MfflTE 0 B IMKIB SBH u IMUS-1 1DIMMJD WOU Dl I I LEERPLICHT. No. 76 V IJ F-E N-V EERTIQSTE R G A N G. 1890. g' g Z A. T E K I> a. et 20 SEPTE.VIBliJR, UIT DE PER 8. Alle brieven in te lenden* ons een '0. O, )0 n 2 a I: M' Toen mjjnhier Gulliver in Lilliput was aan geland en zich daar ’s avonds had te slapen ge legd, gebeurde in zijn rusttijd iets Waarvan ZEd. niets bemerkte, maar dat hem den volgenden j morgen bij zijn ontwaken met verbazing beving. 30. >o. )0, )0, lo. •0. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS, Abonnementsprijs voor 3 maanden /l.—franco per post f 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco Syre arman en boenen, zijn hoofd, zjjn gansche icbaam was met touwen aan den grond ver- Joiidm. Dat hadden die kleine Lilliputters ge- laan. Iets dorgelijks zal de liberale partij ervaren, lie i og maar voort blijft dommelen in hare uste en ons jongeren laat werken, zonder er >P te letten. Verstandiger ware het wanneer lij, ook al verstaat zij niet de taal derLilliput- eie, e enals mijnheer Gulliver gebaren maakte am ons te beduiden, dat zij vriendschap met ons 'luiten wil. De koorden zullen dan zeker los vorden gomaikt en de Lilliputters zullen zich ?>uij veren met ladders haar lichaam te beklim- nen en manden met brood en vleesch bij haren nond te brengen Onder dat proviand is ook cel dat gij „at a mouthful* tegelijk zult kunnen •püomé'n. Daaronder behoort ook de leerplicht. Argu- oenten hiervoor aan te voeren, dunkt ons over- 'odig, wijl de liberale partij het hierin met ons eus is en leerplicht ook een der punten op 'aar program is geworden. Wij wenschen deze •voreenstemming slechts aan te roeren om een nzer vurigste wenschen aan de liberale partij cnbaar te maken en te trachten bij haar in- aug te doen vinden. Het is de wensch naar kosteloos onderwijs. Zjn we het daarover eens geworden, dat e Staat er belang bij heeft, dat al zijne lingers onderwijs ontvangen, dan moet de plaat dat onderwijs ook alom verstrekken naar de behoefte er aan bestaat. Zoo zegt dan °k onze Schoolwet thans nog. Maar de Staat 'oet dan ook de consequentie aandurven om at onderwijs kosteloos te verstrekken. Ver licht de Staat alle burgers om de kinderen aar de school te zenden, dan moet het voor ca Staat voldoende zijn, hierin de gehoorzaam de zijner burgers te vragen maar met die fijheidsbeneming moet het genoeg zijn. Laat 11 nu echter voor dat onderwijs ook betalen, maakt het den indruk van een gedwongen iuhelnering te (zijn. Maar bovendien is het ■et vol te houden als recht, dat het volk be llen moet voor iets wat als verplichting wordt gelegd omdat het is in het belang van den »at. Wat het algemeen belang vordert moet orden bestreden uit do jStautskas. Wauneer net belang van een handelsstad he t mleggen van een haven of kade vordert, moet V gemeentekas bijspringeu. Wanneer straat- of pi'idwegen moeten aangelegd worden, moet de flat, de provincie, de gemeente als uitvoerder •treden. Niemand zal het in zijn brein opko- en om de Handelaars voor den aanleg der de aan te spreken, en ook de liberale partij 1 et, zooals uit de pers genoegzaam blijkt, e ie met ous eens, dat de tollm en heffingen ADVERTENT1EN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, ▼oor eiken regel meer 7'/, Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. 