FBI
,e
MS- ffl IDBIMTIHLID MB BS
1.1 til 111 H lii l 1 IIiiOfflSSIIBIISHffi
1
No, 49
V IJ F-E N-V E F R T I Q S T E JAARGANGk
1890»
[1
Nationale Mihtie.
W AG
binnenland.
het Koninklijk besluit van
'0,
il
ls
U I T DE PEES.
,50
i
I.
en
in
53
k
'z7
ids-
dv.
de dupe geworden is van de zonderlinge rechts»
ons land gelden, zonder dat
het Sederiandsche volk het der moeite waard
acht voor den verongelijkte op te komen.
Met het vertrek van Willink Ketjea zal de
4. alle overige lotelingen.
.11-i voor dien Raad alleen behoeven te
Het Lawa-gebied» De Parijsche Temps geeft
een overzicht van de onderhandeiingen, welke
over het Lawa-gebied tusschen de Fransche en
Nederlandsche regeeringen zijn gevoerd. Het
blad ontkent ten stelligste, dat Frankrijk bezit
heelt genomen van het gebied, waarover het
geschil loopt. Wel is het waar, dat de Fran
se beu zich op den rechteroever der Lawa heb
ben gevestigd, maar dit is niets nieuws, want
reeds sedert jaren zijn daar Fransche posten ge
vestigd. Verder zyn de Franscheu niet gegaan.
De toestand is echter nu onhoudbaar. De
Gouverneur van Fransch Guyana heeft ondanks
de klachten van hen, die zich daar hadden ge
vestigd, het betwiste gebied doen ontruimen,
maar aan de zijde van Suriname geschiedde
niets van dien aard, Voor eenige dagen heeft
de Fransche regeering te ’s Gravenhage laten
weten, dat, indien de Nederlandsche regeering
harerzijds geen toezicht hield op de grens, de
kolonisten uit Suriname, die wel worden toe
gelaten, door het verbod der Fransche regee
ring eenvoudig een voorrecht genoten boven de
Franschen.
liet toezicht der Nederlandsche autoriteiten
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
Het Dagbl. maakt de opmerking dat de
leden van de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal, die tot het college van commissarissen be-
hooren van de spoorwegmaatschappijen, welke
betrokken zijn bij de thans in behandeling zijnde
wets voordracht betreffende de spoor wegovereen-
komsten, de zittingen der Kamer niet bij wonen.
Op verzoek van twee der heeren Afgevaar
digden, wier voorstellen tot wijziging van
Statuten en Huishoudelijk Reglement op de
agenda zijn gebracht, is de tegen 28 Juni a. s.
uitgeschreven Gewone Algemeeno Vergadering
der Liberale Unie veertien dagen uitgesteld eu
zal alzoo plaats hebben op Zaterdag 12 Juli a.s.,
des voormiddags te 10 uur, in het gebouw der
„Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen*4, N. Z.
Voorburgwal te Amsterdam.
wegens ziekelijke gesteldheid, of gebreken, of
gemis van de gevorderde lengte.
Sneek den 10 Juni 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
KENNISGE VING.
LOTING SCHUTTERIJ.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek brengen ter kennis van de
belanghebbenden, dat de alpliabetische naamlijst
van de personen, die in dit jaar aan de loting
voor de Schutterij moeten deelnemen, ter visie
zal liggen ter Secretarie dezer gemeente van
Maandag den 9en tot en met Dinsdag den 17
Juni a. s, des voormiddags van 9 tot 12 uur;
dat de loting zal plaats hebben ten Raadhuize
op Woensdag den 25 Juni daaraanvolgende,
des voormiddags elf uur, voor hen die geboren
zijn in het jaar 1865, terwijl daarna dadelijk
zal worden overgegaan tot de naloting der over
eenkomstig art. 4 van het Koninklijk Besluit
van 21 Maart 1828 (Staatsblad no. 6) inge
schrevenen van de jaren 1856 tot en met 1864.
Wordende ieder ingeschrevene opgeroepen, om
bij de loting tegenwoordig te zijn, en, redenen
van vrijstelling hebbende, die alsdan op te geven.
Sneek, den 6 Juni 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
K ENNIS G E V I N G.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek, voldoende aan art. 87 der wet
°P de Nationale Militie van den 19den Augus
tus 1861 (Staatsblad no. 72), brengen ter open
bare kennis, dat de eerste zitting van den Mili
tieraad voor deze gemeente zal worden gehou
den in het Gemeentehuis te BOLS WA lil), op
Maandag den 30 Juni e, k., des voormiddags
ten U1;, ure, in welke zitting uitspraak zal
"orden gedaan omtrent:
1. De verschenen vrijwilligers voor de militie;
2. De lotelingen, die redenen van vrijstelling
hebben ingediend;
3. de lotelingen, die in de termen van uit
buiting vallen
Zullende
Verschijnen
L Zij, die zich als vrijwilliger voor de Mi
litie hebben aangeboden
2. <e lotelingen, die vrijstelling verlangen
om, op welke wijze dan ook, een geschil uit
den weg te ruimen,
Op de vraag „of dit gebeuren mag ant
woordt het Hbl. met de wedervraagof het
anders kan De schuld ligt aan den minister
Hartsen, die verzuimd heeft zich te vergewissen
dat de Fransche regeering dezelfde opvatting
voorstond als wij.
