IS Fil f No. 12. V J J F-E N-V EERTIQSTE J 1890, 1. I .00. tigd s. 0 i am. ven- ir te no ,00, ,00, JlSi Eel het iten met rooi Ph. gen sen- leur 1,00 00. ,00. wordt het ontroofd van zijn aureool van chris telijkheid. Hij toch was de „christeu-staatsman" by uitnemendheiden de sterke party met dr. wens de premier heeft reeds in het begin der I week gezegd, dat de regeering de verantwoor- delykheid van den minister Keuchenius deelde. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden /l.franco per post f 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. ulo. rd ha- - -_a_ en, «Ggen, daarvan door overlegging der ■februari 2°. die op grond van indiening, zijnde den laatsten der maand Juni e. k., niet af te wachten, vermits die pre- tentiën, op dat tijdstip niet ingediend zijnde, volgens de wet van 8 November 1815 (Staats- blad no. 51), worden gehouden voor verjaard en vernietigd. Sneek den 7 Februari 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. UIT DE PERS. liberale votum ontleent zijn groote beteekenis aan de godsdienstige quaestie. De „doleerende" minister, die zich, zij het dan ook per abuis, vergrepen had tegen de Synode, moest vallen. En de liberale pers had al bij voorbaat een handje geholpen. Van het eerste Joptreden des ministers af waren bij tijd en wijle de kolommen der groote dagbladen gevuld met donkere profe- tien over den minister; bij voorbaat Was hij al veroordeeld, en steeds bij al zijn werken open baarde zich een oppositie, zooals die te voren nooit was gezien. Zóózeer werd de minister afgebroken, zóo veelvuldig waren de argumenten tegen hem, de uien en spotprentjes waren zóo komiek, dat iedereen, die steeds gehoord had dat de heer Keuchenius hoogst bekwaam en ijverig was, ongeloovig het hoofd moest schudden. En toch werd met ernstig gelaat door de tegenstanders verkondigd hoe knap, hoe geschikt Keuchenius was. Langzamerhand begon men die verklaring al voor ironie te houden. Maar niemand, die maar eenigszins met koloniale aangelegenheden bekend is, zal in ernst die opvatting deelem De bekwaamheden van den heer Keuchenius zijn overbekendzijn jarenlange ondervinding in de hooge ambten daar door hem bekleed en zijn van groote kennis getuigende adviezen als kamerlid, deden de schoonste verwachtingen koesteren. Maar Keuchenius was anti-revolutionair en was dat in merg en been. Als christelijk staatsman de verantwoordelijkheid voelende voor het heil van de aan zijn opperste leiding toevertrouwden, wilde hij het Kruis in plaats van de Halve Maan gesteld zien en dat men dit als aanleiding neemt, om hem ten val te brengen, is bedroe vend en betreuren wij ten zeerste." Do Tijd, het hoofdorgaan der roomsch-katho- lieke party, laat zich zeer scherp uit tegen de Eerste Kamer. Haar had gematigdheid en bescheidenheid beter gepast dan zulk een driest optreden, meent het blad. Omtrent de gebeurtenissen der naaste toekomst wil het blad vooralsnog geen voorspelling wagen. „Volgens onze staatkundige traditien lijdt het geen twijfel, of de heer Keuchenim zal zyn por tefeuille ter beschikking stellen. En om zijn kunde èu om de groote vereering, hem door een zeer groot gedeelte der anti-revolutionaire party toegedragen, wordt het geheele kabinet door het ontslag van den heer Keuchenius, indien het door den koning wordt aangenomen, zwaar ge troffen. Wij hopen en vertrouwen, dat uit do ministerieele crisis geen kabinets-crisis zal voort vloeien, welke in de gegeven omstandigheden de grootste verwarring en zeer licht mogelijk de jammerlykste politieke gevolgen zou na zich slepen, doch