rm
I
t. MB'S- n lOÏEUTffllHUI) ÏN8 BS
1.1
No. 5i
1889.
7
ONDERWIJS.
n I
lleU-~
had]
>ol>'. I
deiul
tiseh
enda I
„Men I
gelooft zijn oogen niet als men zulk een volzin
Aug. geschieden De onderwijswet behandelen?
17 JULI,
AV O L Ai SS I) tV <jt
N.
--
of
tun
U I T DE PERS.
Wij meenen schrijft het Haagsche Dbl.
A->fcr
>81-
zij
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden /l.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
Saeek, 9 Juli 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWHZ, Secretaris.
MA,
l.
li.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
■ns
hi i
es, J
;ou 1
het I
rer- 1
der
viW*
J re|
aortei
•r
lo
al
ie
‘ii
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels,gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7*/4 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaaiden daaromtrent te vernemen bij
den Uitgever.
ide-
•den
aar-
stel-
15
ian-
de
eeft
óór j.
wordt verleend, geschiedt dit ten koste van het
gausche volk, naar den aileron bill gk sten maatstaf
van het verbruik vuil een der eerste leveusbe*
zooveel, dat dagen
voorziening in den
van
me
den va-
op
L 1
aak' 1
- gemeente Sneek, herinneren belanghebbenden
I aan de hieronderstaande bepalingen van het
Ai Reglement voor de openbare lagere scholen in
J. deze gemeente
er bij: „Ook ons
opmerkingen zijn/
Art. 3.
De aanvraag tot toelating op de scholen nos.
1 en 2 geschiedt bij de hoofden dier scholen.
Wat school no. 3 en 4 betreft, heeft dit plaats
bij de Commissie van toezicht op het lager on
derwijs in tegenwoordigheid van de hoofden der
scholen.
Burgemeester en Wethouders beslissen over
a da
i de
den
armi
De heffing van gra inrechten, door den heer
Bahlman thans aan de orde gesteld, wordt door
onderscheidene organen van onze pers besproken.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente SNEEK maken bekend, dat de
JAAKMAKK1 of KLIIHIS
alhier, dit jaar begint op Vrijdag den 16 Augus-
tus, des morgens acht uur, om te eindigen op
Vrijdag den 23 Augustus d. a. v. des morgens
acht uur, en dat vóór den 25en dier maand
alle kramen, disschen, tenten enz. zullen moeten
zijn afgebroken en weggeruimd.
Tevens woidt herinnerd aan art. 12 der Al-
gemeeue Politie-Verordening, waarbij is bepaald
dat niemand etne tent, kraa o, tafel of iets der-
1 ge jjks op den voor den openbaren dienst be-
stemden grond mag opslaan of daarop uitstallingen
van goederen hebben, dan overeenkomstig de
aanwijzing van den Marktmeester of, bij ont
stentenis van dezen, van de Politie en na
voldoening van het inarktgeid.
13 I
16
21
I 15
oo r
i as
aor
156
i>or
111
oor
oor
141
>53
De mededeeling van den voorzitter der Tweede
Kamer, dat de leden in geen geval, behoudens
buitengewone omstandigheden, vóór 20 Aug.
zullen w oi den opgeroepen, wordt verschillend
opgevat.
Wij meenen schrijft het Haagsche Dbl.
uit deze mededeeling de gevolgtrekking te mogen
maken, dat het ernstig voornemen is nog in dit
zittingjaar de onderwijswet te behandelen/
Daarentegen gelooft het Vaderland geen oogen-
blik aun de terugkomst der Kamer om de on
derwijswet nog te behandelen. Iets is toch
bereikthet onderzoek der belastingvoorstellen
van de heeren Borgesius c. s. is, onder den schijn
van goede redenen, verschoven tot de campagne
vun ’09/90. 1
De Kamercorrespondent van
zijn overzicht als volgt: „Wat zal er op 20
Een strooming der rechterzijde schijnt dit tot
1 eiken prijs te verlangen en ontwikkelt op dit
gebied buitengewonen ijver. Waartoe dit alles
wij niets meer van de regelen, die in het bij-
pnnrnnnnn flor vnrfno-nn nrnnmiir/ nn mAvJnn Marrn.
past. Toen 23 Mei jl. de Kamer uiteenging, j
begreep ieder dat de leden nog moesten terug
komen tot afdoening van 1
wanneer de onderwijswet niet behandeld werd.
