OUn H Off MOKDISSHIB Sim
a
1
No, 66
V IJ F-E N-V EERTIQSTE
R Q
N G-,
1890
GELIJKHEID.
Z.
SI
a
0.
- i
i.
16
^VTJG-USTUS.
4.
II.
fu
U I T DE PERS.
zich
lo.
>0.
Bij deze Courant behoort als bijblad Feuil-
leton-nummer 69.
)9,
W,
.00
d:
en
t'9
I a
m
i.
L‘h
die slechts op hunne waardigheid, op hun geld
-j mogen verheffen, en daaronder zijn er i
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenderu
dat gebied is het optreden van heeren predikan-
ten. Velen zijn geroepen, maar weinigen zijn
uitverkoren. Die uitverkorenen zijn de domi
nees, ten minste velen onder hen. Er zijn er
de goeden niet te na gesproken bij wie de
gewoonte om als een soort godheid te worden
aangezien, geworden is tot een orakelachtige
tweede natuur. Altijd deftig gerokt verschijnen
ze met hunne ernstige gezichten onder hunne
gemeenteleden om, op soms min liefelijke wijze,
hun ambt van pastor uit te oefenen. Hun stu
dententijd zijn ze geheel vergeten en ernstig
vermanend spreken zij steeds met het volk.
Jammer dat ze zoo dikwijls tweedracht stoken
in hunne gemeente om in dat troebele water
beter te kunnen visschen.
Een predikant sociaal hervormer Ze zijn
er en wij hebben eens het voorrecht gesmaakt
zoo’n orakel te hooren. Domela was het niet,—
een predikant, die, van orthodoxe beginselen,
naar hij beweerde, meermalen het Walhalla der
socialisten bad bezocht, ja zelfs met Domela c.s.
daar in debat was getreden. Treffend waren
zijne schilderingen van den socialen noodtoe
standen schetste hij ons, zoo ellendig zoo ver
dorven, „dat men er geen oogenblik aan deuken
moest, aan die ellende met soepkaartjes een
einde te maken," Ouder zijne rede liet de man
collecteeren voor de christelijke scholen, waar,
zooals hij beweerde, de kinderen een toevluchts
oord vonden voor het socialisme zeer logisch
leek ons die redeneering niet en de oplossing
van de groote vraag, we waren er allen benieuwd
naar, ofschoon we ’s mans logica reeds wantrouw
den, was eone aansporing aan allen, die later
predikant of dokter werden, om voor middelaar
te spelen. „Zeg den armen dat er een God in
den Hemel is, die geen onrecht duldt en aan
de rijken dat zij slechts rentmeesters van hun
goed zijn." Arme! maak uw pot schoon, er
komt zeker soep inRijke, deel uwe soepkaar-
ten uit! Wat een soep van zoo’n predikant-
hervormeri
helaas zoo velen, op wier levenswijs het volk,
die kleenen, van uit de hoogte neder mogen
zien zulk een vrees is ongerechtvaardigd,
doodt de geestkracht, verlamt den wil bij het
volk. Een treurig pendant hiervan in onzen
tijd en wel de moeite waard eens ernstig over
wogen te worden ishet gebrek bij de kleenen,
naast de weelderige levenswijze der grooten. En
waar de laatsten dikwijls geheel opgaan in hunne
genietingen en het voorbeeld van den groote
onwillekeurig de aandacht van den kleene trekt,
behoeft het daar verwondering te baren, dat er
zoovelen van die kleenen zich werpen in de
armen van het socialisme; is het dan zoo be
vreemdend van die kleenen te hooren dat zij
niet meer tevreden zijn met Dominee’s woorden;
„Er is een God in den hemel die geen onrecht
duldt" of zich door denzelfden laten tevreden
stellen met de verklaring, dat wij hier in het
land der vreemdelingschap wonen. De socialisten
zijn materialisten en verzakers van God en
Godsdienst, zoo klagen heeren predikanten.
Maar die heeren spelen voor bemiddelaars tus-
schen de partijen, grooten en kleenen, en zij,
beter dan iemand anders, moesten begrijpen,
dat zulk een rol zeer moeielijk is, wanneer men
de grooten tegenover de kleenen gaat bescher
men. Daardoor worden zij de verklaarde vijanden
der kleenen, en nu vragen we, is het te ver
wonderen dat een leer, die wordt gebruikt om
ongelijkheid, onrecht te verdedigen en tot op
zekere hoogte te beschermen, ja te steunen zelfs,
dat zulk een leer bij de kleenen in minachting
moet geraken. Maar brissons la dessus.
Waarom ons verwonderd over de verwondering
van wondergeloovers. Das Wunder ist des
Glaubens beste Kind.
