fifflfflE EK HET BÖ1WSSEBT SMI
J
J
1,
No. 50,
V IJ F-E N-V E E R T I Q S TE J A A R Gt AN G-.
1890.
I
I
WAARHEID BOVENAL
Z A. T E K II A. o-
31 JUNI,
00
lieren moeten verkeerea, nice eveneens rekening
lo.
.0.
)0,
>0,
te spannen.
.5
a
iS.
(J
a-
en
js
e-
te
>0.
)0,
it
)0
h
ur
00
)0,
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden /l.franco per post 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave ol redactie betreffende, franco
in te zenden.
Bij deze Courant behoort als bijblad Feuil-
leton-nummer 65.
KENNISGEVING.
LOTING SCHUTTERIJ.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek brengen ter kennis van de
belanghebbenden, dat de alphabetische naamlijst
van de personen, die in dit jaar aan de loting
voor de Schutterij moeten deelnemen, ter visie
zal liggen ter Secretarie dezer gemeente van
Maandag den 9en tot en met Dinsdag den 17
Juni a. s., des voormiddags van 9 tot 12 uur
dat de loting zal plaats hebben ten Raadhuize
op Woensdag den 25 Juni daaraanvolgende,
des voormiddags elf uur, voor hen die geboren
zijn in het jaar 1865, terwijl daarna dadelijk
zal worden overgegaan tot denaloling der over
eenkomstig art. 4 van het Koninklijk Besluit
van 21 Maart 1828 (Staatsblad no. 6) inge
schrevenen van de jaren 1856 tot en met 1864.
Wordende ieder ingeschrevene opgeroepen, om
bij de loting tegenwoordig te zijn, en, redenen
van vrijstelling hebbende, die alsdan op te geven.
Sneek, den 6 Juni 1890.
Burgemeester en
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
▼oor eiken regel meer 7’/> Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den Uitgever.
uit de zeventiende eeuw met hart en ziel terug-
wenschen, die daarom voor leger en marine alles
over hebben, ja zelfs de laatste dubbeltjes van
het openbaar onderwijs er aan willen opofferen,
hoe laten ze zich toch door dien Doctor drillen
met halve waarheid. Zie dan verder zijne tra
wanten uit den Adel. Bij dien stand veronder
stelt men slechts mannen van karakter te zullen
aantreffen, mannen die staan of vallen voor hun
beginsel en wat zien we nu Jonkheer A.
en Baron D., het zijn niets meer dan marionet
ten in ’t spelletje van Doctor Abraham van de
Heeregracht. Zij zullen wel eens in ’t geheim
de vuist ballen, wanneer ze weer hebben moeten
meestemmen met de groote Standaard-trompet,
of wanneer ze al eens de lust niet konden
weerstaan om het veto! uit te spreken en ze
dan als een hondsvot geprügelt weer op de baan
verschenen. C tempora O moresroepen we
mismoedig uit! Weg toch met die halfheid,
die laagheid En we onderschrijven dan gaarne
wat een dichter „Echte laagheid" betitelde
Of is het niet walglijk bij de behandeling
der spoorwegwetten de heele bent van baronnen
on jonkheeren-anti-revolutionairen, het vóór
te hooren uitspreken omdat Dr. Kuyper nu
eenmaal ze heeft aangenomen en dat niettegen
staande mannen als Tak van Poortvliet, Mees,
Sanders, allen op dat gebied eenigermate des
kundigen, helder hebben aangetoond dat die
voorstellen in het belang van den staat verwer
pelijk, zeer verwerpelijk waren. Stoere anti-revo-
lutionairen Hoe laat gij u misleiden.
We willen deze philippics over halve waar
heid echter niet besluiten zonder een waarschu
wend woord ook aan de liberalen van onze
dagen. In alle eeuwen zijn er liberalen en cie-
ricalen geweest. We lezen daarvan reeds in de
brieven van Paulus aan de christengemeente te
Corinthe. Verouderde denkbeelden werden daar
door een deel der gemeente afgeschaft, waar
onder b.v. het verbod van sommige spijzen te
gebruiken. In plaats echter van dankbaar zich
te betoonen dat hun blik het in ruimheid zoo
veel won van dien hunner medemenschen, gingen
zij deze bespotten. En wat zei Paulus tegen
deze pseudo-iibetalen „De kennis maakt op-
geblazen maar de liefde sticht." We zijn den
Apostel dankbaar voor dat merkwaardige woord,
dat in onzen tijd niet het minst vau kracht is
gebleven. Wilt ge het bewijs
Betreedt met ons weer de zaal der vivisectie
en neem waar, hoe we in een mensch hoofd en
hart vinden, als zetels van verstand en gemoed.
Waar de natuur deze twee vermogens in den
mensch heeft gelegd, is het toch zeker „waarheid"
dat beide moeten gebruikt worden, en evenzeer
halve waarheid" om bijv, enkel het hoofd in
En wat leert ons de ervaring van
dezen tijd? Dat de zelfzucht, die kanker der
maatschappelijke samenleving, met alle kracht
werkzaam is aan de ontwikkeling van het ver
standnatuurlijk, want dat is haar beste helper,
Aan het gemoedsleven wordt minder gedacht.
