MfflS- H WIBTHT1HUD WH lilMLffl H HIRRWlllSSïfflT vil l.k
d
T
w
No 101.
1889.
ik
S.
liet
WOEJNSÖA.CF
18 D E C I J 3113 E R,
«j
J
■k aai
H I K Mi E N L A A O.
d
i doctor
pet
>m
er
pt,
Lig
m
a
3
4.
5.
18.
20.
11.
12.
14.
15.
19.
)-
t*
a
k
!g,‘
ioe
leen
oud
reer
zult
Deze is verplicht die kaart aan de bij art. 18
de schoolwet oog noch oor was.
„Die Kaarten worden ingericlit naar een door L L'..I
te
an
r-
m 4
el
en
>g
a-
Ln
e-
in
er
n
2
3
6
7
8
9
10
13
16
17 en
in do.
in
an den
i warml
id. I
de prei
rinionieJ
kt blaa
riep zij
’tjj
ij haai9
iw vanl
daar
e ver*
p haar
o maiL
woa|
u ii 1
jskleu-
ij hadj
borsi
iet deil
castiscM
jeieuda
H. BAKKER,
I. SMIT,
Th. de VRIES,
8. BAARDA,
E. PUSMA,
D. BOELENS,
K. GROENEVELD
N. 8. de VRIES,
F. JOUSTRA,
P. SEVENSMA,
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden /l.—franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave el redactie betreffende, franco
in te zenden.
maakt/
BEKENDMA K ING.
ARBEIDSWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek vestigen de aandacht van
Belanghebbenden op de Wet van 5 Mei 1889
(Staatsblad no. 48,) houdende bepalingen tot het
tegengaan van overmatigen engevauriyken arbeid
van jeugdige personen en van vrouwen, welke
Wet op 1 Januari 1890 in werking treedt.
In het byzonder worden de volgende artikelen
dier W et in herinnering gebracht
„Art. 10. Het hooid of de bestuurder van
„een bedryt of eene onderneming, waarin of
„waarvoor een persoon beneden zestien jaren
„arbeid verricht in fabrieken en werkplaatsen,
„moet in het bezit zyn van eene kaart, houdende
„opgave van den uaam, de voornamen, den dag
„en de plaats van goboorte van dien persoon,
„van den uaam en de woonplaats van het hoofd
„des gezins, waarbij, of van het gesticht, waarin
„die persoon in woont en van het hoofd of den
„bestuurder van het bedrijf of de onderneming.®
„bedoelde ambtenaren op aanvrage te vertoonen.®
„Ons vast te stellen model en worden geteekend
„en afgegeven door of van wege den Burge*
„meester der Gemeente, binnen welke dejeugdige
„persoon arbeid zal verrichten. De kaarten en
de navolgende personen
W. van der ZEE, voor Wjjk 1 en
n
BEKENDMAKING.
Inschrijving voor de Nationale Militie.
Burgemeester vn Wethouders voornoemd^
ALMA, Burgemeester.
BENIN EW1TZ, Secretaris.
JELLE v. d. MEULEN, voerde Schipper*.
Sneek, 3 December 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
De Tweede Kamer hoopt alzoo meldt meu
uit Dea Haag deze week, met behulp van
avondzitliugeu op Maandag, Woensdag eu Vrij
dag, door den begrootingsarbeid heen te komen,
teneinde zoo mogelijk Zaterdag 21 dezer op
reces uiteen te gaan.
De Nieuwe Koerier weet mede te deelen
dat er door de Limburgsche Tweede Kamerleden
pogingen zullen worden aangewend om op de
staatsbegrooting (financiën) een post te brengen
ten gunste van de nieuw op te richten parochie
i te America, een Peelkolonie met een bevolking
j van 450 personen, die tot dusver slechts uiterst
i bezwaarlijk hun godsdienstplichten konden waar
in het land bestond die spanning niet. Daar nemen en wier armoede een beletsel is om uit
s hij I
;eheel
eons I
nociit j
•ecies, 1
in zou I
:t haai I
j zou
irdenl
streek j
ooren.
op het
ver-
n der
eene WITTE KAART (voor een man of
jongen)
of eeue BRUINE KAART (voor eene vrouw
of meisje.)
Bovendien moet door of voor ieder aan de
woning waar hij lijdelijk aanwezig is, ingovuld
worden
eene GROENE KAART (voor een tijdelijk
aanwezigen man of jongen)
of eene ROODE KAART (voor eene tijdelijk
aanwezige vrouw of meisje).
