteld
Het toekennen van de bevoegdheid aan. de gemeente om de
vrije scholen te subsidieeren, acht de Regeering, hoe wensche-
lijk ook uit het oogpunt van rechtsgelijkheid, niet raadzaam’
ten einde den schoolstrijd niet in de gemeente en hare bestu
ren over te brengen en het particulier initiatief niet te doen
verflauwen.
De Rijkskweekscholen en Rijksnormaallessen zijn behouden
De Regeering stelt voor de herziening in werking te doen
treden op 1 Januari 1899.
Met indiening van het daartoe strekkende wetsontwerp doet
de Regeering hare toezegging gestand, tot wegruiming, zooveel
mogelyk, binnen de perken der grondwet, van de belemme
I ringen die tot nog de ontwikkeling van het vrije onderwijs in
den weg staan. Na handhaving van art 194 der grondwet van
I 1848 lag, meent de Regeering, de indiening van eene geheel
nieuwe wet of het aanbrengen van zeer ingrijpende wijzigingen
niet op haren weg. Na te hebben gewezen op de ontwikkeling
I van het vrije onderwijs door het particulier initiatief, meent de
I Minister van Binnenlandsche Zaken in zijne memorie van
toelichting, dat de Staat het vrije onderwijs niet moet tegen
werken of bemoeilijken tot nadeel van de nationale ontwikke
ling. Waar het ónmogelijk is de kosten van het openbaar
onderwijs op de gebruikers daarvan te verhalen, moeten de
openbare kassen wel een deel daarvan bekostigen, waarin hij
echter eene onbillijkheid ziet tegenover het vrije onderwijs.
Op dien grond verdedigt hij het toekennen van eene bijdrage
uit *s rijks kas aan de vrije school, mits hare onmisbare vrijheid
niet worde, aangetast Die ryksbijdrage zou dan beperkt moeten
worden tot die scholen, waarvan de ouders der schoolgaande
I kinderen niet bij machte zijn het grootste deel dier kosten zelf
te betalen. Behalve tot erkenning van de staatsrechtelijke
gelijkheid van de openbare en bijzondere school, strekt het
thans ingediende wetsvoorstel ook om verder op het openbaar
onderwijs te bezuinigen, ten einde vooral den z waren druk,
F dien de wet van 1878 op de gemeenten legt, te verminderen.
Eene betere regeling van de ryksbydiage en eenige beperking
der eischen kan naar de overtuiging der Regeering zonder
schade voor het onderwijs veilig geschieden. Eindelijk worden
wijzigingen voorgesteld in de artikelen, betreffende de akte van
bekwaamheid tot het geven van lager onderwijs en de voor-
1 schriften betreffende de examens.
De Regeering wenscht de ongelijke werking aan art. 45 te
ontnemen, door nl. de rijksvergoeding in de gewone kosten
van het openbaar lager onderwijs te beperken tot de kosten
van het onderwijzend personeel door do wet gevorderd en
werkelijk aan de school verbonden, en haar te verleenen naar
den omvang van den werkkring van en door de wet geëischt
wordende meerdere bekwaamheid van het hulppersoneel.
Scholen met een schoolgeld per jaar van f 25 of meer per leer
ling, worden van de vergoeding uitgesloten.
De vergoeding in de kosten van het bouwen van ouder wij-
zerswoningen vervalt, evenals die voor aanschaffing van school-
meubelen bij eerste inrichting. De vergoeding in de buitenge
wone kosten wordt beperkt tot die wegens het stichten, waar
onder ook verbouw van schoollokalen, en, om weelde tegen te
gaan, verminderd tot 25 percent. Mede wordt voorgesteld om
aan de bijzondere school gelijke bijdragen voor personeel te
verleenen als aan de openbare, maar ook met uitsluiting van
de scholen met schoolgelden van f25 per jaar of daarboven
In de bijzondere school met eene rijksbydrage moet een zeker
minimum 'van kinderen onderwijs ontvangen iu dezelfde vak-
h ken als waarin op de openbare onderwijs wordt gegeven en
i hetzelfde minimum van onderwijzers aanwezig zyn als voorde
openbare school gevorderd wordt.
