■Its- Bl1DIBIIWM1D IWl DE
CElEEilTK EK ncnRROXDfSSinXT SXEEK
r
3
No. 11
V IJ F-E N-V EERTIGSTE
1890.
A R G A N Q.
EEN SPROOKJE.
21 SEPTEAIBKR.
UIT DE PERS.
BINNENLAND,
i-
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS,
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25.
Allo brieven en stukken, uitgave oi redactie betreffende, franco
in te zenden.
Voor een dicht bezette zaal trad jl. Zondag
middag de heer Domela Nieuwenhuis in het
gebouw Constantia aan de Rozengracht te Am
sterdam op ter bespreking van de vraag: „Wie
zijn de rustverstoorders Dat rustverstoorder
een strafbare uitdrukking was, begreep spreker,
met het oog op het feit dat de rust het ideaal
van den fatsoenlijken Hollander was, maar niet
dat de minister van binnenl. zaken daaraan
aanstoot nam. Voor hem toch moest het woord
een compliment zijn, want nog onlangs was op
een Zendingsfeest Jezus een rustverstoorder der
wereld genoemd. Inderdaad is elk hervormer,
ontdekker of groote geest een rustverstoorder;
met rust is niets te verkrijgen, de geheele
schepping is revolutionair, en vóór rust: d,i.
anti-revolutionair te zijn, is dus in strijd met de
schepping.
Hoe noodig beweging en vooruitgang was,
toonde spreker aan in een uitvoerige rede,
waarin de bekende grieven tegen de maatschap
pij breed werden uitgemeten. Uitvoerig stond
spreker bij de werkstakingen stil; die werden
Naar de Heraut meldt zal binnen enkele
dagen een vlugschrift van de hand van dr.
Kuyper verschijnen, waarin de geheele quaestie
van separatie en doleantie uiteengezet wordt.
Aan de openbare school te Pannerden wordt
in de Vacature een onderwijzeres gevraagd van
den Roomsch-katholieken godsdienst.
te doen mislukken, en dat, zoo zij in die hou
ding volhardt, do slavenhandel metal zijne gru
welen in Afrika zal blijven bloeien.
Het twee artikeltje daarentegen, geteekend
door Francis William Fox, lid van de Londen-
sche „Aborigines Protection Society", heeft ten
doel de gedragslijn der Nederlandscho regeering
te rechtvaardigen. De heer Fox, die in Den
Haag vertoefd© en daar met verscheidene auto
riteiten over deze aangelegenheid gedachtenwis
seling hield, brengt hier zijnen landgenooten
onder het oog, dat de Nederlandscho regeering
wel is waar weigerde („en misschien te recht",
voegt hij er bij) hare toestemming te geven tot
het intrekken van art. 4 der Berlijnsche over
eenkomst, maar dat zij tegelijkertijd zich volko
men bereid verklaarde tot het mede onderteeke-
nen van de algemeene akte, welke de door de
conferentie beoogde humanitaire maatregelen ten
doel heeft.
Voorts (zegt hij) werd mij te verstaan gege
ven, dat de Nederlandsche Regeering thaus
vermoedelijk genegen is tot het teekenen van
eeno supplementaire verklaring, toestemming
gevende tot eene aanzienlijke verhooging van
het invoerrecht op alcoholische dranken in het
Congo-bekken, welk recht allicht evenveel of
meer zou opbrengen, dan het gemiddelde bedrag
der voorgestelde helling van 10 pet. invoerrecht
op katoen en andere artikelen. Daar de IIol-
landsche Vereeniging, die op den Congo handel
drijft, thans twee derden of drie vierden van
den geheelen handel van het Congo-bekken
onder zich heeft, zoo bedingt de Nederlandsche
Regeering eveneens dat er een Nederlandsch
vertegenwoordiger zitting hebbe in de voorge
stelde commissie van experts, welke de beste
wijze van het heffen van uitvoerrechten zal
hebben te overwegen.
Indien (zoo eindigt de schrijver) de stand der
zaak slechts goed begrepen wordt, zoo geloof ik
dat de tegenwoordige houding der Nederlandsche
Regeering don harteljjken steun en de volledige
goedkeuring zal verwerven van Kamers van
koophandel en andere toongevende vertegen
woordigende lichamen in Groot-Brittannië.
Het Venloosch Weekblad is niet bijzonder
ingenomon met de beschouwing in de Standard
over het wetsontwerp regelende den krijgsdienst.