wij herhalen, dat de twintig liberale Eerste Kamerleden door de verwerping van het hoofdstuk koloniën een verantwoordelijkheid op zich hebben genomen, welke wij aan geen staats man toewenschen." De Maasbode staat geheel op hetzelfde stand punt als de Standaard. Het blad zegt dat de „partij des ongeloofs" den heer Keuchenius heeft doen vallen; immers Keuchenius is alleen ge slagen, omdat hij in de Oost het Christendom ten minste gelyke rechten wilde geven als aan den Koran en net Heidendom, en het eerste be schermen tegen de ambtenaren, die de laatsten om wille van tijdelijke voordeelen en ter vol doening van allerlei hartstochten verdedigen. Maar daardoor had de politiek van Keuchenius een geprononceerd karakter, zoo geprononceerd, dat hij niet afgescheiden kan worden van het Bij het votum, ’t welk den heer Keuchenius heeft getroffen, komt het in de eerste plaats aan op het oordeel van de toongevende blrden der rechterzijde: de anti-revolutionaire- en roomsch katholieke partij, waaruit het kabinet is voort gekomen. Vooral op de opinie van de Stan daard, aan wier hoofdredacteur indertijd de optreding van den heer Keuchenius in het kabinet Mackay is toegesehreven, dient met aan dacht te worden gelet. ’t Blijkt dat de Standaard den heer Keuche nius wil gehandhaafd zien. Na er op gewezen te hebben dat bij deze stemming blijkbaar van geen politieleen toeleg sprake was en ieder lid op eigen risico zijn stem heeft uitgebracht, zoo- dat wij feitelijk bij vergissing in een conflict zijn te land gekomen, vervolgt het blad. „Het spreekt van zelf: Het kabinet kan Keuchenius niet laten glippen. Reeds op zich zelf verraadt het geen politieke kracht, als een kabinet zich als een artisjok blad voor blad laat kaalplukken. En waar dit met een jong en minder beaend staatsman nog denkbaar ware, is het uiteraard ondenkbaar bij een man van Keuchenius positie. Hij toch zat maar niet in ’t kabinet, maar behoorde tot die mannen van po sitie, wier optreden aan’t kabinet karakter leende. Vooral nu kan Keuchenius niet losgelaten, nu hij feitelijk om geen andere reden zijn begrooting zag afstemmen, dan om wat een liberaal zijn „godsdienstwaanzin" noemde, maar wat door Mackay uitnemend gekarakteriseerd is als zijn opkomen voor het christelijk karakter der natie. Met volle recht heeft de premier zich daarbij losgemaakt van de medeverantwoordelijkheid voor eiken vorm van uitdrukking, waarin Keu chenius zijn bedoeling gekleed heeft. Keuche nius is te scherp belynd, om ook voor zijn vormen solidariteit te vragen. Maar op het hoofdpunt heeft Mackay heel het kabinet solidair verklaard. Do Coterie zal het zich moeten getroosten, dat hetgeen twintig van haar leden bestonden, haar als Coterie ten laste komt, en dat ze te staan komt niet enkel tegenover den minister van koloniën, maar tegenover „heel het kabinet.* Ook in latere artikels blijft de Stand, dit standpunt verdedigen. Ook op de houding der roomsch katholieke bladen dient in deze te worden gelet. Het is op- merkenswaardig dat ’t orgaan, waarin dr. Schaep- man nu en dan zijn artikelen plaatst, ’t Centrum, zich ongeveer eveneens uitlaat als de Stand. Het blad wijst er op dat het votum blijkbaar geheel alleen doelde op den heer Keuchenius. De bezwaren, tegen het beleid van den minister ingebracht, acht het Centrum bekend. Alleen wordt in herinnering gebracht, dat Keuchenius, de innig godsdienstige man, vervuld was van het ideaal der verbreiding van het Christendom in de koloniën. En de liberale Kamerleden hebben niet geschroomd onbewimpeld hem dat edel streven als een