■1ÏS- IJ IDIWWIHUl) M 1
(fflSMi H MffllSSEsilffi
J aarqanq.
No. 100
V IJ F°E N-V E E R T I G 8 T E
EEN KEIZERLIJK WOORD.
1890,
«te te «temUta.
13 I E C E 31 13 E J
I
I.
-
I
i
Bij deze Courant behoort ala bijblad Feuil
leton-nummer 78.
r
een noodkreet geslaakt wordt; dat men
-u militair van tijd tot tijd bezig ziet
uit het drijfzand te geraken, om dat verfoeide
3en kloeken
socialisme den kop te vermorselen, wekt daarom
goon verwondering. Een conferentie werd te
■herlijn gehouden, waartoe alle staten van Eu-
*°pa waren uitgenoodigdmaar ’t is gebleven
bij wat praten en het opstellen van eenige hol-
bliakende, niets beduidende formules. De Kci-
Zer heeft het nuttelooze er van iogezien, Aan-
êemoedigd door de ontdekkingen van dr. Koch,
^1 Wilhelm nu eens beproeven de „baeil“ van
'ot socialisme te vinden en als een tweede Ar-
obimedes doet Z. M hetEureca 1 klinken over
gansch Duitschland, ja over Europa tot in zijne
Verborgenste schuilhoeken wordt het den volke
eïkondigd, dat Hiero’s on vervalscht is
doort
bet onderwijl
SU
Keizer het
I
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
BEKENDMAKING.
Inschrijving voor de Nationale Militie.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester
BENNEWITZ, Secretaris.
i in
zyn stand. Ónmogelijk is de vervulling van dien
wenschde machines maken velerlei handen
arbeid overbodig en stellen dus v«l«n hinten
staat om door eerlijken arbeid hun brood te
verdienen. Die goede oude tijd komt nooit
terugals de conservatief dit maar wilde be
grijpen, tenzij alle machines werden af
geschaft; maar voor zulk een maatregel zou
onze duitsche „Kutscher" zeker ook terug
deinzen. Brr! Als we eenS weer moesten be
ginnen met de uitvinding der boekdrukkunst 1
En toch waren dat geen slechte tijden Men
kende toen geen socialisten Nu zal niemand
het den arbeider kwalijk nemen, om zoo moge
lijk zijne zoons op te leiden voor iets anders;
de dagen, waarin het met zijn vak zoo uitste
kend ging, zijn voorbij, en welk huisvader zou
zijn kinderen voor het toekomstige in plaats
van brood steenen willen geven
Moet de Staat nu de huisvader in zijne be
doelingen tegenwerken Neenmaar bovendien
zou de Staat daardoor nog oneindig veel meer
het socialisme voeden, want het socialisme heeft
zijn keurkorps, zijn avant-garde, in het korps
hongerlijders. Door aldus te handelen, betreedt
de Staat het pad der zelfzucht, keert hij zich
tegen de belangen van de massa en gaat hij on
vermijdelijk over op den weg die uitloopt op
de revolutie. Het omgekeerde moet de Staat
doenoveral zooveel mogelijk voorzien in de
behoefte aan Middelbaar Onderwijs; ontwikke
ling verspreiden zij zijne, leuze, al was het enkel
uit zelfbehoudmaar ook en vooral uit het
oogpunt van recht mag hij den een niet ont
houden wat hij den ander aanbiedtdie stand
verschillen mogén wel eens minder worden en
daarmee de voorrechten daaraan verbonden.
De adelstand heeft in ons vaderland geen wet
telijke voorrechten meer; maar bij een maat
schappij ^ls de tegenwoordige, ontleent hij aan
zijn portemonnaie gezag en voorrechten genoeg,
om nog van den bevoorrecnren aüei to Kv«uu^..
spreken. Die voorrechten wekken ontevreden
heid en versterken het keurkorps der socialisten>
en wil men niet roekeloos de revolutie in de
kaken loopen, dan moet de Staat, instede van
de gebreken der maatschappij te vergrooten, in
plaats van de standen scherper van elkaar af te
scheiden, het nivelleer werktuig ter hand nemen
en veeleer bemiddelend optreden en den zwakke
steunen, dan het recht van den sterkste te
huldigen.
