CUEDTEEHmARR0«NSS»IEil7SXEEK Aamifts voor öo BevolkiomisM BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek herinneren de ingezetenen aan hunne verplichting tot het doen van aangifte voor de Bevolkingsregisters, in zake verhuizing, nummering van huizen, stichting van nieuwe woningen, ring of vermeerdering van het aantal leden des huisgezins en vestiging in de gemeente, alles omschreven in de artikelen 2, 3 en 4 alinea 1 der Algemeene Politie-Verordening dezer gemeente en in artt. 18 van het Ko ninklijk besluit van 27 Juli 1887 (Staatsblad no 141). 1889. No. 47, VIE R‘E N-V EERTIGSTE J Inspectie. *4 I 13 J IM. W O E IX S I> A. zij J J OOKER COURAN Mïiiiïs- Ei i in i:ii mini: fti. i ii iw iis nes onderzoek verschijnt er erk UIT DE PERS. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden /l.franco per post f 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave ot redactie betreffende, franco in te zenden. ke de do do den nu» KENNISGEVING. NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der G< meente Snoek. d n n n l m. ni te ro pr^jl inioJ blad ’t Ij ar' >r« ar ai. te te ag. zd. en ie© •ik !U« adj rsti .eJ >ch ide lts .k- iet an de n- is. 3U te ld 1. ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7’/a Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. In ’t N. Adv. van Goorecht Oldambt zet de heer J. D. Veegens zijn gedachte uiteen over het subsidieeren van gezintescholen. Hij zet in zijn schrijven voorop, dat het onmogelijk is in een land waar de godsdienstige gezindheden zoover niteenloopen als dit hier het geval is, het onderwijs op de Volksschool zoo in te richten, dat daardoor alleen aan de eischen eener godsdienstige opvoeding overeenkomstig de verschillende wenschen van alle ouders vol. daan wordt. Het openbaar onderwijs kan daarom alleen dienen om de noodige kundigheden te verschaffen, de zedelijke beginselen in te prenten en het hart der leerlingen te vormen, zoodat zij geschikt zijn voor de godsdienstige opvoe ding, die hunne ouders hun wenschen te geven. Deze kan binnen of buiten de school door godsdienstleeraars of in den kring van het gezin 1 door de ouders gegeven worden, de kosten De school moet voor alle kinderen toeganke- ren vermelde voorwerpen lijk eu bruikbaar zijn. De tegenstanders onzer 3°. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij schoolwetgeving hebben lang aanvallen op de het onderzoek niet iu voldoenden staat worden i openbare school gedaan door gegronde of onge- bevonden gronde klachten over misbruiken, en over on- 4°. die kleeding- of uitrustingstukken, aan godsdienstige strekking van het onderwijs. Zij l een ander toebehoorer.de, als de zijne vertoont.'1 I wamen er echter niet verder door en hebben i De veilofgangers worden herinnerd dat de strafbepalingen van art. 144 der aangehaalde I wet ten strengste zullen worden toegepast op de genen, die zonder geldige reden niet verschijnen. Sneek den 14 Mei 1889. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. 2°. die, daarbij verschenen zijnde, zonder van drage ieder voor zich, geldige redenen, niet voorzien is van de hiervo- -v--’ —AA WA.'AIaIiIa VA Al* IA AA A AA wiens kleeding- of uitrustingstukken bij schoolwetgeving hebben lang aanvallen op BEKENDMAKING. Wordende overtreding van gemelde artikelen der Politie-Verordening met geldboete van ten hoogste tien gulden en die van genoemd Konink lijk besluit gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoog ste honderd gulden. Sneek, 24 Mei 1889. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester, BENNEWITZ, Secretaris. BEKENDMAKING- BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, Gelet op art. 29 der Algemeene Politie-Ver ordening dezer gemeente, houdende bepalingen omtrent het schoonhouden en reinigen van goten, riolen en andere waterlossingen Gelasten den ingezetenen, om al hunne goten, riolen, waterlossingen en vergaderbakken, binnen acht dagen na heden te reinigen en verwittigen hen, dat na verloop van dien termijn vanwege de politie een ouderzoek daar naar zal worden ingesteld en tegen de overtreders procesverbaal opgemaakt. Sneek den 12 Juni 1889. