e
ffllffl EK HET 1RR0KDI8SIMT WIL
ill
taWiiil voor öo Ratals Ms. I
i
f891
Z E S-E N-V EER.TIGSTE J A A R A N Q.
j
*0. 1
Z A. T E M I> jV <SF
J A A I A R I,
24
gunning is verleend tot het plaatsen en in wer-
l
.•fÉ'-s' ii bedrag
punten van staatsbeleid en op welke voorwaar-
zijn
de
de' kans om vrij te loten
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
het
be-
ADV EB TEN TIEN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cent,
voor eiken regel meer T1/^ Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
denUitgever.
weder
de
is,
van
om
Aan de Legerwet van den minister Bergansius
is door de N. Roti. Ct. in een negental hoofd-
Naar wij in de Avondpost lezen is, na
j van den heer Cremers als lid der
Tweede Kamer, de heer Sinidt aangewezen als
leider der liberale partij in de Kamer.
het laatste artikel werden de vrijstellingen
i behandeld, waarbij o. a. werd gewezen op de
van het gezin.
„Moet
C KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER van Sneek,
Gelet op de mededeeling van den Landmeter
voor den Velddienst te Sneek, gedaan bij zijne
missive van 22 Januari jl. no. 359
Brengt ter kennis van
gewone kadastrale op- en uitmetingen, voor
den dienst 1891, in deze gemeente zullen wor
den aangevangen op Maandag den 2 Februa
ri e.k.
Sneek, 23 Januari 1891.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
Niet ;alleen dus, dat hij schijnt te meenen dat
men den president eener republiek voor niet
heeft, maar kennelijk heeft hij ook nooit ernstig
nagedacht over het wezen en de beteekenis
van het constitutioneele koningschap, noch in
’s lands historie nagegaan hoe deze staatsvorm
hier te lande bij een volk dat van de vroegste
tijden af getoond heeft de vrijheid op prijs te
stellen, en dat meer dan .twee eeuwen lang
onder de republiek heeft geleefd zoo diep
wortel heeft kunnen schieten.
van ’t geheele ontwerp
heeft verkregen, is,5dat de personeele druk voor
de natie, vergeleken bij de militiewet van 1861,
in slechts zeer onbeduidende mate wordt ver
hoogd.
Het slotwoord luidt aldus
Een meer dan veertigjarige strijd is gestreden.
Gedurende dat tijdperk was het vraagstuk der
regeling van onze levende strijdkrachten, om
zoo te zeggen, voortdurend aan de orde. Het
is een ware lijdensgeschiedenis, met haar phasen
van opleving, maar ook van afmatting en ver
moeidheid. Nadat de grondwetsherziening tot
stand gekomen was, volgde de benoeming der
bekende staatscommissie, ingesteld bij koninklijk
besluit van 10 Juni 1888, die haar verslag den
2 Februari 1889 den Koning aanbood. Zij
was uit zeer verschillende elementen samenge
steld, zoodat behartiging der veelzijdige betrok
ken belangen gewaarborgd was.
Daarop verscheen de ontwerp-wet, in hoofd
zaak gegrond op dat verslag der staatscommissie.
Na den veeljarigen strijd, nadat een veer
tiental ontwerpen van verschillende ministers
van oorlog het licht zagen, sommige zelfs zonder
het tot de openbare beraadslaging te kunnen
brengen, zal het een groote zegen voor het
vaderland zijn, indien het ontwerp-Bergansius,
behoudens verbetering in de onderdeelen, wet
mag worden."
men uit hetgeen er
■’inklijk besluit
V;
Wordt een minder aantal vrijgesteld, dan kan
aan de loting voor hetzelfde jaarlijksche con-
tiügenr d,oor meerderen deelgenomen worden
de kans om vrij te loten en diensvolgens bij I
de aanvullingsreserve te worden geplaatst, of aftreding
om ingedeeld te worden bij de depottroepen
i met verkorte oefening, wordt grooter. De
zoo
genaamde Friesche volkspartij is eene republi-
keinsche partij Als dat zoo was, en zoo het
ook waar was, wat men herhaaldelijk zoowel
van anti-revolntionaire als van sociaal-democra-
ti>H’ho zijde hoort, dat in Friesland de libera
len nagenoeg geheel verdrongen zijn door do
volkspartij, dan zou men daaruit besluiten moe
ten, dat die provincie de bakermat van dien
tak van ons vorstenhuis, die sedert 1747 de
regeering voert voor het koningschap ver
loren is. Wij gelooven echter noch dat de
warme vrienden, die zij steeds in Friesland
gevonden heeft, aan de liberale partij den rug
hebben toegekeerd, noch dat men dé volkspartij
beoordeelen mag naar hetgeen men van hen,
die zich tot hare woordvoerders opwerpen, nu
en dan te hooren krijgt.
„Hoe meer men tot den grond der verschijn
selen, die in Friesland worden waargenomen,
tracht door te dringen, des te vaster vestigt
zich de overtuiging, dat men alleen te doen
heeft met ontevredenen, die naar verandering
van toestanden haken, maar niet weten welken
weg zij daartoe moeten inslaan. Zóó worden
zij gemakkelijk meegesleept door leidslieden
van allerlei slag, maar zonder zich rekenschap
te geven van de beteekenis en de consequentiën
der beginselen, die deze leidslieden verkondigen.
