F
1
«1
Aangifte voor fis Befolklnus-registers.
11
No. CO
1889.
I E R-E N-V EERTIQSTE
3b
IN
te
Z ATBK DAU
27 JULI.
het geheele inko-
schutterijen, gaarne in het bezit zou zijn
lijkheid van offers te verkrijgen, de belasting
cel
rij
•0.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave oi redactie betreffende, franco
in te zenden,
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels,gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7*/j Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernomen bij
den Uitgever.
pet.
8000 3.95
100)0 3.96
20000 3.98
50000 3.99
100000 3.99
ver
baar
f
r p-i
e
t
a
jl
i.
n
at
e-
ie
le
ar
loo
ir.
er
Iftn,
f de
tal
[lie
1>Ü
van
a
)0.
aer
'k 1*
>ur
)0,
)0.
1:
a-
n,
.0
a
0.
Bij deze Courant behoort als bijblad Feuil-
leton-nummer 41.
het kunnen blijken of de regeering zich de vrij even ongeschikt als het tijdstip van 17 Juni tot
UpiUVlhllipUU LUL1 HUtlü LlCCli
Van deze omstandigheid zal evenwel
Het gerechtshof te ’s Hago heeft de gevange
nisstraf van 2 jaar, door de rechtbank aldaar
opgelegd aan den Leidschen „roillioeuenheer*,
wegens vijf misdrijven van oplichting, terugge
bracht tot 15 maanden, terwijl nog 2 maanden
in vermindering zuilen komen, wegens ondergane
preventieve hechtenis.
'tons
At
Bies,
zou j
iaat
zou
en 1
•eek
ren 1
het I
ver-1
der I
waul
rleu«
had
borst
t dull
ttisfh
lende
(aakt,‘
heven van
Naar aanleiding der bekentenis, door den
persoon van W. R,, voor het gerechtshof in Den
Bosch afgelegd, als zoude de huisvrouw van den
vermoorden Thijs hem hebben aangezet tot het
plegen van moord op haar man, is door de
Bredasche justitie te Etten een onderzoek inge
steld, hetwelk aanleiding heeft gegeven, dat be
doelde vrouw in verzekerde bewaring is genomen
en naar Breda overgebracht.
n de
a de
A den
varins
liet bestuur der Liberale Unie is voornemens
in het a. s. najaar een algemeene vergadering
bijeen te roepen, ter bespreking der belasting
voorstellen van de heeren mr. Goeman Borgesius
c. a, Tot voorbereiding daarvan heeft het een
commissie van bevoegde mannen uitgenoodigd
tot uitbrengen van een praeadvies.
Woensdag vergaderde te Amsterdam de com
missie voor de uitzending van werklieden naar
de Parysche wereldtentoonstelling, onder leiding
van den burgemeester. Een sub-commissie werd
benoemd om uit de talrijke aanvragen van werk
lieden en aanbevelingen van patroons het comité
te praeadviseeren, dat daarna een keuze zal doen.
Ofschoon reeds ruim f 5000 voor het doel is
ingekomen, is dit bedrag op verre na niet toe
reikend om de uitzending op ruime schaal te
doen geschieden, welk plan steeds bij ’t comité
heeft voorgezeten. Een beroep op vermogende
ingezetenen en industrieclen zal gedaan worden.
De directie van een bloeiende zaak ging goed
voor door f 1000 toe te zeggen.
Naar gemeld wordt is de aangeteekende brief
van Uithuizen voor Amsterdam, van welks
vermissing wij in ons vorig nummer melding maak
ten, met de daarin gesloten waarde van plm. f 9000
terecht. De postbode, welke belast was met de
overbrenging van den brief van Warfum naar
Onderdendam, heeft bekend dien te hebben ge
stolen en begraven in een stuk land onder War
fum, alwaar de brief dan ook is gevonden.
