kT W
MIMS- 81'IBIlilTlIllHUll Kllllilll
I
No. 16.
1890,
I Loting voor dc Nationale Militie.;
Rb
en
[A.
ZAT i:K I) AG
22 TT E2 JB li U JEU,
oer
00.
;ilo.
na
ru-
£0,
00,
ha-
en,
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave oi redactie betreffende, franco
ia te zenden.
1
lan
er-
aeft
van
van
oh-
het
de
itie,
;en,
ten.
I.
ibr.
)a I
,00 I
12
5 a
;o.
eur I
,50 I»
Vk»
>ór
er. S
een anti-revolutionair zou vervangen worden,
was natuurlijk, maar eensdeels had het blad
gaarne den minister Mackay, die de nieuwe on
derwijswet tot stand bracht, ook met de uit
voering belast gezien, anderdeels zal de benoe
ming van den heer Lohman groote bezorgdheid
wekken bij allen, die zich met pacificatie op
het onderwijsgebied vleiden. Of de koloniën
zich in de benoeming, van den heer Mackay
zullen te verheugen hebben, is ook nog een
vraag, want al komt de wijsheid omtrent Indie
niet altijd uit een bezoek aan de kolonie voort,
nog problematischer is ’t of zij ganschelijk bui
ten de koloniën eenigszins voldoend kan verkre
gen worden.
Het Centrum het orgaan waarin ook dr.
Schaepman zijn meaning over vragen van den
dag doet kennen heeft de oplossing met ge
noegen vernomen. De kabinetscrisis, die uit
het vasthouden aan den heer Keuchenius
korter of langer tijd had moeten volgen en een
aftreding van het ministerie-Mackay metal den
aankleve van dien onvermijdelijk had gemaakt,
is vermeden. Het beginsel: „Nederland ook
in Indie een christelijke natie“, is ten volle ge
handhaafd. Van een verzwakking van het ka
binet is geen sprake.
In de handen van onzen kloeken, loyalen
premier zijn da koloniën veilig en aan zijn be
leid kan men de regeling derAtjeh-en Billiton-
zaken, voor het oogenblik het voornaamste,
gerust overlaten,
„Van den heer Lehman, aldus besluit het
blad, mag men verwachten een uitvoering der
schoolwet in den zin der „pacificatie", terwijl
wel niemand twijfelen zal aan zyn geschiktheid
voor de verantwoordelijkheid, hem door den
koning toevertrouwd. Noode als zyn vrienden
hem in de Kamer zullen derven, zullen zij toch
niet aarzelen hem van harte welkom te heeten
op zijn nieuwen post.“
De 2 ijd is minder tevreden en wijst er reeds
dadelijk den anti-revolutionairen bondgenooten
op, dat er veel, zeer veel gedaan is door de
rechterzijde om „het Calvinistisch bewustzijn",
dat bij een dee-1 der partij heerscht, te ontzien.
De uitvoering der onderwijswet had het gaarne
aan de handen van Mackay toevertrouwd gezien,
terwijl het ook voor de nieuwe legerorganisatie
waar de minister van biunenlandsciie zaken
nog al een woordje heeft mede te spreken
gaarne dezen minister behouden had. Als mi
nister van koloniën zal hij zich wei op de hoogte
stellen, maar de Tijd, had toch de voorkeur
gegeven aan een Indische specialiteit.
Een en ander nader uiteenzetteude besluit
het blad met op de beide volgende punten te
wijzen:
1. Dat een reconstructie van het kabinet op
een wijze, welke anders misschien wenscheiijker
zou geschenen hebben, thans in zekeren zin
ónmogelijk is gemaakt door de aanmatiging en
het bekrompen inzicht van een zeker gedeelte
der anti-revolutionaire of calvinistische partij
2. Dat, zoo het ons onverschillig laat en wij
er niet tegen opkomen, indieu de Standaard
aan zijn lezers voorhoudt, dat het kabinet door
de tegenwoordigheid hetzij van Keuchenius,
hetzij van Lohman voor calvinistische kiezers
een bepaalde „signatuur" moet dragen, wy toch
met de anti-revolutionairen hot tegenwoordige
kabinet alleen als ons kabinet kunnen steunen
en verdedigen zoo lang het in werkelijkheid zal
zijn niet een auti-revolutionair miuisterie, dat
aan een of twee roomschen een plaats inruimt,
maar een ministerie der geheele rechterzijde.
