I1JI> 81 JI 111 ÏIIDII 1)8 H'llIUUlllllEliOWISSHlKVfSUIk No. 13. V J J F-E N-V EERTIGSTE J 1890. Loting voor de Nationale Militie. 5. 0, >0 7, BIOOLAN». U I T DE PERS. fn A ;n e- e- it of in >3 De bijeearoeping vaa de Tweede Kamér zou, volgens het Dagblad^ tengevolge van de miui- sterieele crisis wel eenigszins vertraagd kunnen worden. Hoewel nog geen dag vastgesteld is* achtte men ’t waarschijnlijk dat de bijeenkomst der Kamer op 18 Februari zou worden bepaalde In een particulier schrijven uit Suriname Do Standaard wijdt weder een artikel aan de afstemming der begrooting van den heer Keuchenius. Het wordt aldus besloten „Is het rechtvaardig geoordeeld, om het in de anti-revolutionaire partij te wraken, dat ze, nu Keuchenius door de twintig heeren der Eerste Kamer voor zooveel aan hen lag, uit het kabinet wierd gestooten, als één man opstaat, om de vraag te stellen of een kabinet van anti-revolu tionaire formatie een man als Keuchenius kan loslaten, nu Keuchenius aan wierd gevallen op hetgeen de wortel van hare politieke actie is: „Het Evangelie tegen de Revolutie 1“ „Ons dunkt, integendeel, dat de anti-revolu. tionaire partij niet waard zou zijn, onder de Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden /l.franco per post f 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco ia te zenden. V E RKIEZIAG15N. KENNISGEVING EN UITNOODIGING. De VOORZITTER van den Raad der ge- neente Sneek, Gelet op art. 7 der Kieswet van 4 Juli 1850 Staatsblad no. 37), zooals dat artikel is gewij- i,d bij art. VII der Additioneele bepalingen Ier Grondwet Noodigt de mannelijke inwoners dezer Ge- neente uit 1°. die in eene andere gemeente over het aatstverloopen dienstjaar in de personeele be- asting naar eene hoogere huurwaarde, dan die welke volgens art, I, litt. A en B, van de wet fan 24 April 1843 {Staatsblad no. 15) aanspraak leeft [op vermindering tot een derde of twee lerde gedeelten dier belasting naar de drie eerste grondslagen, of in de grondbelasting, tot een )edrag van ten minste tien gulden, zijn aange- ilagen, daarvan door overlegging der voor oldaan geteekende aanslagbiljetten vóór den 15 i'ebruari e. k. aan hem te doen blijken 2°. die op grond van art. 1, sub C, of :rachtens het 4de lid van art. 7 der Kieswet, lanspraak meenen te kunnen maken om ge matst te worden op de kiezerslijsten, daarvan nede vóór den 15 Februari e. k. aangifte te ioea, volgens het daarvoor vastgesteld, ter Se cretarie verkrijgbaar, model, met overlegging Ier bewijsstukken, waartoe in het geval van het le lid van bovengenoemd artikel 7 moeten be- ooren het aanslagbiljet of authentiek afschrift laarvan, eene opgaaf van het bedrag van het landeel in den aanslag en de bescheiden be- rekkelijk het gemeenschappelijk bezit. Sneek den 17 Januari 1890. De Voorzitter voornoemd, ALMA. Met het oog op ’t belang der verklaring bij de aanstaande benandeliug der defensie-ontiverpen laten wij hier meer uitvoerig volgen wat dr. Schaepman, blijkens de lezing in de Haarl. Ct., op de samenkomst der R. K. kiesvereeniging te Haarlem over de defensie en de plaatsver vanging heeft gezegd: „De vraag die in deze quaestie heerscht is: verkrijgt het volk de zekerheid dat voor de 30 millioen, die besteed worden voor leger en ma rine, alles wordt verricht wat voor de verdediging kan worden geëiseht. „De algemeene opinie is: Neen. Dan moet het stelsel veranderd worden. Van de volks vertegenwoordiging moet men dit vorderen, dat zij niet bij het beoordeelen van een nieuw stelsel zich begeve op den breeden weg der uitvindingen, dat is uit den booze. Men behoort slechts stelsel tegenover stelsel te zetten, niet voortdurend zoeken naar iets anders, en weer iets anders, en ten langen leste de lands verdediging te maken tot het onderwerp van een debatingclub. „Er behoort by de Vertegenwoordiging de overtuiging voor te zitten, das niet een militair stelsel ia alle bijzonderheden zal worden uitge- I sponnen. De leiders der anti-revolutionaire partij in en buiten de Kamer, de heeren De Savornin Loh man en dr. A. Kuyper, hebben Vrijdag een langdurig onderhoud gehad met verschillende ministers, tot de anti-revolutionaire partij be- hoorende. Daarop is Zaterdag in het ministerie de be slissing op de aanvraag om ontslag van den minister Keuchenius gevallen en aan Z. M. verzonden. Volgens de N. R. O. en