De Keizer en het socialisme 1 Wij begrijpen
dat ze geslagen vijanden zijn, maar de vraag is,
wie de sterkste zal blijken. Zeker heeft de
Keizer thans nog gelegenheid de zaken weer in
’t reine te brengenwanneer hij het idéé van
oorlogvoeren laat varen en aan Europa voor
stelde eene algemeene ontwapening te houden,
zou hij zich de weelde van soldaatjespelen moe
ten ontzeggen, maar zonder die soldaatjes vaster
op zijn troon zitten dan ooit. De aartsvaderlijke
toestanden, de leefwijze van een Keizer uit de
Middeleeuwen, moet hij echter niet terug wen-
Groot opzien verwekte dezer dagen een rede-
Voering van Duitscblands jeugdige Keizer onze
buren hebben daarin kunnen lezen, wat zij in
zake het onderwijs van Zijne Majesteit te ver
vrachten hebben maar ook in ons land, waar
de rede in min of meer beknopten vorm is gepu
bliceerd, heeft zij aanleiding gegeven tot overden
king en gesprekken een woord uit het hart
Wekt steeds belangstelling, temeer wanneer men
pdaarin zijne eigen hartsgeheimen meeat uitge
drukt te zien.
Het socialisme schijnt Wilhelm II in onrust
te brengen. Het socialisme meet worden ge
dood de Duitsche natie moet weer al één man,
in de ure van ’t gevaar, staan om haren Keizer.
Aan oorlogvoeren valt niet te denken, zoolang
®r socialisten zijn; een der schaduwzijden
van het socialisme, waardoor de liefhebberij van
het soldaatjespelen wel over moet gaan. Wan
neer al die blinkende sabels die duizenden bij
duizenden manschappen slechts bij revues of
ïnameuvres wat vertooning maken en de „grosze
Kaiser“ het hoofd zou zijn van dien troep, dan
heeft dat wel iets weg van de straf van Tanta
lus dorsthet water komt aan de lippen,
er over hongermaar als hij happen
gaan de sappige appels omhoog! Neen
®rger nog dan Tantalus het ondervondde
Keizer durft niet zijne lippen vooruitsteken voor
een teug van het verleidelijke vocht of een beet
in do heerlijke vrucht. Hongeren en dorsten
hij al het geschitter en gekletter, dat is op den
duur niet uit te houden en wordt nog drukken-
i $er wanneer men den bodem niet vertrouwt en
uiet durft happen die beweging kon oorzaak
2ljn dat de modderpoel den groszen Kuiser in-
«lükte. Roerloos zit daar nu de jonge man, die
het kommando voert over een miliioeu wapen
dragers, even roerloos bijna als zijn collega in
Husland.
Dat er
AD VERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den Uitgever.
söhen, maar als een goed koetsier zjjn blik voor
waarts richten.
Halve wetenschap - Er is geen andere we
tenschap dan halve. „Het zekerste wat ik
WaanwysheMV^ainue3AVe?zeer bedoeld1 êeHV
Zij bestaat en kan in afgelegen streken veel
kwaad doen, maar in het licht geplaatst van de
ontwikkelde maatschappij is het beestje van on-
schuldigen aard en gemakkelijk te temmen. Da
gevaarlijkste waanwijsheid is die, welke soma
in hooggeplaatste personen wordt aangetroffen.