grief voor de voeten te werpen. Wel werden de opiumquaestie, de Atjehpolitiek en zelfs de muntregeling als voor naamste troeven daarbij uitgespeeld; maar het V E RKIECZI IN 013 Pi De VOORZITTER van den Raad der ge voel' Jïneente Sneek, Gelet op art. 7 der Kieswet van 4 Juli 1850 Staatsblad no. 37), zooals dat artikel is.gewij zigd bij art. VII der Additioneele bepalingen Ier Grondwet Noodigt de mannelyke inwoners dezer Ge- neente uit 1°. die in eene andere gemeente over het aatstverloopen dienstjaar in de personeele be ading naar eene hoogere huurwaarde, dan die welke volgens art. 1, litt. A en B. van de wet ven 24 April 1843 (Staatsblad no. 15) aanspraak geelt op vermindering tot een derde of twee ierde gedeelten dier belasting naar de drie eerste ponaslagen, of in de grondbelasting, tot een jedrag van ten minste tien gulden, zijn aange- S ij - vivC voor ^oldaan geteekende aanslagbiljetten vóór den 15 ■en ■•'eoruari e. k, aan hem te doen blijken 12 2°. die op grond van art. 1, sub C, of 5 a ■•achtens het 4de lid van art. 7 der Kieswet, Banspraak meenen te kunnen maken om ge plaatst te worden op de kiezerslijsten, daarvan ffliede vóór don 15 Februari e. k. aangifte te ■toen, volgens het daarvoor vastgesteld, ter Se cretarie verkrijgbaar, model, met overlegging Ier bewijsstukken, waartoe in het geval van het le lid van bovengenoemd artikel 7 moeten be- looren het aanslagbiljet of authentiek afschrift eene opgaaf van het bedrag van het mkkelyk het gemeenschappelijk bezit. De Voorzitter voornoemd, ALMA. kennisgeving. B-olino- voor (|e Nationale Militie. I BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, Gelet op art. 28 der Wet op de Nationale lilitie van den 19 Augustus 1861 (Staatsblad 10 72) en artt. 20 en 21 van Z. M. besluit van Ben 8en Mei 1862 (Staatsblad no. 46) Brengen ter openbare kennis, dat de loting Voor de lichting der Nationale Militie van 1890 Lrüzer gemeente, zal plaats hebben in de Con- •erizaa/ alhier op Vrydag, den 28sten Februari p-k., des voormiddags ten 9l/x ure; I dat op den 3en Maart d. a. v. ter gemeente- ■eeretarie door of vanwege de lotelingen aanvrage ■au geschieden voor de getuigschriften ter 'ekoining van vrijstelling van den dienst wegens i'oederdienst of als eenig wMig zoon', voorts dat om vrijstelling wegens eigen mili- dienst of dien van broeders te verkrygen, Ijken dienst, •ag, waaropD .Jaad wordt geopend, ter Secretarie voornoemd ÓM r!jdeii worden ingeleverd. feaeek, den len Februari 1890. I ’t Blad geeft in overweging de Eerste Kamer te ontbinden. Het Hand, verwachtte, dat de tegenpartij de bewering, dat het te doen is geweest om een „Christelijkon" minister ten val te brengen, zou te berde brengen. Maar het blad vreest geen oogenblik, dat de groote meerderheid dergenen, die oog hebben voor de algemeene belangen onder alle richtingen in den lande, de uitspraak der Eerste Kamer zal betreuren. Indien deze beslissing leidt tot de aftreding van den minister Keuchenius, zal dit voor het kabinet waarlijk geen verzwakking zijn en uit het partijbelang beschouwd, ware zijn aanblijven tot 1891 voor de liberalen zeker niet onvoor- deelig geweest. Maar in het belang van het land en van zijn koloniën zal het een ware verademing wezen, wanneer de heer Keuchenius wijkt voor de atkeuring die zijn beleid heeft getroffen en een taak nederlegt, waarvoor hy, trots al zijn bekwaamheid ,en ijver, volkomen ongeschikt is gebleken. De Amst. schrijft aan ’t slot van haar be schouwing: „De natie zal niet treuren over het heengaan van Keuchenius. Daarvoor heeft hij te weinig