MIS-11 MmimiMLIl) TOOR DE
No. 74.
1889.
VIE R-E N-V EERTIG8TE
S,
153
oo,
X A. T E I€ T> A. o
1-1 SEPTEMBER.,
t I
00,
•d:
rij
UIT DE PERS.
üi
n.
.-eek J
het I
ver- N
dal
TWEEDE KAMER.
SOEKER COliHH
f
eel1
B I.\ NES LAA if,
Zaterdags,
t.
io
van
van
lis
1
r>
"12
lo.
00.
Nader wordt thans medegedeeld dat de in-
dienststelling van het centraalpersonenstation te
Amsterdam met 1 Oct. a.s. zal plaats hebben.
en
er-
tar
ile.
00.
00,
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
sur
,50
ikt
ld,
i hij
15
:a
5
5
io
,1e
ar i
oo
ir.
icr
m,
ulo
tal
lie
1
r
i.
o
?t
a
■o
art
leu
jü-
04
50.
oer
ver*
haar
,.iajk|
n
wau.)
ileu»
haa
bursl
t dej
stiseh
lende
doctor
iaakt,“
AD VERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
▼oor eiken regel meer 7Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij
den Uitgever.
12
6
27
15
>or
36
)Ot
56
>or
11
>or
1 z5
>ur
11 Hei
53 I:
baarl
va^
daar-
ver
haal
mail
lens
iit i
ies, I
zou 1
laai
zou
.en!
In de avondzitting van Dinsdag werd het debat over art. 45
der schoolwet voortgezet Aan de verdere beraadslaging van
dat art. en het amendement-Hartogh namen deel de heeren
Ruland, Schimmelpenniuck, Smeenge, Huber, Zaayer, Rutgers
van Rozenburg, de Vries, Heemskerk, Oppedjjk en de Minister
van Binnenlandsche Zaken en van Financiën De heer Mackay
bleef het amendement bestrijden en de Minister van Finantiëu
verdedigde zich tegen de aanvallen, waaraan hy had blootge
staan.
Na sluiting van het debat was de uitslag der stemming
Het amendement-Hartogh op art. 26 (classificatie der minima
Daar den levensstandaard) wordt verworpen met 65 tegen 23
Btemmen. Tegen de geheele rechterzijde, zoomede de heeren
Moreel, van der Feltz, Dyckmeester, van Delden, Sanders, Roëll,
Gleichman, de Beaufort, Seytt'ardt, Mees, van der Loeff, van
Kerkwijk, Land en Smeenge.
Art. 26 wordt goedgekeurd
Het amendement-Hartogh op art. 45 wordt verworpen met
61 tegen 37 stemmen. Tegen de geheele rechterzijdevóór de
geheele linkerzyde
Art. 45 der regeering wordt aangenomen met 50 tegen 38
Samen. Tegen alle liberalen en de heer Huber.
In de zitting van Woensdag is het debat voortgezet. Art.
<6 bevat het beginsel der verplichte schoolgeldheffing, behalve
Voor bedeelden en onvermogenden. De heer De Beaufort c. s.
hebben hierop als ameudemeht voorgesteld de schoolgeldhef-
iag facultatief te laten en alleen ter te gemoetkoming in de
kosten, die voor rekening der gemeenten blijven.
De heer Schaepman bestreed namens de commissie van voor
bereiding dit amendement. Persoonlijk verklaarde hy een
Warm voorstander van verplichte schoolgeldheffing te zyn. een
gezond staatkundig en hoog zedelijk beginsel Facultatieve
choolgeldheffing kan slechts leiden tot misbruiken. Het open
baar onderwijs zal daarvan gebruik maken om de vrye school
te fnuiken. De plicht der ouders is het voor het onderwijs te
betalen.
De heer Greeve constateerde, dat vele ouders niet in staat
fijn dien plicht te vervullen en geen 20 ets. per week en per
klad kunnen missen.
