JO\EL FORTUNAT.
BUITENLAND.
den heer
d<
h
J
ii
a
o
t
e
o
i
g
d
v
t
n
v
I
v
h
d
t<
t
o
h
ii
n
U'
„Dragosch heeft gelijk 1“ riep de pope uit.
vVat ia dan uw plan vroeg Belie. „Het
vonnis is volgens de wet van kracht, op dit
oogenblik behoort Ounce ons niet meer toe 1“
„Wat,® stoof Dragosch op, terwijl hg den
burgemeester een duebtigeu oorveeg toediende,
„wat, Ounce behoort ons niet meer toe? Ik
wil hem wel eens zien, die zulks durft beweren
en als gij geen oude-wgven zijt, dan zult gij
hetzelfde doeu wat onze vaders gedaan hebben,
als men hun goed wilde uautusten 1 Wg grijpen
naar 't geweer, naar de bgl en deu dorschvlegel
en slaan ieder dood, dio zien verstout ons een
duimoreed gronds van Ouuee te ontnemen hebt
gij mg begrepen
De vrgboeren begrepen hem; het bewustzijn
van het hun aangedane onrecht had in hunne
gemoederen een totale verwarring van rechts
begrippen veroorzaaktdat men hun deu grond,
die hen voedde, waaraan zij mot al de vezelen
van hun gemoed gehecht waren, ontnomen kon,
scheen hun iets mousterachtigs, iets onbegrijpe
lijks te zijn. En als dut onbegrijpelijke nu toch
gebeurde, dan was het bun recht, hun plicht,
zich daartegen te verzetten, het mocht niet
door het kiezen van slechte advocaten de schuld
waren van den treurigen afloop van het proces.
Mgnheer Belie ontwikkelde daarbij een o ver
te
B
w
Cl
li
01
in
J<
du
bt
Vu
Ei
da
de
de
ge
mi
ge
he
va
he
scl
ko
rei
Fe
gei
4" ko:
mu
Bof
dei
bindenden woordenvloed, endeoude, aanstekelyke
phrasen uit zijne indertgd niet gehouden rede
voering, vloeiden van zyne lippen dat het oen
aard had. Hij was steeds toegerust met een
hoop acteu en met een oud burgerlijk wetboek,
waaruit hij artikelen voorlas, expliceerde en
bewees, dat den vrijboeren ecu hemeltergend
onrecht was aangedaan.
„Wat spreekt gij van slechte advocaten!"
schreeuwde hg daarbij, „al had ouzo Lieven Heer
zelf ons verdedigd, dan zou hot nog mets gebaat
hebben het was eene vooruit opgemaakte zaak,
ons in het verderf to stoiten, er bestaat geen
recht moer in het landwij loven in het dorp
Cremene® (eene beeldsprakigo uitdrukking voor
anarchistische toestanden).
Pope Konstantin had zich eveneens in do
jurisprudentie vun dit proces iugeworkt, en als
Belie zich heoseh geschreeuwd had, dan was
hg geregeld gewoon don hoornen bril op zgn
roodon nous te zotten, uit do acten belangrijke
schuldigingen trachtten te ontzenuwen, dat zjj gedeelten voor te lezen en nieuwe argumenten
11 - ki 1 aan dio van den burgemeester toe te voegen.
Alleen Dragosch hield zich rustig, en terwijl de Wh
anderen schreeuwden, in woordenwisseling waren goed
Nu in de laatste jaren de stoomvaart zich in
Friesland zoo belangrijk heelt uitgebreid, hebben
de vaarten door de zuiging der booten zooveel
te lijden, dat ze, niettegenstaande de belangrgke
kosten daaraan besteed, niet in goeden staat
zijn te houden. Gedeputeerde Staten hebben
daarom aan de Staten voorgesteld, het reglement
op de waterstaatswerken, in onderhoud en beheer
bij de provincie, iu dien zin te wijzigen, dat
voor bepaald aan te wijzen vaarten het bevaren
met stoombooton alleen geoorloofd zal zijn
krachtens een speciale door Ged. Staten te
vorleenon vergunning, waaraan door hea voor-
waarden kunnen verbonden worden. Zonder
nadeel voor de belangen van handel en verkeer
kunnen toch eischon van beperking der snelheid
ot der afmetingen van de schepen gesteld worden,
Een roman uit Rumenië van Marco Bkociner.
