9
«IfflWS- HI IDISffi m DIM M DE
HMWIIIWmomSSfflWSMK
lasclirijvino mms Nationale Militie.
No. 5.
1890.
Is,
ol
WOENSDAG
15 JANLA E I,
Do bewoging door don hoer Tindal op touw
90,
50
maar
>ut een geval, waarin zij zich, niet heeft
is;
tan
lea
in
53
lat
,ytt
te
en
Ütt
irk
'la-
on,
an.
do
Ion
ide
Sn»
lelt
te
«W»
lea
jat.
H.\ Binger, lid der firma Gebr, Binger. ••Behalve
als hoofd zijner industrieele zaak, was de heer
Binger goed bekend als letterkundige en dichter.
Hij had veel kennis van en groote vereering
voor onze oude litteratuur en stond steeds vooraan
in de rijen als een gedenkdag de minnaars der
Oud-Nedcrlandsche letteren bijeenbracht.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents
▼oor eiken regel meer 7’/s Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij
den Uitgever.
Do heer mr. 8. J. liingst, raadsheer in den
Hoogen Raad, is aan de ernstige ziekte, die hem
had aangegrepen, bezweken. Sedert 1883 was
Op verschillende plaatsen van ons land blijft
de influenza oftewel griep heorschen. Vooral
op de plaatsen waar vele personen bijeen zijn
in- scholen, kazernen, post- en telegraafkantoren,
fabrieken en werkplaatsen, enz. schijnt do
vatbaarheid groot te zijn.
Doktors en apothekers hebben de handen vol.
In de stadsapotheek te Amsterdam is de drukte
overstelpend. Do drukste dag van de vorige week
is Maandag geweest. Toen kwam men tot circa
2500 recepten.
Omtrent den toestand op andere plaatsen kan
door de volgende berichten een denkbeeld
worden gegeven. Te Rotterdam is de hoogere
burgerschool voor meisjes gesloton, voorloopig
tot Maandag, omdat het meerendecl der leera-
rossen ongesteld is. De lessen bij den hoofdcursus
in Den Bosch zijn mede tijdelyk gestaakt. Het
getal gri'eplijders' onder de cadets der Militaire
Academie is geklommen tot honderd, bijna een
erde van het gehoele getal, Het militaire
i juspitaal te Breda is voorts geheel gevuld met
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.franco per post 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
ia te sendee.
Over de maatregelen, door do besturen der
bijzondere scholen te notnea met het oog op de
nieuwe schoolwet, werden dezer dagen door do
Tijcl eenige raededeeliogen gedaan. Naar aan
leiding van eenige opmerkingen aan ’t slot schrylt
dr. Schaepman aan ’t blad het volgende:
„De laatste zinsneden van uw opmerkingen
over de uitvoerig van de schoolwet gaan, naar
mijn bescheiden meaning, uit van de onderstelling
dat de subsidie-aanvragen voor de bjjzondere
scholen nog in deze maand, Januari 1890, aan
de Gedeputeerde Staten moeten worden ingezou
den. Dut is onjuist. Deze aanvragen behoorea
eerst in Januari 1891 te geschieden.
„Immers, in art. 54bis leest mea: „Jaarlijks
in de maand Januari zendt het bestuur, dat op
een rijksbijdrage krachtens dit artikel over het
voorgaande gaar aanspraak maakt,enz.
Over het voorgaande jaar.
Welk is dit voorgaande jaar? Een jaar waaróp
de wet toepasselijk is.
„Nu zegt art. 5 der wet van 8 December
1889 (Staatsblad no. 175): „Art 54 bis wordt
voor het eerst toogcpast op het dienstjaar 1890.“
„Er is dus geen sprake van, dat meu in deze
maand Januari subsidie-aanvragen zou hebben
in te zenden. Immers, eerst in 1890 gaat het
recht op subsidie art. 54bis in werking."
neer men de lijn van hot gezag recht dóórtrekt,
is het al heel moeilijk om bij den opstand to
belanden. Het eenige instituut, waar het gezag
wordt gehandhaafd, is de katholieke kérk.
