rm Mi Ub 811 1D1W8 JT1HU0 TOOK 98 «HHffllHfffflWISSfflWSBi I s Opkoinst ouder da Warnsi. No. 29 V IJ F-E N-V EERTIGSTE JAARGANG. 1890. 1 W O E NS I) o 9 a. i b. 0 J. MU 1 1 e a t I Z. M. hoeft benoemd tot griffier bij het kan tongerecht ie Terborg den heer mr. P. Audreae, thans te Sneekte Sneek den heer mr. C. van Booven, thans te Zierikzee. die dat onderwijs liefhebben, den nieuwen titu laris met alles behalve ingenomenheid, ja zelfs met groote terughoudendheid zien komen. „De heer Fabius dient of zijn verleden te verloochenen; maar dat kan noch mag hij tegenover de partij, die hij tot heden diende en waaraan hij zijn gansche carrière en zijn nieuw ambt te danken heeft; of vijandig op te treden tegenover een kleinood, dat ook in Zee land nog door zeer, zeer velen met zorg wordt bewaakt. „Den nieuwen inspecteur daarom geen wel komstgroet maar den vrienden van onze volks school de ernstige bede: waakt zooveel gy kunt en toont u krachtig en manneiyk, wanneer de oude liefde van den nieuwen inspecteur hem soms verleiden mocht om datgene te benadeelen wat voor de vrije, onbevooroordeelde ontwikke ling van ons volk van zooveel belang is.“ Ook dr. Bronsveld betreurt in zijn jongste nommer der Stemmen voor Waarheiden Vrede de benoeming van den kapitein Fabius tot in specteur van het lager onderwijs. Wilde de re- geering een geestverwant tot zulk een gewich tige betrekking benoemen, dan had zij iemand moeten zoeken, wiens kennis van onderwijs en scholen gebleken was. Thans is er geen bewijs van hooge achting voor een belang zoo gewich tig als ons lager onderwijs gegeven en dat, zegt dr. Br., is en blijft een ramp voor ons land. Op de voorloopige lijst van liberale Candida- ten voor het lidmaatscüap der Tweede Kamer in het hoofdkiesdistrict Delft komen voor de heeren Kielstra, oud-lid van de Tweede Kamer, jhr. mr. A. P. 0. van Karnebeek, oud-minister van buitenl. zaken, H. A. M. Maas Geesteranus, A. Smit, oud-burgem. van Vlissingen. Door het hoofdbestuur der maatschappij Tot nut van ’t algemeen is een geschrift rondgezon den, getiteld: „De Maatschappij tot Nut van ’t algemeen, haar werken en streven naar de behoeften des tyds,“ bewerkt door den heer J. BruinwOld Kiedel, algemeen secretaris. Daarin wordt o. a. aangevoerd, dat de Maat schappij, in den aan vang voornamelijk gericht op de verbetering van het volksonderwijs en op de verstandelijke ontwikkeling van het volk, zich van lieverlede meer op maatschappelijk gebied is gaan bewegen. Naarmate gewicntige sociale vraagstukken meer op den voorgrond getreden zijn, is deze richting in het streven der Maatschappij van meer beteekenis geworden* Hoezeer dit moet bij ven, is sedert het aannemen der nieuwe wet op het lager onderwijs, de be hartiging van de algemeene volksontwikkeling door het schoolonderwijs, op nieuw een van de voornaamste redenen van bestaan voor het Nut geworden. Te waken voor de instandhouding der openbare school; deze te hulp te komen waar zij in gevaar verkeert; de algemeene aan dacht te vestigen op de aanslagen die haar bedreigen, en te arbeiden aan hare verdere ver betering, dit alles, zegt de schrijver, zijn zorgen tot welke het Nut, krachtens zijn verleden en zijn beginselen, op nieuw geroepen is. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprys voor 3 maanden 1.franco per post f 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco ia te zenden. ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, ▼oor eiken regel meer 7Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. De Katholieke kiesvereeniging in Den Haag heeft de volgende motie met algemeene (9U) stemmen aangenomen: BEKENDMAKI N G. De BURGEMEESTER der gemeente Sneek, Gelet op art. 21 der wet van 4 December 1872 {Staatsblad no. 134) Maakt bekend dat in de afgeloopen week, van Zondag 30 Maart tot en met Zaterdag 5 April, alhier een persoon aan de mazelen is overleden. Sneek den 8 April 1890. De Burgemeester voornoemd, ALMA. goeds tot stand brengen voor de arbeidende klasse, die nog altijd jaarlijks hare tienduizenden uitzendt naar de overzijde van den oceaan, om er eene zeer onzekere lotsverbetering, maar in elk geval veel meer vryheid van beweging te vinden, dan moest hij beginnen met de afschaf fing der inkomende rechten op de eerste levens behoeften, om haar goedkoop brood te bezorgen, dan moest hij vervolgens den zwaren mili tairen druk, die