MS- El no HU IdflR lit CUEEXTEENUETARROKMSSEIKIIiTS.UH Aangifte voor da Bevolkioas-renistors. 1 dnctul I No. 01 1889. VIE R-E N-V EERTIGSTE J A A R G JAARMARKT of KERMIS alhier, dit jaar begint op Vrijdag den 16 Augus tus, des morgens acht uur, om te eindigen op Vrijdag den 23 Augustus d. a. v. des morgens acht uur, en dat vóór den 25en dier maand alle kramen, disschen, tenten enz. zullen moeten zijn afgebroken en weggeruimd. re n W O E Pi S I) jV O JULI, 31 ZÜ UIT DE PER 8. F is. tleu- haA borsl doj Itisch LCUdU I laar ver* baar XLa-J/J I. I mo le rr I ,oo I ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, ▼oor eiken regel meer 7’/» Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent to vernemen bij den Uitgever. u, in 53 nd ste BEKENDMAKING. Burgemeester en Wethouders der gemeente Sneek herinneren de ingezetenen aan hunne verplichting tot het doen van aangifte voor de Bevolkings-registers, inzake verhuizing, nummering van huizen, stichting van nieuwe woningen, woonplaatsverandering, verande ring of vermeerdering van het aantal leden des huisgezins en vestiging in de gemeente, alles omschreven in de artikelen 2, 3 en 4 alinea 1 der Algemeene Politie-Verordening dezer gemeente en in artt. 18 van het Ko ninklijk besluit van 27 Juli 1887 {Staatsblad no. 141 Wordende overtreding van gemelde artikelen der Politie-Verordening met geldboete van ten hoogste tien gulden en die van genoemd Konink lijk besluit gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste honderd gulden. Sneek, 26 Juli 1889. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. In de Zaterdag gehouden buitengewone verga dering van aandeelh. in het Paleis voor Volks vlijt is op voorstel van drie leden van den raad van toezicht, de hh. Boas, Van de Zee en Jannink, besloten om den heer Huizinga van ztjn commissariaat vervallen te verklaren wegens talrijke onregelmatigheden in het dagelyksch beheer waarmede hij belast was. De heer Huizinga had per aangeteekenden brief kennis van zijn afwezigheid gegeven. In de vier va catures werden tot raden van toezicht gekozen de hh. Van Looy, Marwijk Kooi, Roland Holst, allen te Amsterdam, en Van Deventer te Prin- senhage. In twee vacatures van het commissa riaat zijn gekozen de hh. mr. Boas en Martin Wolff. De vergadering was vrij rumoerig door de mededeeling van velerlei zaken betreffende het beheer. De heer T. A. Huizinga heeft inmiddels te ken nen gegeven, dat hij zijn rechten als commissaris van de naaml. venn. „Paleis voor Volksvlijt® overeenkomstig art. 16 der statuten, niet zal prijsgeven, doch langs den gerechtelijkeu weg handhaven. de eerstgenoemde gemeenten. zoldigingen toch, die zij toekennen, zijn uitvloeisel van weelde, doch een eisch van maatschappelijk leven. daaromtrent in de laatste jaren is bekend gemaakt en na ’t adres van de Staten van Friesland, den 27 Novemder 1888 aan den Koning gericht. Hij voegt alleen bij het reeds bekende nog ’t een en ander, waaruit blijkt dat de hooge uitgaven, allengs gevorderd, zijn veroorzaakt door de uitga ven ten behoeve van openbare werken en van het openbaar onderwijs, In hoeverre door verhooging der opcenten op de grondbelasting van de ongebouwde eigen dommen een equivalent zou kunnen worden ge vonden voor de uitgaven ten behoeve der openbare werken, laat mr. H. in ’t midden. Veel zal dat niet helpen. De onderwijzers-uitgaven intusschen zijn goeddeels te danken aan den eigenaardigen toestand der Friesche gemeenten met hare vele kleinere dorpen zoo heeft