gedaan, wat zyn ministerschap waarde kon geven. Maar of het Nederlandsche volk steads dankbaar er voor zal zijn, dat de Eerste Kamer thans Keuchenius heenzond, om Bergan- sius en Dyserinck in het bezit hunner porte feuilles te laten dit betwijfelen wij zeer. Men zal later allicht tot de erkentenis moeten komen, dat onze Eerste Kamer, bewust of onbe wust, zich meer door partijpolitiek heeft laten leiden, dan door datgene, wat het wezenlijk belang des lands op dit oogenblik vorderde." Wij laten nog het oordeel van een paar libe rale bladen volgen. Zoo schrijft ’t Vad. „Wat ons betreft, ook wij hebben met ge mengde gevoelens van het votum kennis geno men. Om in te stemmen met de juichtonen, speciaal door het Hand aangeheveu, voelen wij ons allerminst gestemd. Wij hebben benoord tot hen, die na het bewind-Sprenger van Eyk het optreden van den heer Keuchenius een ver ademing achtten, en dat wij laagzamernand onze illusien moesten prijsgeven, heeft ons veel gekost. Wy wenschen in deze het belang van Indie in het oog te houden, afgescheiden van allo Ne derlandsche partij-politiek. En dan zullen wy allerminst ontkennen, dat er reden was, ja reden te over, om het onvruchtbare, in zekeren zin gevaarlijke ministerieele leven van don heer Keuchenius at te snijden, maar dan verwijlen wij niet bij het oogenblik, maar vragen niet zonder bekommering voorde toekomst: Wat nu? „Arm Indie, dat beurtelings aan verschillende regimes wordt onderworpen en den staatsman niet kan vinden, die met scherpen blik en vaste hand uw wonden peilt en de genezing weet aan te brengen, die noodig is 1 Zoo gij aan de twintig vraagt, die den val hebben veroorzaakt van den man, wiens optreden in Indische kringen met groote ingenomenheid is begroet, om na nog geen twee jaar voor de diepste teleurstelling en ergernis plaats te makenwat is uw program voor Indie en zoo gij aan de regeering vraagt: kent gy den man, die met ware liefde voor ludie bezield, in uw midden wil plaats nemen om Indie te geven wat het behoeft dan twijfelen wij, of gij een bevredigend antwoord zult hooren.” Voor het Kabinet is, meent de Midd. Ct. - - liet gebeurde een lastige zaak. Moet het den ministerie van het C-instelyk bewustzijn, Trou- heer Keuchenius alleen laten vertrekken? Dan week gezegd, dat de regeering de verantwoor- ï<<rên dienst of dien 19e paspoorten of andere bewijzen van ontslag, 'uttreksels-stamboeken of bewijzen van werke- ten minste tien dagen vóór den ■gj waarop de eerste zitting van den Militie raad wordt geopend, ter Secretarie voornoemd toeten worden ingeleverd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester, BEN N W1TZ, Secretaris. kennisgeving. I BURGEMEESTER en WETHOUDERS der «omeunte Sneetc, noodigen naar aanleiding van van den heer Commissaris des Koniags in ontvangen besluit, alle houders van n^etentiën ten laste van het liijk, den dienst van wbby betreffende, uit, hunne deciaratiën zoo spoe- Wg uiugelyk in te zenden, en het uiterste tijdstip ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels,gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 71/, Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. 22 ner au- laarvan, k iu den aanslag en de bescheiden be- ■re^keiijk het gemeenschappelijk bezit. I. n Öneek den 17 Januari 1890. >r. Tr r 9 5 0 20 30 m 15 30 ,45 45 8 2 oo 8 41 loot 91 loot 916 Loot 9 30 loot 9 16 S1EEKK3 <01 RAI Minis- ni iBwmiMLiD won de - rj j .-j 1J J~| r'* I *3 m 1 L 11 i re KENNISGEVING EN UITNOODIGING. ü’17 I i G l I I J

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1890 | | pagina 1