het zweet en bloed der inge zetenen eischt, door het bevorderen eener alge meene ontwapening, verzachten, dan moest hij meer vryheid verleenen tot vereeniging en samenwerking van arbeiders, opdat dezen door eendrachtig optreden, binnen de perken der maatschappelyke orde, hunne vorderingen tegen over de misbruik makende werkgevers konden doen gelden, dan moest hij eindelyk de ont wikkeling der werklieden door doelmatig onder wijs bevorderen. Men meene niet, dat door staatswetten het lot van den werkman kan worden verbeterd. De verbetering moet uitgaan van de werklieden zei ven, en het is zeer de vraag, of dezen bij de wettelijke beperkingen van hunne vrijheid baat zullen vinden. Bekwame, trouwe, oppassende werklieden hebben ook onder de bestaande maatschappelijke omstandigheden geen gebrek. Daarin ligt de aanwyzing van den weg, dien men ter verbetering van het lot der geheele klasse moet volgen, namelijk men moet zich bey veren, om alle leden dier klasse tot bekwame, trouwe en oppassende werklieden te verheffen. De Middelb. Ct. wydt een artikel aan den nieuwen inspecteur van het lager onderwijs voor Zeeland, den heer J. C. Fabius, die, zooals men weet, den heer A. Moens is opgevolgd. Aan da hand van de Fakkel, het te Dordrecht verschijnend vrijzinnig weekblad, herinnert zij dat de heer Fabius, kapitein der artillerie, aan zijn vroegereu werkkring de bekwaamheden niet ontleend kan hebben om een waardig opvolger van Moens te zijndat op zyn aandringen de opvoedkunde van het programma voor de hoofd- onderwyzers-akte geschrapt is, dat de Standaard van zyn bekwaamheid in schoolzaken niets anders weet te zeggen dan dut hy „als bestuurs lid van do Unie“ (school met den bijbel) zyn sporen verdiend heeft, enz. Voor hem zoo ieest men is de nieuwe onderwijswet het middel ter bereiking zijner idealen: beperking van het staatstoezicht op de bijzondere scholen; kweekscholen en normaaiiurichtingen allerwegen opgeheven; verzekering van de toekomende plaats in de examencommissies aan de onderwyzers der bijzondere scholen; oprichting van een school met den bijbel overal, waar een hand vol kinde ren daarvoor is bijeen te brengen. Ziedaar zegt het blad voorts wat wij, op het voetspoor van de Fakkel, ter introductie van den beer Fabius kunnen mededeelen, en zij besluit haar artikel aldus: „Het is voor ons openbaar onderwys een droeve toekomst, die wy met zulk een inspec teur tegemoet gaan. Naar zyn verleden te oordeelen had de regeering, iudien het haar bedoeling is om met voorbyzien van de bij de grondwet haar opgedragen verplichting voor aannoudende zorg jegens het openbaar onderwijs - de openbare school te knakken, kweek- en normaalscholen aan een langzame uittering te doen bezwijken, de vryheid van denopenoaren onderwijzer ambtelykaan banden te doen leggen, die bedoeling niet beter kunnen tooaen dan juist door de benoeming van den heer Fabius. „Het is daarom zeker geen wonder dat alle voorstanders van het openbaar onderwys, alle openbare onderwyzers, alle gemeentebesturen, Wat mogen wy van de internationale confe rentie te Berlijn verwachten ten nutte van don arbeidenden stand, tot oplossing der brandende qiraestie van onzen tijd? Tot onzen tijd aldus beantwoordt de heer A. W. F. in de N. V. C. deze vraag moeten wij erkennen dat onze verwachtingen niet hoog gespannen zyn. Men heeft er hoofdzakelyk van gedachten gewisseld over den duur van den arbeidsdag voor volwassenen en minderjarigen, over den arbeid van vrouwen en kinderen en over Zon dags- en nachtarbeid. Laat staan, dat het moeilijk zal vallen, omtrent die zaken in bijzon derheden eene internationale regeling te ver krijgen, komt het ons voor dat zelfs daardoor het lot van den werkman weinig verbetering zou ondergaan. Wat toch zou het gevolg zijn van zoodanige regeling P Eensdeels zouden sommigen (vrouwen en kinderen), die thans in fabrieken en mijnen werkzaam zyn, daaruit worden geweerd en het geld missen, dat zy er thans verdienen, terwyl de daardoor openvallende plaatsen weldra door de steeds toenemende bevolking zouden worden aangevuld, anderdeels zouden de werklieden door beperking van den duur van den arbeidsdag eenige uren meer vryen tyd verkrijgen, maar hun loon daardoor althans niet zien toenemen. Waarlijk, het is den werkman in het alge meen niet te doen om meer vryen tijd, maar wel om meer loon. De flinke werkman, die zich