Barradeel b. v. met 6000 zielen 14 scholen terwijl voor al die scholen dezelfde eischen gelden als voor de scholen in grootere gemeenten, ’t Is hierdoor dat de wet het zwaarst drukt op de Friesche gemeenten. Wordt het nu geldende stelsel bestendigd, dan zullen de Friesche gemeenten in den tegenwoor- digen benarden toestand blijven, een toestand, waarin zij, ook zonder nadeel voor het algemeen belang, niet langer mogen blijven verkeeren. Verbetering zal kunnen worden verkregen, door een veel grooter aandeel der kosten van het openbaar lager onderwijs of wol alle kosten voor rekening van ’t rijk te nemen. Mocht de regee- ring hiertoe overgaan, dan zal zij eene belang- rijkeoorzaak van den achteruitgang van zeer vele Friesche gemeenten wegnemen en al is het nadeel, nu reeds aaugericht, onherstelbaar, de verarming zal dan toch niet meer toenemen en wij zullen voor algeheele financieele ondergang bewaard zijn. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden fl.franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te lenden* n do J >i du I b de“ I V.U'illS 1 blJB ‘P BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente SNEEK maken bekend, dat de Tevens wordt herinnerd aan art. 12 der Al gemeene Politie-Verordening, waarbij is bepaald dat niemand eene tent, kraam, tafel of iets der gelijks op den voor den openbaren dienst be stemden grond mag opslaan of daarop uitstallingen van goederen hebben, dan overeenkomstig de aanwijzing van den Marktmeester of, bij ont stentenis van dezen, van de Politie en na voldoening van het marktgeld. Sneek, 9 Juli 1889. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. dan een ton jaarlijks zal moeten missen als het ontwerp wet wordt. Zij brengen voorts in herinnering de weinige vrijheid welke aan de gemeenten is gelaten om zich de noodige middelen te verschaffen zoo ter voorziening in eigen behoeften, als ter voldoening aan do talrijke verplichtingen door ’t rijk opgelegd, en de eischen welke van de gemeente worden gevergd voor ’t verkeer, voor handel en nijverheid. Bovendien zijn de financiën der grootere gemeenten in het algemeen en van Rotterdam in ’t bijzonder reeds door de wet van 26 October 1885 (Stbl no. 169) tot fixeering van de 4/s van het personeel ge voelig getroffen. In de eerste plaats verloor de gemeente daardoor een met hare toenemende ontwikkeling gelijken tred houdende bron van inkomsten, doch daarenboven bleef haar budget gedurende de eerstvolgende jareu bezwaard mot haar aandeel in de kwade posten der personeele belasting over 1885 en daaraan voorafgaande jaren. Nauwelijks zijn de gevolgen van dien greep in de gemeente-huishouding overwonnen hetgeen niet mogelijk is geweest, zonder dat nuttige zaken werden uitgesteld of een nieuwe jaarlijksche last van ruim een ton gouds zal de gemeente op nieuw in groote ongelegenheid brengen. De raad acht zich dan ook verplicht ten ernstigste er op te wijzen, dat een geregeld beheer der gemeen telijke huishouding niet mogelijk is, wanneer hare financiën aan dusdanige schokken blootstaa". Afgescheiden van de hierboven ontwikkelde bedenkingen wordt nog gewezen op een onbillijk heid in de wijze van berekening der rijkstoelage door het ontwerp voorgestaan. Art. 45, voor schrijvende dat deze bydrage voor alle gemeenten zonder onderscheid naardenzelfden maatstaf worde berekend, houdt geen rekening met de factoren, die een groote gemeente noodzaken aau hare onderwijzers een hoogere bezoldiging te geven, dan waarmede een kleine