BEKENDMAKING.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Sneek herinneren de ingezetenen aan hunne
verplichting tot het doen van aangifte voor
de Bevolkings-registers, inzake verhuizing,
nummering van huizen, stichting van nieuwe
woningen, woonplaatsverandering, verande
ring of vermeerdering van het aantal leden
des huisgezins en vestiging in de gemeente,
alles omschreven in de artikelen 2, 3 en 4
alinea 1 der Algemeene Politie-Verordening
dezer gemeente en in artt. 18 van het Ko
ninklijk besluit van 27 Juli 1887 (.Staatsblad
no. 141.)
Wordende overtreding van gemelde artikelen
der Politie-Verordening met geldboete van ten
hoogste tien gulden en die van genoemd Konink-
lijk besluit gestraft met hechtenis van ten hoogste
veertien dagen of geldboete van ten hoogste
I honderd gulden.
Sneek, 26 Juli 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
proportioneel. Door ’t volgend voorbeeld wordt
een en ander nader toegelicht:
„Zij f 100 het bedrag van het onmisbare in
komen en wordt een belasting van 4 pet, ge-
het niet onmisbare gedeelte, dan
bedraagt het percentage van
bij een bedrag van:
200 2
300 2.66
400 3
500 3.2
1000 3.6
2010 3.8
Men kan dus
men,
f
„Men kan dus zeggen dat de slotsom van het
onderzoek deze is, dat, om zooveel mogelyk ge-
-1
blal
i
doctor!
--1
De minister van binnenlandsihe zaken heef
aan de commissarissen in de verscmheuue provin1'
cien medegedeeld, dat de minister van oorlog te
voorbereiding eener eventueele mobilisatie der
schutterijen, gaarne in het bezit zou zijn van
numerieke opgaven aangaande de sterkte dor
schutterij in elke gemeente, met aanwijzing van
het aantal der tot de schutterij behoorenden, die
vroeger bij het leger of de zeemacht gediend
hebben.
In verband hiermede zijn de gemeentebesturen
uitgenoodigd op 15 Augustus de verlangde
opgaven te vermelden op een staat, waarvan het
model door den minister van oorlog is bepaald.
op ant-
Zekere L. te Dordrecht ontving Zaterdag een
bezoqk van zijn zwager uit Rotterdam. Het
i In de Economist komt een artikel voor van
den heer A. W. Mees te Utrecht over de pro
gressieve inkomstenbelasting. ’t Is te beschouwen
als een poging om het wiskundig probleem,
’t welk volgens prof. N. G. Pierson zie de
I Gids van Febr. jl. in dequaestie der progres
sieve inkomstenbelasting schuitl,op te lossen. De
heer Mees heeft zich de vraag aldus gesteld:
„Hoe moet ecu inkomstenbelasting geregeld zijn,
opdat, wat ook het bedrag van het inkomen zy,
de verhouding van de subjectieve waarde van
het offer tot de subjectieve waarde van het
inkomen voor iedereen dezelfde zij?*
Voor hij tot de poging om de vraag te beant
woorden overgaat, gaat hij na welke regels als
algemeen geldend kunnen worden aangenomen,
ten eiude zoodoende een vaster grondslag voor
zijn onderzoek te verkrijgen. In de eerste plaats
geeft hij zich rekenschap van de beteekems
die gehecht moet worden aan de uitdrukking
subjectieve waarde of genot, om daarna na te
gaan hoe de subjectieve waaide van iemands
inkomen toe- of afneemt bij vermeerdering of
vermindering van het bedrag daarvan.
’t Gaat niet aan het wiskundig betoog van
den schrijver, door een lütal figuren nader
verduidelijkt, hier op den voet te volgen. Wij
moeten ons bepalen tot de conclusie waartoe
hij komt en belangstellenden naar het artikel
zelf verwijzen. Alleen zij hier vermeld, dat de
heer Mees een zeker deel van het inkomen
door hem het onmisbare genoemd buiten
beschouwing laat. Dat onmisbare is echter
niet datgene, wat iemand zelf onmisbaar acht
om in zijn stand behoorlijk te leven, maar dat
gene wat werkelijk voor het levensonderhoud
onontbeerlijk is. De slotsom van zijn onderzoek
is, dat men steeds eenzelfde percentage van
ieders niet onmisbaar inkomen zal moeten heffen,
ten einde, zooveel mogelyk, een voor allen gelyke
verhouding te verkrijgen tusschen het genots-
offer en het genot door hel inkomen verschaft.