De Standaard wijdt wel is waar nog
©enige roerende woorden aan Keuchenius
en spreekt van een zwaren slag aan de anti-
ADVEBTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
▼oor eiken regel meer 7 */i Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij
den Uitgever.
I in de hoogere positiën op te treden.
Toch heeft ze zich ook uit deze moeielykheid
I gered door geen struisvogelpolitiek te volgen,
Waar haar óo^en wijd voor deze hinderlyke
omstandigheid open te zetten en er haar eiscuen
I °P in te richten. Haar program van actie
bewees dit.
Haar leidende gedachte was om voorshands
I alleen datgene ter hand te nemen, wat bij andere
I staatspartijen geaoegzamen steun kon ontmoeten,
I otn het ten zegen van het gemeenschappelyk
I Worland te verwezenlyken. Zy heeft er daarom
I Vrede meê genomen, dat het Ministerie zich
kniien de perken van het program van actie
bewegen bleetze is het Ministerie blyven
I steunen, ook al mocht ze niet ontveinzen, dat
I zelfs binnen die perken de taak wel wat heel
sober werd opgevat, en ze heeft de solutie in
2ake de schoolquaestie toegejuicht, ook al
-15 I
I verheelde ze zich niet, dat de gebodene winste
verre beneden het maximum bleef.
Al heeft men dan ook herhaaldelijk zachte
'i was het niemand
onzer in den zin gekomen, om eenig ernstig
protest te doen uitgaanen zoo zou het geble
ven zijn tot ’91, indien door de roekelooze daad
van de Eerste Kamer het beginsel zelf, waarin
de levensgedachte van onze party school, niet
ware aangerand.
In den strijd tusschen Keuchenius en de
Eerste Kamer stond toch het beleid naar
Christelijke beginselen lijnrecht tegenover het
koloniaal beleid naar liberalistische beginselen
en hoezeer ook Keuchenius’ eigenaardige vor
men deze tegenstelling mogen verscherpt hebben,
toch heeft ons volk met onbedriegelijk instinct
onmiddellyk gevoeld, dat het hier om het
heiligste beginsel van onzen strijd ging, en dat
op dit punt niet mocht noch kon toegegeven.
Immers op dit punt moest het nu tot beslis
sing komen, of de andere staatspartijen, met wie
we samenwerken, al dan niet stonden op het
standpunt, waarop wy stondenof wel, dat
saam werking voortaan slechts met verzaking
van ons beginsel mogelijk zou zijn.
Vandaar dan ook, dat we geen oogenblik
geaarzeld hebben, om den handschoen, die ons
wierd toegeworpen, op te rapen.
Dat in de Maasbode soms gedreigd wierd
„Geen stem meer op den antirevolutionair, die
onzen zin niet doet", deerde ons niet. Het
onpolitieke, onkiesche en inconstitutioaeele van
die uitdrukking ontnam haar alle kracht.
Maar nu, terwijl het Christelijke beginsel is
aangerand en we daarvoor opstuiven, een man
als dr. Schaepman den vinger tegen ons opheft,
spreekt het van zelf, dat wy onzerzijds else
saam werking wel als verbroken moeten beschou
wen, zoolang niet al wat zweemt naar een
bedreiging wegvalt.
Waartoe dit leiden zal, wachten we af.
Het ontslag van den minister Keuchenius
en de oplossing voor de crisis gevonden, worden
door verschillende bladen besproken.
