IlfflïJ- H IM'EilWfflHllI) 1(1®
I’
«III B illT HIIEIMMWSSKIW SM
I
II
JAARMARKT of KERMIS
No, 56
V IJ F“E N~V EERTIGSTE
1890.
I
Nationale Militie.
Anti-revolutionaire misgrepen.
i
13 JUL I,
en na voldoening
een
we
i
i
Alle brieven
in te zenden*
■t
WETHOUDERS der
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.—; franco per post ƒ1.25.
en stukken, uitgave oi redactie betreffende, franco
BEKEND M A K I N G.
BURGEMEESTER en
gemeente Sneek maken bekend, dat de
alhier dit jaar begint op Vrijdag den 15 Au
gustus, des morgens acht uur, om te eindigen
op Vrijdag den 22 Augustus d. a. v. des morgens
acht uur, en dat vóór den 24en dier maand
alle kramen, disschen, tenten enz zullen moeten
zijn afgebroken en weggeruimd.
Tevens wordt herinnerd aan art, 12 der
Algemeene Politie-Verordening, waarbij is be
paald: dat niemand eene tent, kraam, tafel of
iets dergelijks op den voor den openbaren
dienst bestemden grond mag opslaan of daarop
uitstallingen van goederen hebben, dan over
eenkomstig de aanwijzing van den Marktmeester
ot, bij ontstentenis van dezen, van de Politie
en na voldoening van het marktgeld.
Sneek, 8 Juli 1890.
But gemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
KENNISGE VING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
Gemeente Sneek,
voldoende aan art. 87 der wet op de Natio-
nale Militie van den 19den Augustus 1S6L
(Staatsblad no. 72,) brengen ter openbare kennis
dat de tweede zitting van den Militieraad voor
deze gemeente zal worden gehouden in het
Gemeentehuis van Schoterland te Heerenveen
op Vrijdag den 18 Juli e, k., des voormiddags
ten 9 ure, en in die zitting uitspraak wordt ge
daan omtrent alle in de eerste zitting niet afge
dane zaken en omtrent hen, die als plaatsver
vanger of nummerverwisselaar verlangen op te
treden.
Sneek, den 1 Juli 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
UIT DE PERS.
ADVEIITENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7*/, Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij
den Uitgever.
Mochten wij den lezer de vorige keer een
j staaltje geven van de beginselvastheid en zui-
1 nigheid onzer regeering op het punt „cadetten
school," we kunnen van dit onderwerp nu af
stappen, na nog even een blik geworpen te
hebben in de wet zelf, welke die zaak regelt.
Daarin staat een artikel dat wij om do wrille
der curiositeit niet mogen achterwege houden.
Art. 12 dier wet luidde volgens de oorspronke-
j’lijke redactie:
„In geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere
buitengewone omstandigheden, bedoeld bij art.
185 der Grondwet, kan door Ons het onderwijs
aan één of meer der in de artt. 1, 2 en 3 ge
noemde inrichtingen worden geschorst, en over
het daaraan verbonden militair personeel, als-
mede over de leerlingen beschikt worden in 'tbe-
'lang van 's Lands verdediging.11 Een der leden
stelt nu voor te lezenover de leerlingen als-
I mede over het overige daaraan verbonden militair
I personeel; de leerlingen zijn toch ook militairen
I en belmoren het eerst te worden genoemd.
I Lieb Vaderland, magst ruhig sein!
I De Minister vindt de wijziging ad rem en
Inneemt ze over. Maar daar komen zijn vrienden
I hem weer waarschuwen, dat de leerlingen toch
I nog zoo bepaald niet tot de militairen mogen
I gerekend worden. De man ziet de fout in,
I maar daar valt hem iets in. Een woordje er
uit en de zin is weer gezond, het bezwaar is
I opgeheven; dat woordtje is overig. Nu luidt
het artikel, zooals de partij het c’er aanneming
I waardig keurt
In geval van oorlog (enz.) kan door Ons het
I onderwijs aan één of meer der in de artt. 1, 2
I en 3 genoemde Inrichtingen worden geschorst,
ten over de leerlingen, alsmede het daaraan ver-
lbonden militair personeel beschikt worden in het
tbelang van 's Lands verdediging. Waaraan nu
[het militair personeel verbonden is? Aan de
■Inrichting natuurlijk zult ge zeggen mis ge-
■taden, lezer, dat pers neel is verbonden aan zijn
■leerlingen.
Herlees slechts de zin en zeg dan of zulk
jeene reactie niet gebrek aan taalkennis verraadt.