Heden juichen zij Domela Nieuwenhuis toe,
als hij hun gelukkiger levensomstandigheden
voorspiegelt; maar zonder dat zij daarom over
tuigde socialisten zijn. Morgen vindt onder hen
de heer Stoffel een gretig gehoor, als hij hun
spreekt van de heerlijke gevolgen van land
nationalisatie maar zonder dat zij er het rechte
besef van hebben, wat voor den eeconomischen
en agrarischen toestand van een land de ge
volgen van dit stelsel zouden zijn. Overmorgen
zien zij in Mansholt, wiens communistische
denkbeelden nog verder gaan, de man van wien
de verlossing komen zal; maar zonder dat hun
ook maar een flauw beeld van het communisme
voor oogen staat. En zoo ook aanvaarden zij
zonder bedenking Van der Zwaag als hunnen
woordvoerder, ofschoon hij over het constitu
tioneele koningschap meeningen verkondigt, die
de hunne niet kunnen zijn.
„De verwarring die er in de hoofden der
ontevredenen wordt gesticht, is het ergste niet;
grooter kwaad is, dat ten slotte dit alles op
de bitterste teleurstelling voor hen zelven moet
uitloopen.
„Moet bij al het ingewikkelde van den strijd
van onze dagen ook nog het hoofd geboden
worden aan eene partij, die onze instellingen
in den hartader aan tast, laten dan althans vrien
den en vijanden van het constitutioneele koning
schap duidelijk van elkaar te onderkennen
zijn."
VERKIEZINGEN.
Kennisgeving en Uitnoodiging.
De VOORZITTER van den Raad der ge
meente Sneek,
Gelet op artikel 7 der Kieswet van 4 Juli
1850 (Staatsblad no. 37) zooals dat artikel is
gewijzigd bij art. VII der Additioneele bepa
lingen der Grondwet;
Noodigt de mannelijke inwoners dezer Gemeen
te uit:
1°. die in eene andere gemeente over het
laatstverloopen dienstjaar in de personeele be
lasting naar eene hoogere huurwaarde, dan die
welke volgens art. 1, Litt. A en B, van de wet
van 24 April 1843 (Staatsblad no. 15) aanspraak
geeft op vermindering tot een derde of twee
derde gedeelten dier belasting naar de drie
eerste grondslagen, of in de grondbelasting, tot
j van ten minste tien gulden, zijn
aangeslagen, daarvan door overlegging der voor
voldaan geteekende aanslagbiljetten vóór den
15 Februari e. k. aan hem te doen blijken;
2°. die op grond van art. 1, sub C, of
krachtens het 4de lid van art. 7 der Kieswet,
aanspraak meenen te kunnen maken om ge
plaatst te worden op de kiezerslijsten, daarvan
mode vóór den 15 Februari e. k. aangifte te
doen, volgens het daarvoor vastgesteld, ter Se
cretarie verkrijgbaar, model, met overlegging
der. bewijsstukken, waartoe in het geval van
4de lid van bovengenoemd artikel 7 moeten
belmoren het aanslagbiljet of authentiek afschrift
daarvan, eene opgaaf van het bedrag van
aandeel in den aanslag en de bescheiden
trekkelijk het gemeenschappelijk bezit.
Sneek den 9 Januari 1891.
De Voorzitter voornoemd,
ALMA.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek, herinneren alle Ingezetenen,
die in 1872 zijn geboren en zich tot dusver
niet voor de Nationale Militie, lichting 1892,
hebben doen inschrijven, aan hunne verplich
ting, om zich daartoe alsnog aan te geven
vóór of uiterlijk op 31 Januari e. k. ter Secre
tarie dezer gemeente.
Sneek, 9 Januari 1891.
'A Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
van de woord- i indruk dien het blad
I king brengen vaneen Stoomketel op het Stations- voerders gehoord wordt, opmaken dat de
emplacement alhier, en wel in het water-reser- I
voirgebouw, wijk 14 no. 2, kadastraal bekend
gemeente Sneek, Sectie A no. 1477.
Sneek, 23 Januari 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
BENNEWITZ, Secretaris.
K E N N I S G E VING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek brengen ter voldoening aan
artt. 8 en 27 der wet van 2 Juni 1875 (Staats
blad no. 95) ter openbare kennis, dat bij Ko-
■’inklijk besluit van 5 Januari jl. no. 29 aan
i? *Hollandsche Ijzeren Spoorwegmaatschappij
Amsterdam en hare rechtverkrijgenden ver-
Voor eenige dagen maakten wij melding van
de vraag door de Maasbode aan de Standaard
gericht naar aanleiding van het verschil tusschen
de anti-revolutionairen en roomsch-katholieken.