Thans is voldaan, zegt het Vaderland, aan
den eisch, die wij meenden dat reeds in Mei
1888 vervuld had moeten worden. Eisch voor
een gezond politiek leven toch is, dat gezag
en verantwoordelijkheid liggen in dezelfde han
den, en de eenige fout in den thans geschapen
toestand is slechts, dat wel Castor-De idavorniu
Lohman optreedt, maar Pollux-Schaepmau in
de Kamer blijft. Doch te krasse beproeving
voor ons parlementair stelsel vond men het
wellicht, beide kudden, die de meerderheid vor
men, van haar herder te berooven. Reeds
kwaad genoeg zullen het de anti-revolutionairen
te verantwoorden hebben, nu de leider hun
begeelt. Ongelijk aan de partij, die alleen ge
neraals had, geen soldaten, zijn zij nu als recru-
ten zonder aanvoerder. Wel heboen sommigen
nu en dan beproefd den leider te vervangen en
op dit veld van sport met voorliefde zich bewo
gen, zooals de heeren Fabius, Van Asch en
Heemskerk, maar de ware training ontbreekt
nog en ’t gezag van hun woord is nog niet
groot. Minder dan ooit zal de partij in staat
zyn de taak te vervullen, die volgens de Stand
aard ook op een der regeering bevriende partij
rust, om te waken voor de beginselen en scherp
toe te zien op de daden.
Voorts verwacht het blad dat thans meer dan
tot nu toe geschiedde, door den heer De Sa-
vornin Lohman ne onvervalschte anti-revoluti
onaire leer in practijk zal worden gebracht.
Het A. v. d. D. acht de gevonden oplossing
niet schitterend. Dat de heer Keuchenius door
De Standaard verklaart, ter voorlichting ook
I van hare tegenstanders, eene poging te willen
8 wagen om het feit te verklaren, dat „de roeko-
I looze aanval van twintig heeren uit de Eerste
Kamer op den Minister van Koloniën voor da
auti-revolutionaire party in den lande plotseling
I het sein wierd om een krachtig teeken van
I leven te geven".
De anti-revolutionaire partij is in het cijfer
I niet oversterk. Wat getalsterkte aangaat kan
I ze zich volstrekt niet meten met de liberalisti-
I sche coterie en ook door de Roomsche Staats-
I partij wordt ze, als het op den tel aankomt,
I verre overtroffen. Dat desniettemin deze be-
I trekkelijk kleine anti-revolutionaire party in
I klimmende mate invloed op het Staatsbeleid
I kon oefenen, vond dun ook zyn oorzaak in een
I ganseti andere kracht dan die van het eyfer.
j Deze kracht school en schuilt 1. in haar begiu-
I telvastheid; 2. daarin, dat ze onze beste tradi-
I tien in haar voordeel heeft3. dat ze als partij
zoo uitnemend georganiseerd is, en 4. dat ze op
het volk zelf steunt.
Slechts ééne zwakkere zijde staat hier tegeno
ver en dat is haar gebrek aan mannen, wier
opleiding en verleden en positie hen veroorlooft
UIT DE PERS.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der klachten doen hooren, toch
I gemeente Sneek,
J Gelet op art. 28 der Wet^op de Nationale
fd■Militie van den 19 Augustus 1861 (Staatsblad
no 72) en artt. 20 en 21 van Z M. besluit van
don 8en Mei 1862 (Staatsblad no. 46);
Brengen ter openbare kennis, dat de loting
voor de lichting der Nationale Militie van 1890
I dezer gemeente, zal plaats hebben in de Con-
Icerlzaal alhier op Vrijdag, den 28sten Februari
le.k., des voormiddags ten 9l/2 ure;
dat op den Ben Maart d. u. v. ter gemeente-
I secretarie door of vanwege de lotelingen aanvrage
kan geschieden voor de getuigschriften ter
I bekoming van vrijstelling van den dienst wegens
I broederdienst of als eenig wettig zoon
voorts dat om vrijstelling wegens eigen mili-
I tuiren dienst of dien van broeders te verkrijgen,
de oorten of andere bewijzen van ontslag,
I uiitreksels-stamboeken of bewijzen van werke-
I lijken dienst, ten minste tien dagen vóór den
|dag, waarop de eerste zitting van den Militie-
Iraad wordt geopend, ter Secretarie voornoemd
I znoeten worden ingeleverd.
Sneek, den 15en Februari 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
BENNEWITZ, Secretaris.
revolutionaire partij toogebracht, maar eindigt
met zich te voegen naar ’t gebeurde en zich te
troosten met de overweging dat de anti-revolu
tionairen niet zijn uiteengerukt, terwijl men in
den heer De Savornin Eohman den man heeft
gekregen dien men wel ’t liefst van allen in de
plaats ziet van Keuchenius, nu men hem niet
kon behouden. De bange vrees dat een conser
vatief Keuchenius plaats zou innemen, waardoor
heel de party tenslotte tegenover het ministerie
post had moeten vatten, is gelukkig niet ver
wezenlijkt.
