Ifflllll IA BET IRMfflSSfflffl S\L(.k
SlffillS- B WfflfflHLIIl Ml ill
1890.
No. 45
V IJ F-E N-V EERTIQSTE
Nationale Militie.
4 JUNI,
WOENSDAG
B1OOLAN».
a
0
het
Ia Eet Sociaal Weekblad komen eenige
zonderheden voor nopens het wetsontwerp,
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
n
4
KENNIS GIVING.
De BURGEMEESTER der gemeente Sneêk
brengt ter openbare kennis, dat het 4e Supple
toir Kohier van het Patentrecht No. 6, dezer
gemeente, dienstjaar 1889/30, door dén Provin
cialen Inspecteur der Directe Belastingen te
Leeuwarden gearresteerd den 30 Mei 1890, aan
den Ontvanger der Rijksbelastingen te Sneek
ter invordering is ter hand gesteld en dat een
ieder verplicht is zijnen aanslag, op den bjj de
wet bepaalden voet, te voldoen.
Sneek, den 3 Juni 1890.
De Burgemeester voornoemd,
NLMN.
Vaak wórdt geklaagd, dat er zoo weinig
gouden munt in omloop is. Toch vervaardigde
’s Rijks munt in 1889 wel driemaal zooveel
gouden standpenningen als in eön der vooraf
gaande jaren. Niet minder dan 204901 gouden
tientjes werden in het vorige jaar afgeleverd
aan de Nederlandsche Handelmaatschappij, dié
op een 190-tal na de geheele party heeft
gezonden naarOost-Indië.
bilichtingi
w
ting zij behooren;
dat tengevolge van het Koninklijk besluit van
den 21 April 1890 no. 45, tot schorsing der
algiite van het bewijs van ontslag uit den dienst
aan de ingelijfden bij de militie te land der
lichtingen van 1884 en 1885, de verlofgangers
behoorende tot deze lichtingen, eveneens verplicht
zyn om zich aan het voorgeschreven onderzoek
te onderwerpen
dat de verlofganger bij het onderzoek moet
verschijnen in uniform gekleed, en voorzien van
de kleeding* en uitrustingstukken, hem bij zyn
vertrek niet verlof medegegeven, van zijn zak
boekje en van zijn verlofpas;
dat, behoudens het bepaalde in art. 130 der
Wet op de Nationale Militie, een arrest van
twee tot zes dagen door den Militie-Commissaris
kan worden opgelegd aan den verlofganger
1°. die, zonder geldige reden, niet bij het
Onderzoek verschijnt
2°. die, daarbij verschenen zijnde, zonder
geldige redenen niet voorzien is van de hiervo-
ren vermelde voorwerpen
3°. wiens kleeding- of uitrustingstukken by
het onderzoek niet in voldoenden staat worden
bevonden
4°. die kleeding- of uitrustingstukken, aan
een andei toebehoorende, als de zyne vertoont.
De verlofgangers worden herinnerd dat de
strafbepalingen van art. 144 der aangehaalde
wet ten strengste zullen worden toegepast op de
genen, die zonder geldige reden niet verschynen.
Sneek den 16 Mei 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
In verband met het bericht, dat een ontwerp
tot wijziging van de gemeentewet bij den Raad
van State in onderzoek is, schrijft de Standaard
Men wist, dat Minister de Beaufort aan de
regeling der gemeentelijke finantien de eerste
op zijn toen nog sober program had ingeruimd.
In de volgorde van den trein moest dus deze
wet eerst voorkomen, eer men op de indiening
van verdere voorstellen hopen mocht.
En op zich zelf, én als voorlooper van wat
daarna te komen staat, boezemt dit voorstel ons
deswege het hoogste belang in. De gemeenten
moeten geholpen, maar ook de baan geëffend
voor verdere voorstellen. Het kapitaal in por
tefeuille wacht als een te zwaar gewold ooilam
op de schaar van den scheerder.
Volgens de Standaard is het bêricht, als zou
den de legerwetten nogmaals in den minister
raad een onderwerp van beraadslaging hebben
uitgemaakt, onjuist.
De lijd maakt melding van een gerucht,
volgens ’t welk het rapport van den Raad van
State betreffende het wetsontwerp van legeror-
ganisatie hoogst ongunstig zou luiden. Alle
leden van den Raad, verhaalt men, hebben
eenparig bedoeld rapport onderteekend, waarin
de plannen der regeering ten sterkste worden
afgekeurd.
Do geruchten blijven voor rekening van
blad ’t welk het vernam.
litieraad wordt geopend, ter Secretarie voornoemd
moeten worden ingeleverd.
Sneek, den 4 Juni 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
in het bekomen van werk, de loonen en de
huurprijzen der woningen aldaar."
Brengt ingevolge daartoe gedane aanschrijving
het vorenstaande ter openbare kennis en ver
klaart zich bereid, des gevraagd, zijne tusschen-
komst, alsboven bedoeld, te verleenen.
