1
I
F
MI S- H Ulffl W MS III
3
No. 65
V IJ F-E N-V EERTIGSTE JAARGANG.
1890
GELIJKHEID.
b. I wtel
5T.
13
ste
L
SI
00,
de liberale
,00
1.
2.
3.
I
r t
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden /l.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
in
ien
in
>3,
KENNISGE VING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek, brengen ter openbare kennis,
dat het le Suppletoir Kohier van den Hoofde-
dus lijken omslag, dienst 1890, goedgekeurd door
i van Friesland, bij
besluit dd, 31 Juli 11. no. 35 aan den Gemeen»
te-ontvanger ter invordering is ter hand gesteld
en een ieder verplicht is, zijn aanslag op den
bij de wet bepaalden voet te voldoen
dat een afschrilt van dit Kohier vanaf heden
gedurende vijf maanden ter Secretarie dezer
gemeente ter inzage is nedergelegd, alle werk
dagen van ’s morgens 9 tot ’s namiddags 1 uur.
Sneek den 12 Augustus 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWTTZ, Secretaris.
UIT DE PERS.
In het Sociaal Weekblad wijdt de luit.-kol.
Seyffardt een beschouwing aan de leger wet en
den minister Bergansius.
In zijn eerste artikel herinnert de schrijver
dat sedert de poging van generaal Van Stirum,
om den persoonlijken dienstplicht hier te lande
in te voeren, mislukte, de Tweede Kamer
verwierp 30 Juni 1873 met 43 tegen 25 stem
men het artikel waarin het beginsel van den
persoonlijken dienstplicht was uitgedrukt geen
der regeeringea den moed heeft gehad de "toe
passing van dat beginsel weer voor te stellen.
Aan de tegenwoordige komt de eer toe, dat
schoone beginsel weder te hebben gehuldigd,
terwijl zij tevens onze krijgsmacht aanzienlijk
wil versterken, wat hoogst noodzakelijk is.
Volmaakt is het ontwerp niet. Zoo keurt de
heer Seyffardt het at, dat nog niet de helft der
jongelingschap dienstbaar zal zijn en dat dan
ook zy, die ingehjfd worden, geruimen tijd dienst
plichtig worden. Een tweede fout is de groote
omvang van het ontwerp, terwijl het bovendien
wel eenigszins zonderling is,4dat de persoonlijke
dienstplicht nergens uitdrukkelijk vermeld wordt.
Het maximum der jaarlijksche lichting wordt
gebracht van 11000 op 13800. Het aantal mi-
licieplichtigen bedroeg ia 1833 31893, in 1890
echter 39043; een lichting van 11000 man ia
1863 komt dus percentsgewijze overeen met een
lichting van 13467 in 1890; de druk op de
bevolking blijft dus in verhouding vrijwel gelijk.
Of de korte oefening van de 2500 man, die
jaarlijks boven de 13800, welke volledig geoefend
zullen worden, voor drie maanden ingedeeld
zullen worden bij de infanterie of de vesting
artillerie, goede vruchten zullen afwerpea, be
twijfelt de heer Seyffardt.
De vraag is gewettigd, of daarmede niet tijd
en geld verloren gaan.
Algemeene dienstplicht wordt blijkens boven
genoemde cijfers by verre na niet bereikt,
schoon art. 180 der grondwet eischt, dat alle
Nederlanders, die daartoe in staat zijn, mede
moeten werken tot verdediging des lands.
Opdat echter aan den eisch in schijn worde
voldaan, verkrijgen alle dienstplichtigen, die niet
buiten staat zyn te dienen of niet uitgesloten
zijn, een bestemming: 1. 13800 worden inge-
lyfd by de actieve zeemacht of’ ter volledige
oefening by helleger; 2. 2500 hebben korten
diensttijd 3. worden 13700 ingedeeld by de
aanvullingsreserve, die in vredestijd niet geoefend
wordt; 4. worden 2300 aangewezen voor
speciale diensten, daar zij voor den actievea
krijgsdienst niet geschikt zijn.
Tegen de derde categorie heeft de heer Seyf
fardt bezwaar, wijl men op die wijze de weer
kracht van een derde deel der mannelijke be
volking ongebruikt laat, dewijl bij oorlos geen
tijd is ze te oefenen.
In een tweede artikel gaat hij ia de eerste
plaats nu waar de dienstplichtigen van elk jaar
VERGADERING
vast den Gemeenteraad van Sneek,
op Donderdag den ïiden Augustus 1890,
des avonds 8 uur.
Punten van behandeling;
Resumtie der notulen.
Mededeeling van ingekomen stukken enz.
Voordracht ter benoeming van Zetters
voor ’s Rijks directe belastingen.
4. Benoeming van Geneesheeren bij de alge
meene Armvoogdij.
5. Rekening der dienstdoende Schutterij,
over 1889.
