Slums- ffl 1DIIH WIBHUD TOOK B CMfflHffllIEimomiSSfflHSlHIi inscMirafi voor fls Nationale Militie. *8 k L No. 3. V J J F-E N-V ERTIG8TE A R G A N G. 1890 to W O E 5 S I) JV o 8 J N U -A. El, ssa K i K X L .1 v H. 00, 50 h Ar sea in 153 •ft ad tor Alle brieven in te zenden, De heer S. te Stadskanaal, die Maandag te Wildervank van de tram viel, is aan de gevolgen overleden. de het zal or- iet ,e- er en 'er - sis t. ADVERTENT1ËN voor eiken regel meer belangrijk lager. Voerwaarden daaromtrent den Uitgever, van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents 7’/» Cents. Bij abonnement is de prijs -j te vernemen bij des aan. alle ims. sela ider mg jilig ude gdo me- ?or*a ken a eze 1 aan 1 vier len. lijk J van een waar- zeer geruitnen tijd van alle werkzaamheden te ont- r Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden /l.franco per post 1.25. en stukken, uitgave oi redactie betreffende, franco j^Tegen de le luits. v. L. der huzaren en K, van het 2e regiment vestingartillerie, beiden te Amsterdam in garnizoen, die half November jl. met elkaar op de sabel hebben geduelleerd, is, naar ’t N. y. d. D. verneemt, rechtsingang ver leend. Zij zullen deswege voor den krijgsraad in het 4e militair arrondissement terecht staan. Over de aanleiding tot het duel, wordt aan de N. R. Cl. het volgende geschreven: Het eerste nummer is verschenen van het Geïllustreerd Nieuws van den Dag, een week blad, uitgegeven door de firma F. B. van Ditmar te Utrecht. De uitgever heeft zich van de medewerking van een zeer groot aantal schrij vers en teekenaars verzekerd. l/z hoogere grondbelasting niet wenseht te betalen, kan zijn grond in eigen beheer nemen of ver- koopen. De bepaling zou alleen bezwarend zijn voor de geldbeleggers-landkoopers. Maar dat die soort maatschappij-bedervers bezwaren ondervinden, daarover aanstonds nog een enkel woord. 3. De staat zou bij de grondbelasting de progressie kunnen invoeren. Niet om daardoor de belasting meer evenredig te maken aan de draagkracht, zooals soms wordt beweerd, maar om het groot-grondbezit tegen te gaan. Want in de eerste plaats is het grondbezit een veel te slechte maatstaf voor de bepaling der draag kracht; en in de tweede plaats zou het hoogst onbillijk zijn, de progressie in te voeren bij de belasting van één bepaalde klasse van vermogens, terwijl al de overige werden vrijgelaten. Bo vendien is het een grove dwaling, aan de grond belasting geheel het karakter toe te schrijven van belasting. Bij koop en verkoop is er reke ning mede gehoudeu, en heeft een belangrijk deel ervan de eigenschappen aangenomen vun een vast servituut. Alléén uit een agrarisch oogpunt dus zou het te verdedigen zijn, het groote grondbezit sterker te belasten dan het kleine. Maar dan moest de progressie niet zóó vroeg beginnen, dat daardoor het in stand blijven van behoorlijk groote boer derijen zou worden tegengewerkt. In Groningen, Friesland en Noordholland bijvoorbeeld zouden de bezittingen van 30 a 60 H.A. kleiland nog proportioneel moeten zijn belast, omdat deze grootte voor een boerderij in den regel een niet onbelangrijk voordeeliger exploitatie toelaat dan de kleinere, en de nadeelen, aan groot grond bezit eigen, hier nog niet uoemenswaardig zich openbaren. In geen geval zou dus de progressie eerder moeten beginnen, dan bij een belastbare opbrengst van f3000 a f4000 (nieuwe schatting). De invoering zou voorts langzaam, geleidelijk en trapsgewijze plaats moeten hebben. Aan de voorgestelde maatregelen zouden groote voordeeien verbonden