fflIHin El IB IIIIIHIIISJEIBT JIM.
ffllffi- IA UHLK riAl'ii: in. Ill lllllii IIS
ttrijïiiij voor fls Natioaalu Hilitis.
No. 6
1891
DE UITBREIDING DER STEDEN.
W O E IV JS I> A. <Jb
QI
II.
2”.
•Ila
vermijding van het opmaken van balansen, aan j lieken een vraag is.
’tls de vijfde van de reeks.
het
be-
4
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cent,
voor eiken regel meer 7*/2 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den Uitgever.
toe te kennen. Waar woningsnood heerscht
en stukken grond onbebouwd liggen, die de
eigenaars niet wenschen te verkoopen, meestal
om de prijzen op te drijven tot eene voor den
minder bemiddelde onbetaalbare hoogte, daar
mag, aldus mr. van Houten, de gemeenschap
tusschenbeide komen, want het grondgebied
van het rijk dient in de eerste plaats om aan
zijne bevolking de gelegenheid te geven te
wonen en te werken. „Hij wenscht rechtsbe
palingen te maken die aan speoulatiën ten koste
der gemeenschap een eind zullen maken.
„Het is volstrekt onnoodig", zoo luidt het betoog,
„zelfs in geen opzicht te billijken, eene inrichting
van het recht te behouden, die den grond tot
het voorwerp maakt van speoulatiën van kapi
talisten en zulks te minder omdat die speoulatiën
veelal rechtstreeks gericht zijn tegen het hoogste
volksbelang ten aanzien van het gebruik van
het grondgebied en de strekking hebben de
woningen en arbeids-gelegenheden duurder,
schaarscher en slechter te maken dan zij zullen
wezen bij aanneming der billijke rechtsbepa
lingen, welke in dit wetsontwerp zijn vervat.“
Zoo geeft dan het ontwerp aan de gemeente
besturen het recht tot onteigenen zoodra
1. De eigenaren nalaten hunne gronden te
gebruiken en ze woest laten liggen
2. De eigenaren weigerachtig blijven hunne
gronden af te staan voor eene veranderde wijze
van gebruik, die meer is in het belang der ge
meenschap
3. Of wel de eigenaren trachten door voor-
loopige weigering der gronden, bedoeld onder 2.,
zich-zelf te bevoordeelen ten koste der ge
meenschap.
Kortomhet recht op den grond wordt in
zooverre beperkt, dat men den grond gebruiken
mag, terwijl het recht om dezen niet te ge
bruiken wordt ontzegd, wanneer de belangen
der gemeenschap hierdoor worden benadeeld.
De grond is volgens mr. van Houten allereerst
voor de gemeenschap, het is een nationale zaak,
we hadden bijna geschreven nationaal eigendom.
Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
gend noodig, want de genezing van de maat
schappelijke ziekte wordt door velen of uit
onkunde of uit eigenbelang tegengewerkt.
Mr. van Houten, de pionier der liberale I
partij, heeft aan de wetgevende macht thans
een voorstel gedaan om dit euvel te breidelen.
Hij wenscht aan de gemeentebesturen onder
1 zekere omstandigheden het recht van onteigening
getuigen i
van eigen beginselen zonder macht, tot een Houten beloofde de Legerwet van den mi
houding, die alleen goed kan zijn tot vereeniging Bergansius nader te bespreken, is reeds
van verspreide elementen, terug uit moedeloos- schenen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek, herinneren alle Ingezetenen,
die in 1872 zijn geboren en zich tot dusver
niet voor de Nationale Militie, lichting 1892,
hebben doen inschrijven, aan hunne verplich
ting, om zich daartoe alsnog aan te geven
vóór of uiterlijk op 31 Januari e. k. ter Secre
tarie dezer gemeente.
Sneek, 9 Januari 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNÉWITZ, Secretaris.
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER der Gemeente Sneek,
brengt ter openbare kennis, dat het Primitief
Kohier der Grondbelasting dezer gemeente,
dienstjaar 1891, door den Provincialen Inspec
teur der Directe Belastingen te Leeuwarden
gearresteerd den 14 Januari 1891, aan den
Ontvanger der Rijksbelastingen te Sneek ter
invordering is ter hand gesteld en dat een
ieder verplicht is zijnen aanslag, op den bij de
wet bepaalden voet, te voldoen.
Sneek den 17 Januari 1891.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
’t Moet worden erkend dat dr. Schaepman
geen moeite ontziet om zijn katholieke mede
burgers te overtuigen van de juistheid zijner
opvatting in zake het hangende staatkundig
conflict. Hij houdt bij voortduring lezingen,
eerst te Hulst, toen te Hoorn, later te Amster
dam, nu weder te Arnhem.