XL.
Sedert te Banesti de jobstijding was doorge
drongen, dat het hof van cassatie het hooger
beroep van de vrijboeren verworpen had, heerschte
er eene doffe gisting in het stadjeNaftali’s
herberg was sedert dien dag alle avonden vol
drinkende vrijboeren, die urenlang over het
proces spraken en hun verdriet over het verlies
van hun erfgoed door woeste verwouschingen lucht
gaven. Het heftigst gedroegen zich pope Kon
stantin en de burgemeester Dumitru Belie, die
op deze wijze de tegen hen ingébrachte be-
dor loonen.
Aan het debat namen verder deel Richter,
die zich beslist verklaarde tegen de verhooging
der uitgaven, in het bijzonder voor do marine;
en die de koloniale politiek levendig bestreed
Bennigsen, dio tegenover Richter de groote
hervormingen op het gebied van zelfbestuur en
schoolwezen en de algemeene verbetering in den
toestand der bevolking, in al haar lagen, in het
licht stelde, en eindelijk Rickert, die de beschou
wingen van Bennigsen bestreed.
Heden Maandag is de socialistenwet aan do
orde. Men zegt dat Bismarck zich hierbij ook
vooraf verzekerd hoeft van de medewerking van
Bennigsen, het hoofd der nationaal-liberalo partij.
In dat geval zal echter nog moeten blijken of
zijn vrienden geneigd zullen bevonden worden
hem te volgen, daar velen meenen, dat de enkele
verzachtende bepalingen, die het ontwerp bevat,
niet opwegon tegen den onbepaalden duur, die
men thans aan de wet goven wil, terwijl zij
vroeger telkens slechts voor óen of twee jaar
van kracht was. Bismarck moet echter voor
het geval dor verwerping met ontbinding van
den Rijksdag gedreigd hebben,
De leden van het centrum hielden Vrijdag
een vergadering, waarin de socialistenwet ter
sprake kwam en zeer ongunstig beoordeeld werd.
Algemeen was men van oordool dat de wet in
haar tegeuwoordigen vorm onaannemelijk is.
Men besloot in den Rijksdag een voorstel te
doen om haar naar een commissie vau 28 leden
te verzenden.
De centrumpartij in den Rijksdag heeft een
voorstel iugedieud van de volgende strekking
Dienstplichtigen, dio zich wijden aan de studie
der theologie van een kerkgenootschap, of van
eene met ruchtspersoonlgkheid bestaande kerk,
zullen, voor zoover zij niet zei ven aanvraag doen
om vroeger iu militairen dienst te worden gesteld,
tgdens hunne studie tot hun 26ste jaar voor-
ioopig niet in dienst worden genomen. Wanneer
ze biunen dien tijd, op grond van afgelegd
examen, onder de cundidaton voor het geostelgk
ambt worden opgeuomen, of de subdiaeonauts-
wgding ontvangen, zullen zg, ingeval zg zich
niet ter volbrenging vau don dienstplicht aan
melden, geheel en al van militairen dienst
bevrgd big ven.
In de toelichting wordt het volgende aange
voerd
Volgens de bestaande wetsbepalingen worden
geestelijken in tijd vau vrede slechts in beperkte
mate, daarentegen tijdens oorlog iu het geheel
mot opgeroepen tot deu dioust met bot wapen.
De opleiding van den soldaat in vredestijd heeft
echter niet ten doel, hem voor alsdan, maar
voor tijd van oorlog bruikbaar te maken. Naar
dien nu de wet bepaalt, dut de bovenbedoelde
personen toch niet tot dienst met wapenen mogen
worden gebezigd, kan het ook geen militair
belaug hebben, hen in vredestgd in aetieven
dienst te stellen. Bovendien bestaan er voldoende
redenen om in het belaug der kerx en der
muutscnappelgke orde ben vrg te stellen.
Met afwgking van een vroeger voorstel te
dier zake heeft de centrumpartg dus een tacul-
tatieven vorm der vrgstelliug gekozen, door aan
de hier bedoelde personen vrg te laten of zg al
dan niet in militairen dieust willen gaan.