is even illusoir gebleven en toen heeft de Fran
sche Gouverneur aan de kolonisten, die eerst
van het betwiste gebied verwijderd waren, weer
toegang verleend tot de gronden, welke zij ont
dekt hadden. Dit is zegt de Temps wat
gebeurd is en hoogstwaarschijnlijk heeft deze
handelwijze van den Gouverneur aanleiding
gegeven tot het onjuiste bericht, dat Frankrijk
bezit heeft genomen van het betwiste Lawage-
bied.
„Hoe dit ook zij aldus besluit de Temps
zijn mededeeling het is van belang dat deze
zaak zoo spoedig geregeld worde.
„Van onzen kant hebben wij de meest moge
lijke inschikkelijkheid betoond. Toen de diplo
matie der beide landen niet in staat bleek om
tot een vergelijk te komen, hebben wij voorge
steld den C'zaar tot scheidsrechter te benoemen.
„In beginsel heeft de Nederlandsche Regee
ring dit goedgekeurd, en ook heeft zij een
ontwerp bij de Kamer ingediend, waarbij zij
machtiging vraagt om den twist aldus te be
slechten. De Nederlanders zijn te loyaal dan
dat zij de logische oplossing, welke de Regeering
voorstelt, niet zouden aannemen.*4
Het Vad. schrijft naar aanleiding van deze
tegenspraak van de Temps„Dat mag nu geen
bezetting zijn, het heeft veel van inbezitneming.
Het merkwaardigste in deze tegenspraak is, dat
de voorloopige titels zuilen gelden tot de ratifi
catie. De ratificatie van wat? Natuurlijk van
de verklaring, voor onze Staten-Generaal aan
hangig. Maar daaruit volgt dan, dat de Fran
schen denken, dat als de verklaring maar is
aangenomen, de zaak in orde is en een deel
van het betwiste gebied hun natuurlijk wordt
toe bedeeld.
„Zoo blijkt ongezocht wederom, hoe onze
Regeering zich om den tuin heelt laten leiden.
„Met dat al is de zaak nog niet volkomen
helder. Zooals bekend is, meldde reeds een
vorige Surinaamsche mail, dat 8 April de ex
ploitatie der goudvelden aan de Cayenneezen
werd toegestaan, en dat die maatregel 17 April
weer werd ingetrokken. Daarna moet weer iets
anders geschied zijn, want het telegram van
onzen correspondent noemde 3 Mei als den
datum van bezetting. Is nu eenvoudig het be
sluit van 8 April herleefd Het klinkt vreemd,
maar de mededeeling dor Fransche Regeering
zou het haast doen vermoeden. De correspon
dent echter seinde: France took possession
Lawa. Dit doet ons vermoeden, dat er nog
wel iets meer is gebeurd.*4
Mr. A. Telting geeft in de N. R. Crt. een
geschiedkundig overzicht van de grensregeling
van Suriname. Daaruit blijkt dat, terwijl bij
den vrede van Breda eene nog oostelijker rivier
dan de Lawa als de grens van ons bezit werd
aangenomen, in 1791 en 1792 onze troepen het
Lawagebied bezetten, wat zij niet hadden kunnen
doen, zoo dit als Fransch grondgebied erkend
werd. Ook de heer Telting maakt melding van
het, eveneens door het blad aangehaalde oordeel
van den heer Vidal, den president der Fransche
commissie voor de grensregeling in 1861, uit
gesproken. De Fransche reiziger Jules Crevaux
kwam in 1871 eveneens tot de overtuiging, dat
de Lawa de bovenloop van de Marowyne was.
Uit dit alles blykt Nederland’s recht, waarmede
in strijd is de mogelijkheid der verdeeling van
het terrein door een scheidsrechter.
„Door die mogelgkheid toe te laten, zegt de
heer Telting, zouden wij zelven erkennen aan de
deugdelijkheid onzer aanspraken te twijfelen en
leggen ons reeds vooraf neder by eene even-
tueele beslissing, die niet enkel het zuivere
recht ten grondslag heelt, maar
gevolg kan zgn van een zeer gevaarlijke zucht
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek, herinneren belanghebbenden,
dat de toelating van kinderen op SCHOOL No. 1
eenmaal ’s jaars plaats heeft en wel op den
1 September;
dat alsdan worden toegelaten zij, die don
ouderdom van zes jaren bereikt hebben of voor
den 1 Januari 1891 bereiken;
dat de aanvraag tot plaatsing, mondeling of
schriftelijk bij het Hoofd der School moet ge
schieden vóór 15 Juli e. k.
Sneek den 13 Juni 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BEN N E W1TZ, Secretaris.