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek brengen ter kennis van de be langhebbenden, dat de alphabetische naamlijst van de personen, die in dit jaar aan de loting voor de Schutterij moeten deelnemeu, ter visie zal liggen ter Secretarie dezer gemeente van af heden tot en met Zaterdag den 15 Juni e. k. des voormiddags van 9 tot 12 uur dat de loting zal plaats hebben ten Raadhuize op Woensdag den 26 Juni daaraanvolgende, des voormiddags elf uur, voor hen die geboren zijn in het jaar 1864, terwijl daarna dadelijk zal worden overgegaan tot de naloting der overeen komstig art. 4 van het Koninklijk besluit van 21 Maart 1828 (Staatsblad no. 6) ingeschreve nen van de jaren 1855 tot en met 1863. Wordende ieder ingeschrevene opgeroepen, om bij de loting tegenwoordig te zijn, en, rede nen van vrijstelling hebbende, die alsdan op te geven. Sneek den 8 Juni 1889. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BEN NEW 1TZ, Secretaris. Het denkbeeld van den heer Heldt, om werklieden in de gelegenheid te stellen de Parij- sche tentoonstelling te bezoeken, vindt instem ming bij de Amst. Na er eerst op gewezen te hebben dat de expositie goed is geslaagd, trots een kleingeestigea tegenstand van kleine grootheden en groote kleinheden, en de nijver- l.-.i -l. - j_ waar schuwingen heeft geluisterd, vestigt het blad meer bijzonder de aandacht op den wenk van den heer Heldt, om den uit te zenden werklie den eenige vakmannen tot gids te geven. Voorts uit het de hoop dat de gemeentebesturen subsi- een anderen weg ingeslagen. Nu heet het, wij kunnen alleen bijzondere scholen gebruiken, die de kosten van het open baar onderwijs helpen verminderen, eu daarom aanspraak hebbeu op subsidie uit openbare klassen. Dat de bijzondere scholen de Juitgaven voor het openbaar onderwijs helpen verminderen, doet niets ter zake zegt de heer V. verder omdat zij alleen ter bevrediging van bijzon dere behoeften bestemd zijn, en is ook slechts ten deele waar. Voor de groote steden kan het niet ontkend worden, al blijft het zeer de vraag of de aldaar uit kerkelijke fondseu en liefdegiften opgerichte en onderhouden armen scholen bij slot van rekening wel zouden win nen bij subsidien uit openbare kassen, gepaard met do daarmede noodzakelijk verbonden waar borgen voor goed onderwijs, zooals eischen ten opzichte van het aantal leerlingen per onderwijzer en dergelijke, Het is echter z. i. voor het platteland niet het geval. Met 50 leerlingen kost een openbare school nagenoeg evenveel als met tachtig. Dan alleen zouden z. i. voor het subsidieeren van gezindtescholen grondeu van billijkheid zijn aan te voeren, wanneer dit gepaard ging met de invoering van leerplicht. Vele ouders zou den toch aan de verplichting om hun kinderen onderwijs te doen genieten, alleen kunnen vol doen door hen de openbare school te doen bezoekenen dit kan, ook al staat de bruik baarheid dier school voor alle kinderen boven verdenking, in sommige gevallen hard zijn. Op deze wijze ware wellicht een schikking te treffen, die aan voor- en tegenstanders van het openbaar onderwijs beide voordeelen opleverde. Ann de laatsten de geldelijke ondersteuning, waarop zij, terecht of ten onrechte, zooveel prijs stellen. Aan de eerstgenoemden dit, dat de gelegenheid om de eerste beginselen van kennis en ontwik keling te verkrijgen, vooi taan aan geen van de kinderen des volks werd onthouden, een voordeel dat, werd het ook duur gekocht, met het oog op het welzijn der natie een hooge prijs waar dig ware. De vrienden van het openbaar onderwijs moeten echter niet op een bloote belofte van de zyde hunner tegenstanders afgaan, en wat de schoulstrijdoplossing aangaat, blijkt het, dat de verleende subsidien voor het bijzonder onderwijs niet voordeelig zijn. Zoo is het nu reeds zeker dat do st rijd zal worden voortgezet, zoolang het openbaar onderwijs eenige uitgaven uit openbare kassen blijft vorderen. Eindelijk bespreekt de heer V. iu zijn schrij ven den toestand der financiën en meent dut het niet aangaat gemeenten, welke aan de onderwijswet voldaan hebben, thans te straffen met een vermindering van de haar daarvoor toegezegde bijdragen. In geen geval had de regeering een wijziging der onderwijswet als deze moeten voordragen, zonder tevens een poging aan te wenden om deu on houd baren toestand der gemeenten te verbeteren en haar met name vrijheid te geven, om aan de elders wonende eigenaars van binnen de gemeente gelegen onroerende goederen, een grooter aandeel in de gemeentelasten op te leggen, De Standaard maakt melding van een „aar» dig plannetje", dat „reeds nu bij een enkel liberalistisch blad als de aap uit den mouw komt." Nu de kans om do Eerste Kamer om te zetten is verdwenen, zou die Kamer het onderwijs- ontwerp