KIMS- B KIllI liTi KTIi: BUB Willi DE (■KH EK IIET11! IKIKIIISSI 'HA f SBH [1 W i fir InschrijvinBie Nataals Mililia. hQ 1 No. 3 1891 Z E S-E N-V E E R T I (4 S T E J A A R GT A N Q. A C C IJ N S E N, I -a I Z A T E K IA Q J A TN' U A R I, IO VERKIEZINGEN. Alle brieven in te zenden. -J begon te gillen tot de meester den schavuit maar wegzond om aan de verdere stoornis een eind te maken; gelijkmaar neen! de steen des aanstoots, die wij willen verwij deren ligt buiten ons wij hebben geen lust er ons noodeloos mee te bezwaren, hem ontgaan is Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post f 1.25. en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco ADV ER TEN TIÉN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cent, voor eiken regel meer 7*/2 Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. cijnsen worden afgeschaft. Moet de poeder ge likt worden, zoo geve men gerust de voorge- schrevene portie maar niet het dubbele, drie dubbele, terwijl het dan nog in alle spijzen ge mengd wordt, dat maakt elke maaltijd onge nietbaar. Ziedaar een gemoedsbezwaar, niet denkbeel dig, niet noodeloos ons opgelegdeen bezwaar waarmee de Staat van jaar tot jaar zijne lagere burgerklasse onevenredig drukt. Zou er geen geld te krijgen zijn om aan dat bezwaar, die druk een eind te maken Die uitkomst zou zeker door het volk worden toegejuicht. Zij zal den arbeider ontlasten hem in staat stellen beter voedsel te koopen den prikkel tot on matigheid afstompen. Van zulk eene nationale daad zou ook ons „christenvolk" wel gediend zijn. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, herinneren alle Ingezetenen, die in 1872 zijn geboren en zich tot dusver niet voor de Nationale Militie, lichting 1892, hebben doen inschrijven, aan hunne verplich ting, om zich daartoe alsnog aan te geven vóór of uiterlijk op 31 Januari e. k. ter Secre tarie dezer gemeente. Sneek, 9 Januari 1891, Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, B u rgemees ter. BENNEWITZ, Secretaris. lijke warmte zullen gaan verspreiden liberale kilheid te bestrijden. Toch moet het hooge woord er nog uit, en de clericalen zullen het ons ten goede houden, consequent vinden, om op kosten „brood der behoef den Staat. en zou nemen. Is en verstand onzer liberale broederen trachten te werken om het ding verwijderd te krijgen. Die steen der ergernis is de accijnsbelasting. De Staat heeft rechtens aanspraak op de be- lasting-penningen zijner burgers, hoe gaarne zouden wij schrijven van al zijne burgers voor de burgers is het de dure plicht te zorgen voor de rechtszekerheid van den Staat maar waar het belang dier rechtszekerheid stijgt in verhouding van des burgers bezittingen, daar moet ook de belasting worden gedragen naar die verhouding, iets wat ook reeds uit de om standigheden voortvloeit, daar de meest bezit tende het best betalen kan. Daarom is het een eisch des tijds om in de gegeven omstandighe den den zwaarsten druk op de sterkste schou ders te leggen een belasting te heffen naar het inkomen. Hoe weinig hier tegen ook valt in te brengen, het stuit al af op „liberale" bezwaren. De inkomstenbelasting zal immoreel werken, daar het vele oneerlijke menschen zal makenzoo wordt geredeneerd, en uit vrees dat andere menschen oneerlijk zullen worden, bedrijft men zelf liever oneerlijkheid en drukt de lagere klassen onevenredig met accijnsen. Het is de toepassing van Jezus woorden: van wie niet heeft zal genomen worden ook wat hij heeft; terwijl het „wie heeft zal gegeven worden", daarbij niet wordt vergeten. Den minvermogende wordt «geen invloed ge gund op het Staatsbestuuren het motief wordt dan getrokken uit het belang van den Staat, dat met een regeering. van minvermogende menschen niet gebaat is. Wijlen asschepoetster vervulde dergelijke rol. Wel wordt er van tijd tot tijd geredekaveld over inkomstenbelas ting maar Mozes mocht het beloofde land wel zien, maar hij mocht er niet binnen gaan. Men spreekt van bezwaren bij de uitvoering men noemt deze belasting vexatoir, immoreel, ja