Het hoofd van ieder gezin of de bestuurder
van iedere instelling, gebouw, gesticht of schip,
waar de kaarten worden bezorgd, is verplicht
voor de behoorlijke invulling zorg te dragen.
Deze zorgö er dus voor, dat aan den teller,
wanneer hij de kaarten bezorgt, worde op
gegeven hoeveel witte, bruine, greene of
roode kaarten er in de woning noodig zijn.
Overtreding van de voorschriften betreffende
de volkstelling wordt krachtens artikel 20 der
wet van 15 April 1886 (Staatsblad h°. 64),
gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien
dagen of geldboete van ten hoogste honderd gulden.
De nauwkeurige, door de volkstelling te ver-
krygen kennis der bevolking is eene zaak van
algemeen belang. Tot het verkrijgen dier ken
nis is noodig, dat alle vragen op elke kaart met
de meest mogelijke nauwkeurigheid en Vjlledig~
heid worden beantwoord.
Op verzoek der Regeering noodigen Burge
meester en Wethouders allen met aandrang uit,
door nauwkeurige eu volledige invulling der
kaarten tot het welslagen der volkstelling mede
te werken.
Tot tellers binnen deze gemeente zyn benoemd
als
iren B
«•oer
‘<en.
aan.
uore
het II
jrtia I
rwijl I
(den.
eren B
den- 1
raaie I
oude
haar
d zoo
haar. 1
zijner 1
heen, I
beide 1
eestal I
die
7de Vollsstelliiijs’.
(Wet van 22 April 1879, Staatsblad no. 63)
(Koninklijk besluit van 21 Augustus 1889,
Staatsblad no. 108
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek brengen ter algemeene kennis, dut dit
jaar zal gehouden worden de 1de algemeene
tienjaarlijksche volkstelling.
Deze heelt ten doel de aanwijzing van allen
die te middernacht tusschen 31 December 1889
en 1 Januari 1890 hunne werkelyke woonplaats
binnen Nederland hebben
Deze allen worden aangewezen, onverschillig
of zij op genoemd tijdstip in hunne woning al
dan niet aanwezig zyn.
Ook worden aangewezen zij die, zonder wer
kelijke woonplaats binnen Nederland te hebben,
op genoemd tydstip aldaar aanwezig zyn.
Omtrent deze allen moeten de opgaven verstrekt
worden, die gevraagd worden op kaarten, die
tusschen 26 December 1889 en 1 Januari 1890
zullen worden rondbezorgd, en dadelyk na
Nieuwjaar zullen worden teruggehaald.
Door of voor ieder moet aan zyue woning
worden ingevuld.
voelde men vrij zeker, dat de Eerste Kamer
aan zou nemen. Maar in de Haagscbe kringen,
die aan politiek doen, was de spanning op
kookhitte gekomen. En toen eindelijk op 6
December de beslissing kwam, had dit zulk een
oufspanuing ten gevolge, dat men praten kon
als Brugman, maar er op geen attentie meer
viel te rekenen.
Enkele stokpaardjes reden nog wel uit. Een
schermutseling op kleine schaal greep wel plaats.
Eu minister Mackay teonde dour oen kostelijke
speech weer zijn byzondoro geschiktheid voor
premierschap. Maar van leer getrokken is er
ditmaal niet.
Noch de anti-revolutionairen, noch de roomsch-
katholieke staatsparty is in principieel debat
gekomen. Over de oeconomische quaestie raakte
even de tong los. Voor de eer van de vlag
heelt een enkel lid het kabinet gesecondeerd.
Maar het had niets van een parlementairen
veldslag.
Hoe verklaarbaar dit nu ook zy, toch doet
het on* leed, omdat er de miskenning van de
macht van het woord in ligt.
Een kabinet, dat klaren wijn niet slechts in
den kelder heeft, maar ook inschenkt en princi
pieel zijn overtuiging uitspreekt, beschikt over
een ongemeeneu invloed om de geesten te be
werken. Een standpunt, om af te wachten of
er voor een wetsontwerp kans van slagen komt,
is een standpunt waarop men do teugels uit de
handen geeft, en rustig op den bok zitten blijft,
tot de paarden zoo vriéndelijk zyn eigen bewo-
giug van stal te loepen.
Toch kan er nog eenige schade, althans bij
oorlog, worden ingehaald. By oorlog geldt hot
een quaestie, die geen oogenblik uitstel lydt.