6. Alsvoren der muziek- en zangschool over
1889/1890.
7. Alsvoren van het Bumaleen, over 1889/90.
8. Alsvoren van het Werkhuis, over 1889/90.
9. Begrooting der algemeene Armvoogdij,
dienst 1891.
10. Adres van J. J. van Velzen.
to I
aan Recht voor Allen moest opgeven en
broodeloos was geworden en toch is het dan heeren Gedeputeerde Staten
nog hatelijk voor u. Een minister zou mede
lijden hebben met een sujet, die door een
'volksvriend was uitgestooten en broodeloos ge
maakt Zie Domela, er is en blijft altijd iets
onbegrijpelijk stuitends in voor u, die medelijden
hebt met al wat armoede heet. Hoe het dan
ook zij, gij zult zeker met ons instemmen, als
we den armen, maar eerlijken Croll toewenschen
dat het hem aan het ministerie goed moge gaan
dan hebben de menschen niets op onze huma
niteit af té geven. Ge weet immers wel dat
tout comprendre c’est tout pardonner 1 En wie
van ons beiden zou nu wel het best in staat zijn
om alles te begrijpen Immers u, mijnheer
Domela Schwamm drüber Es ist im Leben
doch so hasslieh eingerichtet, dasz nebst den
Rosen aueh die Domen stehn.
Een andere reden van den eisch om Recht
voor allen is, dat het leven der menschen zoo
erg ongelyk is. Terwijl de een niets doet en
weelderig leeft, moet de ander hard werken met
schamele spijs tot onderhoud van zijn lichaam.
Al zijn we in beginsel gekant tegen afgunst,
in dat groote verschil ligt wel iets bedenkelijks.
Het geld brengt wel niet altijd geluk aan, maar
onvoldoende voeding bij zwaren arbeid loopt
zeker uit op ramp of ongeluk. En daarenboven;
in dezen tyd van genotziekte, waarin men een
bruiloft viert van ijzer, van koper, van zilver
en verder BOjarige, 40jarige, gouden bruiloft enz.,
kan men het den arbeider niet misduiden, dat
hij ook eens gaarne mee wil genieten. Er is
iets rechtmatigs in die jaloezie en bovendien
komt daaruit de haat voort, een reden te meer
om die pijn te verzachten; maar dan moet
Domela geen snoepreisjes gaan maken naar Zwit
serland. Hij moet in ’t voorste gelid staan om
den strijd voor de gelijkheid mee te strijden, om
voor allen Recht te verwerven, De Heiden
apostel ging ook wel eens op reis, maar slechts
om aan verwijderde kusten den bezwijkenden
moed der vrienden te sterken.
tot
bet
en.
eid
ren
ebt i
do
id
ea
ige f
ns
jke
ide
ug
zÜ
Et bestaat in ons dierbaar Nederland verschil
van meening, niet alleen waar het de vrijheid
geldt, maar ook op het punt van gelijkheid loo-
pen de denkbeelden en idealen nog al uiteen,
ja >er zijn zelfs menschen, mannen van gezag,
die de gelykhcid ten zeerste afkeuren, of omdat
het eene illusie zal blijken ©f omdat de afwis
seling, de ongelijkheid de rechte waarde aan
het teven geeft. We wenschen over een en
ander in nadere beschouwing te treden na eerst
te hebben uitgemaakt of de eisch van gelijkheid,
van Recht voor allen, met de menschelijke
maatschappij bestaanbaar is en of het een recht-
«natigen eisch mag genoemd worden.
„Recht veer allen", wat een aangenaam beeld
tooveren ons deze woorden voor oogen, maar
ook welk een wereld van onrecht doemt voor
ons op bij den aanblik van dit vaandel. De
leus van Domela heet „Recht voor allen",maar
als we zijn vroegeren medestander Croll mogen
gelooven, dan is dat voor Domela een leus, en
*üe;s iiicj dan een leus. In een schetsje van
beider denkbeelden geeft hij ons ten slotte een
blik op ’s heeren Domela’s persoon, aan zijne
woorden, maar vooral aan zijne werken ontleend.