Aangenaam maar moeielijk tevens is de rol
van middelaar; aangenaam wanneer zij ons wordt
toevertrouwd, omdat beide partijen ons hun
vertrouwen schenken. Grooten en kleenen zou
den zoo gaarne ons Parlement als rechter zien
optreden, als het Parlement er maar lust toe
gevoelde. Edoch, we zullen spoedig ervaren hoe
groot die lust is op het Binnenhof. Van Houten
heeft onze vertegenwoordiging een voorstel aan
geboden, dat een stap in de goede richting mag
heeten, maar of onze Kamerleden genegen
zullen blijken met hem mee te gaan om het
sociale vraagstuk een stap nader tot zijne op
lossing te brengen? De tijd zal het loeren, maar
wij duchten het ergste van het voorstel. De
antecedenten der heeren vermogen niet ons ge
schokt vertrouwen te herstellen. Er zijn zoo
weinig mannen a la van Houten in onze verte
genwoordiging te vinden. En de clericalen
Zij haten de socialisten als de pest, misschien
wel uit revanche voor der socialisten haat jegens
den clerus. Eu daarbij is hun ideaal: de goede
oude tijd. „Ich Liebe mir die guten Alten" is
hun vedeldeuntje.
Moeielijk is de rol voor hem, die ongevraagd
zich als middelaar opwerpt in den strijdmoeie
lijk, omdat men het vertrouwen moet winnen
door degelijke adviezen om scheeve toestanden
recht te zetten. Een eigenaardig verschijnsel op
Onder den titel„Licht" is van wege den
centralen raad der sociaal-democratische partij
een antwoord verschenen op de brochure van
den heer O. Croll. Het antwoord wordt voor
afgegaan door een „theoretische toelichting"
van den heer W. H. Vliegen.
Hetgeen de heer Vliegen schrijft is te be
schouwen als een antwoord op het eerste
gedeelte van Croll’s brochure, terwijl dat van
den centralen raad een repliek is op het laatste
deel: de persoonlijke grieven van Croll tegen
den heer Domela Nieuwenhuis en den centralen
raad.
Wij zullen het betoog van den heer Vliegen
laten voor hetgeen het is, daar het onnoodig is
nog meer personen in T geschil te betrekken
buiten de direct belanghebbenden. Het antwoord
van den centralen raad meenen wij echter in
hoofdzaak te moeten mededeelen.
De leden van den centralen raad namen
worden niet genoemd betreuren het natuurlijk
zeer, dat personen, op wien zij meenden te
kunnen rekenen ter bereiking van hun verheven
dooi ’t welk in de eerste plaats is de verbe- «a. „v «.uc uic unze
tering van de maatschappelijke positie der gebruiken of als een luxe-artikel,
Hulde aan CrollDe man, die zijn betrek
king verloor, omdat bij als man van eer meende
pal te moeten staan voor het recht der kleenen
Die medewerkte aan Recht voor Allen en zich
zag afschepen met een aalmoes, tot hij, alweer
als man van karakter, positie nam tegenover
Domela en daarom door dezen aan den dijk
werd gezet.
Hulde aan Croll! ook al zijn we dan
niet zijne meening toegedaan omtrent de
maatschappij en hare instellingen. Het doet het
Nederlandsch gemoed weldadig aan, kennis te
mogen maken met een Paulus-geest, met een
karakter dat het goede wil] en een ernstige
aansporing is zijn voorbeeld voor de flauwhar-
tigo zonen van Nederlands grond.
Waren er onder ons volk vele karakters als
Croll, aren er vele van die Pauluszojen, dan’ I
we zijn er van overtuigd, had ons volk niet
het clericale juk behoeven te torschen maar
ach, zoo velen die zich Pauluszonen noemen,
«ij zijn enkel de volgelingen zijner leer; en die
kerkleer werkt op hen verdoovendmaakt hen
tot blinde volgelingen van een predikant-staats-
inau, verlaagt hen tot werktuigen van dominé
®n pastoor, tot stemmachines van de geestelijk
heid. We leeren hieruit alweer hoe een zelfde
geneesmiddel dikwijls geheel van elkander
verschillende uitwerkingen hebben kan. Paulus
Werd door zijn geloot een vrij mande Paulus-
zouen van heden worden er slaven door. Ons
dunkt dat de laatste vergeten hebben te lezen
wat op het etiket vermeld stond„Goed om
schudden". Zoodoende krijgen die dwazen juist
datgene niet, waarin de kracht van het medicijn
schuilt. Of zou de apotheker soms vergeten
hebben het waarschuwend woord er bij te
Voegen? Zoo’n apotheker kunnen we ons bijna
niet voorstellen en tocher zijn nog
zooveel slaven, nog zooveel Jans van de Salie-
farailie, dat we om hunnentwille den apothekers
wel eens op hun geweten zouden willen druk
ken, om toch vooral met goed duidelijk schrift de
gebruiksaanwijzing te willen vermelden. - Le
ven is liefde, leven is gevenZoo heeft Croll
het begrepen. Nogmaals: Eere zij C.o.l!
