ffl HET imiMMT SfflK No. 103 V U F-E N-V EERTIG8TE R G N G. 1890 KINDERVOEDING. Ö4: D E C E M B E It, i Zoo ook staat het met de kinder- om •- I Alle brieven in te zenden. Ja, dik- schoorvoetend hulp verleent, zoodat onze verlichte en beschaafde negentiende Burgemeester en Wethouders voornoemdi ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. UIT DEFERS. EF-^ss Nieuwe abonnés voor het volgend jaar ontvangen gratis als premie den geschiedkundigen roman van Gregor Sa- marow: .ONDER, DEN WITTEN ADE LAAR®, die nog dit jaar compleet komt. Wegens de invallende Kerstdagen zal het volgend nummer, in plaats van Vrijdag-, ZATERDAG-AVOND verschijnen. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS, Abonnementsprijs voor 3 maanden /l.—franco per post 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco Da zeer gewichtige verklaringen namens een fractie der Roomsch Katholieke partij in de Tweede Kamer door den heer Vermeulen afge- legd en de woorden van de hh. Van Vlijmen, Van Nunen en Harte vindon, gelijk ta ver wachten was, een nagalm in dopers. Voorloopig blijft het bij een nagalm. De Tijd echter is voornemens de zaak wat breeder op te vatten en is begonnen met een serie artikelen, waarin allereerst de woorden van do hh. Vermeulen c. s. zelf onder de aandacht worden gebracht harer lezers, De eerste indruk dient intussohen te worden vermeld en dan kan worden geconstateerd dat een drietal liberale bladen de quaestie werd tot dusver alleen ter loops in de Kamerover zichten behandeld een weinig ontstemd zijn door het gebeurde. Eu hot Band, èti het Vad. keuren het optreden af zoowol wat den vorm betreft als wat de zaak zelf aangaat; de N. R. C. bepaalt zich tot een eenvoudige ver melding met een schijntje van sympathie voos het kabinet. De Amst. constateert de scheuring, zonder nog te kunnen begrijpen wat de Katholieken er toe leidt zoo hardnekkig tegen de afschaffing der plaatsvervanging te zijn. Zij spraken in derdaad als ware het remplajantenstelsel een Katholiek dogma, en dat is het toch zeker niet. De oppositie, door de Katholieken gevoerd, is in het oog van het blad al te negatief. Waarom hebben zij er niet voor gezorgd, dat tegenover het regeeringsontwerp, dat iuderdaad al zeor zwak is, een beter geplaatst werd, waardoor het vormen van een volksleger mogelijk wierd gemaakt Voor het denkbeeldeen volks-leger, in stede van een kazerne-leger, is in alle rangen en standen der maatschappij sympathie te vinden, en zeker zou het wenschelijk zijn, de van zoo velerlei veroordeelde legerwet te begra ven, indien men met een echt nationale legerwet kon komeu, om een eind te maken aan de onhoudbare inrichting onzer levende strijdkrachten. Het Dagblad heeft natuurlijk de scheuring met spijt gezien, maar blijft nog altijd van meening, dat men met overleg tot een resultaat kan komen, waarbij dit kabinet gehandhaafd blijft. En mocht het bewind bezwijken, dan zal er, naar ’t blad hoopt, een auti-liberale meerderheid blijven, welke voorkomt dat de liberalen de vruchten plukken van een mee- ningsverschil, aan ’t welk, hoe gewichtig ook, de gansche toekomst van ons vaderland niet mag worden opgeofferd. Welk oordeel door de eigen bladen der partij key-genot berijden. Niet dat we hun dat genot willen misgunnen; niet omdat we oneerbiedig wil len zijn in het beoordeelen der meeningen onzer politieke tegenstanders, hebben wij de connectie aangehaald tusschen kindervoeding en Staats- bemoeizucht gemaaktwij voelen ons slechts ge- i noopt tegen de samenkoppeling en aaneenrijging dier denkbeelden