Ook de heer Veegens bestreed sterk de verplichte school
geldheffing, als strijdig met de vrijheid der gemeentebesturen
Mr. L. Haffmans geeft in het Venl. Weekbl, als
volgt zijne ontevredenheid lucht over den loop
der debatten over de onderwijswet:
„Zij zijn weer voor hun pleizier uit, de libe
ralen.
Zietdaar een sterk stuk. De minderheid voor
haar pleizier uit zijnde en dit bij de behandeling
eener schoolwet, en in Nederland, wie had het
ooit gedacht?
En toch is het oen feit.
Sedert verleden Woensdag is helaas de rech
terzijde verdeeld. Zij stemt ten minste gedurig
verdeeld, met het treurig gevolg, dat de linker
zijde talrijke successes behaalt. Dit kan niet
uitblijven, daar de vrijzinnigen in den regel als
één man stemmen. Hunnerzijds zijn de stem
mingen over amendementen, door leden hunner
zijde voorgesteld, partij-stemmingen. Komt er
nu bij hunne stemmen, die vast staan, een
appoint van de rechterzijde, al is dit nog zoo
klein, dan gaan hunne amendementen er door
en de heeron triomfeeren.
Nu zult gij zeggen: Maar de rechterzijde zal
toch wel begrijpen, dat zij onvermijdelijk de
dupe der historie is, wanneer zij vrijgevig stem
men loslaat, terwijl de inhalige linkerzijde er
geen enkele laat glippen.
Het schijnt van neen. Immers het spelletje
is reeds zoo dikwijls vertoond en toch loopt de
rechterzijde er telkens weer in.
Menigeen stelt zich dan ook de vraag
Wat doe ik hier
Een handje helpen om aan de vrijzinnigen
triomfj es te bezorgen
Het heeft er veel van. Maar daar dank ik
voor."
Onder aanhaling van eeuige zinsneden uit
de Standaard, verklaart mr. Haffmans: „Dus
ook volgens den Standaard loopt de boel in
het honderd.
In het Sociaal Weekblad wordt het plan voor
wedstrijden van handwerkslieden in Nederland
door een commissie van gedelegeerden van ver
schillende instellingen tot bevordering van de
welvaart der arbeidsklassen, nader ter sprake
gebracht en op krachtige wijze ondersteund.
In die richting is hier te lande, naar het blad
doet opmerken, wel degelijk reeds het een en
ander geschied. De prijskamp, in April 1886
in Den Haag gehouden, was zeker een der
best geslaagde pogiugen. Maar op hoe verren
afstand ook deze van de volmaaktheid bleet,
bewees het verslag, dat door de ontwerpers er
van werd uitgebracht. Het legde een vereerend
getuigenis af' van het deskundig overleg en van
de groote nauwgezetheid, waarmede zij te werk
waren gegaanmaar het verzweeg evenmin
hunne tekortkomingen, en verklaarde met loffe
lijke openhartigheid, dat zij in meer dan één
opzicht anders zouden hebben gehandeld, indieu
zij te voren al de klippen hadden gekend, die
ook dit vaarwater onveilig maken.
Evenals hen, ging het anderen vóór henzoo
ook zal het dengenen gaan, die hun voetspoor
volgen. Is het dun niet van belang, te zorgen,
dat het inzicht in hetgeen nog beter had kunnen
geschieden, niet telkens te laat kome met
andere woorden: dat, wie aan een nieuwe proef
neming zich wagen wil, in staat worde gesteld
zijn voordeel te doen met de elders opgedane
BEKENDMAKING.
De BURGEMEESTER der gemeente Sneek
brengt ter kennis van de ingezetenen, de volgende
KENNISGEVING.
I De COMMISSARIS des KONINGS in de 1
DO. provincie Friesland,
00.Gelet op art. 11 der wet van 13 Juni 1857
3 prei
monio]
ep zij
Nu bij de behandeling der onderwijswet de
financieele toestand der provincie Friesland
weder zoo herhaaldelijk ter sprake komt, is
het misschien niet van belang ontbloot, nog
iets naders daaromtrent te vernemen, ontleend
aan de laatste officieels opgaven (Verslag
den toestand de provincie over 1888).