gemeaute volstaan kan. Daardoor wordt een onbillijkheid gepleegd tegen De hoogere be- geen het Bij de behandeling, in de Tweede Kamer vastgesteld voor het achoolwet-ontwerp, is bepaald dat het vooiloopig verslag en het antwoord der regoering tegelijk zullen worden gedrukt en gepubliceerd met ’t rapport der speciale commissie. Vvorloopig is de iunoud en het verslag der afdeelingen nog niet bekend, evenmin als het antwoord der regeering. Wel is meegedeeld dat o. a. door den heer Huber een nota bij het verslag der afdeelingen is gevoegd. Gehoor gevende aan den van verschillende kanten geuiten wensch, om met dit stuk bekend te worden, heeft mr. Huber thans de nota doen openen in het Noorden. De bezwaren van den heer Huber gelden niet de wet zelf wat de regeling der onderwijsquaestie aangaat, maar wel de financieele zijde van het vraagstuk. Hij betwijfelt het of het doel, ’t welk mede bij de regeering voorzat, om nl. de zwaarst belaste gemeenten wat meer dan thans te hulp te komen, zal worden bereikt. Sommige gemeenten zullen belangrijk lager subsidie ontvangen, maar de zwaarst belaste blijven, wat den bestaanden toestand betreft, van dezelfde conditie. De rijksbijdrage zal grooter zijn, maar om in het genot daarvan te worden gesteld zullen zy nog verschillende onderwijzers moeten aanstellen en hun tractementen betalen, wat niet alleen al het voordeel wegneemt, maar ook nog nieuwe uitgaven zal eischen. Voor Friesland wordt dat daarop nader met eenige voorbeelden aangetoond. In ’t geheel zullen de plattelandsgemeenten aldaar een sub sidie ontvangen van f 200,000 tegen een voor schot in ’87 van 160,000, doch zij moeten 123 onderwijzers meer aanstellen. Hoe het dan ook mag worden voorgesteld, altijd zal meer dan thans moeten worden betaald en men kan dus niet zeggen dat de Friesche gemeenten in den bestaan den nood zullen worden geholpen. De financieele nood van vele Friesche gemeen ten te schetsen, acht mr. H. onnoodig, na ’t geen I II. oor ige ver len or en, de /au ide 1 De m- iek ?te ide en •en !il“ l' ad- 00, De gemeente Pernis heeft op dit oogenblik, naar de fMidd. Ct. meldt, geen dagelyksch bestuur. Één wethouder is er slechts, een collega heeft hij niet, een burgemeester ontbreekt, evenzeer een ambtenaar van den burgerlijken stand. Het is ónmogelijk ten raadhuize een huwelijk te voltrekken; akten van geboorte en overiyden worden in blanco ingeschreven. B. en W. van Rotterdam hebben bij den gemeenteraad een ontwerp-adres ingediend in zake het nieuwe onderwijs-ontwerp. ’t Zal in de eerstvolgende vergadering aan de orde komen. B. en W. wyzen er op dat de gemeente meer jns jlil i les, 1 zou j laai 'zou jen! -eek rao 4 het I ver- I d« 1 an it- •k- De Mepp. Ct. deelt uit een schrijven van zekeren J. Bovendeur, vroeger verpleegde in het diaconiearmhuis te Meppel, aan zyn familie het volgende mede: Den 8 Januari monsterde ik te New-York op eeu Amerikaansche bark als licht matroos. Den 10 Januari gingen wy des morgeus om elf uur naar zee. Het was een donkere, buiige, koude dag, de wind gierde akelig door ’t want, de zee was bedekt met schuim. Hemelhooge golven vlogeu wild over en langs het schip. Om 4 uur brak de groote mast; ik dacht bij mij zelve, zie zoo Jan, je laatste dag is de 10e Januari. Maar het liep beter at dan ik wel dacht. Een lange, donkere nacht volgde, de wind ging liggen en het werd bladstil, maar daar werd het niet beter mede; het werd mistig en wij konden geen open hand voor oogen zien. Zoo lagen wij vier