11EIIWS- HIDWITWIHLID 10011 ill
OfflElSW E JIIST101W1SSESEI Sfflffi
üDkomsl onder de Wapenen.
I
No. 28
1890.
V IJ F-E N-V
E R T I G S T E
R G A N G.
X?
b A O E H LI.
ZATERDAG
wegena het vervoer te water, ook de landtolien
j
a.
b.
r
deze oproe-
ten.
U I T DE PERS.
I
t
I
ADVEBTENT1ÊN van 1 tot 4jregels, gewone letter, 40 Cents,
▼oor eiken regel meer 7 */a Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den Uitgever,
Maandag avond omstreeks half negen is, naar
de kV. R. Cl. meldt, brand ontstaan in een berg-
r
e
n
e
)t
t
t
r
e
a
J
Te Delft is een echtpaar, dat zich steeds
schuldig maakte aan misbruik van sterken
drank, waarbij het tot hevige vechtpartijen
kwam, gevangen genomen, verdacht van moord
op hun kind. De kleine was 17 dagen oud en
’t schynt dat de man reden had zich over het
vroeger gedrag van de vrouw te beklagen.
Thans is bet rappart openbaar gemaakt ’t
welk de uitkomsten bevat van het onderzoek
der nieuwe regeling van de exploitatie der spoor
wegen in de gecombineerde vergaderingen van
afgevaardigden der kamers van koophandel en
fabrieken te Amsterdam. Rotterdam, Den Haag,
Utrecht, Leiden en Gouda. Tot het uitbrengen
van een advies, hetzij tot bekrachtiging, hetzij
tot verwerping van het wetsontwerp, is de ver
gadering niet kunnen komen; er is principieel
verschil van gevoelen blijven bestaan. De afge
vaardigden in Den Haag steunden onvoorwaar-
deljjk de van regeeringswege voorgenomen rege
ling en achtten haar in het welbegrepen belang
van het land in het algemeen, van handel en
nijverheid in het bijzonder; de afgevaardigden
der Kamer te Utrecht onthielden zich van het
uitspreken eener bepaalde meeningde afge
vaardigden der Kamers te Amsterdam, Rotter
dam en Leiden daarentegen, hoewel niet ont
kennende dat de voorgestelde regeling voordeelen
schonk, achtten daaraan overwegende bezwaren
verbonden, welke naar hunne overtuiging haar
van een handelsstaudpunt onaannemelijk maak-
De afgevaardigden der Kamer te Gouda
verklaarden zich van een beoordeeling te ont
houden.
Woensdag werd te Amsterdam de algemeene
vergadering van de aandeelhouders van’t Paleis
voor Volksvlijt gehouden. Kaar medegedeeld
werd is tengevolge van de algemeen bekende
opera tien van den heer Huizenga, opzichtens de
directie en de exploitatie van het paleis, op de
exploitatie in 1889 ruim f80000 verloren, af te
schrijven uit den post opbrengst van gekochte
gronden. De directeur, de heer Van Kesteren,
en de commissarissen legden allen hun mandaat
neer, maar werden weer herkozen. Men zal
trachten door veie veranderingen en bezuini
gingen het verbroken evenwicht in de financiën
te herstellen.
Het hoofdbestuur dor maatschappij van nijver
heid zal de Tweede Kamer verzoeken het voor-
stel-Bahlman te verwerpen. Ook het wets
ontwerp betrekkelijk de gewijzigde heffing der
invoerrechten zal door haar bij adres bestreden
worden.
Door do officieren der dd. schutterij te Amers
foort is aan de officieren der schutterijen in ons
land een uitnoodiging gericht tot het by wonen
eener algemeene bijeenkomst op Maandag 7
April in het hotel Krasnapolsky te Amsterdam
en zulks naar aanleiding van de bekende missive
van den minister van binnenlandsche zaken,
welke heeft aanleiding gegeven tot het nemen
van ontslag van 29 officieren der dd. schutterij
te Rotterdam.
Mevr. Beersmans hoeft voor haar benefiet geko*
zen „Vorstenschool." Muitatuii’s veelgeprezen
stuk zal dus den 8 April te Rotterdam weder
ten tooneele komen.
Ons is weder het „voorrecht" vergund een
blik te slaan in de jongste Amsterdamsche lette
ren. Frans Netscher stelt ons daartoe in de
gelegenheid. Het boekje „Lastertongen" getiteld
door hem uitgegeven by den heer S. Waren
dorf Jr. te Amsterdam is gericht tegen den
heer F. van der Goes en meer bijzonder geschre
ven naar aanleiding van ’t artikel „Leidsche
r e
WW
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
De schrijver van de Haagsche kout in de
Prov. Gron Ct. deelt mede, dat de spoorweg-
contracten, door den hoofdambtenaar bij water
staat mr. De Marez Oijens en den admini
strateur bij financiën mr. Van Bosse met zooveel
zorg en studie, zooveel hoofdbrekens en bereke
ning samengesteld, in de oogen der WO wester-
sche wijzen onze Tweede Kamer geen
genade hebben gevonden. „De vijf rapporteurs
zijn reeds eenmaal te zamen geweest, en het
verslag over die spoorwegzaak zal een zoodanigeu
omvang verkrijgen, als nog nooit eenig rapport
vertoond heeft. De heer Tak van Poortvliet
moet de voorname leider en tevens de groote
opposant zijn. Zijn medewerking waarborgt
echter een belangrijk, zaakkundig rapport, dat,
by zijn verschijning over twee, drie weken,
vermoedelijk heel wat pennen in beweging
brengen zal.