Sneek, den 2 Juni 1890.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER der gemeente Sneek,
Gelet op een schryven van den heer Com
missaris des Konings in deze provincie van 23
Mei 1.1. Ie Afd. A no. 598 (Provinciaal blad
no. 55), houdende mededeeling eener missive
van Z. E. den Minister van Binnenlandsche
Zaken, dd. 17 Mei d. t. v. no. 2179, Afdeeling
BB, luidende als volgt
„llerbaaldelijk komt het voor, dat Nederland-
sehe werklieden door berichten in de nieuws
bladen of door daartoe uitgezonden agenten,
soms met verstrekking van reisgeld voor de heen- I
reis, naar Duitschland ten behoeve van industri-
eele ondernemingen worden gelokt, terwyl bij
hun aankomst ter plaatse blijkt, dat zij daar
niet gebruikt kunnen worden.
Het is daarom geraden, dat die werklieden,
alvorens op zulke berichten en voorspiegelingen
bir agenten af te gaan, óf zelf óf door tusschen-
komst van den Burgemeester hunner woonplaats
zich tot den Nederlandschen consul in de streek,
waar die ondernemingen zich bevinden, om
jen wenden omtrent de vooruitzichten
bij-
het
welk mr. S. van Houten voornemens is in te
dienen, tot uitbreiding van het recht van ont
eigening ten name van de gemeenten.
De regeling, zooals zij in het aangekondigde
wetsontwerp zal zijn neergelegd, komt ia hoofd
trekken op het volgende neer:
Aan de gemeentebesturen wordt de bevoegd
heid verleend om, hetzij ambtshalve, hetzij op
verzoek van belangstellenden, overeenkomstig de
daarvoor vastgestelde bepalingen, vaste eigen
dommen in hun gemeente te onteigenen en be
schikbaar te stellen voor:
uitbreiding van steden, dorpen en buurtschap
pen;
vorming van nieuwe buurtschappen;
oprichting of uitbreiding van iarioütingen van
nijverheid, woningen met tuinen voor bestuur
ders, beambten en werklieden daaronder begre
pen;
ondernemingen van tuinbouw, landbouw, vee
teelt en houtteelt.
De schadeloosstelling zal bepaald worden op
het 40voud van de belastbare opbrengst, ver
hoogd met de kosten en de waardebepaling der
te veld staande vruchten als anderszins.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
Gemeente SNEEK,
Gelet op het besluit van den Commissaris des
Konings dezer Provincie van den 7 Mei 11.
Ie Afdeeling M en S no. 493 (Provinciaal blad
no. 53), brengen tér openbare kennis, dat het
onderzoek van de verlofgangers der militie te
land in deze Gemeente zal plaats hebben op
Vrijdag den 20en Juni e. k., des voormiddags
ten 9 ure
dat aan dat onderzoek zullen behooren deel
te nemen alle binnen deze Gemeente gevestigde
Milieiens-Verloigangers voor zoover zij vóór den
laten April jl. in het genot van onbepaald
verlof zyn gesteld, om het even tot welke lich-
het Koninklijk besluit van
ADVEIITENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
▼oor eiken regel meer 7*/a Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den Uitgever.
Atjeh-krijg. In Mei 1873 werd er de Neder
landsche vlag geheschen. De radja van Edi
lag steeds overhoop met zyn noordelijke buren
en kon onzen steun daarbij zeer goed gebruiken.
De radja is altijd op onze zijde gebleven. Hij
schijnt het nu met zijn 'éigen volk te kwaad
gekregen te hebben.
Op nieuw heeft de heer Henry Tindal een
adres gericht aan de Tweede Kamer. Hij wijdt
daarin meer bijzonder zijn aandacht aan de
mobilisatie der troepen in geval van oorlog en
komt tot de conclusie, dat deze niet goed ge
regeld is.
Voorts verdedigt hij zich tégen de verwijten
hem door een der leden naar ’t hoofd geworpen
over zijn reizen in *t buitenland en het raad
plegen van deskundigen aldaar.
In het hoofdkiesdistrict Meppel zal, door de
benoeming van den heer Smeeuge tot kanton
rechter, éen verkiezing voor de Tweede Kamer
moeten geschieden.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente SNEEK,
Gelet op het Koninklijk besluit van den
16 Mei 1890 no. 21, genomen op de beroepen
van de uitspraak van Gedeputeerde Staten van
Friesland, van den 6 Maart 11 no. 4, le Aid.