De volledige uitvoering van het voorstel der Regeering zal
hoogstens kosten f3,309,350, te weten: voor de openbare school
f2,447,150, voor de bijzondere school f862,200 of hoogstens meer
f414,130, waartegenover eene vermindering staat van f94,130.
Zoodat de totale vermeerdering van uitgaven f350 000 be-
draagt. Maar die hoogere uitgaaf zal, volgens de Regeering,
brengen gelijkstelling van dc gemeenten onderling, gedeeltelij
ke voldoening aan den eisch van rechtsgelijkheid tusschen de
bijzondere en de openbare school, tot opheffing van de meest
stuitende en jaren lang nadeeiige ongelijkheid
Ook acht de Regeering tempering der eischen van het getal
i onderwijzers plichtmatig en wijziging van den invoeringstermijn
wenschelijk.
Volgens het voorstel is, met inachtneming van den bekenden
1 paedagogischon eisch, dat voor een onderwijzer in de school
het maximum leerlingen niet meer dan 40 bedragen zal, aan
stelling van een onderwyzjr bevolen, zoodra het aantal leer-
lingen meer dan 40, van ten minste 2 onderwijzers, zoodra het
91 bedraagt. Het aantal onderwijzers klimt daarna telkens met
1 voor elke 55 leerlingen boven de 90.
Als beginsel wordt voorts aangenomen, dat eene Rijksbydrage
of eene gemeeutesubsidie eene bijzondere school niet tot eene
openbare maakt
Eenerzyds wordt de bevoegdheid van de kweekelingen, om
in de school werkzaam te zijn, uitgebreid. Anderzijds worden
eenige meerdere waarborgen van geschiktheid in den kweeke-
ling gevorderd.
Het by de wet van 1878 aangenomen stelsel van opleiding
I van onderwijzers wordtin hoofdzaak behouden. Dientengevolge
wordt de gelegenheid geopend, geregelde uitkeeringen uit
Js Ryks kas te doen tot tegemoetkoming in de kosten voor
vorming der onderwijzers Zonder te vragen door wiens hulp
I de onderwijzer de bekwaamheid wist te verwerven, moet, naar
de meening der Regeering, elk hoofd eener school, die e en
onderwijzer opleidt, op gelijke belooning aanspraak hebben.
r2;“izr. t“n*“"
geven kan, indien de kinderen slechts tot hun 12de jaar de j
L ozik/,/.! ..ziV.fr zlzx 1?ziarz»A.*{T.rr nnn.’cra iïicr I
Van oordeel dat* het” onderwijs geen voldoende resultaten
nvpn kn.ii inriipn riu kinderen slec.hts tot hun 12de iaar de 1
school mogen bezoeken, acht de Regeering eenige voorziening
ten deze wenschelijk, die zij echter niet zoekt in de vaststelling
■SS
<5
bij de wet van den leeftijd, die voor het genieten van lager
onderwys bestemd is. Zonder daarom iets omtrent den leeftijd
en ouderdom der leerlingen te bepalen, wenscht de Regeering 1
deze besluiten, waardoor het belang der kinderen wordt ge-
schaad, aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten te onder-
werpen» Eveneens worden, als waarborg tegen willekeur van.
de zijde der gemeenteraden ten aanzien van het verleenen var^
ontslag aan onderwijzers, ook deze raadsbesluiten aan de
goedkeuring van Ged. Staten onderworpen.
Art 28 is zóó gewijzigd, dat het aan de benoeming van hoofd
eener school voorafgaand vergelijkend examen ^is vervallen,
met dien verstande dat de voordracht door B. en XV aan den
gemeenteraad ingediend, worde onerempmkt in overlas
x L districts schoolopziener, wiens advies
1 CÜ aldaar tegen betaling van net I moet worden gebracht,. Do Regeeriw
verschuldigde recht vóór den ten Mei e. k.
moeten worden afgehaald.