„Van zijn kant heeft de minister van water
staat, welwillend en gemoedelijk man als hij is,
niets verzuimd om het gemeen overleg te
bevorderen, door herhaaldelyk met de rapporteurs
samen te komen en te beproeven hen voor zyne
opvatting te winnen. Komt de gewichtige
overeenkomst im „schonen Monat Mai, als alle
Knospen sprangen," in behandeling, dan springt
ook het kabinet, wanneer de Tweede Kamer
het: aangeboden contract verwerpt, want het
ministerie schynt vast besloten daarbij de
kabinetsquaestie te stellen. Of minister Have-
laar mèt de spoorwegenwet, öf geen van beiden
De voorname grief schynt te zijn, dat de
Rijnspoorweg te duur betaald zou worden, en
daar de rekenmeesters het uiterste beproefd
hebben en overtuigd zijn van het tegendeel, is
er geen wijziging mogelijk „c’est a prendre ou
a laisser." De aandeelhouders in de Rijnspoor
wegmaatschappij verkeeren eenigszins in zenuw-
achtigen toestand, gelijk het gemoedelijken
renteniers betaamt. Of echter de Kamer,
wanneer de regeering het „te zijn of niet te
zijn" uitspreekt, het laatste zal gedoogen? De
Meimaand zal het leeren."
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
eineente Sneek brengen, ter voldoeniug aan
rt. 8 der wet van 2 J uni 1875 {Staatsblad no.
ter openbare kennis, dat zy aan FEDDE
ARTEAS, Bakker alhier, en zyne rechtver-
Ijjgenden, vergunning hebben verleend tot het
Pprichten eener Bakkerij in het perceel, kada-
phaal bekend gemeente Sneek, Sectie B no.
föö, staande aan de Oude Koemarkt. Wijk 8
k 114*
I Sneek den 1 April 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
BENNEWITZ, Secretaris.
De BURGEMEESTER der gemeente Sneek,
Gezien de missive van den heer Commissaris
es Konings in Friesland, d.d. 31 Maart 11. Ie
Ideeling M en S no. 364 {Provinciaalblad no.
Roept bij deze op, om zich op den 14 April e.k.
iterlijk ’s namiddags ten vier uur, bij hun korps
i werkelijken dienst te begeven, de verlofgan*
ers dezer Gemeente, behoorende tot onderstaande
srpsen en lichtingen, als
van het Regiment Grenadiers en Ja
gers, het 4e en het 7e Regiment In
fanterie, de verlofgangers der liohting
1885
van het le, het 5e en het 8e Regiment
Infanterie, de verlofgangers der lich
ting 1888, die vóór den len September
1889 in het genot van onbepaald verlof
zijn gesteld geworden.
De betrokken verlofgangers worden herinnerd
an hunne verplichting om bij de opkomst on
ar de wapenen voorzien te zijn van al de klee-
ing- en uitrustingstukken, door hen bij vertrek
iet groot verlof mede genomen en zich twee
1 drie dagen vóór den dag van opkomst ter
emeente-secretarie te vervoegen, ten einde hun
erloipas te doen afteekenen.
Zij, die wegens ziekte niet aan deze oproe-
üg op den bepaalden tijd kunnen voldoen,
illen zieh na hun herstel onverwijld bij hun
orps hebben te vervoegen.
Bij eventueele verhindering tot opkomst onder
wapenen behoort hiervan kennis te worden
egeven door inlevering van eene geneeskundige
srklaiing ter Gemeente Secretarie, waar des
awenscht verdere inlichtingen omtrent de op-
otust worden verstrekt.
Ten slotte wordt nog hierop opmerkzaam
i maakt:
le. dat voor deze opkomst geen gebruik
emaakt kan worden van de vervoerbiljetten
i de Zakboekjes voorkomende, zijnde deze be
emd om te worden gebruikt bij opkomst onder
3 wapenen met spoed
2e. dat de manschappen, die zich bij de op-
emst aan dronkenschap schuldig maken, streng
illen worden gestraft.
Sneek, den 3 April 1890.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
De vereeniging van en voor Nederlandsche
industrieelen heeft een adres aan de Tweede
Kamer gericht, waarin zij in het belang der I Letteren" door v. d. G. in de December-atiev
ring van de Nieuwe Gids geschreven, in welk
artikel de schrijver prof. Jan ten Brink aanviel.
Over de wapenen, die de heer v. d. G. bij
dezen aanval gebruikt, is Netscher diep veront
waardigd, en al weet hij dat de vele vijanden
van v. d. G. die trouwens ook de zijne zijn
trippelend van genoegen het geharrewar
zuilen gadeslaan, hij kan niet anders. Het moet
er uit en, ieder die het boekje leest, zal erken
nen, dat het er ook uit gekomen is. Aan v.d.