men spreekt zelfs het leelijke woord inqui sitie daarbij uiten de schipper, die na een lange reis eindehjk eens hoopt zijn vrienden en magen in het vaderland terug te zullen zien, hij wordt belast met een lading 'naar Queens town en van daar moet hij onmiddellijk weer koers zetten naar de Nieuwe wereld. Pijnlijk gevoel dat alle minvermogenden treft, wanneer zij er nog belang in stellen, te lezen dat het ontwerp inkomstenbelasting weer gestrand is. Waarom geen vuurschip in de branding gelegd De accijnsen blijven en de arme met een groote huishouding betaalt aan zóutbelasting meer dan de rijke met klein gezinzij verergeren de slechte voeding bij den arbeider door den druk op de vleeschprijzen. Neen, daaraan betaalt de minvermogende niet in verhouding tot de gun- De liberalen hebben na jarenlangen strijd aan de gemoedsbezwaren hunner tegenstanders moeten toegeven met inspanning van al hunne krachten hebben zij de neutrale school verde digd tegen hare belagersmaar het tijdperk onmogelijkwij willen daarom op het gemoed van verslapping kwam en de overmacht dwong hen in dien staat van apathie hun ideaal los te laten, althans om de clericalen tegemoet te komen en hun bezwaarde harten te verruimen met een don gratuit. Er zijn nog steeds veel liberalen, die ach en wee roepen over zooveel lafheid, en het den tegenstanders niet gunnen, om met behulp van Staatsgeld den hartstocht der tweedracht aan te blazen en den Staat te verbrokkelen met de wapens in het tuighuis van den Staat zelf gesmeed, edoch we staan voor een fait accompli we hebben het gemoed der clericale broeders verlicht met wat geld het gemoedsbezwaar is thans opgeheven en dat doet ook den gever weldadig aan. Er worden overal in den lande christelijke opvoe- dingsgestichten, seminarian of hoe die inrichtin gen heeten mogen, opgericht, die hun christe- om de stiger bedeelden onder zijne medemenschen. Accijnsen op geestrijke dranken echter komen meer ten laste van den arbeiderzij werken bovendien het misbruik in de hand, n’en déplaise de d rankwet, die meer kwaad dan goed uitwerkt. Adam Smith zegtWanneer wij de ervaring raadplegen, dan schijnt de goedkoopheid van wijn een oorzaak te zijn niet van dronkenschap maar van matigheid. De bewoners van de wijn- bouwende landen in Europa zijn over het geheel de matigste menschen als een bewijs hiervan kunnen Spanjaarden, Italianen en de bewoners van het zuiden van Frankrijk worden aange haald. De menschen gaan zich zelden te buiten aan hetgeen hun dagelijksche drank is. Nie mand kan zich den naam van gullen gastheer en fideelen kerel verwerven, door overvloedig een drank te schenken die zoo goedkoop is als dun bier. Integendeel, in die landen waar door buitengewone warmte of koude geen druiven groeien en waar wijn bijgevolg duur is en een zeldzaamheid, is dronkenschap een gewone on deugd, zooals onder de noordelijke volken, en onder hen die tusschen de keerkringen wonen bijvoorbeeld de negers op de kust van Guinea. Wanneer een Fransch regiment uit de noorde lijke provinciën, waar wijn vrij duur is, wordt overgeplaatst naar het zuiden, waar die zeer goedkoop is, dan worden zij losbandig, ik heb het dikwijls hooren vertellen, door de goedkoopte en het nieuwtje van goeden wijn; maar na eenige maanden wordt hot meerendeel even matig als de andere inwoners. Wanneer de rechten op vreemden wijn en die op sterke dranken op eens werden afgeschaft, dan zou dit op dezelfde wijze een tamelijk algerneene tijdelijke dronkenschap onder de middel- en lagere klassen van het volk veroorzaken, die echter spoedig gevolgd zou worden door eene blijvende en bijna algemeen heerschende matigheid. Tegenwoordig is dron kenschap volstrekt niet de ondeugd van voor name lieden of van hen, die de duurste dranken het best kunnen betalen. Een heer, die dron ken is van ale, zien wij bijna nooit." Bovendien blijft er nog een argument over, dat, om zijn actueel belang, wel het krachtigst isde accijnsen verergeren als indirecte belas ting de maatschappelijke kwaal, de sociale