Daaronder schuilt zelfs zeer, zéér veel „halve
wetenschap"; ja, wanneer we nog eens goed
overwegen hoe een Keizer het durft bestaan
zich tegen den tijdgeest zoo stout te verzetten
eu een stap achterwaarts durft doen in het dui
ster, dan komt ons onwillekeurig de vraag op
de lippen Zou een Keizer ook waanwijs kun“
nen zijn
hoog bevel, zijne schoolquaestie krijgen. Wij
wagen ons niet aan voorspellingen, maar willen
toch niet verhelen, met het oog op wat ons
vaderland van deze schoolquaestie heeft geleden,
dat het keizerlijk woord op ons den indruk
vaa eon roekeloozö daad maakfco.
Een vau ’s Keizers voorvaderen, Frederik
Willem II, heeft eens gezegd, dat er geen ware
verstandsbeschaving kan bestaan zonder het
gebruik van „christelijk" onderwijs. Zonder
precedent is de zaak dus niet. Maar als wij
bedenken dat die doorluchte voorzaat, bij gebrek
aan verstand, niet bij eigen ervaring van ver
standsbeschaving kon spreken, dan mogen we
eerder denken aan iets origineels bij Wilhelm II,
den jongere. Het moge vermetel klinken wij
mogen er de schouders over ophalen, Keizer
Wilhelm zal den tijdgeest trotseeren, die steeds
vraagt naar meer eu beter onderwijs, en op het
zelfde oogenblik dat 60 professoren to Bonn
vergaderen ia ’t belang van ’t onderwijs, klinkt
de orakeltaal te Berlijn, dat de gelegenheid voor
middelbaar onderwijs moet besnoeid worden.
Hetgeen wij algemeene kennis gelieven te noe
men, wordt door den Keizer als halve weten
schap betiteld, die tot het socialisme zal leiden.
Vanwaar dat diepe inzicht zal menig con
servatief, ook hier te lande, vragen, die niet
zonder welgevallen de keizerlijke banvloek heeft
gelezen. Wij wagen ons aan een antwoord,
dat we moenen uit de rede zelve te kunnen
afleiden.
De Keizer zegt: kweekt geen Grieken en
domeinen, maar Duitschers op de scholen; niet
mannen die door bovenmatige inspanning hun
ner gezichtsorganen reeds jong den bril moeten
opzetten, maar flinke en gezonde borsten, die
met eere de wapenen kunnen kantoeren Geen
mannen die een Grieksch of Latijnsch opstel
kunnen maken maar jongelieden die een opstel
kunnen maken zonder fouten over Mina
von Barnhelm
Wy meenen hier de bacil van ’s Keizers ver
metelheid te kunnen thuis brengen. De Keizer
dweept met Mina von Barnhelm 1 Daarin komt
een verhaal voor van eeu koetsier, dat de Kei
zer navolgenswaard heeft gevonden „Wanneer
de paarden in vollen draf waren, behoefde hij
slechtsBrr 1 te roepen en op eens stonden ze
als een muur 1“ Zoo’n koetsier is geld waard!
Maar of de karos van Staat met zulk een
„Kutscher" gediend zal zijn, meenen wij te
mogen betwijfelen Wij gelooven dat een Kei
zer, die niet enkel de koets in ’t spoor houdt, maar
met een Brrop eens het ding tot stilstaan
dwingen wil, wat al te veel van zijn krachten
vergt, en door het onvermijdelijk schokken van
de koets wel eens van den bok kon tuimelen en
De vraag naar vooruitgang is tegenwoordig
de vele uitvindingen maken den
arbeidersstand voor een goed deel broodeloos.
reeds lang Het is daarom onedel in het conservatisme, om
Haosch Duitschland, ja
erkoudigd, dat Hiero’s Kroon vervalscht i
-• den goudsmid. En die goudsmid is zijn© waaghalzerij met den dood bekoopen.
js. In beperking van het onderwijs P
aankweeking van den godsdienst ziet de algemeen
- -«i geneesmiddel.
Nederlanders, die dat liedje
4
i
1
I
i
Si
0
1
i
i
jciet
Wil
8WEEKBR COURANT.