Goes wordt geen scheldwoord gespaard.
Netscher maakt slechts ter loops melding van
een ander artikel van den heer v. d. Goes en
wel over zijn eigen werkje aan onze Kamerleden
gewijd. Vermoedelijk heeft intusschen deze be
oordeeling waarbij nog al uit de hoogte op
’t boek werd neergezien zijn humeur niet
verbeterd.
In het Apriluommer van de Vragen des Tijds
fcspreekt mr. S, van Houten den val van
tkeuchenius.
De schrijver blijft van meening dat de aan
neming der schoocwet-Mackay de voorbereiding
H eener hereeniging van de conservatieven, door
schoolstrijd verdeeld. Wel spreken liberale
bladen dit tegen, maar als de een of andere nationale nijverheid met allen nadruk het verzoek
ernstige stap moet worden gedaan de losmaking ondersteunt, dat met de watertollen en ongelden
wegens het vervoer te water, ook de landtolien
en bruggelden voor het vervoer te land gelijk
tijdig en algemeen mogen worden afgesohaft, en
daardoor aan de vrijgevige strekking der grond
wet van 1815,1848 en 1887 eindelijk volkomen
gevolg worde gegeven.
of andere nationale nijverheid met allen nadruk het verzoek
b.v. van de nog bestaande banden tusschen kerk
en staat; ingrijpende verandering in het huwe
lijksrecht wezenlijke hervorming in het grond
bezit hier of in Indie, dan zal ’t wel blijken
dat het conservatieve beginsel hun parten speelt.
Wel zal men bereid zijn tot een kleine afbe
taling in zake belasting-hervorming en zelfs tot
een offer op het altaar van den militairen
moloch dezer dagen, maar daar zal het ook bij
blijven.
In ’t voorbijgaan doet mr. v. H. hier opmer
ken dat de opinie van vele liberalen op het
punt van den dienstplicht geheel van streek is.
Het stelsel van nummorverwisseling keurt hij
niet af en het is ijdele zinsbegoocheling te
meenen dat door persoonlijken dienstplicht het
sociale onderscheid tusschen rijk en arm, aan
zienlijken en proletariërs zal worden weggeno
men. Verzwaring der militaire lasten is een
echt conservatief begrip en men vergeet z. i.
in liberale kringen te veel dat protectionisme
en militairisme vruchten zijn van een zelfden
boom, uitingen van de denkwijze die de natiën
op industrieel en staatkundig gebied tot geïso
leerde, onderling vijandige organismen wil vor
men, terwijl de ware liberaal cosmopolitisch
gezind is en de nationale grenzen meer en meer
tracht uit te wisschen.
Het naaste gevolg der toenadering van de
verstrooide conservatieven was de val van
Keuchenius. Voor dien in zichzelf verdeelden
man, calvinistisch despoot of anarchistisch volks
menner beiden intusschen slechts in den
dop naarmate de staat zich al dan niet
dienstbaar zou willen maken aan zijn christen
dom, is in de gematigd conservatieve partij der
toekomst, geen plaats. Dit werd den heer
Keuchenius door de Eerste Kamer duideljjk te
verstaan gegeven.
Keuchenius heeft echter geestverwanten onder
het christenvolkde partij in den lande, die,
evenals hij, een staat geroepen acht tot handha
ving van het christendom, maar zich toch af
wendt van den modernen staat, wijl deze in
dienst staan van haar vijanden. Onder dit
christenvolk ontstond een beweging en dr. Kuy-
per bespeelde lustig het klavier der volkscon-
scentie met de legende dat Keuchenius is geval
len omdat de liberalen den islam stelden boven
het christendom. Dit wisten Mackay en de
katholieken wel beter, maar zy lieten zich
beangst maken voor een denkbeeldig gevaar.
Van welke zyde die aandrang kwam is niet
gebleken en het is niet duidelijk of mr. Loh
man naast dr. Kuyper stond of tusschen hem
en Mackay in. Mr. v. H. meent dat het laatste
het geval is en .dat hij zich ten slotte onder
Mackay heeft gesteld, toen het aankwam op de
leuze: voor of tegen Keuchenius. Vandaar dat
volgens hem de meeste spanning op dit oogen-
blix bestaat tusschen Kuyper en Lohman. Die
spanning behoeft nog geen breuk te worden,
maar ’t is toch niet onwaarschijnlijk, dat het
kabinet ook met mr. Lohman meer en meer een
conservatieven tint zal erlangen, die tint, juist
door de anti-revolutionaireu gevreesd.
Voor de groep der liberalen, die werkelijk
vrijzinnige maatregelen wil, acht hij aldus
luidt zijn slotwoord het optreden van Loh
man geen winst, maar ook de val van Keuche
nius geen verlies.
I
OKEKKlt OULU
rn
3
3
s
I
I.
1
I»
U1N Si E N L A S ii.
6
r
1
I.
l
i