3 vergoeding mag heeten, maar wij stellen hier tegenover, dat het liberale beginsel hiermee wordt aangetast en dat men het een kwaad moet noe men, al is het dan ook een gering onrecht slechts. Wat echter gering wordt genoemd is voor vele ouders nog een lastpost op de begrooting en kan in de handen van reactionaire gemeenteraden tot vervaarlijke afmetingen aangroeien. De schoolgeldheffing, zooals zij thans is ingevoerd, geeft daarvan het duidelijkst bewijs en het zou ons zeer verwonderen wanneer die aderlating niet zal leiden tot een wijziging in de meening van vele kiezers. Hierin ligt dan ook een ar gument voor de liberale partij om met ons mee te gaan. Zij zal er zeker in aanhangers bij win nen. Noemt ge dit middel niet eerlijk, dan verwijzen we u naar de handelingen onzer po litieke tegenstanders, die juist het verplichte schoolgeldheffen als wapen gebruiken om te bestrijden. Jammer voor haar dat het tweesnijdend zwaard is! Maar bovendienzou het niet eerlijk zijn, om aan zijn beginsel getrouw te blijven en te helpen invoeren wat men als een der axio ma’s heofc aanvaard? Wie zal het bestaan, ons van oneerlijkheid te beschuldigen, wanneer wij in de meening verkeerende, dat wat de Staat iT - zelE ala zjja belang beschouwt, door den Staat Het standpunt door den Staat thans ingeno- in zijn geheel wordt geregeld en bekostigd Wie met zulke beschuldigingen aankomen^ moe- ten ook zelf nog het brevet van eerlijkheid verwerven en voor laster moet de liberaal niet uit den weg gaan. Misschien zal de lasteraar ons daarbij de smet willen aauwrijven dat het ons te doen is om de verheffing van het neu traal en de onderdrukking van het bijzonder onderwijs. Wij zouden daarop niet beter kun nen doen dan het zwijgen bewaren, overtuigd dat het bij ons met goede bedoelingen geschiedt en allerminst teleurgesteld wanneer uit onze goede bedoelingen iets vqort mocht komen wat wij van harte zouden wenschen; de opruiming van het bijzonder onderwijs. Ook dit zij der iberale partij daarom een spoorslag in de door ons aangegeven richting. Geeft geld den arme, ’t baat één dag Geeft kennis hem, het baat voor jaren. Deugd helpt, zoolang hij leven mag; Och, help hem deugd en kennis garen. ST ATEN-GENERAAL. raea tegenover de bijzondere school, is dat hij helpt bijdragen in de kosten van dat onderwijs, waar dit het openbaar onderwijs vervangthij laat de vrijheid tot het geven van bijzónder onderwijs bestaan, en restitueert aan dat onder wijs wat dit aan den Staat zal besparen. TT ij heeft daarmee echter niet het algemeen belang van den Staat bij christelijk onderwijs erkend hij zou dan, plus royaliste que le roi, verder gaan dan het beginsel der clericalen zelf. Wij begrijpen echter niet waarom de liberale partij hierin niet met ons meegaat. De liberale unie heeft den leerplicht aanvaard als een harer dogma’s kosteloos onderwijs echter zoekt men op haar program te vergeefs. Is zij het met onze redeueering eens we betwijfelen het geen oogenblik - dan resten ons ter verklaring van dit zonderling verschijnsel slechts twee onderstellingen. Eerstens: dat haar program dan nog meer zou lijden aan lengte, iets waarop we vroeger reeds wezen, en tweedensdat het vergeten is. De eerste onderstelling komt ons gewaagd voor, want wat zou het er toe afdoen om het aantal wenschen, al is het ook nog zoo groot, met een zeer praktische, een wensch die logisch verband houdt met een der uitgesproken wenschen, te vermeerderen. Wat zou het be- toekenen, welk bezwaar zou er tegen kunnen zijn om dat getal van 20 te brengen op 21 We kunnen daarom niet anders aannemen dan de ver ontschuldiging dat het te kwader ure vergeten is. Toch zijn er liberalen, die meenen dat het volk wel iets