De woorden van het anti-revolutionair blad
„Sleept de indiening van dit ontwerp den val
van het Kabinet, straks een breuke met de
Roomsche fractie der rechterzijde, en daardoor
in Juni ’91 een versmelting van onze anti
revolutionaire Kamor-club tot beneden de helft
na zich, dit zal, hoe spijtig ook, te dragen zijn,
omdat het ons de kans laat om verloren terrein,
door nieuw betoon van ijver en onverdroten
volharding nogmaals te heroveren," beantwoordt
het aldus
„Dat „heroveren" is spoediger gezegd dan
gedaan. Katholieken en anti-revolutionairen
gaan nu als bij mirakel te zamen, maar, eens
gescheiden, worden zij nooit in der eeuwigheid
weer één hart en één ziel. En daar elk der
bondgenooten op zichzelf machteloos is, zoo valt
er aan geen heroveren van het eens verloren
terrein te denken, noch voor anti-revolutionairen
noch voor katholieken. Duiken, ten eeuwigen
dage onder liberalen knoet duiken, is beider
partijen onvermijdelijk voorland, zoodra zij uit
eenspatten."
Inmiddels troost het blad zich over de stellige
verklaringen van de Stand, in het eerste artikel,
met de vele en gewichtige bedenkingen in het
tweede en derde aangevoerd. De daar ontwik
kelde bezwaren wegen zeer zwaar en zijn in
’t oog van het Vent. Weekbl. doodend voor het
ontwerp.
In een zeestadje, welks inwoners hoofdzakelijk
bestaan van scheepvaart, handel en visscherij,
Betond voor lange jaren een burgemeester aan
het hoofd, die door zijn grijzen baard, matte»
■oogopslag en strompelenden gang den indruk
'%af tamelijk bejaard te zijn.
De inwoners van het stedeke, die door hun
l (Werkzaam leven van bedrijvigen aard waren,
vonden ook dat mijnheer de burgemeester wat
weinig doortastend was, wanneer het er op aan-
j kwam, zaken af te doen, die van ingrijpenden
«ard waren. Het was treurig om aan te zien,
Jhoo het gemeentehuis in verval geraakte; maar
lioe men ook praatte, er was niets aan te ver-
anderen de oude man ging uit van den stol-
tegel, dat men zijne oude schoenen eerst moet
■verslijten voor men zich een paar nieuwe aan-
Bschaft. Men vertelde hem dat er, behalve
■schoenmakers, ook nog schoenlappers waren, die
liet tweespan nog eens weer konden opflikken,
als er gaten invielen of de hakken wat scheef
jcjpopen waren maar de oude stond stijf op
zijn stuk, zwoer bij zijn dogma en was maar
niet te bewegen. Hij bromde dan, als ’t lang
tuurde, zoo iets van geldverkwisting, nadeel
Voor zijn gezondheid en schrik voor al dat nieuwe.
Goede raad was duur. Niet alleen de repa
ratie van het stadhuis was hoog noodig, ook.
het rioolstelsel deugde niet en was voor de ge
zondheid schadelijk; verder waren er stads pom
pen die slecht of in ’t geheel geen water gaven
omdat de putten op verkeerde plaats waren
gegraven, terw ijl men toch zoo overvloedig kon
gemeten van het duinwater.
't Was treurig, dubbel treurig dat de oude
heer zoo vasthoudend was gewordenmen wilde
hem ook liefst niet boosmaken, want men had
toch zeer veel goeds aan hem te danken.
Op een avond kreeg een der raadsleden een
brief, waarin in krasse bewoordingen werd gewe
zen op het onhoudbare van den toestand, een
toestand, waarbij het vaderland ten gronde moest
gian. Met kloppend hart las de man vorder
de uitnoodiging aan hem en wie meer hot ge
voelen van den schrijver deelden, om zich dien
zelfden avond te vereenigen in het kerkgebouw
der doleerende gemeente, een plaats waar men
zeker was allen argwaan van het gemeentehoofd
;e vermijden, om hem, als de plannen, daar voor
te stellen, bijval vonden, te plaatsen voor een
Voldongen feit. De brief was oudorteekend door
,een kabouter."
Van zijne eerste verbazing bekomen, zocht
het raadslid zijne vrienden op, die, hoe verwon-
ietd ook over do stoutmoedige, kloeke taal van
let kaboutertje, eindelijk toch tot het besluit
kwamen, het mannetje eens te gaan aauhooren.
Het gebouwtje was opgepropt met menschen,
een er eindelijk een dwergje verscheen, dat
«doofde met zijne broederen in één nacht het
Uadhuis op te knappen en schoon te maken,
fe burgemeester, een langslaper, zou er niets
van bemerken. Zijn dienstpersoneel zou bepraat
!n gepaaid worden met beloften om den man
niet te wekken. De hofhond door een
kabouter met suikerklontjes gesust worden en
eenige mannetjes zouden met zweepjes gewapend
het burgemeesterserf vrij houden van do honden
der buren. Hij wist tevens mee te deelen dat
er onder zijne familieleden waren, die uitstekend
konden timmeren, zagen en met den luiwagen
omgaan.