Van andere zgde wordt echter daartegen
aaugevoerd, dut daardoor in alle geval een
privilege zou worden in het leven geroepen
tegenover omlerwgzers der volksscholen eu
candidaton voor de uetrekking van onderwijzer,
die hunnen militairen dienstplicht vervullen, al
is het onder zexere begunstigingen, bjv. inkor
ting van oeieuingstgd.
De Duitscne jacaten Kaiser en Hohenzollern,
en mot da vuisten op tafel sloegen, zat hij daar
somber in zich-zelf gekeerd met de brandende
sigaar tusschen de tanden, en scheen niets te
hooien van ’t geen er rondom hem gebeurde.
Menigmaal echter, als de pope of de burge
meester een bijzonder toelichtend argument ten
beste gegeven had, spuwde hij ver van zich at
en mompelde „God moge uen straffen 1“
Maar toen Behe op zekeren avond aan de
vrijboeren voorstelde, om een smeekbede tot den
landheer te richten, toen sprong hij op en zei
met sombere kalmte: „Als wij een smeekbede
opstellen, dan verklaren wij daardoor dat wg
het vonuis erkennen, dan smeokon wg om genade,
en dat mogen wij niet. Geen rechter op de
wereld is bevoegd, ons het eigendomsrecht te
ontzeggen op den grond en de bezittingen, welke
ons van oudsher toebehooreu geen rechter op
de wereld, zeg ik u
„Maar zij hebben het toch gedaan!" wierp
Belie hem tegen.
„Zij hebben het gedaan,® schreeuwde Dragosch,
„maar dat vonnis bestaat voor ons niet, en ik
wil wel eens zien, wie het wagen zal, ons ons
l te ontrooven 1“
OVERZICHT.
Uit Londen wordt gemeld, dat de vrees voor
een nieuwe werkstaking in de dokken grooter
wordt. Er heerscht groote ontevredenheid tus
schen de vorige werkstakers en hen die bleven
voortwerken (de „blacklegs®.) De sjouwerlieden
spreken nu ook van werkstaking. Met het oog
op het vele werk dat ligt te wachten zou dit
zeer te betreuren zijn. De ondorhandelingen
worden voortgezet door bemiddeling van lord
Brassey.
De Fransche regeering heeft, naar men
zich herinneren zal, vóór de jongste algemeene
verkiezingen gedreigd, dat zij maatregelen nemen
zou tegen geestelijken, die zich in de verkie
zingen mengden. Thans verneemt men, dat zij
55 pastoors of kapelaans geschorst heeft, dio
zich niet aan die waarschuwing gestoord hadden.
De vraag of de losbandigheid der pers in
Frankrijk door wijziging dor wetgeving moet
worden gebreideld, houdt nog steeds de aandacht
bezig. Zooals men weet, heeft de heer Rcinach
aangekondigd, dat hij zal voorstellen de perswet
van 1881 af te schaffen en de pers onder het
gemoene recht te stellen. Volgens hetgomeeno
recht valt laster, smaad en beleediging door
woorden onder de jurisdictie der correctioneelo
rechtbank en den aangeklaagde is hot niet geoor
loofd, het bewijs der waarheid vau zijne bewering
te leveren. Volgens de perswet daarentegen
oordeelen in alle gevallen, in welke do gelasterde
of beleedigdo een openbare positie bekleedt, de
gezworenen en de aangeklaagde wordt tot hot
bewijs der waarheid toegelaton.
Deze bepaling is voor ministers en andere
hooge ambtenaren dikwgls onaangenaam geweest
en de regeering schijnt dan ook niet ongeneigd
te zijn Reinach’s voorstel te ondersteunen.
Inderdaad is de toon van sommige bladen, als
de Intransigeant, de Presse, de Autorité enz.
van dien aard, dat velen, die voorstanders zgn
der vrijheid, gaarne zouden zien, dat aan dat
schelden en lasteren een einde werd gemaakt.