Als men dus het geheele inkomen beschouwt,
I zal men een progressieve belasting moeten aan-
I nemen, doch de progressie zal alleen bij de klei
nere bedragen van eenige beteekems wezen.
Voor groote bedragen blijft zij in de toepassing
algemeen bekende opmerkingen ten nutte heeft
gemaakt.
niet alles afhangen, meent men. De publieke
opinie zal zich moeten uitspreken; de Kamer
leden behoeven den tijd tot onderzoek. Dit
laatste onderzoek schijnt echter binnen den tijd
4000 3.9 pet. van drie weken wel te kunnen worden voltrck-
I ken. En het uitspreken der publieke opinie
J ’t komt dr. 8. voor, dat er reeds een tal van
j zoogenaamde „voorparlementen* gehouden zijn.
„Volksonderwijs* heeft vergaderd, het „Nut van
’t Algemeen* heeft gezeteld, vereenigingen van
onderwijzers, openbare en bijzondere, hebben
haar meening gezegd. De vroede raad van
’s lands hoofdstad heeft gesproken en Lochem
en Goor verhieven hun stem. In verschillenden
vorm liggen deze uitspraken voor de leden der
Tweede Kamer. Ook in drie weken tijds kan
op het gebied van adressen nog veel verschijnen.
Men zegt, dat er nog geen adressen vóór het
ontwerp zijn ingekomen. Het antwoord is wat
al te gemakkelyk. De adressen voor het stelsel
van het ontwerp zijn: de vijf en vijftig leden
van de rechterzijde.
Daarop treedt dr. S. in een kleine historische
herinnering, met het oog op de schoolwet van
Kuppeyue. By koninklijke boodschap van 2
Maart 1878 ontving de Kamer van dien minister
het ontwerp ter herziening der wet van 1857.
Het voorioopig verslag der Tweede Kamer werd
30 April daaraanvolgende vastgesteld, waarop
een memorie van beantwoording volgde van den
1 Juni van dat jaar. Het ontwerp werd 17
Juni in beraadslaging gebracht.
Op 13 April 1889 bereikte het ontwerp-Mac-
kay de Tweede Kamer. In de verschillende
afdeelingeu wordt het onderzocht op 21, 22 en
23 Mei. Het verslag der commissie van voor
bereiding wordt vastgesteld op 20 Juni. Het
antwoord der regeering bereikt de Kamer, d. i.
de commissie, op 20 Juli, ludien nu de com
missie er in slaagt, om hare werkzaamheden te
beëindigen vóór of op 31 Juli welk bezwaar
blyft er dan tegen het openen der beraadslaging
op 20 Augustus of een der eerstvolgende dagen
Het verschil tusschen beide ontwerpen is
voorts, naar de heer Schaepman doet uitsomen,
eer in ’t voordeel dan in ’t nadeel van ’t ontwerp-
Mackay wat den om vang der beraadslaging betreft.
De wet van Kappeyne regelde veel meer en bracht
onderscheiden, geheel nieuwe quaestien ter sprake.
Maar aldus besluit dr. 8. wanneer men
dan uitstel wil, tot hoelang? en hij beantwoordt
de vraag aldus:
nZal het „overleg, welk overleg? is men
geneigd te vragen voldoende zyn na de bij
eenkomst der Kamer in 8eptember? Zal men
de schoolwet behandelen vóór de begrootingen
Zal niet de begrooting voor Nederl.-lndie den
weg versperren?
„Al deze vragen staan en wachten
woord.
„Zeker, men kan toegeven dat de behandeling
eener wet in de laatste weken van het zittings
jaar iets ongewoons heeft. Maar dit is toch het
gevolg van omstandigheden, wier gelukkigen
omkeer geheel Nederland op den 12 Mei heeft
gevierd. Het is toch waarlyk geen geheim, dat
anders de schoolwet vroeger de Kamer zou heb
ben bereikt en dat de vereenigde zittingen niet
weinig tijd hebben ingenomen. Het gevolg van
dit alles is geweest, dat de Kamer gedurende
dit zittingsjaar het getal harer openbare zittin
gen, ’t welk in de laatste jaren als gewoon kon
i worden aangemerkt, niet heeft bereikt. Van
overwerk kan dus geen sprake zijn en onaan-
1 genaam als het tydstip van 20 Augustus tot 15
l September moge wezen, het is even geschikt en
progressief moet zijn, met een afnemend pro
gressief karakter.