Blijkens de rekening der instellingen van
weldadigheid over 1887 bedroegen hare geza
menlijke uitgaven over dat jaar niet minder
dan f 1,416,095.52. Aan gemeentelijke subsidiên
werd verstrekt f 546,016.20in 1888 was dit
bedrag f 569,883.02 of gemiddeld per hoofd
naar de geheele bevolking f 1.68. Het hoogste
cijfer gaf Ferwerderadeel f 2.97
Aan het slot van zijn overzicht van de
Dinsdag gehouden zitting der Tweede Kamer
zegt het Vaa.
Pro memorie vermelden wij de treurige mai
denspeech (als de zetter er meiden-speech van
maakt, nemen wij ’them niet kwalijk) van den
heer Okma, niet zonder ,onze ergernis uit te
spreken, dat de era van het christelijk bewust
zijn ons met volksvertegenwoordigers opscheept,
die dermate de risée zijn der gansche Kamer,
ja van hun eigen vrienden. De heer Okma las
voor van een openbare school waar het lezen
„ellendig" geleerd werdwij zouden durven
vermoeden, dat de geachte afgevaardigde daar
zijn opleiding heeft ontvangen.
’t Handelsblad zegt van de eertse rede
den heer Okma:
De kiezers van Friesland zullen wèl doen
andere afgevaardigden te zenden dan den heer
Okma, wiens maidenspeech zeker niet kan
strekken ter vereering van het district dat hem
atvaardigt, noch van de partij waartoe die afge
vaardigde behoort. Meer zullen wij van de
onder de voortdurende hilariteit der vergadering
gehouden gebrekkige voorlezing niet zeggen.
Is de heer Okma naar de Kamer gezonden
als illustratie van de stelling, dat er aan het
lager onderwijs in Friesland nog heel wat hapert,
dan is zeker het doel volkomen bereikt.
Omtrent die ondervinding nu gegevens te ver
zamelen en te verwerken een bureau van in
formatie te zijn voor wie behoefte gevoelen aa n
voorlichting; juiste denkbeelden te verspreiden
aangaande het oogmerk, den vorm en de in
richting der wedstrijden, zoomede aangaande de
beoordeeling van het ingezondene; op te wekken
tot het organiseeren van wedstrijden op ver -
schillende plaatsen; in overleg te treden met
i voor te bereidenze onder
bepaalde voorwaarden geldelijk te steunen, voor
zoover de bijeengebrachte middelen daartoe in
staat stellen ziedaar d e taak, opgelegd aan en
aanvaard door de commissie, die thans voor het
eerst voor het publiek optreedt.
Alweer een van die lapmiddeltjes, het noemen
niet waard zeggen natuurlijk de hoogvliegende
wereldhervormers. Inderdaad iets van betrek
kelijk ondergeschikte beteekeuis. Maar van
beteekenis toch wèl, als een dor vide middelen,
die, gelijktijdig en in onderling verband, ver
mogen en behooren te worden aangewend ter
verbetering van het bestaande, en die niet wor
den versmaad door wie meent, dat men, door
voort te schrijden op den begauen weg, ten
slotte verder komt dan door vliegen in de lucht.