Zij wenschte te weten of beide partijen, wan
neer zij ieder met een eigen, zeer uiteenloopend
programma optreden, elkander toch zouden
kunnen steunen. De Standaard zegt, dat de
vraag eigenlijk aan een verkeerd adres is
gericht en het antwoord slechts door de depu-
taten-vergadering kan worden gegeven, maar
’t blad wijdt er toch een hoofdartikel aan en
geeft ten slotte als haar meening te kennen
dat men beiderzijds moet uitspreken, wat men
als politieken eisch van staatsbeleid beschouwt.
„Bespeurt ge dan, dat deze deduction geheel
uiteenloopep, zoo kan er uitteraard van poli
tieke saamwerking geen sprake zijn. Vindt
ge daarentegen dat men, zeg, in zes van de
twaalf punten uiteenloopt, maar in zes andere
overeenstemt, zoo kan men over en
beoordeelen, of op non-activiteitstelling van
zes punten, waarin men het niet eens
opweegt tegen saamwerking ten opzichte
de andere zes. En slaagt men er dan in
meerderheid te worden, dan weet een eventueel
kabinet waaraan het zich te houden heeft en
weet omgekeerd elk der contracteerende par
tijen, dat het voor de zes andere punten niets
van zulk een kabinet heeft te wachten. Zoo
is het mannenwerk."
De Maasbode heeft in dit antwoord aanleiding
gevonden voor een meer uitvoerige beschouwing
jn J over „Bondgenootschappen". Daarin wijst het.
1 er o. a. op dat de overeenkomst in 1888 aan-
gegaan niet rustte op een welomschreven pro-
gram, ja zelfs geen accoord mag heeten. Voorts
zij geen belangrijke taak in de maat- vraagt het nogmaalsomtrent welke belangrijke
schappij te verrichten hebben, geen kostwinners J punten van staatsbeleid en op welke voorwaar-
A... V11 den de Standaard overeenstemming tusschen
dan wordt de druk op de natie billijker verdeeld, beide partijen mogelijk acht.
BINNENLAND.
UIT DE PERS.
Onklare toestanden. Onder dit opschrift lezen
wij in de N. R. Ct. o. m.
„Al liggen de beginselen van de partij die
zich in Friesland noemt „de volkspartij," nog
altijd grootendeels in het duister, zij die als
hare woordvoerders optreden, maken er steeds
minder een geheim van, welke denkbeelden hen
beheerschen. Het is nog dezer dagen gebleken,
toen te Wolvega de heer Van der Zwaag op
trad om den heer Cuperus te bestrijden. Deze
was zijne rede begonnen met een kort woord
van hulde aan den overleden Koning en aan
de jonge Koningin, op wie de voorstanders van
het constitutioneele koningschap hunne hoop
gevestigd hebben. De woordvoerder uit Gor-
redijk daarentegen begon met zijnerzijds hulde
te brengen aan het „souvereine" volk en die
hulde te laten volgen door eenen heftigen aan
val op het koningschap.
„Het moet erkend worden, dat de republi
keinen ten onzent in oprechtheid vooruitgaan.
Bij de stembus van 1888 was de heer Mans
holt de eenige candidaat, die een republikeinsch
programma gaf. Zelfs Domela Nieuwenhuis
ofschoon men wel wist dat het koningschap in
hem geen vriend bezat hield in^ehoterland
zijne gevoelens op den achtergrond. Maar in de
drie jaar, die sedert verliepen, schijnen de re
publikeinen alle schuchterheid te hebben afge-
iegd, of wel tot de meening te zijn gekomen
dat men in Nederland het koningschap niet
langer heeft te ontzien. Fortuyn waagde het
te Amsterdam, terwijl de Koning op het sterf
bed lag, zijnen haat tegen het Koningshuis op
de onhebbelijkste wijze te luchten; en ook an
deren beijveren zich het volk in den waan te
brengen, dat het koningschap de verbetering
van maatschappelijke toestanden in den weg
staat.
„Tot volkomen helderheid schijnen echter in
de hoofden der republikeinen de denkbeelden,
die hen beheerschen, niet te zijn gekomen.
Van der Zwaag zeker niet de domste onder
de woordvoerders der „volkspartij" maakt
de tegenstellingkoningschap of souverein volk.
Blijkbaar weet hij niet, dat in België de volks-
souvereiniteit grondslag van het staatsrecht is,
en dat nochtans daar niet een president, maar
j uu o een koning aan het hoofd van het uitvoerend
de ingezetenen, dat de gezag ^at\TNJ0C}1 ?ok dat in 1813 in de
i Noordelijke Nederlanden het volk de hoogste
staatsmacht in handen nam, en nochtans de
souvereiniteit opdroeg aan V illem I. Hij noemt artikels een breede beschouwing gewijd,
eenen constitutioneelen vorst een onding, eene - - - -
machine, en vindt het onzinnig voor zoodanig
koningschap zoovele millioenen te verspillen.
behandeld, waarbij o. a. werd gewezen
onbillijkheid om eenige zoons vrij te stellen
wanneer r" 1
uk,
sbbi
Vervalt deze vrijstelling,
KER COURAA
SA
wins-1 lomwi™ ïooii du
i
i
i
r
L
J
t
r
I
J