Ontzag voor menschen kan zeer nuttig zijn
Vrees voor de machtigen echter heeft Paulus
niet gekend, geen vrij Nederlander moest met
die kwaal behept zijn. Ontzag, eerbied voor den
magistraat, die ook als mensch op onze achting
aanspraak maken kan, is bij ons jvolk een zeer
lofwaardige eigenschap. Vrees echter voor hen,
arbeiders ten slotte tegenvallen en de oorzaak
blijken te zijn van onderlinge twisten in de
gelederen, om zaken die den bond in de verste
verte niet raken. Ontmoedigen laat de raad
zich daardoor intusschen niet, gedachtig aan
het spreekwoord: „door schade en schande
wordt men wijs,"
Enkele onjuiste voorstellingen, die direct of
indirect den raad betreffen, worden daarop
weerlegd. In de eerste plaats het „koninkje
spelen" van D. N. Twee feiten, door Croll
vermeld, zijn onjuist. Vooreerst wat betreft de
coöperatie, daar het voorstel daartoe niet van
D. N., maar van den centralen raad zelf uitging.
Het andere punt de demonstratie op IMeijl.
is niet door D. N. op eigen gezag tegen
gehouden. Het congres had besloten tot de
demonstratie over te gaan, maar daar het den
centralen raad nader bleek, dat er zich moei
lijkheden voordeden, werden op nieuw de
afdeolingen geraadpleegd en werd overeenkomstig
het door haar gegeven advies de demonstratie
niet verder voortgezet.
Dat Croll ontslagen moest worden, toen het
bleek dat de verhouding tusschen D. N. en hem
op ’tredactiebureau te wenschen overliet, spreekt
van zelf. Er kunnen geen twee reducties aan óen
blad zijn en Croll erkent zelf, dat het verschil
te groot was om samen te werken. Dat men
hem een strik heeft gespannen, toen men hem
in overweging gaf te vragen om een plaats als
correspondent te Parijs, is niet waar, wijl de
raad zelf daartoe het initiatief niet nam. Wat
een zijner leden persoonlijk doet, bindt de raad
niet. Verder heeft Croll, vóór den centralen
raad geroepen, geen enkele reden opgegeven
voor de vijandige houding, door hem tegen
D. N. aangenomen.
Een paar brieven worden nog medegedeeld,
waaruit blijkt, dat Croll de bekende brochure
eerst als geheim drukwerk had willen doen
drukken ter drukkerij „Excelsior". Voorts
wordt door den meesterknecht verzekerd, dat
t bekende berichtje nopens het eerste kievitsei,
den heer D. N. vereerd, door hem aan Croll is
teruggezonden met de vraag of ’t geplaatst moest
worden, waarop het antwoord volgde, dat het
moest worden opgenomen. De meesterknecht
„meent" dat D. N. toen uit de stad was.
Verder verzekert dezelfde meesterknecht, dat
men onder de redactie van Croll voortdurend
sukkelde op de zetterij door onvoldoende toe
zending van kopy. Dat een der leden van
den centralen raad zou hebben gezegd Wij
kiezen D. N. boven Croll, want die’ heeft de
centen", spreekt de centrale raad pertinent
tegen.
Het slotwoord van den centralen raad behelst
de verklaring dat, hetgeen nu wederom is
geschied, de juistheid bevestigt der leer „de
vrijmaking der arbeiders moet het werk der
arbeiders zelve zijn." ’tls geen wonder, dat
het vertrouwen op do „heeren" wordt verloren
als men overal en telkens stuit op de oneenig-
heden door hen in ’t kamp binnen gesmokkeld
en gestadig onderhouden,
„Niet alleen in onze omgeving, maar overal
om ons, in Belgie, Frankrijk, Duitschland,
Engeland treft men dezelfde verschijnselen aan.
Overal wordt de algemeene zaak achtergesteld
voor persoonlijke kibbelarijen, die ten eerste de
hoofdzaak niet raken en ten tweede de onna
denkende arbeiders tegen elkander opzetten, als
gold het een strijd op leven en dood. Daaraan
moei een einde Komen, willen we ten minste
niet ondergaan door eigen onverstand.
We weten hiertegen geen beter middel dan
dat we die „heeren", die onze partij willen
een nieuw
j
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7'/a Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernomen bij
den Uitgever,
6
i
SR
)F
m
k
i
i
011
76
7 21
8 21
doo:
8 41
dooi
91
door
911
dooi
980
dool
9 41
9 51
fl
9
ld’ ll
1
i
ia
ën
OEEKER CRURAN
mms- h iDfflmM.il) wr ra
'1 s
ur
00
)0.
>0,
)0,
6 30
160
7 10
7 0
7 4'0
8-
823
8>0
au
7 l»
8 -
8 40
I.
1
Elauwhartige zonen van latere tijden.
Die menschcn ontziet en de machtigen vreest,
Waar ’t plicht is de Waarheid als man te belijden,
Roept Paulus gestadig terug voor uw geest I
O, ducht dan, als hij, voor de waarheid geen keten,
Verheft uwe stem boven dreigend geschreeuw;
Spreekt moedig de taal van het vrije geweten
En beeft op uw tronen, Agrippa’s der eeuw.
3 i