MffllIS- ffl lllffl! WfflHLill IWil DE FBI (EKEfflElIlETmOfflSSE.ras.fflS J No. 61 V IJ F-E N-V EERTIQSTE VRIJHEID- 189(h I. 4d 1 het Rijks-tele- ,50 Ji I m. sii- te I li« Alle brieven in te zenden. es, een een schoon ismaar daar en weg i3, >0, i, Hang arbeider moet vrij zijn We erkennen dat de redeneering schoon, zeer 1 verrjjst dezelfde Domela als volkszzirzi/ier is de vrijheid weer ■1 Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS, Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post f 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave ol redactie betreffende, franco r mensch voorstelt op wiens scherpgelijnd plooid gelaat ge de uitdrukking ziet Zou er dan geen vrijheid te verkrijgen zijn in den vorm waaronder deze twee mannen haar op den voorgrond stelden Ongetwijfeld en naar we hopen binnen niet al te lang tijdsverloop zoolang echter dergelijke personen aan ’t roer staan komt het schip niet in behouden haven. De eerzucht van den stuurman dwingt hem om den kop van het schip in het golfgeklots te houden en hoe feller de branding, hoe krachtiger de golfslag is, des te meer bewondert het scheeps- volk de bekwaamheid van zijn gezagvoerder. Is dat een wil ten goede Och, dat weten we allen, Kuyper en Domela incluis, wel beter. Zij handelen niet uit menschen- zij handelen uit eigenliefde. Er zijn zaken, in het menschenleven waarover men niet meê kan spreken, zonder ze zelf on dervonden, mee doorleefd te hebben onder die zaken, welke zich niet laten aanleeren, be hoort ook „het goede". Het is een zaak van het hart, het hart, dat niet door zelfzucht of hoogmoed is aangetast. „Doe het goede, zonder van de menschen gezien te worden." Laat de linkerhand niet weten wat de rechter geeft." Dat zijn spreuken van een waarlijk goed mensch zoo sprak eens Jezus van Nazaret. Of nu twee goede menschen wel dezelfde opvatting hebben van wat goed is, zal men vragen In hoofd zaak zou ik zeggen met Goethe De onderdeden zijn slechts bijzaakwelk vu rig doleerende ja, lezer, het moge vreemd klinken u een vurig klager te zien voorstellen, maar toch zijn er niet weinige, mannen en vrouwen, die in hun klagenden toestand gaan vechten met bezems en luiwagens, die deuren openbreken, paneelzagen enz. maar de verspie ders van het land Kanaaa waren ook andere mannen dan Josua en Kaleb nadat ze met hun volk eenmaal de Jordaan over waren, en Kuy per, Lohman c. s. zijn tegenwoordig ook heel wat zoetsappiger en geschikter om door Rome „ausgepresst" te worden, dan toen de citroenen nog onrijp en hard waren. De korte zin mijner lange rede is dat de vurigheid der doleerenden een uitvloeisel is van de Sturm- en Drangperiode waarin die menschen, of liever hun kapitein, verkeert; niet waar, een Vrije Universiteitzon der studenten, dat gaat toch niet; dat zouden de landlieden een windei noemen, en dr. Abra ham heeft te veel eergevoel om windeieren te leggen. Ik herzeg: welk vurig doleerende is het in alles eens met Kuyper? Welk socialist vindt niets af te dingen op de redeneeringen van Do- mela? Welk liberaal, zouden we ook kunnen vragen, heeft zich in de vijf en twintig jaren vóór 1887 in alle opzichten gelukkig gevoeld met de liberale regeering hier te lande? Kleinighe den echter doen aan de hoofdzaak niet af. Hadt ge ’t in de hoofdzaak maar goed gemaakt naar den zin van het waarachtig liberale volk, gij liberalen 1 Maar wij zwijgen, want in het anti-revolutionaire legerkamp klinkt de treurtoon Hadt ge u in de hoofdzaak maar trouw aan het beginsel getoond, o doctor Abraham? En het socialistenkoor begint ook reeds een treurmarsch De Stand, bespreekt, naar aanleiding van de verklaring van den heer Huber bij het debat over de spoorwegovereenkomsten, dat hij tegen Staatsexploitatie was, op grond van de begin selen van het anti-revolutionair Staatsrecht, de Staatsexploitatie, en komt tot het besluit, dat het beheer der spoorwegen daar wel degelijk onder behoort gebracht te worden. Het gaat niet aan in ’t algemeen te zeggen„Gij liberalen hebt veel te veel hooi op de Staatsvork gedaan. Dat mag zoo niet. Wij anti-rev. zijn tegen uitbreiding der Staatsbemoeiing." De heer Hu ber had