Van je vriendjes moetje ’t hebben Dat kan
■onze cadettenschool-ont werper wel zeggen.
gEerst ontfutselen ze hem zijn beginsel en nu
fcaan ze den Minister waarlijk als taalbederver
[Op de kaak stellen. Jammer dat er onder die
|anti-revolutionaire of katholieke Kamerleden
jniet een schoolmeester, een vitter, is te vinden.
gMaar die taalquaestie kost ons niets en daarom
^stappen we er maar over heen.
Iets wat ons wèl wat kosten zaliets dat
Friendelijke nabuur op het punt staat ons te
-ontrooven, is weer een staaltje van wat
ianti-revolutionaire misgrepen noemden. Neder-
jlandsch- en Fransch Guyana grenzen aan elkaar,
De scheiding wordt gevormd door een rivier, die
Z1JQ bovenloop gevormd wordt uit twee ri-
•jfchertjes. De vraag is nu
r
ven, met andere woordent
welke dezer twee I stoker neerlegt, grijnzend erkennende, dat „l’ap-
en mangeant." De roover, die
Het II bl. beschouwt de indiening van de
legerwet als een daad, welke ontegenzeggelijk
van moed getuigt. De Minister van Oorlog is
niet gezwicht voor den aandrang, voor de smeek
beden zijner partij, en het geheele Ministerie
staat blijkbaar aan zijne zijde. Dat is inderdaad
een mannelijke daad, een moedig bestaan want
het bondgenootschap der rechterzijde staat op
het spel. Wei wordt in het ontwerp rekening
gehouden met den eigeaaardigen toestand der
geestelijken en zijn zelfs afzonderlijke bepalingen
opgenomen ten gunste van r.-katholieke orde
broeders, maar de plaatsvervanging wordt er in
afgeschaftalleen zal de eene broeder voor den
andere mogen dienen. Men behoeft de roomsch
katholieke bladen van de laatste dagen slechts
in te zien om zich te overtuigen, welk onthaal
het ontwerp heeft gevonden. Men is diep te
leurgesteld, dat de Regeering het gewaagd heeft
in strijd met de aanzeggingen en bedreigingen
der r. katholieke woordvoerders, te doen wat
zij haren eersten plicht achtte waken voor
’s lands weerbaarheid.
De indiening van het wetsvoorstel is ook nog
om een andere reden een moedige daad. Z j
schrikt ons volk eindelijk op uit een al te
rustige rust. Van een deel der natie, dat de
krijgslasten, tot dusver en gedurende eenige
geslachten, alleen gevoelde in de belastingen,
vraagt de Regeering een offer van persoonlijke
vrijneid en persoonlijke lasten. Het is ia Ne
derland jareu lang regel geweest, dat wie maar
eenigszius kon, zich aan de eigen voorbereiding
voor de landsverdediging onttrok en zich door
een ander voor geld liet vervangen. Alle po
gingen, reeds twintig jaren door vrijzinnige
Ministeries beproefd, om aan dien toestand een
eind te maken, zjn mislukt. Nu wordt door
een Ministerie van andere richting weder de
vraag gesteld Wilt gij werkelijk eeu weerbaar
volk worden
De Regeering doet een beroep op de vader
landsliefde van het Nederlandsche volk. Zij
doet dit „in het vaste vertrouwen dat de natie
den ernstigen wil bezit, haar onafhankelijk volks
bestaan te handhaven en dat zij bereid is de
offers te brengen die dringend noodig zyn tot
bereiking van dat doei."
Het llbl. spreekt het vertrouwen uit, dat
punt gelijk, maar eene regeering, die klak
keloos prijsgeeft, wat eer en plicht voorschrijven
met hand en tand te verdedigen, heeft van haar
standpunt geen gelijk. En waar eene neder-
landsche regeering zoo iets doet, brengt zij
Nederland in deconfiture. In hoever onze
tegenwoordige regeering dit in de bedoelde
quaestie gedaan heelt, laten we verder aan de
beoordeeling onzer lezers over.
