Hffi- 811IÏM.W8-111 111 rm III 1 «■mMimoMissEwsBn Wnrt NalionalB lililie. No. 6. 1890 fflÉMSSSSM N o. SS: g V j j F-H N-V K B R T I Q s T E VERKIEZ LJSIG EN. KENNISGEVING EN U1TNOOD1GING. NATIOHALE MILITIE. 18 J A A U A R f, H) do het werd. Alle brieven in te zenden. 0. 0. I: t” it er i- ft m t- tn ;lt )e in zeggen als men vooruitgeholpen. Hierdoor ontstond om en sa B De gemeenteraad van Eist heeft met op óen na aigemeene stemmen besloten aan den heer Th. 11. M. Valk, vroeger ontslagen als gemeente secretaris, alsnog een eervol ontslag te verleenea. Nadat dit voorstel wus aangenomen, zeide de voorzitter, baron Van der Jb’eitz, die indertjd met kracht, maar te vergeefs, voor den heer VnU ia. de bres is gesprongen: „Ik dank de Utereu, die tot dit besluit hebben medegewerkt, en Bij deze Courant behoort als bijblad Feuii- Joton-mimmer 54. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden /l.franco per post 1.25. en stukken, uitgave ol redactie betreffende, franco KENNISGEVING. De BURGEMEESTER der gemeente Sneek brengt ter openbare kennis, dat het kohier der Grondbelasting, dezer gemeente, dienstjaar 1890, door den Provincialen Inspecteur der Directe Belastingen te Leeuwarden gearresteerd den 15 Januari 1890, aan den Ontvanger der Rijksbe- lastingen te Sneek ter invordering is ter hand gesteld en dat een ieder verplicht is zijnen aan slag, op den bij de wet bepaalden* voet, te voldoen. Sneek den 16 Januari 1890. De Burgemeester voornoemd, ALMA. Voor eenigen tijd gaf de Standaard haar geestverwanten den raad om de subsidie voor de school, welke de nieuwe wet toestaat, alleen aan te vragen als men die bepaald noodig had. Daarentegen spoorde de Maasbode den roomsch katholieken dringend aan om de aanvrage in geen geval te verzuimen. Thans blijkt uiteen verklaring van de Nieuwe P. G. Ct. dat ook in het anti-revolutionaire kamp deze laatste op vatting veld wint. Dit blad toch wil wel aannemen dat er hier en daar een gelukkige school zal wezen die de subsidie kan missen, maar zij acht het toch voor de meesten noodig haar aan to vragen. Zelfs acht zij de besturen er zedelijk toe verplicht. „Immers aldus luidt haar redeneering de overheid, die zoo lang uitsluitend geschool meesterd heeft, draagt de zaak nu weer over aan de burgerijdat wil zeggen aan de ouders. „Dan belmoren de ouders, of wil men, de besturen die namens de ouders scholen oprichten en onderhouden, ook met beide handen de gele genheid, om Christelijke scholen voor de natie te openen, aan te grijpen en de middelen, door den staat verstrekt om dat onderwijs op het vereischte peil te brengen, te gebruiken. „Ihans in gebreke te blijven, zou verwaar- loozing van onze roeping zjn; een verzuimen van het ijzer te smeden nu het heet is. „Daar komt bij dut men door subsidie-aan- vrage zich onder niemand» voogdij stelt, ook niet van den staat. De staat laat u volkomen vrij, wat den geest en de inrichting van het onderwijs betreft; zijn controle gaat uitsluitend over het uitwendig karakter der School. „Om deze redenen achten we het niet alleen geoorloofd, maar plichtmatig subsidie aan te vra gen en aldus mede te werken tot uitvoering der schoolwet. „Haar bedoeling mag door onze traagheid niet worden verijdeld. De heer Henri lindal is natuurlijk alles behalve gesticht over de kalme wijze, waarop men zich in de Tweede Hamer van zijn bezwaar schrift in zake de defensie heeft afgemaakt. Uy heeft een nieuw adres thans aan de Eerste Ka mer gericht en daarin wederom zijn bedenkin gen ontwikkeld. Dit stuk is nog veel heftiger dan het vorige. ’t Begint met de verklaring dat hij, TindaF, na al hetgeen hij heett geschreven over den toe stand van ’s lauds weermiddelen, het onnoodig acht meer bewijzen bij te brengen voor zijn bewering, dat de onafhankelijkheid van ons vaderland geen oogenblik verzekerd is. Daarop herinnert hij wat hg heeft gedaan otn de gemoe deren wakker te schudden: zijn verhalen over den ouverhoedschea aanval van Duitscfiland en het bombardement van Den Haag. l'oen naailes niet hielp - wij meenen hier krachtens het 4de lid van art. 7 der Kieswet, aanspraak meenen te kunnen maken om geplaatst te worden op de kiezerslijsten, daarvan mede voor den 15 Februari e. k. aangifte te doen, volgens het daarvoor vastgesteld, ter Secretarie verkrijgbaar, model, met overlegging der bewijs stukken, waartoe in het geval van het 4e lid van bovengenoemd