dagen te drijven. Den 16 Januari, ’s nachts om 2 a 3 uur, (ik had den uitkijk) zag ik een meter of drie vier vooruit twee kleine lichten, een blauw en een rood en wat hooger op een wit licht. Door de dikke mist kon ik niet goed zien wat het was. Ik riep toen aan den kapitein „licht voor uit." Drie minuten later rom bom bom, het was een stoomboot en hij voer ons dwars in ’t schip. Wy waren geladen met Amerikaansch hout, dus wy zonken niet dadelijk. Den kapi tein van de stoomboot hoorde ik roepen: „volle kracht achteruit" en even daarna volle kracht vooruit" en de stoomboot verdween in de mist. Het was eeu Duitsche boot van Hamburg. het maken van hunne producten moeten gebrui ken en waarvan de productiekosten door deze belasting niet weinig worden verzwaard; eene omstandigheid, die vooral hierom zoo schadelijk is, wijl de Nederlandsche zuivelproducten hoofd- zakelijk naar het buitenland gaan en daar de concurrentie met uitheemsche artikelen hebben door te staan. Bij den kwijnenden toestand van den landbouw, in den uitgebreidsten zin genomen, mag voor zeker iedere maatregel, die strekken kan om dezen uit den tegenwoordigen staat van verval op te heffen en daaraan den strijd om het be staan altnans zooveel mogeljk dragelijk temaken, worden toegejuicht, eu geacht worden te zijn genomen in het belang van het gansche vader land, daar zeker door niemand zal worden tegengesproken, dat de landbouw en de veeteelt hoofdbronnen zijn van ’t Nederlandsche volksbe staan. En naar de bescheiden meening van den adressant, mag met des te meer vrijmoedigheid op de afschaffing eener zoo schadelijke belasting worden aangedrongen, als men let op het feit, dat aan zoo menig ander bedryf, bij verschillende koninklijke besluiten vrijdom is verleend, waar door dus zoo menig bedrijf van deze belasting ontheven is. Waar zy een zwaar offer vraagt ook van den armsten ingezetene; waar tot nog toe het landbouwbedrijf slechts een gedeeltelijke ontheffing geniet, die voor de zuivelbereiding niet het minste voordeel geeft, daar meent het bestuur met allen eerbied, maar ook met vrij moedigheid, te mogen aandringen op de afschaf fing der zoutbelasting, waardoor voorzeker eeu weldaad aan het gansche volk zou worden bewezen." De „Vereeniging tot Ontwikkeling van den Landbouw in Hollands Noorderkwartier", heeft een adres aan den minister van financiën gericht in welk stuk wordt aangedrongen op afschaf fing van de belasting op het zout. „Het zal wel niet noodig zijn Uwe Excellentie uitvoerig aan te toonen zegt het bestuur hoe zwaar deze belasting drukt op een product dat evenmin door den ryke als door den arme kan worden ontbeerd, maar dat bij een heffing van 9 cents voor het kilogram of bijna van den prijs, vooral voor den laatste zeer veel I duurder is gemaakt, dan anders het geval zou wezen. Ook voor den landbouwenden en veehouden- den stand is deze belasting zeer drukkend, om dat bij eene oordeelkundige voedering van het vee, het zout evenmin kan worden gemist als 1. voor den mensch zei ven, en het voedsel door V ’ihet vee, als het met andere stoffen wordt ver- mengd, niet altoos zoo gaarne wordt gebruikt als met zout; maar vooral ook om de groote hoeveelheid, die de kaas- en boterbereiders voor BINNENLAND. u le- s LG A f SHEERER COURANT 8 8 i r elot icha U d. ieke «Vit, j er 10 I it I El jl 11 1 1- 1 J. i er n, ;do tai |ie, 5 eel leu aar- I te te te I 00 i’. I'1» 'i ueB ,aakt,“ 1 en iet

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1889 | | pagina 1