„Te zeggen dat het gezag onder de protes
tanten krachtens hun beginsel niet kan gehand
haafd worden, is een waarheid ais een koe.
Zoo heeft er dan ook niemand aan getwijfeld,
dat de eigenzinnige, die zijn telkaart niet wilde
invullen, een bijbellezer was, waarschijnlijk
doleerend of afgescheiden.*
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek, herinneren alle ingezetenen,
die in 1871 zijn geboren - on zich tot dusver
niet voor de Nationale Militie, lichting 1891,
bobben doen inschrijven, aan hunno verplichting,
om zich daartoe alsnog aan te geven vóór of
tuterl(jk op 31 Januari e. k. ter Secretarie
dezer gemeente.
Snoek, 3 Januari 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
UIT DE PERS.
zieken uit het garnizoen. To Maastricht zijn
alle openbare lagere scholen, benevens de gees
telijke scholen gesloten wegens ziekte. In do
gevangenis voor meisjes te. Montfoort ligt de
grootste helft der verpleegden ziek, enz. enz.
Op het verzoek der’commissie in Den Haag,
die ter eore der nagedachtenis van den heer
Vosmaer een fontein wilde plaatsen in da
Schêvoningscho boschjes, werd door B. eu W.
prac advies uitgebracht in afwijzeudeu zin. B.
en W. wilden voor de gemeente de verplichting
niot op zich nemen om aldaar voortdurend water
verkrijgbaar te stellenzij waren ook bevreesd
dat ’t ontwerp niet mooi zou zijn een vrees
wel oenigszins gewettigd door de Cremer-bank
aldaar en spraken eindelijk de vrees uit dat
soortgelijke aanvragen te veel zouden inkomen
en dan ook niet zouden kunnen worden gewei
gerd. De hoeren dr. M. F. A. G. Campbell
en P. A M. Boelo van Haasbroek, de eerste
ais voorzitter, de tweede als secretaris van de
commissie, hebben zich nu tot den gemeenteraad
gewend met een adres, waarin zij de aandacht
vestigen op het weinig steekhoudende van de
bezwaren door B. en W. in hun prte-idvica
bijeengebracht tot afwijzing van het verzoek.
Zy wijzen er o. a. op dat de kosten aan
drinkwater voor de gemeente hoogten» f4 a f5
per jaar kunnen beloopen; dat het gevaar voor
beschadiging door baldadigheid gering is te
noemen, waar immers de Vcr-lluell-bank daar
voor gevrijwaard bleefdat de vraag of het
aangeboden monument de Scheveningsche bosch
jes zal verfraaien, wel niet aan twijfel onderhevig
is, daar het ontwerp van de hand is van Alma
Tademaeindelyk dat men de offervaardigheid,
gebloken bij het iuzamelen van bijdragen voor
liet Vosmaer-monumeut eu waaraan een schilder,
een beeldhouwer en een architect belangloos
zullaii medewerken, zelden zul vinden voor een
voor de gemeente hinderlijk „groot getal inge
zetenen, die te zijner tijd voor gelijke vereering
zouden in aanmerking komen." Zy dringen er
by den raad op aan niet te handelen conform
’t pree-advies van B. eu W.
da overledene lid van ons hoogste rechtscollege.
j*;. Over een brand, die Vrijdag nacht te Am-
Woensdag is te Amsterdam overleden dé;heer sterdam iu.de Biunen-Bautammerstraat. woedde
‘K Hin™.. im.m.. a,m- ineWt fle Stand, het volgende:
Uit hot perceel no. 18, waarin da sigarenwinkel
van den heer Oudoretsch was gevestigd, sloegen
te 2 uur des nachts de vlammen met hevig
geweld en het liet zich in den beginne reeds
aanzien, dat do blussching moeite kosten zou.
De brandweer, die spoedig ecu drietal brand
kranen en later een drietal stoomspuiten in
werking bracht, spande alle krachten in on was
binnen een uur het vuur meester, De perceelen
van dit gedeelte der straat zijn uiterst ondiep
de redding van do bewoners ging daardoor met
groote moeite gopaaid. De familieleden vau
don heer Ouderetsch moesten door het dakven
ster een uitweg zoeken en het gelukte allon een
goed heenkomen te vindon.