artikel 7 moeten belmoren het aanslagbiljet of authentiek afschrift daarvan, eene opgaaf van het bedrag van het aandeel in den aanslag en do bescheiden betrekkelijk het gemeenschappelijk bezit. Sueek, den 17 Januari 1899. De Voorzitter voornoom!, ALMA. De VOORZITTER van den Raad der ge meente Sneek, Gelet op art. 7 der Kieswet van 4 Juli 1859 (Staatsblad no. 37) zooals dut artikel is gewijzigd bi) art. VII der Additioneele bepalingen der Grondwet; Noodigt do mannelijke inwoners dezer Ge meente uit 1°. die in eene andere gemeente over aatstverloopen dienstjaar in de pcrsonecle be lasting naar eene hoogere huurwaarde, dau die Welke volgens art. 1, litt. A eu B, vau de wet »au 24 April 1843 (Staatsblad no. 15) aanspraak leeft op vermindering tot een derde of twee lerde gedeelten dier belasting naar de drie «rate grondslagen, of in de grondbelasting, tot 'en bedrag van ten minste tién gulden, zijn angeslagen, daarvan door overlegging der voor 'Uidatn geteeke ide aanslagbdjetten vóór den >5 Februari e. k. aan hem te doen blijken; 2’. die op grond van art. 1, sub C, of Uit Londen wordt aan het Hand, gemeld, dat volgens geloofwaardige berichten binnenkort waarschijnlijk de intrekking is te verwachten van de beperkende maatregelen omtrent deu invoer van vee uit ons laud eu zulks als gevolg vau de tusschenkomst v.m den Nederlandschcn gezant eu de bevredigende maatregelen der Nederlandsche regeeriug. Te Hoofdplaat blijft do strijd tusscheu bur gemeester en gemeenteraad nog steeds bestaan.’ Thans heett de commissaris des konings in Zee land den heer Jagerink, arts te Yzendyke, belast met deu doodschouw, de vaccine enz. Dienten gevolge kunnen overledenen, die niet onder dokters behandeling zijn geweest, toch ter laatste rustplaats bezorgd worden. Er blijft overigens nog veel, dat anders zju moest. Te Slikplaat staat het hoofd der school, tengevolge de ziekte eu het overlijden vau den hulponderwijzer, reeds maanden aileeu voor een aanzienlijk kindereatai. De inning der zak- en havengelden, de aanstelling vaneen vroedvrouw, de hoofdelijke omslag >89 blijft nog steeds op regeling wachten, en vermoedelijk zal de opma king van de begrooting voor 1899 nog wel m eeu ver verschiet liggen. ADVERTENT! ÉN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents voor eiken regel meer 7’/i Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. UIT DE P E R 8. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, herinneren alle ingezetenen, me in 1871 zijn geboren en zich tot dusver niet voor de Nationale Militie, lichting 1891, hebben doen inschrijven, aan hunne verplichting, om zich daartoe alsnog aan te geven vóór of 1 viterlijk op 31 Januari e. Ie. ter Secretarie «lezer gemeente. Sneek, 3 Januari 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. KENNISGEVING. De BURGEMEESTER der gemeente Sneek, Gelet op art. 26 der Wet op de Nationale Militie, van den 19 Augustus 1861 (Staatsblad no. 72); Brengt ter openbare kennis: dat het Register eu de daaruit opgemaakte alphabetische naam- lij-t van de ingeschrevenen, voor de lichting der Nationale Militie van 1890, van af den 18 tot en met 25 Januari e. k. ter Secretarie dezer gemeente voor elk ter lezing zijn nedergelegd en dat tegen register en lijst binnen den tijd der nederlegging bij den Commissaris des Konings dezer Provincie, op ougezegeld papier, bezwaron kunnen worden ingebracht en tegen bewijs van ontvang bij hem Burgemeester ingeleverd. Sneek den 17n Januari 1890. De Burgemeester voornoemd, ALMA. die hem dezer dagen werden toegezonden, dat men in andere landen deze zaken meer en meer gaat bespreken, terwijl hij grond heeft te vermoeden, dat dit binnenkort nog wel veel meer het geval zal zijn, „Welk schouwspel levereu wij aan Europa! Men bewijst zoo, dat er niets tegen te valt, dat Nederland weerloos is, zelfs het aanvalt na op volkomen regelmatige wijze den oorlog te hebben verklaard; men bowyst dat de minister vau oorlog totaal onbekwaam is voor zijn taak; het Nederlandsche leger, ja schier het geheele volk is om zoo te zeggen hiervan overtuigd, eu toch zou een invloedrijke groep belanghebbenden gedaan weten te krijgen dat alles op dezelfde wijze werd voortgezèt. Het leger heeft geen vertrouwen in een groot deel zijner aanvoerders. Zelfs bij de beste or ganisatie zou dit steeds noodlottig zijn voor ons vaderland in tijden van gevaar. „Er