afstemmen, als niet de Tweede het genoeg „in liberalen zin" mocht wijzigen. Dan moet het ministerie aftreden, een liberaal kabinet zou „aanstonds gereed zijn." ook om de Tweede Kamer bij „mienes van tegenstand" terstond te ontbinden ’t Hbl. laat hierop volgen Bij de buitengewone hitte der laatste weken ontluiken ook allicht dergelijke plannetjes. Maar wie hecht er eenige waarde aan De beden kingen der liberalen tegen het onderwijsontwerp dagteekenen waarlijk niet eerst van de provin ciale verkiezingen. Die bedenkingen zijn ook volstrekt niet specifiek „liberaal"; zij zijn uit sluitend gegrond op de eischen van goed volks onderwijs, en daarover kan tusschen de ver schillende richtingen wel overeenstemming wor den verkregen. Laten de anti-revolutionairen nu eens met terdaad toonen, dat het hun niet enkel te doen is, om de agitatie over de school gaande te houden als politiek wapen Wat van liberale zijde is betoogd, komt hierop neder, dut ver schillende bepalingen van het ontwerp zullen leiden, zoowel ten nudeele van het bijzonder als van het openbaar onderwijs. Men wederlegge die betoogen, als men kan. Zoo niet, dun werke men mede om, zij ’t ook met grootere offers uit de schatkist, het volksonderwijs niet te doen achteruitgaan en de Eerste Kamer dus niet voor de noodzakelijkheid eener afstemming te plaatsen. De heer J. Th. Mouton heeft in de Vragen des Tijds onder den titel „Op weg" een studie gewijd aan de nieuwe arbeidswet. Bijzonder gunstig is de indruk niet dien hij van het jongste product van Nederlandsche wetgevende kuust heeft ontvangen. Hij duidt vrij nauw keurig de verschillende tekortkomingen aan, wijst op de punten waar het ontwerp des minis ters in waarde is verminderd, maar erkent eveneens dat het een groote verbetering heeft ondergaan door de benoeming van een drietal inspecteurs, een getal dat hij voor ’t oogeublik eu ook voor nog geruimen tijd verder voldoende acht. Iu weinige woorden vat hij ten slotte zijn oordeel samen. Wij laten deze hier volgen; „Het wetsontwerp schijnt mij toe verkeerd te zijn opgezet; ware van de instelling van inspec teurs uitgegaan, dan had het, bij overdrijving gesproken, m. i. niet veel moer behoeven te bevatten dan een eenig artikel: Er zullen zijn inspecteurs, die de Nederlandsche industrie zullen hebben te bestudeeren en die binnen bekwamen tijd voorstellen zullen doen ter bescherming van jeugdige personen en vrouwen, daarin werkzaam. „De redenen voor dezen misgreep eerbiedi gende, heb ik van den inhoud van het ontwerp geen ongunstiger indruk behouden, al geeft het in hootdzakeu te weinig (veldarbeid) al daalt het, in den blinden tastende, iu te veel bij zonderheden af, (art. 5), al teekent het inconse quentie door het hygiënisch karakter somtijds te miskennen (Zondagsrust) en zedelijke motie ven te verwaarloozen (leerplicht tegenover arbeidsverbod), al is voor do naleving niet voldoende gezorgd, al is de werkkring der inspecteurs niet geregeld. Mijn ingenomenheid met het ontwerp berust voornamelijk op de invoering van het inspecteurschap, maar gaat dan ook niet verder dan is aungeduid in den wet op de Nationale Militie, een kan worden opgelegd aan den verlofganger: 1°. die, zonder geldige reden, niet bij het Gelet op het besluit van den Commissaris des heid, terecht, niet naar de reactionaire Konings dezer Provincie van den 8en Mei II. 1 J 1— le Afdeeling M. en 8. no. 360 (Provinciaal blad no. 53), brengen ter openbare kennis, dat het onderzoek van de verlofgangers der militie te laud in deze Gemeente zal plaats hebbeu op 1 un. uw uo uwp «o gvuiucutcucwuicu ou> Vrijdag den 14en Juni e. k., des voormiddags dies voor dit doel beschikbaar zullen stellen, ten 9 ‘/2 ure dat aan dat ouderzoek zullen behooren deel te nemen alle binnen deze gemeente gevestigde Miliciens-Verlofgangers voor zoover zij voorden Isten April jl. in het genot van onbepaald verlof zijn gesteld om het even tot welke lichting zjj behooren en alzoo die der lichting 1884 ook aan het voorschreven onderzoek moeten deelnemen dat de verlofganger bij het onderzoek moet verschijnen in uniform gekleed, en voorzien van de kleeding- en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van zijn zak boekje en van zijn verlofpas; dat, behoudens het bepaalde in art. 130 der wet op de Nationale Militie, een arrest van twee tot zes dagen door den Militie-Commissaris e

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1889 | | pagina 1