Bij laatstgenoemde lezing was het slot meer
bijzondergewijd aan het „monsterverbond/ Wij
laten het hier volgen:
Dr. Schaepman stelde ten slotte de vraag of
twee partijen, die in hooge en heilige begin
selen op denzelfden bodem staan, het niet eens
zouden kunnen worden over vragen van dage-
lijksehe en alledaagsche politiek.
Aan hem, die onze hoofdstad eenigszins van
naderbij kentdie niet alleen de Kalverstraat
doorwandelde, maar gedeelten als de Jodenbuurt
en meer dergelijke bezocht, waar het proletari
aat huisvest, zal een beschrijving als die in het
NBerliner Tageblatt niet vreemd voorkomen.
En werkelijk zijn die toestanden allerellendigst
staaltjes, als de heer Toms dezer dagen gaf in
een onzer dagbladen, zijn in één woord walg
lijk en spotten met de vergelijking waarin van
dieren en menschen gesproken wordt. En nu
mogen de autoriteiten al tusschenbeide komen
en woningen van dat gehalte doen sluiten, de
uitwerking van dien maatregel zal zijn of dat
de etterbuilen op eene andere plaats weer zul
len uitbreken of dat daardoor een deel der be
volking zonder dak zal komenwant een feit,
een treurig feit is het, dat de maatschappelijke
wanverhoudingen de bevolking samendrijven
op enkele plekjes van het vaderland, terwijl
«laar buiten uitgestrekte vlakten onbewoond zijn.
Voor hen, die geen duims breed gronds bezit
ten van Gods wonderschoone aarde, zijn het
de centra, waar men den strijd om het bestaan
nog kan aanvaarden met eenige hoop op suc-
\^ès. Wel wordt de gezondheid er door in de
waagsohaal gebracht wel wordt de frissche,
gezonde landlucht geruild tegen de vunzige
atmosfeer, die u uit die pestholen tegenwaait,
maar wat baat gezondheid voor hem, die niet
te eten heeft? Er zijn streken van ons land,
waar de arbeider nog blijft leven, zij het ook
van een hongerloon en onder bovenmatigen
arbeid, maar de vrees voor gebrek wekt ook
in hem die hartstochtelijke begeerte naar rijk-
^./lom, die het voor den man van zaken tot stel
regel maakt, dat men ieder mensch voor een
schurk moet houden; die ons doet wanhopen
om voor posten van openbaar vertrouwen ooit
menschen te vinden, die van hun ambt geen
misbruik zullen maken ten bate van zichzelf.
Zoo zien wij het platteland langzamerhand
ontvolken en de groote steden aangroeien. Is
Ha v >'^et n’et a^8 °P een s°hiP> dat door den storm
wordt geteisterd? Angstvallig loopen de pas
sagiers te hoop om zoolang mogelijk boven
water te blijven.
Meer dan ergens elders openbaart zich in
deze volksstrooming het maatschappelijk ziekte
proces; de ziekelijke ophooping van arbeid, die
een uitweg zoekt naar de plaatsen waar het
kapitaal wordt opgestapeld. En wanneer nu,
*1y wat met zoovelen het geval is en noodzakelijk
moet zijn, teleurstelling het gevolg is van die
verhuizing, dan worden er toestanden van
zedeloosheid en barbaarschheid geschapen, als
in onze groote steden worden aangetroffen; toe
standen die een verbazenden omvang beginnen
aan te nemen.
Wie waarlijk anti-revolutionair wil zijn, moet
.het zijn heilige roeping achten, deze toestanden
te doen ophouden; zijne medewerking is drin-
derde gedeelten dier belasting naar de drie
eerste grondslagen, of in de grondbelasting, tot
een bedrag van ten minste tien gulden, zijn
aangeslagen, daarvan door overlegging der voor
voldaan geteekende aanslagbiljetten vóór den
15 Februari e. k. aan hem te doen blijken; onder de vleugelen der omnipotente staatspartij,
2(’. die op grond van art. 1, sub C, of
krachtens het 4de lid van art. 7 der Kieswet,
aanspraak meenen te kunnen maken om ge
plaatst te worden op de kiezerslijsten, daarvan
mede vóór den 15 Februari e. k. aangifte te
doen, volgens het daarvoor vastgesteld, ter Se
cretarie verkrijgbaar, model, met overlegging
der bewijsstukken, waartoe in het’’ geval van
het 4de lid van bovengenoemd artikel 7 moeten
behooren het aanslagbiljet of authentiek afschrift
daarvan, eene opgaaf van het bedrag van
aandeel in den aanslag en de bescheiden
trekkelijk het gemeenschappelijk bezit.
Sneek den 9 Januari 1891.
De Voorzitter voornoemd,
ALMA.
VERKIEZINGEN.