Gelet op art. 11 der wet van 13 Juni 1857
(Staatsblad no. 87);
Brengt ter kennis van de belanghebbenden
ra- I dut, ingevolge besluit van Gedeputeerde Staten
en, dier provincie van den 5 September 1889, no. 1,
le afdeeling B, de jacht zal worden geopend
■en als volgt:
12 1 1° op Zaterdag den 28 September e.k., met
I a zonsopgang, voor de jachtbedrijven, bedoeld bij
>0. lart. 15, sub c en d, der voormelde wet, als:
het schieten van waterwild en het jagen met
geweer met of zonder staande honden en brakken
tte onder bepaling evenwel, dat de uitoefening daar-
ol- van slechts drie dagen der week geoorloofd zal
lat zijn, namelijk Maandags, Dinsdags en Zaterdags,
3Ze uitgezonderd van Woensdag den 23 October, met
ten zonsopgang, tot en met Vrijdag den 15 November,
en, met zonsondergang, gedurende welken tud
genoemde jachtbedrijven dagelijks zullen mogen
worden uitgeoefend;
2°. op Woensdag den 2 October e.k., met
zonsopgang, voor de jacht met windhonden
(lange jacht), bedoeld bij ait. 15, sub b, der
voormelde wet, mits zonder schietgeweer en met
niet meer dan vijf honden, onder bepaling,
evenwel, dat dit jachtbedrijf slechts twee dagen
der week, namelijk Woensdags eu
zal mogen worden uitgeoefend:
3°. op Zaterdag den 28 September e.k., met
zonsopgang, voor het vangen van houtsnippen
met laat-, war- of valflouwen, bedoeld bij art. 15,
sub g, der voormelde wet;
4°. op Woensdag den 23 October e. k., met
zonsopgang, voor het vangen van waterwild met
slagnetten, bedoeld bij art 15, sub f, der voor
melde wet.
En zal deze op de gebruikelijke wijze worden
afgekondigd en aangeplakt.
Leeuwarden, den 6 September 1889.
De Commissaris des Konings voornoemd,
(get.) Van HAR1NXMA thoe SLOOTEN.
Sneek, den 12 September 1889.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
leidende tot onthouding van onderwijs en tot grooten strijd in
l de gemeenteraden over de billijkheid van het schoolgeld. Ook
bestreed hy de schending van de autonomie der gemeentebe
sturen in zake de plaatselijke belastingen als ongrondwettig
De heer Smeenge bestreed artikel 46 eveneens en ontkende,
dat liberale gemeenteraden de schoolgeldheffing misbruiken
om het bijzonder onderwijs te benadeelen.
De heer Van Velzen verdedigt art, 46 uit billijkheid tegen
over het bijzonder onderwijs. Het amendement zou rechts
ongelijkheid veroorzaken.
De heer Lohmau noemde de verplichte schoolgeldheffing de
proefsteen van het geheele systeem der wet om de ouders in
de eerste plaats voor het onderwijs te laten betalen.
De heer Rutgers bestreed het a-likel als volkomen onaanne
melijk. Dwang tot schoolgeldheffing ware verraad aan de
liberale beginselen.
De minister Mackay hield vast aan de schoolgeldheffing, die
de autonomie der gemeenten niet belemmert. Billijk school
geld beteekent niet te laag, ook niet zoo hoog dat het ’t school
gaan belemmert. Het amendement was geheel onaannemelijk.
In de zitting van gisteren (Donderdag) is het debat voortgezet
over art. 46 (verplichte schoolgeldheffing) en het amendement-
de Beaufort, om schoolgeldheffing facultatief te stellen. De heer
Verniers van der Loeff wees er op dat, terwijl de heer Lohman
het artikel als nudum preceptum karakteriseerde, daar het
centraal gezag toch niet gemeentebesturen zal dwingen in zake
schoolgeldheffing, de Minister het tegendeel heeft verkondigd
eu art. 127 der gemeentewet toepasselijk acht. Tegen dien dwang
van gemeentebesturen om belastingen te heffen protesteerde
spr. Art. 46 zal onuitvoerbaar blijken, en voor opnemen van
een phrase in de wet offert men de geheele wet op. De heer
Borgesius kwam nogmaals op tegen de bewering, dat bevoegd
heid tot schoolgeldheffing gebruikt wordt om het bijzonder
onderwijs te doodeu. Verplichte schoolgeldheffing is onrecht
vaardig en benadeeling van het staatsbelang. De heer van
Alphen verdedigde het artikel, dat christelijke ouders een vrye
keuze waarborgt, terwijl de autonomie der gemeenten ten deze
moet zwichten voor overwegend staatsbelang. De heer Lieftinck
bestreed het artikel, dat het openbaar onderwijs bedoelde te
dooden. Hij en de heer Zaayer wezen er op, dat bijzondere
scholen gesteund worden door gelden van kerkvoogdijen, die
vroeger ten bate der gemeenten kwamen.