Ook de lezing van het advies van generaal
Reuter versterkte ons in de overtuiging, dat
het gevaar waaraan we blootstaan, veel sterker
i» dan de goè gemeente gemeenlijk deukt.®
Dezer dagen gaf de Standaard zijn partij-
geuooten den raad om alleen van de subsidie,
in de schoolwet toegezegd, gebruik te makeu
voor werkelijk noodlijdende scholen.
Do Maasbode is in deze een andere meening
toegedaan. „Zulk een raad, schrijft het blad,
zouden wij don katholieken niet geven, zelfs ai
hadden wy scholen, die zonder subsidie zouden
kunnen bestaan, la zulk genal gaven wy veeleer
de vermaning, alles te nemen wat men krygen
kan eu, als men geld te veel heeft, het ia
schenken aan minder bevoorrechte scholen. Wij
zien geen enkele reden waarom wij den Staat
de met zooveel moeite verworven subsidie geheel
of gedeeltelijk schenken zouden. De anti
revolutionairen behoeven daarom ons voorbeeld
niet te volgen. Niemand belet hen tegenover
den Staat „grand seigneur® te spelen.®
De iudruk dien het algemeen debat over de
Staatsbegrooting op de aland, maakte, wordt
aldus weergegeven.
De algemeene discussiën over de Staatsbe
grooting waren ditmaal mat en tam.
Er zat gang noch pit noch vuur in.
Dat kwam van de schoolwet.
De vraag wat de Eerste Kamer zou doen,
had onbegrypelykerwys onze staatslieden in zulk
eeu onrustige spanning gebracht, dat er voor
iets anders dan het votum dezer Kamer over
iï
A EVER TENTIEN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents
▼oor eiken regel meer 71/, Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den Uitgever,
„en
,de daarvoor noodige geboorte-extracten worden
,kosteloos verstrekt.
„Binnen tweemaal vier en twintig uren na
„het eindigen van de arbeidsbetrekking tus-
„schen den jeugdigen persoon en hem, die dezen
„arbeid deed verriehten, is het hoofd of de
„bestuurder van het bedrijf of de onderneming
„verplicht de betrokkelyke kaart, na daarop den
„dag van opneming en van ontslag te hebben
„vermeld, terug te bezorgen bij den Burgemees
ter, door of vanwege wien zij werd afgegeven.®
„Art. 11. Het hoofd of de bestuurder van
„een bedrijf of eene onderneming, waarin of
„waarvoor een persoon beneden zestien jaar of
„eene vrouw arbeid verricht in fabrieken en
„werkplaatsen, is verplicht te zorgen, dat in
„zijne fabriek of werkplaats, op eene plaats, waar
„arbeid wordt verricht, steeds op eene zichtbare
„wijze w opgehangen, eene door hem endertee-
„kende en door of' vanwege den Burgemeester
„gewaarmerkte lijst, vermeldende de namen eu
„de voornamen van dien persoon of die vrouw
„en voor ieder ia het bijzonder den aanvaug en
„het einde van den werktijd, de werkuren en
„het etmaal bestemd tot wekeljjkschen rustdag.
„Voor bepaalde bedrijven kan door ons bij
„algomeenen maatregel van bestuur, vrijstelling
„verleend worden van de verplichting, om op
„de bedeelde lijst de werkuren te vermelden.®
„Het huofd of de bestuurder van eeu bedrijf
„of eene onderneming, bedoeld in het eerste lid,
„is verplicht te zorgen, dat een afschrift of
„uittreksel van de by dat lid vermelde lijst steeds
„op eene zichtbare wyze is opgehangen iu elk
„arbeidslokaal, daartoe door of vanwege ouzeu
„Minister, met du uitvoering van deze wet belast,
„aangewezen.®
„Art. 23. Op arbeid in of voor ’t schippers- of
„visschersbedryf, aan boord van vaartuigen
„verricht, zyn niet toepasselijk de artt. 5, 6, 7,
„9, 10, 11 eu 15 en evenmin, voor zooveel
„betreft aan boord wonende kinderen of pupillen
„vau den schipper, art 3.®
„Op arbeid, verricht in of voor een bedrijf,
„iu de eigen woning van het hoofd of den
„bestuurder daarvan, die het aldaar zonder hulp
„vau anderen dan zijn echtgenoot, bloed- of'
„aanverwanten, tot den vierden graad ingesleten,
„en pupillen uitoefent, zijn de artt. 10 en 11
„niet toepasselyk.®
Aan belanghebbenden wordt voorts bekend
gemaakt, dat de in art. 10 bedoelde kaarten
kosteloos zyu te verkrijgen ter gemeente-secreta-
rie, op scbnhelyke aauvraag, inhoudende de iu
bet le lid van art 10 genoemde opgaven.