„Deze bewering in ’t openbaar toelichten
kunnen wij niet, mogen we niet, vervolgt het
blad, het middel tegen de kwaal ware erger
dan de kwaal zelve! We kunnen alleen waar
schuwen tegen de onverantwoordelijke lichtzin
nigheid, waarmee zij, die den toestand van dit
oogenblik geenszins kennen, als katholieken
ageeren.
„Men late zich toch eens gezeggen; ’t geldt
ons aller belang, en allen beoogen we ’t zelfde
doel: afwering van wat wij als een ramp
beschouwen onder zedelijk en financieel oog
punt! Daarom is het zaak voorzichtig te zijn
in de keuze der middelen en zich niet te wagen
aan bespiegelingen, zonder inlichtingen uit goede
bron te hebben. Anders bederft men in eens
i en weken noodig zijn om ’t
eenigszins goed te maken, indien men zijn zaak
niet voor altijd bederve
„Wij sluiten daarom met den lenigen wensch,
dat onze partggenooten in den lande tusscben
deze regels doorlezen, wat niet duidelijk kan
gezegd worden. Wij doen het in ’t volle bewust
zijn, dat al wie den waren toestand van ’t oogen
blik inziet, met ons instemman en zich wel
wachten zal, om deze netelige quaestie nog lan
ger als een katnoheke te behandelen".
Het Centrum neemt de beschouwing in de
Grondwet zonder commentaar over. De Nieuwe
IJsselbode insgelijks. Laatstgenoemd blad voegt
is bekend hoe waar die
de toelating.
00 Art. 4.
,,uu De toelating van leerlingen geschiedt éénmaal
’sjaars, op den eersten September.
Alsdan worden degenen toegelaten, die den
ouderdom van zes jaren bereikt hebben, of vóór
den eersten Januari van het volgende jaar be
reiken.
lusschentijds kunnen leerlingen worden toe
gelaten, die zich in de gemeente komen vestigen,
in hunne vorige woonplaats onderwijs hebben
ontvangen en zes jaren oud zijn.
Geen leerlingen worden toegelaten voor een
enkelen dagelijksehen schooltijd of voor een
ander leervak uitsluitend
Sneek den 9 Juli 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA.
De Secretaris, BENNEWITZ.
In de roomsch-katholieke pers blijft het defen-
sie-rapport nog altjjd aan de orde, in afwachting
der beslissing welke de bond der kiesvereeni-
gingen, die onlangs bijeen is geweest, zal hebben
kenbaar gemaakt.
De 'lijd blijft tegen den persoonlijken dienst
plicht ijveren. Dezer dagen plaatste het blad
een drietal artikelen van den heer T. B. Bruins
8. J. over „de katholieken en het rapport der
defensie-com missie/ Met het oog op een volzin
in een roomsch-katholiek orgaan: „Alleen, dan,
wanneer een ieder, die zich voor een wijle in
het soldatenpak gaat steken, onvermijdelijk schade I deze beschouwing
in ziju roomsch-kath. geloof of zyu zedelijkheid genoemd, en wordt het betoog
moest lijden, zou hier van een i 1
Reeds meldden wg er een en ander van. Te
genover de sympathie, waarmede het voorstel
bj een goed deel der roomsch katholieke bladen,
bg het conservatieve Dagvlad en bij een enkel
der auti-revolutionaire wordt begroet, staat bij
de bladen der linkerzijde een meer of minder
krasse bestrijding. Men vergeet ook niet er op
te wijzen dat de premier van ons kabinet, de
heer Mackay, zich èa te Enschede èn te Mid
delburg uitliet op een wijze, die niet doet ver
moeden, dat men van dit ministerie rechten op
den invoer zal hebben te verwachten.
’t Geen de Arnh. Cl. tegen het voorstel aan-
voert wenschee wg hier beknopt te laten volgen.