protest aan te teekenen uit het oogpunt van humaniteit en uit dat der waarheid. Iemand zij beslist tegenstander van centra lisatie of Staatsinmenging, toch zal hij, op Welk standpunt hij ook sta, de zorg van den Staat voor zijne armen moeten goedkeuren, ja verplichtend rekenen. Die zorg echter wordt door den Staat allereerst toevertrouwd aan de Kerk, en eerst waar deze niet bij machte is of te kort schiet neemt hij zelf die taak over; do Staat erkent daardoor zijne verplichtingen, om toezicht to houden op de armenzorg en deze te waarborgen. Wie kan hiertegen bezwaar hebben? Wie betreurt het niet dat de Staat hierbij «ijls zoo 1 men in eouw nog lezen moet, dat arme kinderen dood- Vnezen bij gebrek aan dek? Is dit met een Vingerwijzing voor den Staat om die zorg geheel °P zich te nemen Op hom toch rust do ver antwoordelijkheid voor zijne burgersvoor de kerk is de armenzorg slechts bijzaak, die in de gegeven omstandigheden slechts een zedelijke verantwoordelijkheid mag zijn. En waar nu de ofaat moet zorgen voor het leven zijner burgers, het onverantwoordelijk die gewichtige taak eau de eene of andere corporatie over te dragen. e kerk eene edele roeping te zien vervullen, “ogen wij op prij8 stellen, hot mag geen reden 2Ütt om aan haar do zorg over te laten, even min als de Staat er ooit toe besluiten zal de rechtspraak aan de kerk over te doen, ook al 1. 18 de kerk ruim voorzien van tuchtmiddelen en ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cent» ▼oor eiken regel meer 7% Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bii den Uitgever. te schandebij eene góede inrichting moet armenzorg bijzaak zijn, tot kleine verhoudingen beperkt. Waar echter geklaagd wordt over overproductie en het pauperisme gestegen is tot pl. m. 25% der geheele bevolking, daar moet de ontevredenheid zeer toenemen en wordt het hoog tijd aan handelen te denken en daarvoor is de Staat aansprakelijk. Zoolang echter die wanverhouding blijft bestaan, zoolang de ziekte blijft heerschen, zoolang rust op den Staat de dure verplichting de slachtoffers dier wanver houdingen te hulp te komen. Wij achten dus armenzorg een noodzakelijk kwaad, even als centralisatie, hoewel niet opge- lijice lijn staandemoest één van beiden verdwijnen, dan zeker niet de zorg voor de armendan stellig niet de zorg voor het licha melijk welzijn der kleinen. Erkent de Staat de noodzakelijkheid om overal te zorgen voor geestesvoedsel, dan bestaat er geen redelijken grond, neen dan is het een meer klemmenden eisch om te zorgen voor de behoorlijke ontwik keling van het lichaam, waar eigen krachten te kort schietenhet laatste is de conditio sine qua non van het eerstezulk een harde nood zakelijkheid mag geenszins aan de particuliere liefdadigheid of aan de kerk worden overgelaten. De Staat, die ondersteuning vraagt naar den maatstaf van het vermogen, moet naar den maatstaf der behoefte ook ondersteuning ver- leenen, en wij kunnen het niet anders dan toe juichen, wanneer de gemeentebesturen uit me delijden, uit humaniteit, uit plichtsbesef deu Staat in dezen wijzen op zijn plichtsverzuim. Het is een erkennen tevens van het bestaan eener sociale quaestie en een prikkel om ze op te lossen; de in’t oog vallende pleister, die wijst op een wonde plek van het zieke lichaam. BEKENDMAKING. Inschrijving voor de Nationale Min Ha, BUKJjiEMÉESTER en WETHOUDERS der gemeente Snoek der.Wüt op de Nationale Militie van 19 Au- Staat^blad- ao* en °P de Wet van 1 Mei 1863 Van alle zaken, die ons mensohen verdeeld houden, op welk gebied