De zaak kwam in orde, doordat de meerder
heid zijn voorstel goedkeurde en na afloop der
vergadering werd nog dien zelfden avond een
aanvang met het werk gemaakt. Niemand die
meer smulde dien avond, dan ’s burgemeesters
hond.
Acht kaboutertjes trokken het gemeentehuis
binnen ten aanschouwe eener groote massa
nieuwsgierigen en vingen onmiddellijk aan met
een onderzoek in te stellen. Ieder nam een
kamer voor zich en tot algemeene verbazing
hoorde het publiek al spoedig een gehamer en
gezaag dat het een aard had. Zelfs do meest
ongerusten werden or door gekalmeerd. Ieder
uur kwam een kabouter op het bordes aan het
volk medodeeling doen van hunne vorderingen,
alsmede wat zij nu in het volgende uur hoop
ten klaar te maken.
De boodschap, die, nadat een uur verstreken
was, werd gebracht, schoen, naar de gezichten
te cordeelen, niet zeer opwekkend en geruststel
lend. Er ging een storm van vragen op, maar
do kabouter maakte vlug rechtsomkeert en
waagde zich niet aan het beantwoorden er van.
Bij de tweede boodschap eene herhaling van
het eerste tooneeltje. Het eenige, wat voor een
oogenblik medelijden wekte en do aandacht
wat afleidde, was het bericht, dat een der acht
kabouters, die leed aan een chronische kwaal,
de suikerziekte, niet meer werken kon, waarom
de anderen hem wenschten te vervangen door
een gezond en flink exemplaar.
Het derde uur was de boodschap, naar het
scheen, verpletterend; hoe ook het kaboutertje be
toogde en beloofde dat ze voor het aanbreken van
den dag klaar zouden zijn, na eenige oogenblikken
mompelens stormde het volk de trappen op en
het Stadhuis binnen; het hoorde ook sinds een
geheel uur geen hamerslag meer en begon zeer
ongeduldig te worden.
De teleurstelling was groot; hier en daar za
ten plankjes gespijkerd, sommige deuren waren
niet meer open te krijgen en de geldkist, die
ze beloofd hadden netjes in orde te brengen,
iets, dat ook meer behoorde tot hun ook, het
schrijn werkers vak, hadden ze geheel vernield en
onkenbaar gemaakt; de bodem was er uit. Een
heftig tooneel volgde nu. De kaboutertjes klaag
den steen en been over houtwormen en ander
ongedierte; het dak zal vol nesten van kraaien,
die geen plaats meer konden vinden op den
kerktoren. Daarbij hadden ze onderling twist
gekregen over de inrichting van de politiekamer
en elkaar deerlijk gehavend. Het insectenheir
was zoo lastig, dat ze bijna niet werken konden.
Alleen een klein gebouwtje hadden ze in den tuin
aangebouwd, een soort veranda of serre, bestemd
voor onderwijszaken, waarvan de gemeente veel
De Times van Vrijdag bevat twee ingezonden
stukken over de houding van Nederland ten
opzichte der Brusselsche conferentie tot het
tegengaan van den slavenhandel.
Het eerste dier stukken, ongeteekend, ver
wijt aan de Nederlandsche regeering, dat zjj
door hare houding den goeden uitslag eener
alierlofwaardigste poging tot verbetering van
den toestand der Afrikaansche inboorlingen dreigt
nut zou trekken.
Wat nu volgde, is te begrijpen. Na eene
geduchte kastijding voor al wat ze bedorven had
den, werden de mannetjes verdreven. Een er
van, die bijzonder vechtlustig scheen en zijn
vuistje durfde uitsteken, werd bij zijn nekvel
gepakt en voor oen paar uur op de markt te
pronk gesteld.
Reparatie was nu onvermijdelijk. Dc burge
meester werd gewekt, en onderling werd nu
goed gevonden om het oude gebouw omver te
halen en te vervangen door een fonkelnieuw
gebotjw. Er werd met geweld gerameid en
omvergeworpeu, waarbij de burgemeester dik
wijls zijn hart voelde bonzen, wanneer hij iets
zag verdwijnen, wat hem lief geworden was.
Toen het nieuwe gebouw klaar was en plech
tig word ingewijd, kon de burgemeester zjju
blijdschap over de verandering toch niet verhe
len en toen het volk nog eens uitvoer over den
kaboutertijd, gaf hij als zijne meaning te kennen,
dat de zaak niet zoo spoedig haar beslag zou
gekregen hebben, als niet de karboutertjos do
boel eerst bedorven hadden.
Wat valt' hieruit voor ons te loeren P Dat
uit het kwado wel het goede kan voortkomen.
ADVERTENT1ÊN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 71/, Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den Uitgever.
OEEK
U K A A
lilllllllfTT—
I
i
I.
0