Kennisgeving en Uitnoodiging.
De VOORZITTER van den Raad der ge
meente Sneek,
Gelet op artikel 7 der Kieswet van 4 Juli
1850 {Staatsblad no. 37) zooals dat artikel is
gewijzigd bij arc. VII der Additioneele bepa
lingen der Grondwet;
Noodigt de mannelijke inwoners dezer Gemeen
te uit:
1°. die in eene andere gemeente over het
laatstverloopen dienstjaar in de personeele be
lasting naar eene hoogere huurwaarde, dan die
welke volgens art. 1, litt. A en B, van de wet
van 24 April 1843 {Staatsblad no. 15) aanspraak
geeft op vermindering tot een derde of twee
heid of hooghartigheid
Waarheen vraagt spreker den katholieken
Tot een herhaling der proef van 185767,
waarvan u de nagalm der bespotting nog in de
ooren klinkt Opnieuw een schuilplaats zoeken
- - - ïb
om de kruimelen broods te eten, die van de
tafel vallen, in de halfslachtige livrei, helaas
I te dikwijls gedragen Of wil men een conser-
j vatieve staatspartij met een roomsche kern?
i Ziedaar een macht met een kern, doch waarvan
de kern zelve geen vrucht draagt.
Maar één naam wordt genoemd, door alle
katholieken steeds met eerbiedige huivering
uitgesprokenhet Duitsche Centrum. Maar
zijn wij in denzelfden toestand Een groot
gedeelte van mijn leven, zegt schrijver, gave
ik ten beste, indien hier dezelfde wederzijdsche
waardeering, hetzelfde onderling vertrouwen
bestonden als ginds, indien hier als daar de
katholieke partij haar program mocht vaststellen,
in stede van voorschriften te ontvangen. Maai
er is meer. Ach waren wir so glücklich als
Sie in Holland, zeide eens een Duitsch Cen-
trumlid tot spreker. Er is van het Centrum
een geweldige kracht ten goede uitgegaan, doch
het staat niet als wij tegenover een parlementair
ministerie, maar tegenover een autocratischen
wil. Daar een ministerie, steunend op geen
enkele partij, hier een kabinet, gesproten uit
de minderheden. Een katholieke partij kan
hier toevallige zegepralen behalen, of wat men
in het dagelijksche leven noemt zijn tegen
standers een hak zettendoch is dat een rol
der katholieke partij waardig?
Wij leven in een land, waarvan het grootste
deel der bewoners met ons in geloof en al wat
daarmede samenhangt verschilt. Wat moet
onze houding zijn Met hen, die evenals wij
de souvereiniteit Gods en de Tien Geboden
als hoogste staatswet erkennen, strijden voor
onze vaderlandsche belangen, wanneer deze
niet in strijd zijn met onze hoogste beginselen.
Maar wil men dat, dan moet men niet immer
en altijd nieuwe twistpunten opzoeken.
Hoe kan men nu de vaderlandsche belangen
dienen
Men kan zeggen dat het wenschelijk is te
behouden wat bestaat, slechts het allernoodza
kelijkste te verbeteren, de ontwikkeling, meestal
een droombeeld, zelden een ideaal, te leiden
met strakke teugels, want uitbreiding brengt
meer werkzaamheid en minder rust.
Spreker heeft zich echter van de katholieke
partij iets anders voorgesteld.
Niet alleen belangstellen in het eerbiedwaar
dige, dat wij geërfd en behouden hebben, maar
bedenken dat iedere dag nieuwe plichten mede
brengt. Er naar streven de Nederlandsche
politiek te maken tot een katholieke (sicpolitiek.
Alle vraagstukken van den dag onder de oogen
zien en worstelen om oplossing, al moest ons
als Jacob de heup ontwricht worden. Niet
alleen oog hebben voor eigen, engen kring,
die niet altijd de kring der katholieken is,
maar rondzien door de wereld, om de katholieken
te beschouwen als een machtige partij, wier
beginselen de toekomst beheerschen moet.“(sic!)
De Tijd, die dit fragment in zijn geheel
mededeelt, voegt er een paar kantteekeningen
bij en wijst er o. a. op, dat de grondslag van
’t betoog beide partijen staan op denzelfden
,En dan vraagt spreker het eerst, doch met bodem juist voor menigeen onder de katho
de anti-revolutionaire partijWaarheen Terug
tot uw isolement, tot een belijden en getuigen I De Staatkundige Brief waarin mr. S. van
Houten beloofde de Legerwet van den minister
i ver-
UIT DE PERS.
I O!R41
MEEK
i
I
j
V 1 Chlh^ V Oplvlivi UCl Vvlolj HvVU m V L UVUV1U JU1UV V WA
1
1
1
L
- 4
1
-
.-■V