quaes- tie, daar zij de productie belemmeren, in zoo verre wij onder productie ook verstaan het ver voer en de ruiling. Beperkingen den handel opgelegd, en daaronder moeten de accijnsen als de meest belemmerende worden gerang schikt of aan een zijner hulpmiddelen, werkt even ontmoedigend op de voortbrengselen als de beperkingen voor de nijverheid gemaakt. Het tarief van accijnsen belemmert onzen bui- tenlandschen handel, beperkt de vrije ruiling onzer eigene producten tegen die van andere landen en is daarom in werkelijkheid een be perking van onze voortbrenging. Nog eens, die steen des aanstoots moet ver dwijnen voor allen, die belang hebben bij de rechtszekerheid van den Staat moet het rechts gevoel van het volk heilig zijn, te heilig om het te verzwakken. Maar dan moeten de ac. j Kennisgeving en Uitnoodiging. De VOORZITTER van den Raad der ge meente Sneek, Gelet op artikel 7 der Kieswet van 4 Juli 1850 (Staatsblad no. 37) zooals dat artikel is gewijzigd bij art. VII der Additioneele bepa lingen der Grondwet; Noodigt de mannelijke inwoners dezer Gemeen te uit: 1°. die in eene andere gemeente over het laatstverloopen dienstjaar in de personeele be lasting naar eene hoogere huurwaarde, dan die welke volgens art. 1, litt. A en B, van de wet van 24 April 1843 (Staatsblad no. 15) aanspraak geeft op vermindering tot een derde of twee derde gedeelten dier belasting naar de drie eerste grondslagen, of in de grondbelasting, tot een bedrag van ten minste tien gulden, zijn aangeslagen, daarvan door overlegging der vo or voldaan geteekende aanslagbiljetten vóór den 15 Februari e. k. aan hem te doen blijken; 2°. die op grond van art. 1, sub C, of krachtens het 4de lid van art. 7 der Kieswet, aanspraak meenen te kunnen maken om ge plaatst te worden op de kiezerslijsten, daarvan mede vóór den 15 Februari e. k. aangifte te doen, volgens het daarvoor vastgesteld, ter Se cretarie verkrijgbaar, model, met overlegging der bewijsstukken, waartoe in het geval van het 4de lid van bovengenoemd artikel 7 moeten behooren het aanslagbiljet of authentiek afschrift daarvan, eene opgaaf van het bedrag van het aandeel in den aanslag en de bescheiden be trekkelijk het gemeenschappelijk bezit. Sneek den 9 Januari 1891. De Voorzitter roornoemd, ALMA. dat we het verre van het zielevoedsel te doen uitreiken van den Staat en daarentegen het armen”, het lichamelijk voedsel voor tigen, niet toe te vertrouwen aan De kerk heeft dat aan zich gehouden het gaarne geheel op zich willen dat niet inconsequent De Staat treedt hier op het gebied van de kerk en de kerk op dat van den Staat. Botsing moet er het gevolg van zijn en bij al den jammer daaruit ontstaan, zullen de stoomers zoo diep in elkanders inge wanden doordringen, dat er aan scheiding niet meer te denken valt, tenzij we een zoogenaamd christelijk socialisme mochten krijgen. Gemoedsbezwaren en geld, vuur en water het eerste gebluscht door het laatste, en nu in de „christelijke” smidse het vuur is uitgedoofd, is van aaneensmeden geen sprake meer, en de „smidsbaas” kan den voorhamer wel op zij zettenverbrokkeld ligt daar de grootsche alliantie van geus en, paap. De dampkring begint allengs weer zuiver te wordeneen milde lucht komt zeker binnen kort weer leven blazen in boom en plant en intusschen genieten we dan van de veranderde temperatuur als in den zomer bij een wandeling na het onweder. Waar het geld nog zulk een groote rol speelt, waar het de macht bezit de edelste snaren van het arme menschenhart te doen trillen, willen ook wij het denkbeeld gaan koesteren, dat de Staat zijn kas voor ons nog eens open stellen moge om een bezwaar van ons gemoed te wen telen, dat met zijn centenaars zwaarte in zijne volle kracht op ons drukt. Gelijk de Staats school als steen des aanstoots door de christe lijke broederen vrijwillig op het hart werd ge pakt gelijk de schooljongen uit af keer voor de schoolbanken zich er aan vastbond, en toen n:K oi raat SV KO ti I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1891 | | pagina 1