„Het zal evenwel wenschlijker zijn te spreken
van een proportioneele belasting, toegepast op
het inkomen, na aftrek van het onmisbaar ge
deelte, waardoor de bedoeling juister wordt
weergegeven.
„Daar het onmisbaar gedeelte van het inko
men noodig is ter vervulling der eerste levens
behoeften, is men in de gelegenheid dit voor
iederen belastingschuldige vast te stellen op een
bedrag, dat eenigszins in overeenstemming is
met de werkelijkheid, b.v. door het evenredig
te stellen met het getal personen, wier levens
onderhoud te zijnen laste komt, met de talrijk
heid van het gezin. Voor kleine bedragen van
inkomen zal deze onderscheiding van groote
beteekenis zijn. Neemt men voor het onmisbare
inkomen van eiken belastingschuldige zonder
te letten op de talrijkheid van het gezin, een
gemiddeld cijfer aan, b. v. f 500, dan komt men
tot een wyze van heffing, die zich derhalve goed
aansluit aan de uitkomsten van het onderzoek.*
Toen de Standaard in den laatston tijd
wei eeas spottenderwijze onze Staats courant ge-
heeten in haar nommer van 25 Junijl. be
toogde dat eenig uitstel der behandeling van het
aanhangige schoolwetsontwerp op zichzelf niet
te betreuren zou zijn, wijl daardoor ’t monde
ling debat beter zou kunnen worden voorbereid
en den minister van financiën de gelegenheid
zou worden gegeven inmiddels raad te schaffen
voor de gemeentekas, meenden velen dat hierin
het gevoelen van de anti-revolutiouaire groep
werd weergegeven. Nader bleek intusschen bij
de interpellatie van den heer Roëll, in de zitting
der Tweede Kamer van 11 Juli, dat de rech
terzijde wel bereid was tot spoedige behande
ling. De heer De Savornin Lohman althans
verklaarde het en deed daarbij als zyn meening
uitkomen dat nader overleg eigenlijk vrij wel
onverschillig mocht heeten, daar ieders oordeel
toch reeds vast stond.
Een enkel woord van protest tegen deze op
vatting van de zijde der bh. Roëll en Van der
Kaay, een woord waarin op het gewicht van
het vraagstuk en der te nemen beslissingen werd
gewezen, bleet daarbij intusschen niet uit.
De waarschuwing tegen overhaaste behande
ling heeft thans by eenige bladen der rechter
zijde vooral by die der roomsch-katholieke
aanleiding gegeven tot het verwijt dat de libe
ralen de behandeling der onderwijswet willen
vertragen en de heer Schaepman in eigen
persoon heeft naar de pen gegrepen om in het
Centrum het betoog te leveren, dat verder
uitstel allerminst te verdedigen is.
In de eerste plaats verdedigt hij de rechter
zijde tegen het verwijt, dat zij de behandeling
van ’t ontwerp wil doordryven. Het valt haar
moeilijk in te zien dat uitstel noodig is. Bij
de openbaarmaking der gewisselde stukken zal I
18 Juli 1878.
„Indien men waarlijk het einde van den
schoolstrijd wil, dan bestaat er geen enkele
reden om dat einde naar de toekomst te verschui
ven. Ernstige wrijzen en vroolijke dichters
hebben ons geleerd den dag te benutten.*
UIT DE PER 8.
lCOURI*
SNEEK
mms- b ini i fiTt:\riE nun wen bi
r
BIAX EALA V B,
'i
Aal
'12
i
o
e
6
e
V
n
w
w
i-
jt
te
>t
e
12
6
27
15
O f
36
or
56
or
11
or
25
or
41
53
iaat
o.
)O.
10,
10,
•0.
>0
.5
10
1
n I
n -
jp zij
MIIWII