9
om i -
BÜRGeMEBSTER en WETHOUDERS der gemeente 8 neek
Gelet op art, 1» der Wet op de Nationale Militie van 19 Au
fÏÏtSbl1aTn(oX.blad a°' 72> 6a °P dB We‘
Brengen door deze ter kennis der ingezetenen, dat bij hoofd-
stak.ni dier wet, handelende over de insehi-yvlug voor de
militie, onder anderen voorkomt het navolgende 9
Art. 15. Jaarlijks worden voor de Militie" ingesehreven alle
te?? IQ3ezetene.n- üie op den Isteu Januari vanhet jaa?
liun lilde jaar waren ingetredenJ
Voor ingezeten wordt gehouden:
wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder of
zijn boide overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de ’wet
van oen 28sten Juli 1850 (Staatsblad no. 44):
2. hjj, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende do
laatste, aan bet m de eerste zinsnede van dit artikel vermelde
hield? v00rafsaaude’ achttien maanden in Nederland verbluf
3‘.. Ujji van wiens ouders de langstlevende ingezeten was al
noudt seen ingezeten, mits hjj binnen het rijk verblijf
Art. 16. De inschrijving geschiedt:
1. van eeu ongehuwde in do gemeente, waar de vader of
voogdewooeut°den’ W°ede'’ °f’ zy“ b9iden overIX', dé
wakr hTwnon??hWde en van een weduwnaar in de gemeente
tv Ui<1,1 1X1J VYVVllu,
3. van hein, die geen vader, moeder of voogd hééft of door
dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten 's lands geves
tigd is, m de gemeente waar hij woont; 3 vc“
lAodpTaHi?etorbJ?aeI1 ’sla,ud,s wonenden’zoon van een Neder
lander, die ter zake van ’s lands dienst in een vreemd land
woont, inde gemeentewaar ziin vader of VAnar/4 1..~4~4 J—L
Art. 17. Voor de militie wordt niet ingeschreven:
1. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een in-
gezeten, die geen Nederlander is
2. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon
van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten
3. de zoon van den Nederlander, die, ter zake van ’s Lands
dienst in ’s Rijks Overzeesche bezittingen of Koloniën woont.
Art. 18. Elk, die volgens art. 15 behoort te worden inge
schreven, is verplicht, zich daartoe bj Burgemeester en Wet
houders aan te geven tusschen den isten en sisten Januari
Bü ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn vader
of is deze overleden, zyne moeder, of zyn beiden overleden’
zijn voogd tot het doen van die aangifte verplicht.
Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19de jaar,
doch vóór het volbrengen van zijn 20ste ingezeten wordt is
verplicht, zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan’ te
geven by Burgemeester en Wethouders der Gemeente, waar da
inschrijving, volgens art. 16 moet geschieden.
Daarbij gelden de bepalingen der 2de en 3de zinsnede van
Rit»18»
Zynö inschrijving geschiedt in het register van het jaar. waar
toe hij volgens zijn leeftijd behoort.
Naar aanleiding van bovenstaande bepalingen maken Burge
meester en Wethouders verder bekend, dat op WOENSDAG den
7eu JANUARI 1891, ten Gemeentehuize alhier, eene bijzondere zit
ting zal worden gehouden tot inschrijving der mannelijke in-
zezetenen, die op den Isten Januari 1891 hun 19de jaar züu
ingetreden, en die alzoo geboren zijn in 1872, en wel voor
Wijk 1, 2, 3 en 4 ’s voormiddags 9 uur,
6, 7 en 8 lo
9,10, 11 en 12 11
13, 14,15 en 16 ’s middags 12
IV,.18, 19 en 20 ’s namiddags 1
Terwijl overigens de inschrijving ter Secretariedezér gemeen
te kan geschieden van ’smorgens 9 tot ’s namiddags 1 uur.
Ssbek den 5 December 1890.