Dagbl. zou de portefeuille-quaestie niet tot een Kabinet- quaestie worden uitgebreid. Roepen op zoodanige ingezetenen, die verlan gen als vrijwilligers bij de Militie op te treden, om zich daartoe aan te geven ter Secretarie der gemeente, in de gewone bureau-uren. Om als vrijwilliger bij de Militie te kunnen worden aangenomen, moet men ongehuwd of kinderloos-weduwnaar en ingezeten wezen, voorts lichamelijk voor den dienst geschikt, ten minste 1.56 M. lang, op den Isten Januari van het jaar der optreding als vrijwilliger het 20stejaar ingetreden zijn en het 35sté jaar niet volbracht hebben, tot op het tijdstip der optreding aan zijne verplichtingen ten aanzien van de Militie, zoover die te vervullen waren, voldaan en een goed zedelijk gedrag hebben geleid. Het bezit van die vereischten, met uitzonde ring van de lichamelijke geschiktheid en van de gevorderde lengte, wordt bewezen door een getuigschrift van den Burgemeester, verkrijgbaar op plaats en tijd bovenvermeld. Hij, die voor de Militie is ingeschreven, wordt slechts als vrijwilliger toegelaten voor de Ge meente, in welke hij ingeschreven is, tenzij hij geene verplichtingen ten aanzien van de Militie meer te vervullen heeft. Hij, die bij de Zeemacht, bij het Leger hier te Lande, of bij het Krijgsvolk in ’s Rijks Overzeesche bezittingen heeft gediend, wordt niet als vrijwilliger bij de Militie toegelaten, tenzij hij bij het verlaten van den dienst, behalve een bewijs van ontslag van den bevelhebber, onder wien hij laatstelijk heeft gediend, een getuigschrift heeft ontvangen, inhoudende, dat hij zich gedurende zijn diensttijd goed heeft gedragen. Hij kan, heeft hij dit ontvangen, tot dat zijn veertigste jaar volbracht is, als vrijwilliger bij de Militie worden toegelaten. Sneek, den lOen Februari 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. BEKENDMAKING. De BURGEMEESTER, Hoofd van Politie der gemeente Sneek, Overwegende, dat is gebleken, dat sommige schoorsteenen in deze gemeente niet behoorlijk gereinigd zijn Gelet op art. 110 der algemeene Politie-Ver- ordening Noodigt de ingezetenen uit steeds zorg te dragen dat hunne schoorsteenen worden gereinigd en in schouwbaren toestand zijn, zullende hierop streng worden gelet en tegen de nalatigen procesverbaal opgemaakt. Sneek, den 11 Februari 1890. De Burgemeester, Hoofd van Politie, voorn., ALMA. KENNIS GE VING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, Gelet op art. 28 der Wet op de Nationale Militie van den 19 Augustus 1861 {Staatsblad Do. 72) en artt. 20 en 21 van Z. M. besluit van den 8en Mei 1862 {Staatsblad no. 46) Brengen ter openbare kennis, dat de loting voor de lichting der Nationale Militie van 1890 dezer gemeente, zal plaats hebben in de Con certzaal alhier op Vrijdag, den 28sten Februari e.k., des voormiddags ten 9*^ ure; dat op den 3en Maart d. a. v. ter gemeente secretarie door of vanwege de lotelingen aanvrage tan geschieden voor de getuigschriften ter oekoming van vrijstelling van den dienst wegens vroederdienst of als eenig wettig zoon-, voorts dat om vrijstelling wegens eigen mili tairen dienst of dien van broeders te verkrijgen, de paspoorten of andere bewijzen van ontslag, nittreksels-stamboeken of bewijzen van werke- 'ijken dienst, ten minste tien dagen vóór den dag, waarop de eerste zitting van den Militie raad wordt geopend, ter Secretarie voornoemd boeten worden ingeleverd. Sneek, den len Februari 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester, BEN N E W1TZ, Secretaris. BEKENDMAKING. Oproeping Vrijwilligers voor de Nationale Militie. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, Gelet op art. 9 van het Kon. besluit van den Dden December 1861 {Staatsblad no. 127) »Ik zou wenschen dat er iemand opstond als Von Roon, „des Königs Feldwebel® die onwrik baar vast in zijn overtuiging naar een bepaald en scherp omschreven doel voortschreed» „Van de regeering vraag ik, dat zij een nationale wet indiene, die rekening houdt met de eigenaardige bezwaren die elke legerorgani- satie in ons land aankleven. De regeering zal moeten begrijpen, dat het leger niet het hoogste en beste is, niet een sieraad, maar iets onont beerlijks door den drang der omstandigheden. Zij moet weten, dat het volk tot iets hoogers moet worden opgevoed, dan tot den dienst in het leger, die in de 19e eeuw niets