in het bezit gevoelt van de noodige krachten, verheugt zich steeds in overwerk, dus in uit breiding in plaats van in beperking van zijne werkuren. Meer vrye tijd is voor hem geen levensgenot, en velen zouden zelfs in verzoeking komen om dien door te brengen op plaatsen, waar alle levensgenot wordt verwoest. Maar meer loon zou hem ten goede komen voor zijn huisgezin, tot verbetering van woonstede, voeding en kleeding, het zou hem in staat stellen om voor zijne echtgenoote en voor zich-zolven de contributie te betalen in eene levensverze kering of in een pensioenfonds, waardoor hij ontheven werd van alle zorg voor den ouden daghet zou hem gelegenheid geven, om aan zijne kinderen eene meer degelyke opvoe ding, eene flinke vakopleiding te bezorgen. Dit alles en daarenboven wat meer veredeld levens- genot is eene behoefte voor den werkenden stand en wy zien niet in, dat de conferentie te Berlyn daarin zal voorzien. Wil de keizer van Duitschland inderdaad iets BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, Gelet hebbende op art. 7 van Zijner Majes- feits besluit van 7 September 1828 (Staatsblad B°. 55), roepen op, alle personen, welke als gehuwd of als weduwnaar met kind of kinderen 1Q de tweede klasse van de algemeene rol der schutterij, in het vorige jaar opgemaakt, zyn gebracht, doch sedert dien tijd door het over lijden van hunne vrouwen of kinderen, de be voegdheid hebben verloren om in die klassen te verblijven, en dus als nu in de eerste klasse der voor dit jaar te formeeren algemeene rol gerangschikt moeten worden Om van zulke veranderde omstandigheden ter Secretarie dezer gemeente kennis te geven, vóór den 15en der volgende maand, zullende bij verzuim dezer aangifte de belanghebbenden, ingevolge art. 8 van voormeld Koninklyk besluit, bij de Schutterij worden ingelijfd en bovendien tot eene geldboete en gevangenisstraf verwezen worden. Voorts wordt ter kennis van de belangheb benden gebracht, dut zij, die hun 34e jaar heb ben voleindigd, of gedurende vijf jaren bij de reserve hebben gestaan, desverkiezende kunnen worden ontslagen, wordende elk, die van dit recht wenscht gebruik te maken, arngemaand, om zulks uiterlyk vóór den 30en Juni aanstaande ter Secretarie aan te geven. Sneek den 8 April 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. UIT DE PERS. De BURGEMEESTER der gemeente Sneeki Gezien de missive van den heer Commissaris des Konings in Friesland, d.d. 31 Maart 11. le afdeeling M en S no. 364 (Provinciaalblad no. 38) Roept bij deze op, om zich op den 14 April e.k. uiterlijk ’s namiddags ten vier uur, by hun korps in werkelijken dienst te begeven, de ver lof gun* Q(rs dezer Gemeente, behoorende tot onderstaande korpsen en lichtingen, als van het Regiment Grenadiers en Ja gers, het 4e en het 7e Regiment In fanterie, de verlofgangers der lichting 1885 van het le, het 5e en het 8e Regiment Infanterie, de verlofgangers der lich ting 1888, die vóór den \en September 1889 in het genot van onbepaald verlof zijn gesteld geworden. De betrokken verlofgangers worden herinnerd asn hunne verplichting om by de opkomst on der do wapenen voorzien te zyn van al de klee ding- en uitrustingstukken, door hen by vertrek met groot verlof mede genomen en zich twee of drie dagen vóór den dag van opkomst ter gemeente-secretarie te vervoegen, ten einde hun verlofpas te doen afteekenen. Zij, die wegens ziekte niet aan deze oproe ping op den bepaalden tyd kunnen voldoen, zullen zich na hun herstel onverwijld bij hun korps hebben te vervoegen. Bij eventueels verhindering tot opkomst onder de wapenen behoort hiervan kennis te worden gegeven door inlevering van eene geneeskundige verklaring ter Gemeente Secretarie, waar des gewenscht verdere inlichtingen omtrent de op komst worden verstrekt. Ten slotte wordt nog hierop opmerkzaam gemaakt: le. dat voor deze opkomst geen gebruik gemaakt kan worden van de vervoerbiljetten in de Zakboekjes voorkomende, zijnde deze be stemd om te worden gebruikt bij opkomst onder de wapenen met spoed 2e. dat de manschappen, die zich by de op komst aan dronkenschap schuldig maken, streng zullen worden gestraft. .Sneek, den 3 April 1890. De Burgemeester voornoemd, ALMA. VA EE KE it OU1AN i i BINNEN LA A' II i i u I. i. i r 3S te t- al in 16 ;e ia a J- io jo :e n le s) s. le a, ;s

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1890 | | pagina 1