In de eerste plaats wgst het blad er op, dat
het voorstel door den heer Bahlman niet wordt
gedaan ter wille van de schatkist. Hij beoogt
geen verüetering en uitbreiding van het belas
tingstelsel, hij wil alleen „y
kwijnenden toestand van sommige takken
landbouw" en wel door, gelijk het ia de
inorie van toelichting wordt genoemd,
derlandschen landbouw te ontlasten, door op
de schouders van den buitenlandeden producent
een gedeelte van de belastingen te leggen, waar
onder de binnenlandsche gebukt gaan/
Deze zinsnede moet men, naar ’t blad doet
opmerken, niet letterlijk opvatten, maar met een
greintje zout in haar zinnebeeldige beteekems
doordringen. Dan komt men tot de gevolg
trekking dat belasten van het buiteulandsch
product bij den invoer het eenige middel is om
daaruit iets voor de schatkist te halen. Zulk
een invoerrecht wordt echter niet betaald door
den importeur of buitenlaudsch producent, maar
wel ter dege door den binnenlandschen consument.
Eu iudien dus werkelijk hier de landbouw, zegge
de grondeigendom, wordt ontlast of aan het in
grond belegd kapitaal uit de schatkist zekere
premie boven den natuurlijken rentestandaurd
roomsch-kath. i heer Bruins als een onvoorzichtigheid gekenschetst. 1
’t Hand, besluit zaak sprake kunnen zijn/ schreef hij:
in een roomsch-katholiek blad ziet verdwaald, j
Verzet de kerk zich alleen tegen het onvermij-
van geloof en zeden Verbiedt zij
leven te roepen? Verbiedt zij niet, anderen
moedwillig in gevaren te werpen? Gebiedt zij
niet, gevaren te verwijderen of te verminderen
Het is waar, aldus vervolgt hij, niet de kazerne
alleen levert gevaren op voor de deugd der jon
gelingen Ook het universiteitsleven is gevaarlijk.
Eigenljjk moeten alle jongelieden, die aan hunne
eigen krachten zijn overgelaten, vooral zoo zij
I in voortdurend verkeer zijn met allerlei soort
1 -jongelingen, vast in hun schoenen staan.
„h1om met volle
vrijheid zijn eigen levensstaat te kiezen. Zijn
aan dien staat of aan de voorbereiding daartoe
gevaren verbonden, dan verkeert hij in de nood
zakelijkheid om die gevaren te trotseeren, en
die noodzakelijkheid is het gevolg van zijn eigen
vrije keuze, waartoe hij het recht had.
Bj persoonlijken dienstplicht evenwel is geen
sprake van vrije keuze daar worden do jonge
lui tegen wil en dank in de gevaren geworpen.
Wie stemt voor persoonlijken dienstplicht, berooft
weliswaar de jongelingen niet onvermijdelijk
van hun godsdienst en van hun zeden, maar
hij brengt hen in het gevaar van ze te verliezen.
En mag een roomsch-katholiek dat doen?
Als er werkelijke noodzakeljkheid bestaat,
hetzij tengevolge van een vrije keuze, waartoe
ieder het recht heeft, iudien bijv, iemand officier
wil worden, hetzij ten gevolge van onvermijde
lijke omstandigheden, wanneer het algemeen
belang het vordert, dan is het iets anders, dan
moet het; maar waar geen voldoend gebleken
noodzakelijkheid bestaat (en die bestaat thans
niet), daar mag een r.-katholiek, omdat hij
r.-katholiek is, aan zulk een wet niet medewer
ken.
De al- of niet-invoeriug van persoonlijken
dienstplicht moet men niet een roomsch-kath.
quaestie noemen, evenmin als zij uitsluitend op
militair gebied thuis behoort. Het is een sociale
quaestie. Maar bj het beoordeolen van sociale
quaesties worden wij r.-katholieken, behalve door
andere beginselen, ook geleid door waarheden
die de kerk ons leert. En dan kunnen wij niet
beweren, dat zulk een quaestie onafhankelijk is
van de r.-katholieke leer, omdat de kerk er
zich uitdrukkelijk over heeft uitgesproken. Al
worden dan dezelfde beginselen ook door anderen
beleden, toch houden zij niet op r.-katholieken
te zijn.
Wij, r.-katholieken, kunnen geen vrede heb
ben met het rapport der defeusie-commissie.
Dat advies tot vrijstelling onzer orderbroeders
schenkt ons volstrekt geen gerustheid. Veeleer
het tegendeel: omdat misschien verscheiden
roomsch-kathoiieken, daardoor verblind, geen
oog meer hebben voor de andere nadoelen,
die de persoonlijke dienstplicht meebrengt. Al
had dat voorstel der commissie nog zooveel
waarde, de persoonlijke dienstplicht wordt er
voor ons niet aannemoljk door gemaakt en al
lerminst kunnen wij toegeveu aan de barre
eischen, die het rapport als een minimum stelt.