anders schijnt te zijn dan de dienst in de kazerne. Ik zeg dit omdat men ons den persoonlijken dienst plicht wil opdringen. Welke is de zedelijke werking van zulk een bepaling op het Neder- landsche volk? Men zegt, dat by het behoud der plaatsvervanging de gelijkheid van de zonen des lands geschonden wordt. Maar als men de loting behoudt, welk ontzettend privilege genie ten dan zij die vrijloten? En welk plichtsbesef zal men hierdoor krijgen? Er is reeds elders op gewezen, dat het verschil in stand en opvoe ding niet geheel ter zijde kan gesteld worden. Ik laat al deze theorieën ter zijde; ik weet te goed, dat er veel voor en veel tegen den per soonlijken dienstplicht te zeggen valt. „Maar een staatsman, die werkeljjk dien naam wil verdienen, moet zich wel bedenken vóór hij een wet zal maken die een nieuwe scheur zal maken in hetNederlandsche volk. Legers zooals Napoleon I in het laatst zijner regeering bijeen- dreef, waren wel geschikt nederlagen te lyden, maar niet om triomfen te vieren. „Indien het Nederlandsche volk den persoon lijken dienstplicht wilde, zou ik mij daartegen niet verzetten, maar ik weet, dat een groot deel van het volk er tegen is. Het leger is niet geroepen tot ontwikkeling des volks; doet het dat toch, dan doet het zyn plicht, omdat geene instelling in den Staat mag strijden tegen de ontwikkeling des volks. Door het stellen van de vraag door den luit.-kol. Elandof er een gedeelte van het volk is, dat wars is van ont wikkeling, wordt de natie eerder verdeeld dan vereenigd en daardoor maakt men van de natio- onale zaak der laudsverdidiging een partijzaak. Men stelt het dan voor of er een party is die niets voor het vaderland veil heeft; een partij, welke soms vaderlandloos genoemd Wordt, maar die steeds getoond heeft present te zijn op het veld van eer en die trouw is aan den koniug in obediëntie aan den Eeuwigen God. ADVERTENT1ÊN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7'/, Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. staatkundige partijen mee te rekenen, indien ze niet, eer het te laat was, met een bazuin van geen onzeker geluid voor al het volk had uit geroepen, wat éen onzer correspondenten aldus formuleerde Als Keuchenius op dit votum valt, valt er meer Het blad behelst voorts nog eenige betuigingen van sympathie van anti-revolutionaire kiesver- eenigingen voor de bekende motie van „Neder land en Oranje® te Amsterdam. In het Venloosch Weekblad geeft mr. L. Haffmans zijn advies over de crisis. Volgens de bestaande usaiitie acht hij haar onoplosbaar. Maar wil men daarover heenstappen dan is de zaak gemakkelijk weer in orde te brengen. Men plaatse eenvoudig dezelfde Eerste Kamer weer voor dezelfde begrooting en appelleere van een min voltallige vergadering op een meer voltallige. Dit moge niet gebruikelijk zijn, ’t is toch redelijk en de rede weegt zwaarder dan het gebruik. Bovendien hebben wij hier te doen met een kwaad dat abnormaal is, te weten een onoplosbaar conflict. Het geneesmiddel heeft dus ook het recht abnormaal te wezen. De twintig kunnen gerust blijven tegenstem men, wanneer zij zich verbeelden dat hunne staatsman-eer zulk eischt. Zij verliezen dan niets van hun aureool en het Handelsblad kan voortgaan met de helden te vieren. Geen ontbinding der Eerste Kamer dus. Waartoe zou die dienen? Om groote kosten te maken met alle staten op te roepen? Zoo veel isAhet naleven der usantiën toch niet waard. De usantiën, ’t is zoo, eischen voorafgaande ontbinding, alvorens de begrooting weer voor de Eerste Kamer te brengen. Maar als men nu vooruit weet, dat op twee na dezelfde heeren terugkomen, dan zou het toch een dwaasheid zijn, ter wille der usantiën al dien omhaal en kosten te maken. Zou soms de Eerste Kamer klagen dat met haar iets buitengewoons gebeurt, het antwoord ligt voor de hand: „Ontbinding is geen aangename operatie voor wie ze ondergaat en daar zij in dit geval toch weinig beloofde, hebben wy uit deferentie voor U daarvan afgeziea. In plaats van te klagen, moest Gy bly wezen, er zoo goedkoop af te komen.® OEEKER OIRIVI 0 JU 5 j 16 30 15 5 45 JU et le a, kt io !U jn so a in ies un 3. na, id. br. be- ijp. zv. 3D, ar jr. te U3 Jr. ta 513 f6 '27 >20 jor 41 >or '1 >of U6 oor ISO jar 16 158 I I M - - - - - -

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1890 | | pagina 1