ook, blijft men steeds een licht- maar ook een schaduwzijde bespeuren. Geen licht zonder schaduwen te optimistisch denkt hj, die bij de verspreiding van licht gaat waueu, dat geen sterveling het schaduwtintje zou bespeuren. Integendeel zijn er naturen, en hun getal ie niet gering, die bij de aanschou wing allereerst het oog op het schaduwvlak la- L ten vallen. voeding. Van de zijde der clericalen hoort men de stemmen van afkeuring, die hierbij niet ver zuimen de albemoeiing van den Staat uit den stal te halen; een paardje dat ze met echtjoc- woet zij soms beter dan een rechter den mis dadiger tot het biechten zijner euveldaad te brengen. Armenzorg moet daarom zijn het werk van den Staat, en het zou zeor nuttig zijn wanneer zij de kerk er niet mee moeide of althans niet, voorop stelde. Behoort nu kindervoeding ook tot de armenzorg Wanneer wij zien, hoe ellendig in vele arme gezinnen de voeding iswanneer wij bedenken dat goede voeding een noodzakelijke voorwaarde is voor de ontwikkeling van het lichaam en zijne vermogens dat de gezonde geest slechts leven kan ia een gezond lichaam, dan valt dit be zwaarlijk te ontkennen. Wanneer bij felle kou het lichaam dubbel voedsel noodig heeft en aan den kleinen dikwijls ternauwernood eene halve portie wordt verstrekt, dan is het eene schoone taak de milddadige hand uit te strekken en die arme kleinen van het noodige te voorzien. Muur die philantropie, hoe weldadig ook, moet voor den staat niet deu dienst doen van paraplu. Maar, wordt er beweerd, van voeding komt men op kleediag, op schoeiselmoet do Staat dan ook daarvoor zorgen Kweekt men langs dien weg geen luiaards Goede kleeding is althans in de felle winterkou even onontbeerlijk als goede voeding en om consequent te blijven moet ook die zorg aan den Staat blijven; of de Staat daardoor niet luiaards en zorgelooze men- schen maakt, kan niet als argument dienen wij zouden onzen tegenstanders evengoed kunnen vragen, of ook de philantropio dan geen luie, zorgelooze menschan kweekt Wy zyfl niet blind voor de bezwaren van armenzorg. Het is een waarheid, die gelukkig door de weldoeners ook meer begrepen wordt, dat armverzorging, die bestaat in het geveu’van aalmoezen of voedsel, voor den arme niet opwek kend is, wel echter, voor den eergevoeligen arme althans, beschamend werkt. Wij gelooven dan ook niet, dat de voeding, door een gemeen te aan zijne havelooze kinderen verstrekt, door den eergevoelige zonder noodzaak aangenomen zal worden. Om den minder eergevoelige, om den luiaard te weren, mag de overheid het werk der liefdadigheid niet opgevendit geldt voor de volwassen armen, maar zooveel te meer voor hunne kinderen. Wij gelooven echter niet dat onder de bedeelde volwassenen velen zijn, die gebrek lijden uit luiheidde armoede is veeleer een gevolg van werkeloosheid, van gebrek aan arbeid, die kan ker onzer hedendaagsche maatschappij, Hieraan een einde te maken is de groote taak van onzen Staat op dit oogenblik. Dit maatschappelijk euvel, dat bij voortduring steeds meer om zich heen zal grijpen, moet worden verholpen, zoo spoedig mogelijkhet is de proletariër die het dringend vraagt; het is de armenzorg, die in haren toenemenden omvang daarop wijst; het is de stem der ontevredenheid, die steeds luider daartoe prikkelt. In een goed geordenden staat moet van proletariërs geen sprake zijnarmen zorg, die zich thans uitstrekt over duizenden bij duizenden, maakt de klacht van overproductie ii HRAVT j S E E K S3 It man's- si wmi) mt »i A. iHscnrijving aan te „^houders der Gemeente, waar de van ir