Wij mogen den strijd niet opgeven. En hoe
meer zij overvragen, des te krachtiger moeten
wij weigeren. Wat aanlokkelijke voorstellen
men ons ook doe, welke voorwendselen men
ook aanwende, wij moeten ons blij ven verzetten
tegen het onchristelijk militarisme/
In een ander orgaan, de Grondwet, wordt
„onhandig en gevaarlijk"
van den eerw.
j eiken prijs te verlangen en "ontwikkelt op dit j delijk verlies
niet, zonder noodzakelijkheid gevaren in
dient is ons ten eeuemale duister. Ook begrijpen mananP Vnrhindt. ».H nipt am
wij niets meer van de regelen, die in het bij
eenroepen der vertegenwoordiging worden toege- i
nd oq ir
kleine zaken, ook
wanneer de onderwijswet niet behandeld werd.
De bijeenkomst op den 9dea dezer, nu de on-
derwijswet nog niet in staat van wijzen verkeerde, 1
was het duidelijke sein dat nu de zitting na 1 van jongelingen, vast in hun
afdoening der spoedeischeude zaken feitelijk Maar iedereen heeft het recht
gesloten zou worden. En werkelijk zijn eenige
kleine wetsontwerpen behandeldvele andere
in de afdeelingen onderzocht. In plaats nu echter
de spoedeischendeu onder da laatsteu, die binnen
zeer korten tijd in staat van wijzen zijn te
brengen, in de volgende week af te handelen
en inmiddels het voorstel-Borgesius c. s. in de
afdeelingen te onderzoeken, gaat de Kamer
weder uiteen en laat eenige der spoedeischende
zaken onafgedaan.
„Wat op deze wijze do bijeenkomst van deze
week te beduiden had, zal niemand begrijpen.
Of men nu werkelijk einde Augustus of in
September, dus van de eene zitting in de andere,
de onderwijswet nog zal behandelen, alles is
tegenwoordig mogelgk, maar waarschijnlijk toch
niet. Aan een invoering tegen 1 Jan. 1890
kan toch niet worden gedacht. Het meest te
verwachten is, dat de Kamer nog weder voor
enkele dagen bijeenkomt om weder zoo goed
als niets te doen. Wij kunnen niet inzien dat
het prestige der vertegenwoordiging hierdoor
verhoogd wordt. De regeering kon al deze
moeilijkheden ook voor een groot deel vermijden,
door spoedeischende regularisatieWetjes iets meer
op tijd in te dienen. De verlenging b.v. van
den termijn voor de herziening der wet op de
militaire academie is eerst deze week voorge-
steld, hoewel reeds sedert maanden duidelijk was,
dat vóór 1 Sept, a s een herziening der wet van
1877 niet tot stand zou komen."
Ook de verslaggever der debatten van de
N. R. Ct. is niet erg voldaan over de jongste
zitting: „Anderhalve dag afdeelingsonderzoek
en nog geen anderhalve dag openbare vergade
ring, ziedaar de werkzaamheden van de Kamer
in deze bijeenkomst! roept hij uit, en ia dien
duur der werkzaamheden, voorafgegaan door een
vacantie van byna 7 en gevolgd door een van
minstens ö'/j weken, vond de rechterzijde der
Kamer voldoende rechtvaardiging, om wetsont
werpen tot belastinghervorming de zaak, die
zij in den verkiezingsstrijd als van zulk een groot
en dringend belang had vooropgesteld zonder
onderzoek te laten liggen. Berne meruit de
patria
„a,
(ii ru
■iTEiBnmoiissfflnsiER
6
i>-
15
30
15
15
5
5
1
1
i
IUU
rou
ml
jok
■er. 1
o
r.
laar^
ver- 1
raar i
,”12
1Ü1Ü0, 1
blad]
>p zijM
kerk,
■it van
er, i
<i -
It.
Berei
mni
ill.
‘g. te»
FetjeJ
gerga,
c, zv
Age,
in, zv
e er.
abeth
:e vd
1 Jrj
udeg»
ji het
Ron cfrAAimnn rlrvv rl r»
Ti