Nu vreest men evenwel, dat niet alleen tegen
zulke bladen vervolgingen zullen worden ingo-
steld, maar dat ieder oppositieblad er aan zal
blootstaan en ook, dat de rechter het wel wat
al te veel zijn plicht zou achten do gestelde
macuten in bescherming te nemen. Men herin
nert zich, dat in 1877 Gambetta voor de cor-
rectioueele rechtbank terecht stond, omdat hg
had gezegd, dat maarschalk Mac Mahon had
to kiezen tusschen se soumettre ou se démettre,
en dat hij voor deze zeker niet beleedigeude
woorden tot zes maanden gevangenis werd ver
oordeeld.
Woensdag heeft do Duitsche Rijksdag de
behandeling van do begroeting iu eerste lezing
ton einde gebracht. De staats-secretaris der
schatkist heeft de grieven tegen het stolsel der
suikerbelasting bestreden en gezegd dat het
resultaat van de internationale poging om tot
afschaffing der premien te geraken, waartoe
ook Duitschland heeft medegewerkt, moest
worden afgewacht. Bescherming of vrije handel
noemde hg slechts een vraag van opportuniteit,
voor het oogenblik achtte hij terugkeer tot
deu vrijen handel echter geheel onmogelijk.
De staatssecretaris Von Bötticher toonde uit
de haudelsbalans de onafgebroken stijging van
den uitvoer aan; bij het verbod van don invoer
vau varkens waren het gezondheidsredenen,
welke den doorslag moesten geven, maar de
prijsverhooging is niot alleen het gevolg vun
het verbod van invoer, gelgk ook blgkt uit do
prgzen in de naburige landen. Ten slotte beriep
de spreker zich ook op de algemeene verhooging
gel
wel
aisi
gro
hm
Ko
doo
ma:
gev
zag
nog
lam
wgz
treil
niets
sta ui
geru
naar
scho
■tuna
plooi
blau
zich
In do voorgaande week ontving een op de
Hoogstraat te Rotterdam wonende heer een
brief, waarin hem werd bericht, dat hij zich
aan verregaande onzedelijke handelingen had
schuldig gemaakt, en dat openbaarheid aap die
zaak zou gegeven worden, indien hij niet in
bemiddeling trad met den schrijver van den
brief. De heer, dadelijk begrijpende dat het te
doen was om hem geld af te persen, zeide tot
den brenger van den brief, die hem ook mede
deelde dat de zaak voor geld wel af te maken
zou zijn, dat de schrijver den volgenden dag maar
eens bij hem moest' komen. Daar het den ont
vanger van den brief te doen was om den dader
aan de politie over te geven, bereidde hij zijne
komst voor door twee zijner knechts met een
eind touw en ieder met een stok gewapend in
zijne keuken te plaatsen, naast de kamer, waarin
hij den man wilde ontvangen. Te 12 ureu des
middags kwam werkelijk de brenger van den
brief weer bij hem aan huis met een als heer
gekleed man, die zeide de patroon te zijn, terwijl
de ander zich voor knecht uitgaf. Hg liet den
„patroon® bij hem binnenkomen en den knecht
buiten wachten. Na den man in bedoelde kamer
een stoel te hebben aangeboden, zoodanig dat
hij mot zijn rug zat naar de deur, in de nabij
heid waarvan de beide knechts zich bevonden,
en naar eene andere deur, waar de echtgenoote
van den heer des huizes zich in een nevenvertrek
bevond, begon er een gesprek, waarin de man
den heer weder mededeelde, en ditmaal zeer
gedetailleerd, dat hij zich aan zeer onzedelijke
handelingen had schuldig gemaakt, terwijl hij
beweerde couranten- en feuilletonschrijver te
zijn, en hem dreigde het geval publiek te zullen
maken, indien hij niet eene zekere som betaalde.
Na lang praten bood de heer hem f 25 aan,
mits hij een bewijs van ontvangst schreef,
waarmede de man ten slotte genoegen nam.