Schandelijk materialisme, dat de bezieling des
levens wegvaagt en ons verlaagt tot aardwor
men, die hun gansche leven doorbrengen met,
elk voor zich, hunne kronkelpaden door den
grond te maken. Vuig eigenbelang, dat steeds
met de vraag: ben ik mijns broeders hoeder?
vergeet, dat elk mensch verplicht is mee te
werken aan den band der broederschap. „An-
d’reu vah’ de baan te knikk’ren, Dat blijft
groote-menschenwerk." Een dichter van onzen
tijd heeft dit van onze hedendaagsche maat
schappij gezegd en het doet ons leed dit te
moeten erkennen als waar. Ten slotte nog
een vraag, die we te beantwoorden hebben.
Waarheid bovenal en geen halve waarheid, moet
de leus zijn. Maar wat is waarheid In maat
schappij ken zin opgevat, en in zooverre slechts
is zij voor ons allen belangrijk, kunnen we deze
vraag beantwoorden met de woorden van den
grooten meesterHebt uwen naaste lief als u-
zelven. Voegen we hieraan nog eene waarschu
wing bij voor wie haar noodig achten. Wilt ge
bovenstaande waarheid in toepassing brengen,
gaat dan niet in de leer bij Dr. Kuyper c. s.,
of bij de opgeblazen geleerdheid, die lacht om
den eenvoud barer evenmeuschen, maar werkt
in ’t belang der broederschap met de gedenk*
waardige woorden van Paulus steeds voor oogen,
waaruit de volle waarheid geput kan worden.
V E R G A D E R I N G
van den Gemeenteraad van Sneeks
op Zaterdag den 21 Juni 1890,
’s namiddags 7 uur.
Punten van behandeling:
1. Resumtie der notulen,
2. Mededeeling van iugekomen stukken enz.
3. Vaststelling van het programma der lessen
aan de Hoogere Burgerschool, cursus 1890/1891.
4. Alsvoren van het Gymnasium, cursus
1890,1891.
5. Adres van A, M. Kuift.
6. Alsvoren van J. N. Hofmeester.
7. Uitbetaling uit den post voor onvoorziene
uitgaven dienst 1890.
Van liegen hebben alle menschen een grooten
afkeer en bij de opvoeding wordt er door de
meeaten den nadruk opgelegd dat hunne kinderen
de „waarheid" spreken. Het is daarom een
opmerkelijk en vreemd verschijnsel, dat er in de
Wereld nog zooveel gelogen wordt. Bij ccnigs-
zins nadere beschouwing echter van don mensch,
en wij betreden hier tegen den wil van den
wetgever het gebied der vivisectie bij nadere
beschouwing van den „mensch" ontdekken we
al spoedig waar de fout schuilt. Bij de opvoe
ding is wel gewaarschuwd voor wat „leugen"
heet, de „halve waarheid" echter heeft men
over ’t hoofd gezienis het kind tot „man" ge
worden dan Komt die halfheid al spoedig aan
dea dag in den vorm van geveinsdheid of mis
leiding.
In den strijd om het bestaan schijnt die ei
genschap nu eenmaal noodwendig dienst te
moeten doende concurrentie eischt het dat
men de koopwaar vervalschen moetde men
schen zijn er op gesteld dat men hun honig om
den mond^smeert mundus vult decipi de
„list" vindt bij de groote massa bewondering
omdat men het daarmee het verst brengt en
waarin zou die „list" zich nu anders openbaren
dan in misleiding.
Men heeft ontzag voor den intrigant en baant
hem zoodoende den weg tot de hoogste sporten
°P den maatschappelijken ladder. Wie denkt
hierbij niet onwillekeurig aan den paus der
dclcerenden Met groote wonderpraal verkon
digt hij dat de formulieren van eenheid die
bronnen van tweedracht de waarheid zijn.
Qf het de waarheid is Me dunkt, deze vraag,
door zoovelen gedaan, velt het vonnis over
s mans uitspraak.
Mat waar is moet „eenvoudig zijn" en de
vraag van zoovelen bewijst dat zijne waarheid
dit kenmerk mist. De groote massa, de gema
tigd orthodoxen incluis, bespeuren zijne halve
Waarheid en keeren zich van hem af. Op
staatkundig gebied echter, wanneer de hoofdman
der anti-revolutionairen aan ’t woord is en met
bazuingeschal het wanbeleid der liberalen ver-
hondigt, vindt hij gretiger gehoor. Waarom?
wel eenvoudig omdat hij wijst op de fouten
wie begaat ze niet van zijne tegenstan
ders; met die halve waarheid zijn de orthodoxen
lu eenmaal tevreden, omdat ze de andere helft
de fouten der anti-revolutionairen nog
“iet zoo bij den vinger kunnen optellen. Na
tuurlijk zal die tijd w el komen dat zijn kuddeke
de heele waarheid eens zal vernemen, maar zoo
8Poedig nog niet, want, al heeft de liberale
)ai'tij in de laatste drie jaren van ons volks
bestaan reeds op veel fouten gewezen, de anti-
'uvolutionair laat zich liefst alleen door Abraham
f°orlichten, een man die de kunst verstaat om
•ijne taal te kneden tot een bal, waarin de
Waarheid verborgen ligt.