in dit geval moeten aantoonen, dat het beheer der spoorwegen niet tot de taak der overheid hoorde. En dit, meent de Stand., is wel zoo. Immers al wat der’natie als eenheid aangaat, behoort tot die taak en dus ook de heirwegen, die de communicatie door heel het land onderhoudenen ten opzichte van alle we gen, die niet door stoom bereden worden, geeft ieder dat ook toe. Nu echter voor de oude rijkswegen de spoorwegen als de groote en principale mid delen van communicatie in de plaats zijn ge treden, zegt de Stand,, voelt men de nood zakelijkheid van deze consequentie te hunnen aanzien nog niet. Deze aarzeling ontspruit uit tweeërlei. Vooreerst omdat men nog niet het rechte inzicht in de beteekenis onzer spoorwe gen heeft. Maar ook omdat bij spoorwegen behalve de quaestie der wegen ook die der rijtuigen, die den weg berijden, aan de orde komt. Bij onze heir-en waterwegen is het voldoende den weg te onderhouden, een ieder kan dan met eigen voertuig of eigen schip op dien weg komen. Maar op de spoorwegen is geen vrije toelating van rijtuigen denkbaar. Bij de spoorwegen zijn weg en voertuig door de rails tot één geheel verbonden en „daarom, eindigt de Stand., is metterdaad door de over heid geen weg geboden, tenzij ze ook het vervoer op dien weg in handen hebbe." Z. M. heeft benoemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Bolsward J. D. Doorman, thans directeur van graaf kantoor te Heerenveen. Z. M. de Koning heeft, door bemiddeling van H, D. gezant bij, ’t Hof van België, bij een zeer hartelijk schrijven zijn gelukweuschen aan Koning Leopold II gezonden, ter gelegenheid van zijn 25jarig regeeringsjubileum. Z. M. de Koning heeft de spoorwegovereen- komst bekrachtigd. De aangenomen spoorweg-overeenkomsten zul len waarschijnlijk, op 15 Oct. a.s. in werking treden. Bij de invoering bestaat volgens de Avondp. het plan om voor een betere uitvoering van den spoorwegdienst de afdeelingen „controle" op de ontvangsten der beide groote spoorwegmaat schappijen in ons land, te Utrecht te combi- neeren en ook de aid. Wagencontrole", meer bijzonder de verdeeling en het gebruik van het UIT DE PERS. Kerk op doleerend terrein! Maar dat behoort tot de „vrome" wenschenzoo iets is uit den aard eene onmogelijkheid Roep liever, doleeren de broeders Le roi est mort, vive le roi Do- weinig in- meia heeft eerst de vrijheid van het volk ver kondigd. Geen dwang van het kapitaal De ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7*/j Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. en ge- gciuuü g0 U8 mturuxking ziet van een menschelijken geest. We behoeven u niet te vragen waarheen ge het meest uwe oogen zult richten in de uren die ge, aan de rust gewijd, in die kamer doorbrengt. We zijn er van overtuigd dat het schapengezicht u niet aantrekt, niet omdat het een baestentroaie is, want dat zou van het andere misschien met meer recht kunnen beweerd worden, neen, daarom niet, waarde Jan maar omdat het andere meer tot u spreekt in wat het denkt en wil omdat daarin karakter ligt. Welnu, ge kent het spreek woord dat de voorbeelden aanprijst boven de leeringenvolg dan onzen raad en hang naast dien schaapskop hot beeld van een Multatuli bijvoorbeeld en we zijn overtuigd u met meer gemak in onze denkbeelden over de vrijheid te kunnen meevoeren. Of ook, ga in de natuur, wanneer dat gemakkelijker voor u isvoor iemand, op gemak gesteld, is dat een goedkoope leerschool tevens. „De natuur, die altijd waar, altijd ernstig, altijd streng is, zij heeft altijd gelijk; de fouten en dwalingen zijn slechts bij de menschen te zoeken." „Werken en denken en leeren is leven," heeft de leekedichter eens gezegdmaar de edele man, die ons daarin zulk een wijze les meende te geven, hoe beschaamd zou hij staan, als hij eens een kijkje kon nemen op het tooneel zijner vroegere werkzaamheid. Wat is vrijheid? Het niet gevoelen van knellende banden Lij de uitvoering van den wil. Op den voorgrond staat natuurlijk dat „men" een wil heeft en, bedoelt ge met uwe vraag gepaste, ware vrijheid, een wil, die op het goede gericht is. Hier komen we echter aan een zwarigheid; wat is het goede? worde gevraagd. En