Intusschen is er nog een ander voorbeeld, dat
wijst op slapheid en op verval. In de gemeente
Emmerik bestond in ’t begin dezer eeuw een
latjnsche school, die hare onkosten dekte uit
de opbrengst van haar toekomende landerijen,
tot Napoleon goed vond er een eind aan te
maken en die goederen aan het Koninkrijk
Holland schonk. Later kwam het bestuur dier
school op die zaak terug en ofschoon het congres
te Weenen aau alle gehaspel over grondgebied
een eind maakte, door van eiken staat de grenzen
aan te wijzen, bleef toch het schoolbestuur aan
dringen op vergoeding, hoewel onze regeering
niet genegen was, om het haar toegewezene
terug te geven. Onze anti-revolutionaire regee-
ring echter, onder wier gezegend Bestuur wij
nu leven, vond maar beter, met Duitschland
goede vrienden te blijven, en tce te geven. Zij
erkende het recht van den sterkste alweer
de Bey van Algiers 1 Zij komt met de cura-
toren der school overeen om haar (de school)
f 7900 te betalen voor haar lastig en voortdurend
gevraag. Het bestuur vroeg maar even 70,090,
doch was al blij f 7090 te krijgen. Beter één
vogel in de hand, dan tien in de lucht en onze
Regeering is nu gelukkig van dien lastigen
vrager af en ’t kost ook maar f 7000. „Qui
terre a, guerre azegt een fransch spreek
woord maar, geef alles weg en niemand zal u
in de zalige rust storen Dour vivre heureux,
vivons caché Gezegend is het land dat zulk
een vredelievende regeering bezit. Gelukkig
het land waar de zelfzucht verstomd is en dat zijne
beurs gaarne ter beschikking stelt van den on-
vriendelijken bedelaar om ook hem gelukkig te
maken en een glimlach op de lippen te too veren,
De Duitsehers weten wel dat de Hollander
„Steinreich" is, en niet let op een fooitje van
/■7000. Zou ons volk er ook zoo over blijven
denken
1
‘a V
staten het tusschengelegen gebied zal behooren,
een gebied dat om zijne goudvelden nog al van
beteekenis is. De Nederlandsche regeering kan
daarbij de beste aanspraken doen gelden, de ge
schiedenis wijst het ons toe, en dat de
iransche regeering hiervan niet onkundig is,
blijkt duidelijk uit het verdere verloop der zaak.
Een arbiter zal benoemd worden om deze lastige
quaestie tot een vreedzaam einde te brengen en
die man is de czaar van Rusland, een onafhan
kelijk man, die het vertrouwen geuiet van beide
partijen. De vraag wordt hem gedaan, maar
de groote onafhankelijke czaar gevoelt zich te
afhankelijk, te beperkt in zijn arbiterschap en
hij bedankt voor do eer, tenzij de twistende par
tijen hem geheel vrij willen laten in de keuze
der grenslijn.
Hij moot ook gerechtigd zijn om die lijn
dwars door het betwiste gebied te trekken,
doen Salomo de twee tw-istende moeders voor
stelde om het nog levende der twee kinderen
met zijn zwaard in tweeëu te deelen, was de
werkelijke moeder er tegen, de pseudo-moeder
stemde er in toe. De Eransche regeering kon
zich zeer goed met den eisch des czaars vereeni-
gen en de Nederlandschezij vond
het ook goed. Zij, die de rechtmatigste aanspra
ken op het gebied kon doen gelden, zij, die
moet waken voor de eer en de bezittingen van
ons vaderland, vindt het goed om den Russischen
keizer de schaar te overhandigen, waarmee hij
ons de panden van de jas mag knippen als het
hem goeddunkt. Alle hoop is nu op het recht-
vaardigheids-gevoel van dien man gevestigd
maar als het waar is wat gemompeld wordt, dat
namelijk de Eransche minister hem heeft over
gehaald om zich zooveel vrijheid ia zijne keuze
voor te behouden danja dan is het
vrij zeker dat we er niet zonder schade zullen
afkomen en een gedeelte van onze eigen bezit
ting zullen vaarwel moeten zeggen. Dat komt
er van als revolutie-mannen met anti-revolutio-
nairen aau ’t twisten raken. De vechtersbazen
gaan dan met den buit strijken. Dat is cleri
cale politiek!
Weggeven om toch geen twist te krijgen.
Toen de Bey van Algiers in de vorige eeuw
(’t was in den tijd, dat de Republiek in verval
was) onze koopvaardijschepen ging rooven, bood
onze regeering hem een som gelds als hij dat
rooven wilde laten. Moet het dien eervollen!!
weg soms weer op ’t Schijnt bijna zoo
Maar dan begint men ook onwillekeurig te
vragen, voor wien men ten slotte meer sympa-
thie, of lieverminder antipathie zou krijgen
voor den roover of voor den beroofde Zeker
niet voor den laatste, die incarnatie van
flauwhartigheid en lafhartigheid in plaats van
zijn tanden te laten zien en zijn eigendom te
verdedigen, integendeel alleronderdanigst nog een
douceur komt aanbieden om de welwillendheid te
I koopen van den roover, wien da buit blijkbaar
goed heeft gesmaakt en die nu juist zijn tanden-
Riviertjes in den bovenloop de grens zal aange- petit vient
aan welke der beide pakt wat hij krijgen kan, heeft van zijn stand-
3
0
4
iJ
i
i
i
2
J
1
iV?'
OKEKER COURO
OWv 'V-/