zijn. Door een maximum van grondbezit te bepalen en door tevens huur- plaatsen hooger te belasten dan die in eigen beheer, zou een radicale dam zijn opgeworpen tegen het groote grondbezit en tegelijk tegen het stelsel van verhuring bij opbod, la plaats van elkander bij openbare verhuringen de toe komst te beder ven, zouden de huurboeren eige naar of zetboer kunnen worden. Doordat de geldbeleggers-landkoopers van de markt waren geweerd, zou de grond in prijs moeten dalen en ondernemers-.vinst kunnen af werpen voor den eigen-geërfden boer, die daardoor sterk zou worden bevestigd in zijn positie en een krach tiger! steun zou vormen voor den nu steeds wankelender wordende staat. Groote vermogens, die tot nu toe een vast steunpunt vonden in landbezit, zouden op andere wijze moeten worden belegd, en meer kans loopen om ten deele vernietigd te worden. Kleine vermogens zouden, op een rentegevend grondbezit steunend, vermeerderen en meteen in veilige haven zijn geborgen. De gevallen, waarin de hypotheekhouder bet onderpand laat verkoopen, oi de boeren indirect te zijnen bate zich laat afsloven, zouden vrij zeker tot een minimum worden beperkt. Door progressie bij de grondbelasting in te voeren, en door tevens verhuurde plaatsen zwaar der te belasten dan die in eigen beheer, zou hetzelfde kunnen worden bereikt. Het eerste heeft nog bij het laatste voor, dat het gemak kelijker zou zijn in te voeren, en in de praktijk veel minder werk zou geven aan de rijks- ambtenaren. dat hij met deze klachten niet medegaat. Hij is van oordeel dat, al mag er hier en daar iets ontbreken, de regeling op doeltreffende wijze is ontworpen en voorbereid. Er zjjn zoo voegt hij er ten slotte bij nog zooveel wezenlijke zaken van belang, ons krijgswezen betreffende, waaraan met intelligente zorg moet voortgearbeid worden, dat de regee- ring wel wat anders te doen heeft, dan hare aandacht te wjjden aan zeer onwaarschijnlijke hypothesen van den oorlog op papier. Al lang genoeg lieten zich de vruchten van den arbeid der staatscommissie wachten. Nu de begrooting van oorlog als op de mat van de deur is afge hamerd, door de helft der leden van onze volks vertegenwoordiging (wat een ernst blijkt hieruit bij de behartiging van onze leger* en defensiebelangennu kunnen wij dan toch zeker spoedig die lang beloofde legerwetten ver wachten. Wij voor ons zegt Sprokkelaar hebben in de staatscommissie slechts een rem gezien en met de voorbeelden in andere landen, byv. in Belgie, Voor oogen, waar bij herhaling op het stuk van legerwetten zoodanige commis sion uit tal van oud-ministers van oorlog, gene raals en overtuigde miiitaire Kamerleden samen gesteld, toch tot niets hebben geleid, hebben wij steeds gevreesd, dat bij ons ook de arbeid der commissie op een avortement zou uitloopen. En het verslag der commissie was weinig geschikt, om ons ten deze gerust te stellen. Er komen in dat verslag verscheiden stellingen en opvat tingen voor, waaruit te herkennen is, dat wij hier met een mixtum compositum van uiteen- lo >pende opvattingen te maken hebben, en waar door het staatsstuk, zooals men in de letterkunde zegt, zondigt door gebrek aan „unite d’action.