Daar verschijnt eensklaps in do dakgoot de
2ljarige dochter des huizes 1 Waar zal zij heen?
Het publiek op de straat roept het door schrik
overspannen meisje toe zich naar het dakvenster
van het belendende perceel te bégeven, maar
ook daar reeds sloegen de vlammen naar buiten
en was haar den uitweg afgesneden.
Driemaal beproefde zij dien weg te gaan,
telkens mislukte ’t haar.
„Biyf waar ge zyt, ge wordt gered 1“ klonk
boven het lawaai uit de stem van een brand
weerman, en met die vlugheid, die wij ia de
kloeke brandweer zoo waardeeren, stormden
eenige brandwachts en een burger naar boven
De opmerking van de Standaard over de
revolutiegeest en de volken die Rome getrouw
gebleven zijn, wordt door de N. IJselbode op de
volgende wijze beantwoord:
„Tot recht begrip dezer boutade van dr. Kuy-
per merken wij op, dat hij altijd gewoon is den
luister van zijn eigen maaksel, het doleerend
kerkje, voordeelig te laten uitkomen op den
zwarten achtergrond van de wereld omvattende
kerk van Christus. Dit is nu zoo eenmaal zijn
eigenaardigheid en wij kunnen ons ook moeilijk
een protestant voorstellen, die niet protesteert.
Houdt het protest op, dan moet de geloovige
protestant naar den ouden schaapstal terug.
„Wat liet tooschnjven van de revoluties aan
dt.n invloed der katholieke kerk betreft, dit is
dr. Kuypers antwoord op het oude verwijt,
door vele bevoegden, ook door de Muistre uitge
sproken, die in de groote revolutie de sprekende
trekken vau de dochter der Hervorming erken
nen. Opstand tegen het door God gestelde
gezag is de signatuur van beiden. En hoe
geleidelijk stamt de revolutie vau de Hervor
ming atl Immers indien God op het geestelijk
erf geen gezag heeft gewild, waartoe zou dat
gezag dan dienen op staatserf en maatschappe
lijk ert?
„Ook het feitelijk optreden der Hervormers
werd door hetzelfde geweld en dezelfde woest
heid gekenmerkt, die de revolutie te zien gaf.
„Terecht merkt overigens dr. Kuyper zelf
op, dat onder alle revoiutie-helden „geen enkel
ewijs dat een gebeurtenis zal plaats hebben waarachtig katholiek gevonden wordt® en
wat het dóórtrekken vau de lijnen betreft, wan-
ele
ikt
ige
eu-
■by
oe-
in
te
ikt
gezet over do gebreken van ons defensiestelsd,
ia leen beweging die door een drietal organen in
she do hoofdstitd wordt levendig gehouden, hooft een
diglDuitsch blad, de National Zeitung, aanleiding
eulgegeven tot oen kalmeorend woordje. „Onze
at0 Bnaburen in Holland winden zich weer geheel
®ht Inwdeloos op schrijft het blad. Gelijk altijd
0U|heet het ook nu weer: „Duitschland staat voor
II de poort®, en dat beneemt onze giudsche vrien-
|den den slaap, niettegenstaande Duitschlands
1 vriendschappelijke en loyale houding dergelijke
Idwazc bekommering ónmogelijk moest maken.®
I Dat de onrust trouwens niet algemeen is, bleek
oniuugs ten duidelijkste bij de behandeling der
pui'logsbegrooting in de Tweede Kamer. En in
po pers ontbreekt het evenmin aan kalmeerende
prti kelen. Nog dezer dagen gaf de N. R. C.
pnder den titel „Rusteloos, niet onrustig® een
artikel, waarin de stellingen van den heer Tia
ra 1 werden weersproken.
Nederland zoo spreekt het blad bezit
Igeou erkende of gewaarborgde neutraliteit. Met
schending van neutraliteit kan men dus niet te
Hoen hebben, alleen met een oorlogsverklaring,
en oen overval, als onder „schending der neu-
ftraliteit® wordt verstaan, is een wijze van Oorlog
verklaren volkomen in strijd met het volkenrecht,
en die men als zoodanig niot mag of kan aan-
ketneu van een anderen staat Op de vraag:
Lzal een naburige staat tot oorlogshandelingen
iovergaan zonder een voorafgaande oorlogsver-
jklariug?* luidt Nederland’s antwoord beslist:
ineen! En Nederland is verantwoord, wanneer
het geen maatregelen treft tegen zulk een on-
[denkbare, onrechtmatige eventualiteit.