Het laatste, die werken, zet aan zijne argumen
tatie zooveel gewicht bij, dat we niet anders
mogen gelooven, ja dat we er van overtuigd zijn
bijna, dat Domela voor zijne partij een verteren
man is geworden. Teut est perdu, sauf i’hon-
neur, mag Croll wel uitroepen en Domela
het komt ons voor dat zijne gedachte zich bepaalt
tot hetL’honneur est perdu, c’est tout. Een
volksman ten minste, die zooveel geld besteden
kan voor een pleizierreisje naar Zwitserland en
zulks kort na zijne opzweeping van de veen
werkers om honger te gaan lijden neen, hij
gaf voor de werkstakers honderd gulden en
ze hebben werkelyk honger geleden zoo’n
volksman heeft niet het recht om
partij verwijten van onrecht c. a. jegens het
volk naar het hoofd te slingeren of hij,
ZwEerw. Domela, dient aan het volk eerst spre
kende of beter nog tastbare bewijzen te leveren,
dat zijn reisje was: niet een reisje voor uit
spanning maar een reisje voor noodzakelijke
ontspanning, voor herstel van gezondheid. Me
dunkt erg moeielijk is dat nietwanneer hij in
de dagbladen publiceert een attest van een
Nederlandsch geneeskundigemaar het zou
ook kunnen zijn, dat hij in zijn vacantietijd „Die
Schweiz" bezocht om de rechten en vrijheden der
Zwitsers, de gelijkheid van het volk te g aan
bestudeeren en dan vervallen de booze bedenkin
gen die er in den laatsten tijd gemaakt worden.
Eigenaardig land, waarheen de predikanten
volksmenners uit Nederland zich begeven om
vrijheid, herstel vau gezondheid en wat al niet
meer te gaan zoeken.
Recht voor allen moet er zijn voor groot en
klein, voor rijk en arm gelijk; recht voor alle
bewoners is een eisch die in ’t minst niet over-
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels,gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7 »/a Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den Uitgever.
dreven mag heeten. Hetzij men een volk be-
schouwe als een deel der menschheid, die door
de godheid onder de souvereiniteit van een vorst
geplaatst iszoo’n van Gods gratie geschon
ken vorst moet wel een edel, een uitstekend
mensch zijn hetzij men eene natie beschouw©
als eene familie door gelijke afkomst aan elkaar
verwant, of wel als eene gemeenschap van men
schen die bij onderling accoord besluiten samen
te leven en onder één bestuur te staan, dat
volk blijft altijd bestaan uit menschen vau gelijke
beweging, met denzelfden aanleg, en allen be
gaafd met verstand, met gevoel. Die menschen
staan dus gelijk bij hunne geboorte en die ge
lijkheid wordt allerminst door de gratie Gods
verbroken, veel minder door den band der ver
wantschap en volstrekt niet, dit zal ieder toege
ven, door het accoord van gemeenschappelijk
leven. Voor ieder mensch nu van dat volk dient
de noodige plaats ter ontwikkeling te bestaan,
evenzeer als den tuinman voor elke plant de
noodige piek gronds neemt; ook het noodige
voedsel voor onderhoud en voor groei en ont
wikkeling is onmisbaar voor den mensch als voor
de plant. Dat voor zijne levenskracht noodige
is het wat in den tegenwoordigen tyd zoo alge
meen doet roepen om Recht voor allen, en wie
zal er iets tegen hebben wanneer de mensch
zoo iets vraagt Het allernoodigste voor levens
behoefte mag Domela gerust vragen en al vraagt
hij het niet voor zich-zelf, die in den zomer
tijd een villa aan het meer van Genève betrek
ken, behoeven dat niet te doen toch getuigt
het van zijne liefde voor menschen en van gevoel
voor zijnen medemensch.
Is dat een storm!..... Hu, voor geen schat
Geloof me, ging ’k er door,
’k Joeg door zoo’n weer geen hond noch kat...
Hier, Kruier Kom, gauw, rep je wat,
Een brief naar ’t Postkantoor 1
Dat is ook een soort van menschenliefde en
als het waar is, wat beweerd wordt door Croll,
dat Domela 100 gulden gaf aan hongerlijders,
die hij zelf tot hongerlijden aanzetto, en in den
zomer duizenden guldens natuurlijk guldens
van den werkman gaat verteren, dan, ja dan
heeft Domela’s humaniteit wel iets weg van
bovengenoemde soort. Maar ’t zal wel weer een
leugentje zijn de vromen moeten op aarde veel
lijden; Domela, dit zij uw troostgrond en pre
dikanten moeten het nog al eens ontgelden
maar laat de lasteraars liever hun gang gaan en
roept hun toeAlles gelogenen uit is de zaak.
Die minister is toch ook een oolijkert, om
zoo’n lasteraar als Croll is weer in eere te her
stellen en zijne oude betrekking, hem door
Heemskerk ontnomen, weer aan te bieden, (als
’t bericht althans waarheid spreekt) en dat nog
wel een clericaal minister van onverdacht allooi
’t is toch hatelijk DomelaOf zou het mis
schien nog een uitvloeisel kunnen zijn van zoo’n
persoonlijke veete tusschen u en Lohman
Neen, maar dat zou nog hatelijker zijn dat
doet een minister niet.
Ik geloof dat de Minister Lohman medelijden
heeft gekregen met Croll, omdat hij zijne positie
OEEKER
«■mramiwiDissimisiffl
fig?
6
I
i.
119
6
18
16
16
“*1
I RAAT.
in
en, j
iert
z.
ind.' I
te
ike*
rOOt
en
van
Laas
aar
jud
ff-