De Minister Mackay hield vol de noodzakelijkheid van het
artikel. Ter tegemoetkoming aan de geopperde bezwaren stelt
hy eene bijvoeging voor, om het minimum schoolgeld te bepalen
op 20 cent per maand, en voorts, onder voldoende waarborgen,
vrijstelling van verplichte schoolgeldheffing mogelijk te maken.
De wijziging der Regeering gaf aanleiding tot debat. De
heeren Roëll, Borgesius, Veegens, Smidt, van Houten, van der
Kaay en Sanders spraken over de beteekenis der wijziging. De
heer Sanders zou vóór de wijziging stemmen, als het amend.-
de Beaufort werd verworpen. De heer Schaepman verklaarde,
dat de rechterzijde met de wijziging medeging, waardoor het
beginsel van verplichte schoolgeldheffing niet is prijsgegeven.
Het amendement-de Beaufort is verworpen met 51 tegen 42
stemmen.
Het gewijzigd Regeerings-artikel is aangenomen met 72 tegen
21 stemmen.
aaiM
■n do
11 do I
i deal
V.ll'illO 1
Wil men dat dit ophoudt en dat er een einde ondervinding
aan de discussie kome, dan dient de rechterzijde
paal en perk te stellen aan het veel te ver ge
dreven gemeen overleg.
Ook de Minister.
De Minister vooral. Z.Exc. herinnere zich
de houding van Heemskerk bij de grondwets
herziening en zijn gezegde„Het kan niets
meer lijden.* Zoo sprekende zal de Minister
zeer zeker de linkerzijde niet tot soberheid en
bescheidenheid stemmen, maar wel do rechter- wie ze wenschen
zijde de leiders incluis tot tuchtbetrach-
ting. En dat is al wat er noodig is.
In het Maandblad der Evangelische Maat-
schappij leest men de volgende historische her
innering
Wij hooren Schaepman spreken van tirannie
der liberalen. Zijn vader, die burgemeester van
Tubbergen was, dacht er anders over en zeide:
Wij, Catholijken, (de man drukte altijd op die ij)
wij moeten ons steeds scharen aan de zijde der
liberalenaan hen hebben wij alles te danken.
Zijn liefde en dankbaarheid jegens de libera
len verleidden hem eens zelfs tot een verkeerde
daad. Opdat toch maar bij zekere verkiezing
de liberale candidaat zou zegevieren, wierp hij
een handvol stembriefjes in de bus. Toen de
kiezers voor den officier van justitie moesten
verklaren, op wien zij hadden gestemd, bleek
het waaraan de burgemeester, de vader van
onzen doder, zich had schuldig gemaakt.
Nu had die handvol stembriefjes wel geen
invloed op den uitslag der verkiezing, want de
candidaat der liberalen was toch gekozen en de
triumi der Thorbeckiuuen, zooals zij toen werden
genoemd, was toch behaald, maar zeker zou
Schaepman als burgemeester zijn ontslagen, als
niet eenige Protestantsehe vrienden, die mede
lijden met hem hadden, om het talrijke gezin
van Schaepman niet ongelukkig te maken, bij
den minister van Reenen, thans vice-president
van den raad van State, waren tusschen beiden
getreden.
De dank van den zoon is dat hij nu scheldt
op de liberale Tirannie, gelijk hij dat gedaan
heeft op het Piusf'eest te Amsterdam op Luther
en Calvijn.