I Is er spanning, dan heeft Nederland het recht
rich te mobiliseeren, evenals zyn tegenstander
dat recht bezit. Zoodanige spanning bestond in
11866, toen Pruisen uit zeb behoud verplicht was
gop te treden tegen staten, van welke het gevaar
bestond, dat zij bondgenooten zijner tegenpartij
koudon worden. Van handelingen, die tot zoo
danig gevaar aanleiding geven, heeft Nederland
[rich te onthouden, want daarin is uitsluitend
Biet gevaar voor Nederland gelegen. De leiding
|der politiek in andere staten berust niet in ban
kien van krijgszuchtige generaals, maar van
staatslieden wien het onmogelijk is het recht
jnet voeten te treden. De lotgevallen der staten
Rijn niet in handen van vandalen, maar van
kunnen die, onderwezen door de ervaring, de
k’ijshcid laten heorschen over den hartstocht,
■lolden andere grondiegels, dan zou het leven
pan een kleinen staat reeds vanzelf een onbe
staanbaarheid zijn. Het gevaar van 1867 kan
|e wijten geweest zijn aan de behoefte om op
Ben andere mogendheid pressie uit te oefenen.'
He elk geval heeft de inval toen niet plaats
lehad eu is het een zonderlinge logica, die het
voorgedaan. Het bewijs dat in vollen vrede
binnen een etmaal een vijandelijke inval gedaan
en gelukt zou zyn, is, naar het blad doet opmer
ken, niet geleverd. De bijgebraclite voorbeeldoa
zien aHe op tijden van oorlogstoestanten ol van
zoodanige verwikkeling, dat oorlog te verwach
ten en natuurlijk was.
Binnen redelijke grenzen d. i. voor het
geval dat oorlog verwacht kan worden moet
alles op tijdige en doelmatige mobilisatie worden
ingericht. Tot beantwoording der vraag of die
plicht vervuld is, verklaart de schrijver zich on
bevoegd. Het vraagstuk is moeilijk, omdat men
te doen heeft met tegenstrijdige beginselen, die
elk op zichzelf in abstracte juist zyn, en van
tien deskundigen zal ieder Vermoedelijk een
andere oplossing geven. Zonder het plan in
zyn geheel te kennen, kan men het intusschen
niet veroordoelenen nog minder opzettelijk plicht
verzuim onderstellen by beu wier taak het is
het uit te voeren.
Bij de geleverde becijfering van troepenmacht,
in Duitschland reeds dadelijk voor een inval in
Nederland beschikbaar, rekent men de Duitscho
garnizoenen zonder voorafgaande mobilisatie mede,
Zoo zou Duitschland in fiagranten strijd komen
met de gezonde beginselen eener oorlogs-mobi-
lisatie. Schrijver gelooft niet dut Duitschland
iets zoo avontuurlijks zou doen. Tegen zulk
een overstelping zonder voorafgaande verwikke
ling zou geen kleine staat, door welke maatre
gelen ook, opgewassen zijn. Wij moeten ondei-
stellen dat Nederland de gelegenheid zal hebben
zich te mobiliseeren. Meer tc vorderen ware
oen ongerijmdheid.
„Nederland aldus besluit het blad -blijve
voortgaau op den weg, gebaand door de traditie,
den weg van een volk, dat vrijheid aan orde
weet te paren in een wellicht nergens in die
gelukkige harmonie bestaande verhouding. Hot
hoede zich voor overdry ving, voor eon te haastig
oordeel en rekene met den eerbied, dien het van
elk ander rijk mag vorderen en aan zich zelveu
verschuldigd is.*
OEBK
!I#H
JB 1 IS N K M 9/A. W if.
i
b
4*
like
s.
V 5
f
l.
?ojr
L
ixna,
i t©
pt»