* Die zoo gewenschte eenheid hoopt hij wel in het ontwerp-legerwet terug te vinden, en daarop bestaat dan ook meer kans. In ’t jongste nommer van het Sociaal Weekbl. komt een schrijven voor van den heer J. Bs. Westerdijk te Oosterwytwerd over het verdwij nen van de eigengeërfde boerenstand. Daartegen doet hij drieërlei middelen aan de hand. 1. Overeenkomstig het wezen der licinische wetten, zou de staat een maximum kunnen vast stellen voor het grondbezit. Voor Nederlandsche toestanden zou b.v. eeu gezamenlijke belastbare opbrengst van ongeveer f 10,600 (nieuwe schat ting) hoog genoeg zyu, om ook nog groote en flink gedreven boerderijen toe te laten. Bleven hierbij de groote bezittingen, die reeds voor de invoering der wet zjn gevormd, ongemoeid in zoover, dat eerst bj versterf' van den tegenwoor- digen eigenaar tot verdeeling of gedeeltelijken verkoop moest worden overgegaan, dan zou het bezwaar van eerlijk verkregen rechten nagenoeg geheel verdwijnen. Voor landen, in erfpacht of beklemming bezeten, zouden erfpachter en beklemde moeten worden beschouwd als eige naar, omdat de eigenaar in naam in deze geval len slechts als bet ware een servituut op den grond bezit en niet geniet van de toe- of afname der grondrente. 2. Bj de grondbelasting zou de staat verschil kunnen maken tusschen verhuurd land en dat in eigen beheer, door van het eerste meer te heffen dan van net laatste. Het spreekt wel van zelf dat het, ter wille van de talrijke huur boeren, noodzakelyk zou zijn dit verschil niet ineens en met kracht in te voeren, maar eerst zwak; en na ommekomst van vaste tusschen- poozen telkens sterker, tot eindelijk het verschil zóo groot werd, dat verhuringen bij opbod na» niets." Sprokkelaar geeft daarbij den grondeigenaar. Ook hierbij w ordt het eigen- Wie de De bekende militaire medewerker van het Dagblad „Sprokkelaar" besprak in zijn laatste I nommer onzen militairen toestand. De opmerking I van een Duitsch officier van hoogeren rang, die 1 op de hoogte bleek te zijn van onze militaire dagblad-litteratuur: „Holland schijnt er, even- I als Belgie, twee legers op na te houden, waar- van het eene, dat op het papier, steeds iu 1 d nkbeeldige oorlogen is gewikkeld*, geeft hem I a nleiding tot het betoog, dat van weinig landen, A z lts niet van de zoogenaamd wèl militaire staten, 1 de pers van den dag zooveel plaats inruimt, in I groote dagbladen, voor beschouwingen hetkrjjgs- 1 wezen en de landsverdediging betreffende, om 1 niet te spreken nog van hoogst belangrijke 1 mededeeiingen van leger en vloot, als b.v. de H bestemming van een luitenant hier of daar tot 9 officier van wapening, of de benoeming van eeu a kwartiermeester tot secretaris eener voedings- commissie, dan in ons vaderland. Op het j gebied van groote krijgszaken wemelt het in ®onze dagbladen van betoogen en raadgevingen faan het adres der regeering, waarvan de meeste hplaas toch nog al mank gaan aan het gebrek van in hoefdzaak slechts negatief te zijn; wel af te breken en te veroordeelen, zonder daarnevens look practische, uitvoerbare verbeteringen aan rite geven. ’t Is niet onaardig, daarbij te zien, hoe enkele |Va11 de zoogenaamde gewichtige aangelegenheden, onze defensie betreffende, mode zijn geworden. 00 b.v. gaat er geen week voorby of het bom- fcoardement van Den Haag, wordt als een zeer .waarschijnlijke, heel natuurlijke eventualiteit ons voor oogengehouden als de onvermijdelijkste [lamp, die ons al dadelijk bij het uitbreken van sen oorlog in onze nabijheid wacht. Over dit (ombardement schreef Sprokkelaar reeds vroeger. -<en tweede mode-artikel is de mobilisatie. Die deelige resultaten zouden gaan opleveren iiuar r’a 1 o. -• i -■ - toelichting het een en ander, waaruit blykt i domsrecht niet onbillijk aangetast. Met ingang van den 2den Januari is het rijkslandbouw-proefstation te Groningen open gesteld en wel voor de volgende kringen: de provinciën Groningen en Drenthe en van de provincie Friesland de gemeenten Achtkarspelen, jEngwirden, Ameland, Barredeel, ’t Bildt, Dan- tumadeel, Dokkum, Doniawerstal, Ferwerdera- deel, Gaasteriand, Haskerland, Idaarderadeel, Kollumerland en Nieuwkruisland Oostdon- geradeel, Ooststellingwerf, Opsterland, Schier monnikoog, Schoterland, Sloten, Smallmgerland, i’ietjerksteradeel, Westdongeradeel, Weststeiling- werf, Wijmbritseradeel en IJlst. Te ’s Heer Arendskerke is op Nieuwsjaarsdag een poging tot moord gedaan op een boerenmeisje. Versmade liefde was er oorzaak van. De boe renarbeider Cornelia Schipper wachtte omstreeks half zes zijn vroeger meisje Machelina van Schaick op, terwijl zij uit hare woning kwam om boodschappen in Goes te doen. Toen zij weigerde in zijn gezelschap naar Goes te wan delen en zij daarom naar huis wilde terugkeeren, viel hij haar aan, wierp haar op den grond en bracht haar met eeu mes verscheidene wonden too aan de handen en vooral aan het hoofd; terwijl hare kleeiea overal de sporen droegen van de worsteling, die er had plaats gegrepen. Een paar voorbijgangers die haar gepasseerd waren en op dat oogen blik naar het sou jat niets bespeurd hadden, keerden kort daarop terug, toen zij een zwak hulpgeroep hoorden en tracht ten den woesteling het mes te ontrukken, waar mee hij nog steeds pogingen aan wendde om zijn slachtoffer te treffen; bj die worsteling brak het mes ia tweeën en bekwam een der redders nog wonden aan de hand. Oischoon erg aan het hoofd gewond, schijnen de wonden vau het meisje niet levensgevaarlijk te zijn. Liter tot bewustzijn gekomen, heeft zij zelve de toedracht der zaak medegedeeld. De moordenaar nam de vlucht naar zijn huis, waar hij al spoedig gehan gen genomen werd. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, herinneren alle ingezetenen, die in 1871 zijn geboren en zich tot dusver niet voor de Nationale Militie, lichting 1891, hebben doen inschrijven, aan hunne verplichting, öm zich daartoe alsnog aan te geven vóór of 'uiterlijk op 31 Januari e. k. ter Secretarie dezer gemeente. Sneek, 3 Januari 1890. Burgemeester en Wethouders Voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. KENNISGEVING, BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneeh brengen ter openbare kennis ■dat het 2e Suppletoire-Kohier van den Hoofde- 'lijken Omslag, dienst 1889, goedgekeurd door heeren Gedeputeerde Staten van Friesland, bij besluit d.d. 2 Januari 11. no. 9, aan den Ge meente» Ontvanger ter invordering is ter hand gesteld en een ieder verplicht is, zijn aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen dat een Afschrift van dit Kohier van af den flen dezer, gedurende vijf maanden, ter Secretarie cezer gemeente ter inzage is neder gelegd, alle werkdagen van ’s morgens 9 tot ’s namiddags 1 uur. -Sneek, den 6 Januari 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester, BEN NEW IT Z, Secretaris. UIT DE PERS. Er schijnt aan de ministerieele departementen tegenwoordig druk gearbeid te worden om de wetsontwerpen betreffende de organisatie vau onze levende strijdkrachten nog deze maand gereed te krjjgeu ter verzending naar den Ruud van State. Naar wordt gemeld is de heer Verniers der Loeff, lid der Tweede Kamer, door ernstige ongesteldheid aangetast, die hem schijnlijk zal verplichten zich gedurende houden. «V ,J 8 e 6 6 ®e- 3I'd icob lit met wka nna j en aren o de dv, <iv elia, :geb. dert teer, van l. - i. “WEEK tot

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1890 | | pagina 1