heerschen tegenwoordig toestanden bij ons, die dikwijls terug doen denken aan deu vervaltijd van do republiek der Vereenigde Nedoriandeu. Deze toestanden worden blootge legd, niemand kau zo meer ontkennen, en toch zou men ze onder allerlei voorwendsels willen doen voortduren „Adressant heeft te groet denkbeeld van de vaderlandsliefde van de leden der Eerste Kamer van de Staten-Geueraal om te gelooveu,dut dit zou kunnen gebeuren. Na al hetgeen adressant reeds over dit alles gezegd eu geschreven heeft, kan hg niet anders doen,, dan verzoeken, dat hut der Eerste Kamer der btaten-Generaal moge behagen maatregelen te nemen, om eeu einde te maken aan’ deu bestaanden onhoudbaren toestand eu de onaf hankelijkheid vau ons dierbaar vaderland te verzekeren." de eigen woorden van den schrijver te moeten weergeven noch brochures, noch dagblad artikelen, noch conferenties, noch requesten, noch memorien, besloot adressant weder een schrede verder te gaan. Thans bewees hij, dat zelfs in geval van oen regelmatig verklaarden oorlog het niet mogelijk zal zijn ons leger te mobili- ^seeren en voorts dat höt bij de tegenwoordige inrichting onzer weermiddelen ónmogelijk is ouzo onzijdigheid te handhaven of onze onafhanke lijkheid te verdedigen. Dit werd zoodanig be wezen, dat er thans geen sprake meer van was, dat adressant overdreef; het volk zoowel als het leger werd overtuigd, dat de beweringen vau den ondergeteekende waarheid bevatten. De dagbladpers vergat voor een oogenblik alle mo gelijke partijschap en de organen van alle par tijen getuigden, dat onze toestand zeer gevaar lijk is en dat het werkelijk bleek, dat de belan gen van onze defensie schromelijk verwaarloosd zijn. Niettegenstaande dit alles doet zich bij de behandeling van de begrooting van oorlog in de Tweede Kamer der Staten-Generaal hot merkwaardige geval voor, dat een toestand, die ons onafhankelijk volksbestaan in gevaar brengt, zelfs geen aanleiding geeft om hierover een woord te spreken." De kalmte van de Tweede Kamer noopt hem thans aan de Eerste Kamer nadere „onthullingen" te doen. Weer laten wij hier de eigen woorden volgen: „Sedert jaren zijn vele van de hoogste be trekkingen in hei leger niet gegeven aan de personen, die het meest geschikt waren om die betrekkingen te bekleeden, maar aan personen, die men om de een of andere reden wilde be gunstigen. Zóó komt ’t, dat thans vele gewichtige commando’s en hooge betrekkingen iu handen ziju van personen, die in het leger algemeen bekend zijn, als geheel ongeschikt voor deposi tie, waarin zy geplaatst zyn. „De begunstigden hadden weder hun vrienden en gunstelingen, die door hen werden bevoor deeld en in het Nederlandsche leger een groep, die zoo te zeggen alle macht ia handen heeft die er het grootste belang bij heeft, dat de zaken steeds op dezelfde wijze worden voortgezet." „In dit alles brengt men geen verandering door nieuwe wetten, hoe goed ook ontwórpen. Er is slechts één middel om hieraan een einde te maken aan het hoofd van het departement van oorlog kome een man te staan. Een man, die volkomen op de hoogte is van de verdediging van ons lund, maar die bovenal den moed en de kracht van karakter bezit, om zonder aanzien des persoons doortastende maatregelen te nemen. Ge personen, die belang hebben by het voort duren van den bestaanden gevaarly keu toestand, wenden, daar hun positie er van afhangt, al hun invloed aan eu die is groot om den tegeu- woordigeu minister van oorlog aan het houtd van zyn departement te handhaven. Zj gebrui ken hiertoe thans de schoon scuguende reden, dat men aan Z.llx. toch de gelegenheid moet geven om nieuwe lugerwetten iu te dienen en te verdedigen. Gelukt hen dit, dan is de groep weder gedurende eeaige jaren moester van den toestand, tot grooto schade vau tiet leger eu tot ongeluk van ons vaderland." Daarop zegt hij onderscheiden zaken, die zeer kwetsend zyn voor den minister vau oorlog, verwyt hem onkunde, gebrek aan begrip van verantwoordelijkheid, enz. enz. Het stuk wordt als volgt besloten „Het doet adressant, zooals hij reeds zeide, te meer leed, dat hg genoodzaakt werd, alles zoo iu het openbaar te bespreken, omdat hom blijkt uit eeu vyttigtal buitenlandscne bladen, A O M K ig M I A A A JL A A ill. s '17 R 15 so >5 5 U 6 27 20 or 41 or 1 or 10 io- 30 or 46 58 '8 9- 3- ,11 K -■

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1890 | | pagina 1