■ITEEOWmfllBSEWSIlK M'S- EN 1DÏEMÏIE M VOOR DE /.oiiifte vaor ile Bmlkinnsmisters ■4 1 4- 1889. No. 18. VIE R-E N-V EERTIOSTE J A I 28 121’ T 12 1*1 B E B» Z AT E 11 1> A L r t )0, 00 50. DO. OEEKER CRURAl rm oer wordt het is hier geen zij om t. UIT DE PEE 8. van B I N Al B A L1> 1». 12 doctor a vT 10. )0. ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels,gewone letter, 40 Cents, ▼oor eiken regel meer 7’/i Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. 2 3 11 L5 ar i6 sr >6 >r tl ar 25 ar 41 >3 d la in, id in BEKENDMAKING. mr ,00 an jr- li en a- en s- r i. e it a Ü1 n. m haar I van daar ver haar Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.franco per post f 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave ol redactie betreffende, franc» in te zenden. Een huurleger is ondenkbaar. Dat stelsel kan Engeland zelfs niet voihouden blijkt voor we Oorlog spoedig aan 'V’l 11 1 wau.’ lileu. haa borst t deJ stiscb ieuda en 12 10. ilo. I 30, 3 pr< IllDLlil blad ep zij 5 IJ t^r-------w - - slechts tusschen het militieleger, met het recht van uitkoop, of het militieleger uit alle rangen en standen gerecruteerd. De Standaard zegt in een hoofdartikel het ▼oigende Nu de Troonrede, tot onze blijdschap, de legerwet heeft aangekondigd, hopen harte, dat de minister van de beurt moge komen. Hoe eer zoo beter toch dient het vraagstuk van onze defensie tot beslissing gebracht. Er is hier in mor a wezenlijk psriculum. Doch hoe zal het bij de behandeling van zijn ontwerp toegaan? Zal er voort worden gespeeld in den toon, waarin onlangs het praeludium wierd ingezet, toen de liberale pers ons nahield, dat we uit beduchtheid voor verlies van bondgenootschap pelijke hulp in onze schulp kropen bij het eerste dreigement? We zouden dit betreuren. ens ukt 1 ies, I ZOU J laai zou icn! .-eek •r< j het I ver-1 d«1 KENNISGEVING. De BURGEMEESTER der gemeente Sneek brengt ter openbare kennis, dat het le Supple- toir-Kohier no. 3, der Patentbelasting, dezer gemeente, dienstjaar 1889/90, door den Provin cialen Inspecteur der Directe Belastingen te Leeuwarden gearresteerd den 26 September ’89, aan den Ontvanger der Rijksbelastingen te Sneek ter invordering is ter hand gesteld en dat een ieder verplicht is Zijnen aanslag, op den bij de wet bepaalden voet, te voldoen. Sneek den 27 September 1889. De Burgemeester voornoemd, ALMA. gen, zou worden bestemd tot tegemoetkoming aan de gemeenten. In dien geest heeft do minister van Financiën zich ook uitgelaten bij de behandeling der schoolwet. Maar ia do begrootingsrede ie van de grondbelasting geen sprake, en schijnt de tegemoetkoming aan de gemeenten elders gezocht te worden, en de hulp aan de gemeenten afhankelijk gemaakt, niet meor van de grondbelasting, maar van de overschotten 1 En de „vermindering Van fasten11, die het gevolg zou kunnen zijn, niet van eene betere verdeeling der lasten (daaraan denkt deze regeering zelfs nietuoeh van ingrijpende bezuiniging, maar van overschotten zij zal alleen ten bate komen van enkele gemeenten. Heel de overige bevolking zal hoogere lasten hebben te dragen hooge invoer rechten (zj het dan „naar de bestaande tarieven"), eu hoogere grondbelasting. Zóó zullen dan al de fraaie beloften en voorspiegelingen aan de stem bus in vervulling komen!" Aan de hand van het koloniaal verslag tracht het Vad. na te gaan op welke feiten zich da gunstige opvatting van den minister Keuchenius grondt, als zouden