M/S, inzake de loting voor de Nationale Militie
in deze gemeente, lichting 1890, gehouden op
den 28 Februari 11., by welk besluit is gehand
haafd gemelde uitspraak van Gedeputeerde Sta
ten, houdende:
Sub 1°. Vernietiging der op den 28 Febru
ari 1890 te Sneek gehouden loting voor de
Nationale Militie van no. 53 der Aiphabetische
Naamlyst af - dus te beginnen met Pieter
Huisman en
Sub 2°. verzoek aan den Commissaris des
Konings om een gedeeltelijk nieuwe loting voor
de Nationale Militie voor deze gemeente te
willen bevelen
Gezien het besluit van den Commissaris des
Konings in deze Provincie, dd. 27 Mei 11. le
Afdeeling M,S no. 564, waarbij wordt bevolen,
voor deze gemeente eeno gedeeltelijk nieuwe
loting te houden voor de Nationale Militie,
lichting 1890, van no. 53 der Aiphabetische
Naamlijst af dus te beginnen met Pieter
Huisman en wel op Dinsdag den 1U Juuia.s.,
’s voormiddags ten 9 ure;
Gelet op alinea 2 van art. 36, juncto de artt.
28—34 der milbiewet en artt 20 en 21 van het
Kon. Besluit van 8 Mei 1862 (Staatsbl. no. 46)
Brengen ter openbare kennis
dat de voor deze gemeente bevolen gedeeltelijk
NIEUWE LOTING voor de Nationale Militie,
lichting 1890, van no. 53 der Aiphabetische
Naamlijst der ingeschrevenen af dus te be
ginnen met Pieter Huisman op Dinsdag 10
Juni a. s. ’s voormiddags ten 9 ure, zal worden
gehouden in een der lokalen van het gebouw
I „de Harmonie11 aan de Stadsgracht alhier;
dat op Woensdag den Hen dier maand, ter
Secretarie der gemeente door of vanwege de
lotelingen aanvraag kan geschieden voor de
getuigschriften ter bekoming van vrijstelling
wegens broederdienst of als eenig wettig zoon
voorts dat om vrijstelling wegens eigen mili
tairen dienst of dien van broeders te verkrij-
gen, de paspoorten of andere bewijzen van
ontslag, uittreksela-stamboeken of bewijzen van
werkelijken dienst, ten minste tien dagen vóór
den dag, waarop de eerste zitting van den Mi-
Blijkens een bij het departement van koloniën
ontvangen telegram van den gouverneur-generaal
van Ned.-Indie is de toestand in Edi ernstiger
geworden en het aantal vijanden toegenomen.
De radja wantrouwt zijn eigen volk en vluchtte
in onze benting. Troepenversterkingen worden
van Java gezonden.
Edi, op de oostkust van Sumatra gelegen,
was een onzer eerste bondgenooten in den
Onder ’t opschrift Eene eedsquaesiie schrijft
de heer Jb. van Gilse in de Zondagsbede voor
doopsgezinde en verwante Christelijke gemeen
ten o. a. het volgende
Eene eedsquaesiie doet zich voor in de ge»
meente Groningen. Een der leden onzer ge
meente daagt een onwilligen debiteur voor het
kantongerecht te A, ten einde hem te laten
veroordeelen tot het betalen zijner schuld. Dat
vonnis zou geveld zyn, wanneer de debiteur
aan onzen broeder niet bad opgelegd den be
slissenden eed, Burg. Wetb. Artt 1966 en
volgg. Ons medelid is bereid, om aan den eisch
der tegenpartij te voldoen, maar dan op de wijze
der Doopsgezinden door het afloggen van een
verklaring. De alleen rechtsprekende rechter in
het kanton A. heeft daartegen bezwaar. Hij
meent, dat hier alleen een eed mag worden
toegelaten. Hij beroept zich op prof. mr. G.
Diephuis en diens aanteekeningeu op boven
genoemde artikelen. En hij verwijst naar
art. 1982, waar bepaald wordt, dat die beslis
sende eed bij volmacht kan worden afgelegd.
De Groninger Doopsgezinde vraagt eenigen be
denktijd maar in een der volgende zittingen
van het kantongerecht blijkt dat noeh hij, noch
de rechter van gedachten zijn veranderd. Onze
broeder wilde bovendien door een ander niet
laten doen, wat in strijd was met, zijne eigene
overtuiging. Derhalve wordt hem nu zijn eisch
ontzegd. Van dat vonnis is hij op raad zijner
vrienden terstond in appèl gekomen by de
rechtbank te Groningen, waar de zaak nu han
gende is.
Het zal zeker bij niemand in de gedachten
komen, om hier te denken aan eene vervolging
om des geloofswil. De persoon van den kan
tonrechter zou anders een waarborg kunnen
zyn tegen dergelijk vermoeden. Wij hebben
hier alleen te doen met een wetsinterpretatie,
wilt gijmet een rechtsgeleerde spitsvondigneid.
Maar wij gevoelen zeker allen, dat deze quaestie
I voor ons van het hoogste belang is. Niet alleen
in de artikelen betreffende den beslissenden eed,
I maar ook Burg. Reciitsv. art. 681. 70 (bij boe-
SNEEKER
9
H
3»
n
jr
je
3r
m
ii*
m
>12
27
21
int
41
)Of
1
)or
il6
>or
i30
>58
•1?
Vs
d.
13
li
la
su
ct
1-
:k
a.
et
LU
er
d.
.n
ia
30
14
.11
15
>0
10
19
ad»