De Haagsche berichtgever van de Zutf. Cl.
is van oordeel dat de spoor wegregeling in
deze wonderlijke tijden wel door een partij-
kommaudo zal worden uitgemaakt. De heer
Haffmans zal zeggen: laat ze maar pratenop
stemmen komt het alleen aan.
De ijd gaat nog iets verder, Hoe meer zij
over de zaak gehoord en gelezen heeft, vooral
echter nu de tegenstanders aan het woord zijn
geweest in de Tweede Kamer, des te vaster is
bij haar de overtuiging gevestigd geworden, dat
de regeering door het ontwerpen van de thans
voorgestelde regeling een schoonen en nuttigen
arbeid heeft volbracht, waarvoor haar de dank
der natie toekomt.
Ook de heer L, Haffmans wijdt in zijn Venl.
Weekbl. een enkel woord aan de spoorwegover-
eenkomsten. Hij meent, dat de voorgestelde
regeling het mogelyk maakt staatsexploitatie
te allen tijde en gemakkeljjk in te voeren en
acht het onredelijk dat voorstanders daarvan,
als de heer Farncombe Sanders, tot verwerping
der wet besluiten. Volgens schr., hebben alleen
de commercieelen zeer goede redenen tegen het
regeerings-voorstel te zijn. Vooreerst verliezen
zij een particuliere spoorwegmaatschappij en hoe
minder concurrentie, hoe minder geheime tarie
ven, hoe minder accoordjes. Ten tweede loopon
zij gevaar, dat er staatsexploitatie komt, waarmee
alle plooibaarheid der ambtenaren ophoudt.
Alle anderen behooren de overeenkomsten aan
te nemen.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels,gewone letter, 40 Cents,
▼oor eiken regel meer 7 */a Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij
den Uitgever.
De heer W. E. Willink Ketjen vertrekt
met zijn gezin naar Californie.
De Amst. (dagblad), dit bericht meedeelende,
voegt daaraan de volgende opmerking toe Het
zal velen Nederlanders, gelijk ons, leed doen
dat dez.e man, met zijn onberispelijk verleden,
i toestanden, die in
die ook het
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
Gemeente SNEEK,
Gelet op het besluit van den Commissaris des
Konings dezer Provincie van den 7 Mei 11.
Ie Afdeeling M en S no. 493 (Provinciaal blad
no. 53), brengen ter openbare kennis, dat het
onderzoek van de verlofgangers der militie te
land in deze Gemeente zal plaats hebben op
Vrijdag den 20en Juni e. k., des voormiddags
ten 9 ure
dat aan dat onderzoek zullen behooren deel
te nemen alle binnen deze Gemeente gevestigde
Miliciens-Verlofgangers voor zoover zij vóór den
Isten April jl. in het genot van onbepaald
verlof zijn gesteld, om het even tot welke lich
ting zij behooren
dat tengevolge van het Koninklijk besluit van
den 21 April 1890 no. 45, tot schorsing der
afgifte van het bewijs van ontslag uit den dienst
aan de ingelijfden bij de militie te land der
lichtingen van 1884 en 1885, de verlofgangers
beboerende tot deze lichtingen, eveneens verplicht
zijn om zich aan het voorgeschreven onderzoek
te mderwerpen;
cat de verlofganger bij het onderzoek moet
verschijnen in uniform gekleed, en voorzien van
de kleeding- en uitrustingstukken, hem bij zijn
vertrek met verlof medegegeven, van zijn zak
boekje en van zijn verlofpas;
dat, behoudens het bepaalde in art. 130 der
wet op de Nationale Militie, een arrest van
twee tot zes dagen door den Militie-Commissaris
kan worden opgelegd aan den verlofganger
1°. die, zonder geldige reden, niet bij het
onderzoek verschijnt
2®. die, daarbij verschenen zijnde, zonder
geldige redenen niet voorzien is van de hiervo-
ren vermelde voorwerpen
3°. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij
het onderzoek niet in voldoenden staat worden
bevonden
4°. die kleeding- of uitrustingstukken, aan
oen ander toebehocrende, als de zijne vertoont.
De verlofgangers worden herinnerd dat de
strafbepalingen van art. 144 der aangehaalde
wet ten strengste zullen worden toegepast op de
genen, die zonder geldige reden niet verschijnen..
Sneek den 16 Mei 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
Bij koninkl. besluit is benoemd tot raadsheer
in het Gerechtshof te Leeuwarden, mr. H. D.
van Ketwich Verschuur, thans rechter in de
Arr.-Rechtbank aldaar.
8 W E E K K R
URAI
Ian
9
I
i
?r-
;al
ge
>g»
;e-
L)k
en
an
ik
en
iet
iet
lai
>u-
lar
zii
en
en
re
Irik
en
Ji
ri la
Ctil
Jut*
lina
eu
van
take
ren,
;ske
jr-«
Jr.
'18
I
1
i
|8
13
‘ƒ18
NATIONALE MILITIE.
II - -