in Atjeh voortdurend teekeneu voorkomen van neiging tot toenadering en on derwerping. Het blad heelt zulke feiteu in dat verslag niet kunnen vinden, maar leidt daaruit af’, dat wy in het laatste jaar meer achter- dan vooruit zijn gegaan. Velen, zegt het blad, zullen met ons, toen zij in de openingsrede zoo leukweg naast elkander lazen de vermelding der vreeselijke gevechten, waarbij onze troepen de zwaarste verliezen leden, en tier zich steeds meer openbarende neiging tot toenadering en onderwerping, onaangenaam zijn aangedaan en den indruü heöbeu ontvangen van een lichtvaardig, bijna roekeloos optimisme. Dien indruk kan de minister wellioiit uitwis- schen, mits hij spreke, zij het ook, als ’s lauds belang dit vordert, in comité geueraal. Het Vad. is verlangend te weten op wolken grond de Minister meent te mogen vertrouwen, dat Edi en Kotta Pohamu geen streep door zijn rekening zou zijn. Het is natuurlijk onverstandig, zegt liet blad, om in de eerste ontsteltenis tot overijlde maat regelen te besluiten. Het advies om er uu maar weer eens ferm op in te gaan hakken wordt reeds terstond verboden door de overweging, dat ons door de beri-beri gedecimeerd legertje tot buitengewone krachtsinspanning niet in staat is. Maar wel mag gevraagd worden, hoe het mogelyk is, dat binnen deu afstand van 1900 M. van onze linien welbevestigde sterkten konden worden opgerieht zonder dat wij daarvan iets bemerkten, en of de fictie, dat Atjeh een vredes- garnizoeu is, niet tot een bedenkelijk uiterste wordt gedreven, als zelfs het doeu van verken ningen buiten de linien verboden schijnt. Het minste dat kan gevorderd worden is wel, dat hot terrein, onmiddelhjk grenzende aan onze linien, van vijandelyke benden gezuiverd wordt. Het ontwerp tot wijziging der 'Schoolwet is aangenomen met 71 tegen 27 stemmen. Tegen stemden de hh. Visser, Tak, Kerdyk, Borgesius, Van der Feltz, Bool, Hartogh, De Beaufort, Lieftiuck, Vau der Kaay, Schepel, E. Cremers, Van Deldeu, Goedkoop, Smidt, Veegeus, Held6, Van Houten, Domela Nieuwenhuis, Rutgers, Levysohn Norman, Laad, Zylker,Meyier,Zaajjer, Viruly Verbrugge en Smeenge. Vooraf had de commissie van voorbereiding eenstemmig de aanneming in ’s lauds belang aangeraden. 17 liberalen stemden met de rechterzijde voor de ie 1 le 1 ar I oo I >.r. 1 icr ff11’ ide tal lie h'j I cel* laakt,* 1 gemeente Sneek herinneren de ingezetenen nan hunne verplichting tot het doen van aangifte voor de Bevolkingsregisters, in zake verhuizing, nummering van huizen, stichting van nieuwe woningen, woonplaatsverandering, verandering of vermeerdering van het aantal leden des huisgezins en vestiging in de gemeen te, alles omschreven in de artt. 2, 3 en 4 al. X der Algemeene Politie-Verordening dezer gemeente en in artt. 18 van het Koninklijk besluit van 27 Juli 1887 (Staatsblad no. 141). Wordende overtreding van gemelde artikelen d r Politie- Vet ordening met geldboete van ten hoogste tien gulden en die van genoemd Konink lijk besluit gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste hon derd gulden. Sueek, 24 September 1889. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALM A, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. Zij, die zich met 1 Ootober op ons blad abonneeren, ontvangen de reeds verschenen feuilleton-nummers van onze Indiëu reeds bezwaarlijk te gaan, qn ware den roman „LORE VAN TOLLEN” van W. Heimburg, gratis. De eenige vraag, die beslissen mag, isAcht ge met een minder drukkend stelsel uw Vader land veilig Nu kan meu voor de defensie of een huur leger in het veld brengen, of een volksleger of een leger met remplajjanten, óf eindelijk eeu leger, naar het beginsel vau persoonlijken dienstplicht georganiseerd; maar voor Nederland is een huurleger ondenkbaar, een volksleger onbereikbaar, en staat dus feitelijk de keus voor Nederland gansch niet saam fe brengen. Het eigenaardige toch van een huurleger is, dat het bijna geheel in dionst moet blijven en elke reserve mist. Bovendien, vreemdelingen zijn bijna niet meer aan te werven, en bij de nationale antipathie, zelfs min bruikbaar. En hoeveel eigen landgenooten men voor geld onder BURGEMEESTER en WETHOUDERS der i de wapenen brengt, zie dat maar aan het kleine getal beroepssoldaten, dat onze regimenten telt. Met dat stelsel rekent men dan ook niet. Een soort volksleger^ gelijk Zwitserland heeft, blijft altoos van zeer zwakke formatie, kan alleen ontstaan in landen, waar een goed ge deelte van de bevolking toch schutter van beroep is, en laat zich alleen denken in een Staat, die, door zijn natuurlijke ligging gedekt, tijd, ruim tijd zelfs, heeft om zich op een aanval voor te bereiden. In Zwitserland loopt veel van dit alles saam. Daarom heeft men in Z ^itserland dit stelsel dan ook toegepast. Maar sinds de andere Staten zich zwaarder wapenden, en ook de Zwitsersche grenzen meer bloot kwamen door het spoorwegnet, is men ook in Zwitserland reeds van de voorliefde voor dit stelsel terug gekomen, en gaan van alle zijden stemmen op, om het „volksleger" te begraven. Ten onzent schijnt het denkbeeld, om een „volksleger" in te voeren, dan dusver ook door byua geen officier van naam bepleit te zijn. Wel traden er goedgezinde burgers op die met dit denkbeeld dwepen. Maar eer men op hun wenschen zal kunnen ingaan, dient dit algemeene denkbeeld in zijn toepassing op onze Nederlandsehe toestanden dan toch nader ontwikkeld en toegelicht te worden, en zou er een gunstig getuigenis van mannen van het vak bij moeten liggen, eer er een voorslag in staat van wijzen was, die op ernstig gehoor kon rekenen. Voorshands blyven we daarom geen andere keuze zien dan tusschen eeu militieleger, met recht van uitkoop, en een militieleger uit alle rangen en standen des volks; en blijft zóó de keuze staan, dan achten we, tot tijd en wijle men ons beter inlichte, de invoering van het laatste stelsel een noodzakelijk kwaad. Niet, dat we met dat stelsel dwepen, of ook de betrekkelijke voordeelen vau het andere stelsel niet inzien. Maar het gaat om de onafhankelijkheid van ons Vaderland. En als we daa zien, hoe de legers zonder remplagantensteisel dusver nog altoos de legers met remplagantenstelsel onbarmhartig en op verpletterende wys geslagen hebben, dan mis sen we metterdaad den moed, om ons Vader land aan de proefneming met het laatste te wagen. Zelts machtige Staten als Oostenrijk en Frankrijk, militaire machten van den eersten rang, zijn door het kleinere Pruisen, straks door andere Duitsche Staten geholpen, zoo reddeloos en hopeloos geëeraseerd, dat ze geen vinger meer verroeren konden, en beiden hadden hun leger naar het romplagantenstelsel ingericht. Na Sadowa begrijpt Oostenrijk dan ook waarin zijn dwaasheid schoot, laat op eens dit foutieve stelsel los, en voert terstond den per soonlijken dienstplicht in. En na Sédan ziet ge Frankrijk evenzoo met het remplayantenstelsel breken en met