Sneek, 13 December 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoe/nd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
UIT DE PERS.
Sjort,
S1EEKER COURANT.
O’
ICü
■>u.
<1
10
1
n
le
ta
tja
lla
u
ut
rft-
ia-
c©
trf
aa
Ur
a«
en
tn
a
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente S ueek,
Gelet op art 19 der Wet op de Nationale Militie Van 19 Au
gustus 1861 (Staatsblad uo. 72) eu op de Wet va» 1 Mei 1863
'Staatsblad uo. 44).
Brengen door deze ter kennis der ingezetenen, dat bij hoofd
stuk III dier wet, handelende over de inschrijving voor de
tniliüe, onder anderen voorkomt het navolgende
Art. lö. Jaarlijks worden voor de Militie ingesohreven alle
«aannelijke ingezetenen, die op den laten Januari van het jaar
hun 19de jaar waren ingetreden.
Voor ingezeten wordt gehouden:
1. hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, ot,
zyn beide overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet
van den 28steu Juli lb50 (Staatsblad no. 41);
2. hij, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende de
laatste, tuin het in de eerste zinsnede van dit artikel vermelde
tijdstip voorafgaande, achttien maanden in Nederland verblijf
hield
3. hij, vail wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al
ds Ryn voogd geen ingezeten, mits hjj binnen het ryk verblijf
houdt,.
Voor-ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling, beboe
tende tol eenen Staat, waar de Nederlander niet aan den ver
plichten krijgsdienst is onderworpen of waar ten aauzien van
dienstplichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is aange
nomen.
Art. 16. De inschrijving geschiedt;
1. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, ©i,
is deze overleden; de moeder, of, zijn beiden overleden, de
voogd woont;
2. van een gehuwde en van een weduwnaar ia de gemeente
waar hij woont;
3. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door
'dezen-is•achtergelaten, of wiens Voogd buiten 's lands geves
tigd is, in de gemeente waar hy woont;
4. van den buiten ’s lands wonendeu zoon van een Neder
lander, die ter zake van ’s lands dienst i-n tea vreemd land
woont, in de gemeente waar zijn vader of voogd het lautst in
■Nederland gewoond heeft.
Art. 17. Voor de militie wordt niet ingeschreven;
1. de 4n een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een in*
-gezeten, die geen Nederlander is;
2. de in een vreemd Ryk verblijf houdende ouderlooze zoon
van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten
3. de zuon van een Nederlander, die, ter zake van ’s Lands
dienst in ’s Rijks Overzeesche bezittingen en Koloniën woont.
Art. 18. Elk, die volgens art. 15 behoort ie worden inge
schreven, is verplicht, zich daartoe bij Burgemeester en Wet
houders aan te geven tusschen den Isten en 31sten Januari.
Bij ongesteldheid, -afwezigheid of ontstentenis is zijn valer,
-of is deze overleden, zijne moeder, oi zyu beiden overleden',
zijn voogd tot het doen van die aangifte verplicht.
Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19de jaar,
doch vóór het volbrengen van zijn 20ste ingezeten wordt, is
verplicht, zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te
geven bij Burgemeester en Wethouders der Gemeente, waar de
inschrijving, volgens art. 16 moet geschieden.
Daarbij gelden de bepalingen der 2de en 3de zinsnede van
art. 18.
Zijne inschrijving geschiedt in het register van het jaar, waar
toe hij volgens zijn leeftijd behoort.
Naar aanleiding van bovenstaande bepalingen maken Burge*
meesteren Wethouders verder bekend, dat op VRIJDAG den
3eu JANU ARI 18yu, ten Gemeentehuize -alhier eene bijzondere zit
ting zal worden gehouden tot inschrijving der mannelijke in-
zezetenen, die op den Isten Januari 1890 hun 19de jaar zijn
iugetreden, en die alzoo geboren zijn in 1871, en wel voor
Wyk 1, 3 en 4
5, 6, 7 en 8
9, J0. 11 en 12
13, 14, 15 en 16
17, 18, 19 eu 20 m iiuiuiuuug» i w
Terwyl overigens de inschrijving ter Secretarie dezer gemeen
te kan geschieden van 'a morgens 9 tol ’s namiddags 1 uur.
BmEek. den 17 December 1889.
8
W
1}
n
X T w AS UU
V
’s vooriaiddags 9 uur,
’s middags 12
’s namiddags 1
nnHinu.1’