Nadat dit bewijs geschreven was, nam de heer
des huizes het van de tafel, en dreigde den man
aan de politie te zullen overgeven, waarop de
man onmiddellijk opsprong en op den heer
aanvloog. Onmiddellijk snelden nu de beide
knechts toe, grepen den man vast, bonden hem
aan handen en voeten en hals, en legden hem
zóó in een hoek van de kamer neer. Hierna
werd politie gehaald en de man, na losgemaakt
te zijn, gearresteerd. Hij bleek oen oude be
kende der politie te zijn en is naar de strafge
vangenis overgebracht.
buffet. Na zijn heengaan bemerkte men eerst,
dat 7 a 8 zilveren vorken en 3 zilveren lepels
ontvreemd waren. Het onmiddellijk door de
gemeente-politie ingesteld onderzoek bracht aan
het licht, dat de verdachte was vertrokken naar
Rotterdam. Aan de politie aldaar is, met opgave
van signalement, verzocht hem op te sporen en
aan te houden.
welke zeer ten voordeele van de behoorlijke
instandhouding dier vaarten en der wallen van
de daaraan grenzende landen zijn.
8 N E E K, 5 November.
Het heden van wege de kiesvereeniging
„Burgertrouw1* alhier verzonden adres (in ons
vorig nummer hebben wij reeds melding gemaakt
van het daaromtrent genomen besluit der ver
gadering) aan de Eerste Kamer, in zake het
schoolwetsontwerp-Mackay, luidt als volgt
Aan
de Eerste Kamer der Staten Generaal,
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen
het bestuur der Kiesvereeniging Burgertrouw
te Sneek, daartoe gemachtigd in eene vergade
ring der leden gehouden op Zaterdag 26 Oct. jl.
dat het met leedwezen heeft kennisgenomen
van sommige artikelen in het wetsontwerp tot
gedeeltelijke Herziening van de Wet van 17
Augustus 1878, wolk wetsontwerp, na door do
Tweede Kamer te zijn aangenomen, thans aan
Uwe goedkeuring zal worden onderworpen;
dat dit leedwezen niet zijn oorzaak heeft in
do subsidiëu, uit to keuren aan het bijzonder
onderwijs
dat integendeel onze verooniging waardeert
het streven iu dit wetsontwerp neergelegd, om
het bijzonder onderwijs door strengere eischen
eu door financieelen steun in peil te verhoogen
maar dat ouzo vereeniging ten diepste betreurt,
dut een gedeelte van deu meerderen financieelen
steun, geschonken aan het bijzonder onderwijs,
wordt gevonden, door aan het meerendeol der
Gemeenten to outtiekkeu, oen gedeelte van don
financieelen steun voor haar openbaar ouderwijs
dat met name Art. 12, 24 en 45 ernstigo
bezorgdheid doet ontstaan, dat het peil van het
openbaar lager onderwijs, in stede van te rijzen,
op den duur zal dalen
dat dus, naar het oordeel van adressant het
bijzonder onderwijs wordt verheven niot naast,
maar gedeeltelijk ten koste van het openbaar
onderwijs
dat immers ten gevolge van de vreemdsoortige
opleiding van onderwijzers volgens Art. 12, het
wetenschappelijk peil van do aanstaande onder
wijzers grooten kans loopt te dalen
dat tengevolge van Art. 24 de personeelo
krachten ton behoevo van het openbaar onderwijs
zullen dalen
dat tengevolge van Art. 45 de financieele
hulpmiddelen, waarover do Gomeenteu ten be
hoeve van haar openbaar onderwijs kunnen
beschikken, zullen verminderen
dat hierdoor aan het openbaar onderwijs èu
wetenschappelijke èa personeelo, èu financieele
krachten worden onttrokken eu dus het gebulte
en omvang daarvan zal verminderen
dat, vooral nu nog steeds, bg gemis aan leer
plicht, het recht van de ouders tut verwaarloozing
hunner kinderen gehandhaafd is, iedere vermin
dering vau gehalte en om vang van liet openbaar
onderwijs, de zoo noodzukelyke vermeerdering
van volksontwikkeling zal tegenhouden
dat naar het bescheiden oordeel van adressant
het tegenhoudeu van de volksontwikkeling, niet
is in bet waaraebtig volks belaug
dat dus het volksbelang verwerping van dit
wetsontwerp wenschelgk maakt
redenen waarom adressant Uwe vergadering
eerbiedig verzoekt het aauhangige wctsontweip
niet aan te nemen.
’t Welk doende enz.
Het Bestuur der Kiesvereeniging Burgertrouw,
J. IIOUWINK, Voorzitter.
JOHs. 11. SC11IJFSMA, 8ecretaris.
D. LA MEI, Penningmeester.
c
i
i
D)
I
1
C
I