mag bijdragen in de kosten van het onderwijs, en zij die zoo redeneeren maken dan een vergelijking tusschen die bijdrage en de kosten - èen druppel aan den emmer. We zijn het met hen eens dat het slechts een geringe De Standaard maakt een aanvang met de bespreking der legerwet en laat zich ten gunste van het hoofdbeginsel; de afschaffing der plaats vervanging, met groote beslistheid uit. Na den moed te hebben geprezen van het Kabinet, dat aldus „gevaar loopt de sympathie van de in het cijfer machtigste fractie der rech terzijde te verbeuren*, zet De Stand, uiteen, hoe de regeering in het ontwerp als hare over tuiging uitspreekt: „dat het de veiligheid van ons vaderland niet verzekerd acht met een le<mr, dat uitoluitead uit dienstplichtigen van lagere sociale herkomst bestaat*. Uit de toelichting is te bespeuren, dat het „den Heeren Ministers moeite heeft gekost, om tot een besluit te ko men; dat ze met beide handen elk middel zouden hebben aangegrepen, waardoor het hun mogelijk ware geworden, de gevoeligheid van een zoo aanmerkelijk deel van ons volk te ontzien*. Wel is met name bij de vrijstellingen zooveel mogelijk aan de gerezen bedenkingen te gemoet gekomen, maar „de plaatsvervanging op wier behoud van R. Kath. zijde eerst’ zoo onstuimig, en zoo beleidvol daarna was aange drongen, wordt, zoo dit ontwerp tot wet wordt verheven, definitief afgeschaft.* Dat noemt De Stand, voor de katholieke staatspartij „een harde zaak en na haar houding een nétetige zaak bovendien.* Wel kan zij wellicht „met behulp van het conservatieve hoopske* waaronder het blad een deel der liberalen schijnt te verstaan, het noemt den heer Roëll den toestand beheerschen, maar dit zou niet baten. Het ministerie zou, na verwer ping van de legerwet, moeten aftreden, maar om plaats te maken voor een liberaal Kabinet dat toch weer met een gelijke voordracht zou te berde komen, „die dan allicht in nog minder malschen vorm door zou .gaan.* Dan zou de rechterzijdeniets hebben gewonnen, maar boven dien in andere punten van regeeringsbeleid „aanmerkelijke winst* hebben verloren. Hoe de houding der katholieken ook zij, de anti-revolutionaire partij kan niet anders doen dan met haar beginsel te rade gaan. Zonder berekening, zonder gelegenheidspolitiek om bü de stembus van ’91 den steun der kath. kiezers te behouden. De Stand, verwerpt flink alle zijwegen, om aan de gevolgen van deze beginselvastheid te ontgaan. Men oordeele; „Ons thans te verschuilen achter enkele be denkingen, die ongetwijfeld op het ontwerp te maken zijn, of ook tegen dit ontwerp in verzet te komen, omdat vooraf het karzerneleven be hoorde verbeterd te zijn, zou noch een oprechte politiek, nooh voor de publieke consciëntie geoorloofd zijn. „Sleept de indiening van dit ontwerp den val van het Kabinet, straks een breuke met de Roomsche fractie der rechterzijde, en daardoor in Juni ’91 een versmelting van onze anti-revo lutionaire Kamerclub tot beneden de helft na zich, dit zal, hoe spijtig ook, te dragen zijn, omdat het ons de kans laat om een met cere van bruggelden moeten afgeschaft worden. Wanneer eenmaal de Algemeene dienstplicht wordt ingevoerd, zou het toch een homerisch gelach verwekken, wanneer de Staat voor het onderwijs der recruten geld ging vragen. Wel is waar heeft het volk meer belang bij leerplicht, dan bij dienstplicht, maar dit staat bij ons vast, dat op eene verplichting, voortspruitend uit al gemeen belang, geen bezwaar mag drukken integendeel moet de Staat de belemmeringen daartegen