daarop volgen dan verschillende antwoorden: Dr. Kuyper’s oordeel over het goede op staat- kundig gebied is niet dat van den liberaal. Op kerkelijk gebied zegt Abraham: „Ons volk kan niet weer opbloeien tenzij de gereformeerde beginselen weer veld winnen". Domela Nieu wenhuis zou voor „gereformeerde" willen lezen „socialistische" beginselen, die ook op refor matie wijzen, maar in gansch anderen zin dan gereformeerden staat volgens dr. Kuyper er l zeer Zoo van l er In een land als Nederland, waar het volk met rechtmatigen trots durft gewagen van zijne vrijheid, is het merkwaardig de antwoorden, de definities te hoeren van hetgeen men onder vrijheid verstaat; wat al verschillende meeningen en opvattingen over de mate van gepaste vrij heid Neemt men nu deze bepalingen bijeen om daaruit den klaren wijn te distilleeren dan ziet men zich deerlijk teleurgesteld, want de ver menging en samensmelting toont aan dat er ingrediënten onder zijn, die niet samen kunnen gaan en we staan verlegen als de apotheker, welke een recept klaar moest maken van een geneesheer van een ouden stempel, een man, 'die geen scheikunde bestudeerd had. Met hoe veel zorg de dokter zijn voorschrift ook samen gesteld had, daarop kwamen twee stoffen voor, die, ieder op zichzelf zeer nuttig misschien, ge combineerd elkaar niet verdroegen en daarom niet verkozen tot één verbonden te worden, Nog vreemder wordt het ons, als we den Duit- scher hooren „stoffen" op zijne vrijheid, of wanneer bijv, de Engelsche regeering verklaart dat de voorstellen en besluiten van het onlangs te Berlijn gehouden congres voor Engeland van geen waarde zijn, omdat de voorgestelde her vormingen, waaronder ook die tot verzekering der vrijheid van den werkman, in hun land reeds sinds lang zijn ingevoerd. Niet zonder schroom zetten we ons daarom ter bespreking en beantwoording van de vraag wat is vrijheid? Niet zonder schroom zeggen we, omdat we er van overtuigd zijn hier of daar op tegenspraak te zullen stuiten. Met de eene definitie meegaan brengt ons onverbiddelijk in botsing met eene anderevooral als we daarbij niet tusschen de partijen wenschen door te zeilen, hetgeen in ons land en onder ons volk tot zijne schande moeten we het be kennen in toenemende mate gewoonte schijnt te worden. Toch is dit niet zoozeer uitvloeisel van slechte bedoelingen als wel van het volks karakter. In een land met zeeklimaat, waar een regenachtige dag en druilerig weer gewoonte is, helderen zonneschijn daarentegen tot de „witte raven" behoort, kan het niet vreemd schijnen, modderaars en druilooren aan te treffen. Die slaapmutsen houden het ons echter ten goede, dut er een eigenschap bestaat bij sommige men schen, die we hun ook zoo gaarne zouden toe- wenschen, een eigenschap die we „feu sacré" noemen, en die ons met zijne vonken van tijd tot tijd doet opschrikken en opleven. Een on- bereikbaar ideaal mogen we het niet noemen en dit zij een troost voor Jan Salie en Co. Ga slechts uw verstand, uw smaak een i f pannen, o slaperige Jan Salie-troep, en het zal u duidelijk worden wat „feu sacré" is. f’ in uwe binnenkamer slechts twee schildenjtj Waarvan het eene de beeltenis draagt van ^tiaapskop en het andere het portret van aan te heffen, die sterker en sterker zal worden, naarmate de partij veld wint. Alleen het roomsche kamp blijft stom „cadavre"; dat is echter meer de uitwerking van de kunst van Loyola dan wel een gevolg van bevredigd gevoel van vrijheid, lezer. een uit moet zien. Beide heeren zijn evenwel ijverig werkzaam voor „de vrijheid", wonscht Kuyper de kerk vrij te maken den Synodalen band. Maar is die hoepel afgesprongen dan komt er een echte Kuyper- band, zoo’n ijzeren, omheen. Zijn er duigen die zich niet goed in ’t gelid voegen, dan wor den ze geknepen, gedrukt Leve de vrije 30 jr u u i. ■W OEEK itc 3 I hj^4MMimj,Miiaww|gBaagQ era i B I N N K ,V L .1 N M. I 3 fe I itet rus ten i. - egu, i vd. lake en l en Wij nen and eins lar- van „Paulus waarheen to l'-$v r ;:-.v Bin guter Mensah in seinen dunkien Drange 1st sich des rechten Weges wohl bewusst. i

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1890 | | pagina 1