een energie, die uw bewondering wekt, het Prui sische stelsel invoeren. "Welke grond is er dan, om te meenen I dat Nederland ten dezen alleen een uitzondering .n do .11 do i den- varm# op den regel zal maken? "Wat zou ons vrijheid schenken, om het nogmaals met een remplagautenleger te wagen? We zien het niet in. En tot tijd en wijle men ons een geheel nieuw licht over deze materie deed opgaan, zouden wij voor ons aandeel de verantwoorde lijkheid van zulk een proefneming niet durven aanvaarden. Wel voelen we wat er tegen is, en we achten de bezwaren, die het thans schier overal aangenomen stelsel drukken, niet geringja, al gevoelden we die zelven niet, we zouden uit eerbied voor anderer bedenking niets liever doen dan uit den weg gaan. Maar we herhalen het: quaestie van liever of niet liever. De eenige vraag, die beslissen mag, is De Tijd is het in dezen niot met zijn vriend, de Standaard, eens, zooals blijkt uit’t volgende, ’t geen de Tijd op het artikel van de Standaard laat volgen „Wij zullen heden op een uitvoerige bespre king van dit artikel niet ingaan. Moet men aannemen, dat de Standaard de meeuing weergeeft van de regeering en van de geheele anti-revolutionaire partij, dan ziet het er met onzen politieken toestand donker uit. Ten bewijze van de consequentie, waartoe de redeneeringen van de Standaard rechtstreeks leiden, uiene alleen nog het volgende, aan hetzelfde artikel van het anti-revolutionaire hoofdorgaan ontleend: „Als over een paar jaar de wapening van onzen mogelyken vijand nog versterkt werd, en hij ten leste ook de vrouwen in het geweer riep, dan zou het ons hoegenaamd niets baten, of’ we al oordeelden dat vrouwen niet vechten mogen; maar ook de Nederlandsehe vrouw zou er aan moeten." Wy vragen: Veroordeelt dergelyke over drijving niet het geheele stelsel? En ook: "Waar blijft de waarborg, dat de te verieeneu vrijstellingen, bij invoering van den persoonlijken dienstplicht, zullen geëerbiedigd blyven, indien een blad als de Standaard nu reeds verklaart, dat zoodra een machtige nabuur voorging, men ook zelfs de Nederlandsehe vrouwen by het leger zou moeten inlijven? Nederland, schijnt de Standaard met zijn sterk gekozen voorbeeld te willen zeggen, is verplicht de grootere Staten in alles, ook zelfs in de meest overdreven uitingen van militarisme, te volgen. Onze lezers weten dat wij daarover anders denken. Toch schijnt de Standaard eenigszins tot ons gevoelen genaderd, waar hij de afschaffing der plaatsvervanging „een kwaad*, zij het dan ook „eennoodzakelijk kwaad* noemt; vroeger heette het blad die afschaffing, als wy ons niet bedrie gen, een zaak vau beginsel." Omtrent do plannen der regeering betreffende de belastingen, schrijft de N. B. Ct. „Al wat men op het gebied der belastingen schijnt te wachten te hebben, is de wyziging in de heffing Van invoerrechten. En „over het verre van onbeteekend bedrag", daaruit te ver- krygen, wordt reeds bij voorbaat beschikt, tot dekking o. a. van de uitgaven voor de schoolwet. In plaats dus vau verlichting van druk, verhoo- ging van lusten. Wat de regeering voor heeft met de grondbelasting, voor zoover de ongebouw de eigendommen betreft, weet men èa uit de discussie over de schoolwet èn uit de troonrede. Ook dat komt neer op verzwaring van lasten. Uit de troonrede viel op te maken, dat het hoogere bedrag, uit de grondbelasting te verkrij-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1889 | | pagina 1