zooveel doenlijk opruimen. Dit blijkt dan ook uit de verplichting die hij vrijwillig op zich neemt, om overal, waar de behoefte hieraan bestaat, scholen te laten bouwen. Wil de Staat dit niet consequent aannemen, dan moet hij ook niét overgaan tot het voorschrijven van leerplicht. Hj moot dan, uitgaande van het beginsel dat het onderwijs niet zoozeer staats- als wel volks belang is, den burger vrij laten. Zoo komt hij dan tot het beginsel dor anti-rovolutionairen, een beginsel dat door de liberale partij als één man als onereus gebrandmerkt is. Wel zou er bij invoering van kosteloos onderwijs van clericale zijde worden geducht voor leegpomping der bijzondere scholen, maar dit zou niet pleiten voor de liefde van het volk voor christelijk onderwijs eenerzijds, en aan den anderen kant mag de Staat zich daardoor niet laten weerhouden. ii i i 12 6 27 21 >r Li >r >r .6 >r ;o >r 16 58 5.*.; 7.' SOEK ER COIJROT. j. sur 00 ^n5n,w»<m^„Waar0Jd.a.r f8021350 T00r n®6 lager onderwijs wnrHi’r???*000 V0 schuld-amortisatio. De hoogere uitgaven on fw STT?°°r hoogereontvangsten deze zijn geraamd SaJ’kÜu?’025, Het Beraamd tekort ad f9,394,816 zal, naaftrek b'J‘5t-uSe'Vone en door besparing van andere uitgaven te Soau t0!' zi|veroutmuuting en door accrès* dof eI°nó veranderen in een batig saldo van 2 millioeu h?t*iSiUk?nS he,tr?eds mgediend ontwerp, tot verruimin-’ van Bn1 ^laatmSK“blyd voor de gemeenten zal worden aangewend De tekorten van vorige diensten, 1890 incluis, bedraden meulijk f36,589,014. Tot dekking zal dit zittingjaar een leeniné"' worden yoorgestcld waarvan het bedrag nog niet is benaald WttendeX?< v^gCf"^oooV.°0r Cene eVea tUeele uitgifl® m2\^ten?-ouvolt,alliglie^ ^er vergadering werd hot doen van “ergai:^^ Tan besluite" *>t eene nadere Het parlementair zittingsjaar is begonnen: Eerste en Twee de Kamer zijn, na een langen vaeantie-tijd, weder bijeen. Aan de voorgeseüreveit formaliteiten de sluiting van het afgeloo- pen- en de opening van het nieuwe zittingsjaar met de daarbü gebruikelijke speechen, is voldaanhet parlementair men» is ter tafel gebracht en wordt thans druk bekeken en bespro ken; de voorzitters der beide Kamers zjn benoemd en hebben hunne betrekking reeds aanvaard, en als men nu den verderen brijberg der voorbereidende werkzaamheden eenmaal achter den rug' heeft, en de heeren ééns voor goed aan ’t werk gaan dan zal al heel spoedig kunnen blijken, of deze nieuwe parlemen taire campagne meer vruehtbelovend zal zyn, als die. welke achter ons ligt. Wij betwijfelen het zeer, al hopen wjj ook ’t beste Met teleurgestelde beloften echter kan eene regeering wel één of twee jaur hare dupes paaien, maar als dan nog voortdurend de beloofde gouden bergen onzichtbaar blijven, dan begint men zoo zoetjes aan genoeg te krijgen van het by trommelslag afke- kondigde Dorado in spe. Wy hebben genoeg van allerlei dadfeeu eU sr00te woorden' Höt Nederlandsche volk wacht op In afwachting van 'tgeen komen zal, geven we hier de hoofdcijfers terug van de door den minister van financiën aangeboden Staatsbegrooting voor 1891. Daaruit blijkt, dat tengevolge van de spoorweg-overeenkomsten en afschaffing der Noordzee-kanaalrechteu en met berekening van het gewone accrès der middelen, deze met een tekort van 26 millioeu. zal sluiten. Op de begrooting voor 1891 is de geraamde uitgaat 1135,930,841, zijnde voor den gewonen dienst, vooral 5§i>S«volge van do uitvoering van versetuileude wetten,

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1890 | | pagina 1