De Wageninger is door het optreden van
mr. De Savornin Lohman als minister van biu-
nenlandsche zaken ernstig verontrust. Wij
vreezen zegt het blad aan den vooravond
te staan van een hevigen stryd. In veler schat
ting zal deze oplossing de minst gewenschte van
allen zijn, zoodat men zeggen zal: „wij gaan
van kwaad tot erger" en de 20 verwerpers van
Keuchenius begrooting, hebben allerminst reden
zich over hun ondoordacht werk te verblijden.
Het ministerie blijkt aan den leiddraad te loopen
eeuer partij, voor welker gunst het zijn zelf
standigheid en het vertrouwen der gematigden
inboet, zoodat men hier wel moet zeggen „rien
n'est perdu hors Vhotmeur*. Den gang van
zaken hebben wij ons reeds te voren dus voor
gesteld men zal van de zijde der Herawtpartij
ais ultimatum het dilemma stellen óf Keuche
nius handhaven, of hem door een geestverwant
vervangen, waardoor die party in het ministerie
vertegenwoordigd blijft. Dat hiertoe echter na
de reeds onheilspellende conferentie met dr.
Kuyper en mr. Lohman, deze laatste zelf zou
zijn gekozen, een man van zoo geprononceerde
antecedenten en van zoo zonderlinge reclitsba-
schouwiugen, heeft iets uittartends, dat verbaast.
Da liberalen kunnen onzes inziens hun zwaard
scherpen in hope en het onbeschofte woord
„het ministerie zonder Keuchenius is geen kinp
voor zyn neus waard", kon nog wel eeas in
geheel anderen zin waarheid blykea te bevatten,
dan waarin het oorspronkelijk bedoeld was.
Voor ons oog ware zoo schier aan alle gunstige
verwachtingen op staatkundig gebied da bodem
ingeslagen en het zou, naar wy vreezen, meer
en meer blyken, dat de geest, die in de kerke-
lyke scheuring heerscheade is, ook onze staat
kundige toekomst bedorven heeft.
Ook het Haagsche Dagblad is weinig tevreden
over de oplossing der crisis en de concessie, daar
bij aan de linkerzijde der anti-revolutionaire
partij gedaan. Het kabinet heeft zich door dr.
Kuyper de wet laten voorschrijven uit vrees
voor scheuring in den boezem der partij. Dit
laatste vergoelykt wel ten deele de aangenomen
houding, maar wettigt die niet. In ieder geval
wil het Dagblad echter wel erkennen dat de
nu gevonden oplossing te verkiezen is boven
een kabiaets-crisis of Kamerontbinding.
Al had het blad liever aan ’t hoofd van kolo
niën een Indisch man gezien, het erkent dat
de heer Mackay een schrander, werkzaam en
bedachtzaam man is, en is overtuigd dat hij aan
het christelyk karakter der natie alle recht zal
doen weervaren.
Het optreden van mr. Lohman als minister
van binnenlandsche zaken acht het blad intus-
schen niet zonder bedenking. Blijft hij, gezeten
op het bekende Torentje, de getrouwe volgeling
van dr. Kuyper, dan zou het zelfs met groote
bezorgdheid de naaste toekomst tegengaan.
Mr. Lohman behoort echter aldus vervolgt
het Dagblad tot de vlottende naturen. De
Standaard zal wellicht verbaasd opzien over die
uitspraak. Wij blyven haar editor handtiavea.
Mr. Lonman was niet altijd wat hij laatstelijk
zich toonde en hij zal, hopen wy. niet blyven
-
SÉ®
-
SMEEK
<:RA’
«HsnBiiTin«wm
SS-BSlB
io’iï
9-
3
4
8
i
i
■en
61»
7 2’
8 2»
door
8 41
door
91
door
91<>
doo’
y 80
door
9 46
9 58
6 15
.630
645
76
7 45
V
3-
320
3 3J
rail
3
J
’15
.40
re