van het jaar, waar* bovenstaande bepalingen maken Burge» ’enJANUARI MSI, tenGen^üJta^i^^en^S'S ting zal worden gehouden tot inschrijving der mannelijke in* zezetenen, die op den Isten Januari 1891 hun 19de jaar ziin iagetreden, en die alzoo geboren zijn in 1872, en wel voor wijk i, 2, 3 cn 1 - - 5, 6, 7 en 8 9, 10, 11 en 12 13, 1-1, 15 en 18 .17, 18, 19 en 20 Terwijl overigens té kan geschieden v; Snbbk den 20 December 1890. houders aan te geven tüsschen den isten en sisten jatïilari ofBu <dS»Stóldllfi‘S’ at'"'ezigheid of,ontstentenis is zijn vader, A °yr1?d.e'1' Z1JUÖ "10e<ifir> ot zijn beiden overleden a- doen van die aan8ifte verplicht. “-F*Hy, die eerst na het Intreden van ziin 19de iaar' doch vóór het volbrengen van zijn 20ste ingezeten wórdt is JevenCbii’ R10h’ zood™ dit Plaats heeft> ter inschrijving aan te geven bij Burgemeester en J inschrijving volgens art. 16 moet geschieden. ar?.T8?1J gelden de bepalingen der 2de en 3de zinsnede Zijne inschryVing geschiedt in hetregistei toe hy volgens zyn leeftyd behoort. o„»n op deu lsten Januari lg91 hun 19d>; Jar die alzoo geboren zijn in 1872, en wel voor 2, 3 en 4 ’s voormiddag» 9 uur. 11 's middags 12 «v, ’s namiddags 1 de inschrijving ter Secretarie dezer gemeen* van s morgeus 9 tot ’s namiddags 1 uur. «oamha- iono ,de,ze t?r,keI?’li3 der ingezetenen, dat bij hoofd* atuk lil dier wet, handelende over de Inschrijving voor militie, onder anderen voorkomt het navolgende Art. 15. Jaarlijks worden voor de Militie ingeschreven mannelijke Ingezetenen, die op den Isten Januari van heti hun 19de jaar waren ingetreden. J Voor ingezeten wordt gehouden: 1. hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder.a zyn beide overleden, wiens voogd ingezeten is volgens da van den 28sten Juli 1850 (Staatsblad no. 44) 2. hij, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende de iaatste, aan het m de eerste zinsnede van dit artikel vermelde hield vooralsaand<?> achttien maanden in Nederland verblyf 3. hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was houdt V°°Sd S6eU iusozetea’ mit3 binnen het ryk verblijf Voor Ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling, behoo* rende tot oenen Staat, waar de Nederlander niet aan den ver^ plichten krijgsdienst is onderworpen of waar ten aanzien der dmustplichtigheid het beginsel van wederkeerigheid ia aanga- Art. 16. De inschrijving geschiedt: 1. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader ot is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden de voogd woont; **vucU, 2. van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente waar hy woont; 3. van hem, die geen vader, moeder oi voogd heeft of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten ’s lands re™, tigd Is, m de gemeente waar hij woont; 6 4. van den buiten ’s lands wonenden zoon van een Neder* lander, die ter zake van ’s lands dienst in een vreemd land woont, in de gemeente waar zyn vader of voogd het laatst i„ Nederland gewoond heeft. atst lu Art. 17. Voor de militie wordt niet ingeschreven- 1. de in een vreemd Ryk achtergebleven zoon van een in gezeten, die geen Nederlander islu 2. de in een vreemd Bijk verblijf houdende ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten 3. de zoon van den Nederlander, die, ter zake van >s Lands dienst in sRyks Overzeesche bezittingen of Koloniën woont Art. 18. Elk, die volgens art. 15 behoort te worden in^é- .chreven is verplicht, zich daartoe by Burgemeester en. Wet -55

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1890 | | pagina 1