Stoere mannen, die den roem van Nederland
UIT DE PERS.
De Tijd is geërgerd door het wetsontwerp
op de onteigening, ingediend door mr. Van
Houten, dat zij het revolutionairste ontwerp
noemt ooit bij de Staten-Generaal ingedieud.
Zij vreest wel niet dat „in een afzienbaar tijds-
verloopt een Nederlandsche volksvertegenwoor
diging zoo iets zou aannemen, doch’zelfs de
discussie er over is „niet van geheel onschuldigeu
aard» Het blad komt dan ook in een tweetal
artikelen tot de slotsom, dat „la mort sans
phrase* moet worden toegepast.
In het eerste dier artikelen wijst het op de
regeling der onteigening van 1848 af als „een
noodzakelijk, doch uiterst middel." De grond
wetsherziening van 1887 opende echter door art.
151, 2e al. „(Deze algemeene wet) bepaalt ook
de gevallen, in welke de voorafgaande verkla
ring (nml. dat het algemeen nut de onteigeniu0,
vordert) bij de wet niet wordt geëischt", de
gelegenheid tot een voorstel als dat van den
heer Van Houten, waarbij aan gemeentebesturen
het recht tot onteigening wordt gegeven.
De lijd vindt dit zulk een allerzonderlingst
wetsvoorstel, en verwacht van de aanneming
een zóó groote verwarring en onzekerheid
(mets minder dan een maatschappelijke revolutie)
dat zij zelfs bij den heer Van Houten niet dea
toeleg kaa onderstellen van het ontwerp aange
nomen te krijgen. Het doel is volgens haar
slechts „de publieke discussie van min of m'er
socialistische theses in de Tweede Kamer."
In dit vermoeden bevestigt haar de memorie
van toelichting, waarvan zij een gedeelte de
veertien stellingen afdrukt.
Reeds in de Kragen des Tijds verkondigde
de heer Van Houten de denkbeelden, in die
stellingen neergelegd. Zij lokten toen weinig
discussie uit, maar in de Tweede Kamer zijn
veel liefhebbers van een warm debat, en op
hen heelt mogelijkerwijze de heer Van Houtoa
gerekend. Doch de Kamer is geen dispuut
collegenet is niet iets onschuldigs als daar do
bestaande begrippen omtrent eigendomsrecht aan
het waukelen gebracht worden. Op dio gronden
komt de lijd tot de bovenvermelde conclusie.
Over ’t wetsontwerp tot herziening dor wet tot
wering van besmettelijke ziekten zegt hetzelfde
blad In aanmerking genomen de vele grieven*
welke van anti-revolutionairo zijde steeds tegen
deze wet werden aangevoerd, had men wellicht
nog ingrijpender wijzigingen mogen verwachten
dan die welke thans worden voorgesteld. De
voornaamste daarvan is ongetwijfeld deze, dat
bij aanneming van het wetsontwerp niet-gevac-
cineerde onderwijzers en leerlingen tot de open
bare zoowel als bijzondere scholen zullen toege
laten worden, indien door hen-zelven of door
hun ouders of voogden aan den burgemeester
mondeling of schriftelijk wordt verklaard, dat
zij tegen de inenting bezwaar hebben. Wij
behouden ons voor, binnenkort meer uitvoerig
op dit zeer gewichtige punt terug te komen.
Ad gevoelden wij, wat ons-zelven aangaat, wei
nig of niets voor het godsdienstige gemoeds
bezwaar, door sommige anti-revolutionairen
tegen de vaccine ingebracht, toch hebben wij
nooit onze meeaing, dat art. 17 der wet van
4 December 1812 in het beperken der iudivi-
dueele vrijheid te ver ging, ouder stoelen of
banken gestoken. De vraag zal thans zijn, of
de regeering niet te ver naar de andere zijde
overhelt en of ook met het gemoedsbezwaar
ttz ,7 i die ouders, welke gelooven dat huu kiade-
napier. niBt veais’z^, bdta «lidssiijkXXl
met ongevaccineerde onderwijzers en mede-seho-
SNEEK
3 (OIRAN
■is- ffl lommij m as
i
za
u’U
15.
4>)
n
rm
3a
612
76
7 27
8 21
oor
ill
oot
21
oar
316
oor
9 30
[oor
9 46
9 0S
so
44
66
10
45
■15
20
30
O
’tls by uitnemendheid een man van laag karakter,
Die hier al vleiend kruipt, daar snorkend voorwaarts stapt,
En, beurtelings de rol van slaaf en dwingland spelend,
Nu eens de meerd’ren likt, dan weer de mind’ren trapt.